De (on)geldighed van EULA’s (gastpost)

Binnen het softwarewereldje is het gebruikelijk dat de softwaremaker een overeenkomst met de eindgebruiker sluit. Dit is over komen waaien uit Amerika waar deze overeenkomsten EULA’s worden genoemd, wat staat voor “End User License Agreements”. De gebruikelijk weg die door softwaremakers bewandeld wordt, is om tijdens de installatie de inhoud van de EULA te laten zien en zonder een akkoord de vervolgstappen van de installatie te weigeren. De installatie wordt gestart op het moment dat de eindkoper de computer voor het eerst gebruikt.

In andere landen staat de rechtsgeldigheid van EULA’s ter discussie. En dus is het niet verwonderlijk dat Arnoud al een artikel over de rechtsgeldigheid van software-EULA’s heeft geschreven. In dat artikel wordt de EULA een Algemene Voorwaarden jasje aangemeten. Doorgaans is er spraken van één overeenkomst en dan geldt dat de meeste EULA’s vernietigd kunnen worden omdat ze aangeboden worden na de koop.

In een aantal EULA’s wordt echter gemeld dat het gaat om een nieuwe, tweede, overeenkomst die tot stand komt tussen de eind gebruiker en de software maker of de hardware fabrikant. De EULA’s kunnen dan niet vernietigd worden op grond dat ze na de koop zijn aangeboden, maar het probleem van de koper is er niet minder om. De koper mag de software niet gebruiken en de verkoper zal de software niet terugnemen omdat de verzegeling op de CD verbroken is. Dit is aanleiding om te onderzoeken of die tweede overeenkomst wel geldig is.

De wetgever heeft niet alleen eisen gesteld aan de toepasbaarheid van algemene voorwaarden, maar ook eisen gesteld aan de totstandkoming van overeenkomsten. Het hangt van de artikelen 3:33 en 3:35 BW af of er een geldige overeenkomst is gesloten. Als de koper zich op de eerste beroept dan kan de fabrikant dat te niet proberen te doen door een beroep op het laatste artikel te doen.

Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. (art. 3:33 BW)

Het is niet voor niets dat een overeenkomst ook wel eens een wilsovereenkomst wordt genoemd. Wie een overeenkomst sluit, moet dit wel uit eigen vrije wil doen. De koper kan aanvoeren dat hij deze overeenkomst eigenlijk niet had willen sluiten, maar daar toe gedwongen wordt gezien het alternatief. Dus zal menigeen iets te haastig concluderen dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. De softwaremaker heeft echter nog een ontsnappingsartikel:

Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil. (art 3:35 BW)

De wetgever is een ambtenaar dus dit artikel is een beetje lastig te lezen. Het artikel komt hier op neer dat wanneer iemands verklaring of gedraging redelijkerwijs mocht worden opgevat als zijnde gedaan met de wil om rechtsgevolg te hebben, de andere partij geen beroep meer kan doen op het ontbreken van die wil. Wie “ja” knikt op een veiling, zit daaraan vast ook al bedoelde hij “nee” te schudden. De overeenkomst is in die gevallen dan toch tot stand gekomen.

Nu de softwaremaker de hoofdschuldige is aan de ontstane omstandigheden kan hij geen beroep doen op dit artikel. De softwaremaker had behoren te weten dat hij de koper op deze manier in een onmogelijke positie dwingt. Bovendien mocht de koper er van uitgaan dat de softwaremaker reeds zijn toestemming voor gebruik had verstrekt op grond van dit zelfde artikel. Dit argument kan onderbouwd worden met art. 45i45j van de Auteurswet.

Tenzij anders is overeengekomen, wordt niet als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 12, beschouwd de verveelvoudiging, vervaardigd door de rechtmatige verkrijger van een exemplaar van eerder genoemd werk, die noodzakelijk is voor het met dat werk beoogde gebruik. De verveelvoudiging, als bedoeld in de eerste zin, die geschiedt in het kader van het laden, het in beeld brengen of het verbeteren van fouten, kan niet bij overeenkomst worden verboden.

Wie nu denkt dat de waarde van EULA gelijk is aan de waarde van oud papier heeft het mis. In een Italiaanse zaak oordeelde de rechter oordeelde dat HP de aankoopprijs van de voor-geïnstalleerde software moest vergoeden aan de koper. In de EULA stond namelijk dat dit een overeenkomst betrof tussen de fabrikant en de gebruiker van de software. En dat als hij deze overeenkomst niet wenste te sluiten recht had op zijn geld terug. En ook naar Nederlandsrecht mag de eind gebruiker conform art. 3:35 BW daar redelijkerwijs van uitgaan: dan had de fabrikant dit product maar niet zo moeten verkopen!

Update: Uit de discussie komt naar voren dat een beroep op art. 3:33 BW niet zal slagen, maar in plaats daarvan een beroep op art. 3:44 lid 1 BW, dat misbruik van omstandigheden tegen gaat, wel kans van slagen heeft. Tevens is de verwijzing art. 45i Aw aangepast naar art. 45j Aw.

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

112 reacties

  1. Wishful thinking als je het mij vraagt. Je conclusie staat en valt bij het wilsgebrek bij de koper. Voor het vaststellen van dat wilsgebrek moet een objectief criterium gehanteerd worden (vaste rechtspraak HR). Ik zou dan ook graag een onderbouwing zien voor het hand-wavy ‘de koper ertoe gedwongen werd gezien het alternatief’. Voor het vaststellen van het wilsgebrek is niet voldoende dat de koper zegt ‘oh ja, ik voelde me gedwongen’ !

  2. Verder is me niet helemaal duidelijk wat nu de conclusie is. Is dat dat de tweede EULA niet geldig is en daardoor de voorwaarden die erin gesteld worden als niet bestaand beschouwd moeten worden, of dat ineens de hele koopovereenkomst nietig wordt? En over welke overeenkomsten hebben we het hier – die tussen de producent en de eindgebruiker (want dat is de rechtsrelatie die de EULA beheerst) of tussen de retailer en eindgebruiker (want dat is de rechtsrelatie waar het praktische probleem van het terugbetalen en verbroken zijn van de zegel speelt)? Komt dan nog bij natuurlijk dat het consumentenrecht (om het kort door de bocht te zeggen) in een aantal gevallen, maar niet allemaal, de problemen die hieruit ontstaan bij de retailer neerlegt.

    Nog een opmerking; de Italiaanse zaak waarnaar verwezen wordt ging voor zover ik kan zien niet over de situaties zoals ze in het begin van deze post worden ingeleid (’tweede’ EULAs die niet rechtstreeks betrekking hebben op de verkoopovereenkomst maar als tweede, additionele overeenkomst gepresenteerd worden; mijn parafrase, corrigeer me als ik het verkeer voorstel). Daar werd (nogmaals, voor zover ik kan afleiden) een conclusie bereikt juist via de inhoud van de EULA die een bepaling bevatte over wat er gebeurde bij het weigeren ervan. Wat dan de relatie van het wilsgebruik cq 3:35 BW is, is me niet duidelijk. Je kan niet zeggen ‘uitspraak met het woord EULA erin waarin geld moest terug gegeven worden: dus, bij alle problemen met EULAs moet geld teruggeven worden.’

    In conclusie, als dit een opiniestuk is, daarvan akte; maar als dit als juridische analyse bedoeld is zou ik graag in een vervolgpost een uitdieping van de problemen zien, want IMO en na een (toegegeven) niet al te diepgaande analyse van de post rammelt het nogal.

  3. Beide overeenkomsten zijn niet nietig want ze zijn beiden geen eenzijdige rechtshandeling. Ik ga derhalve uit van vernietiging. (3:32 BW)

    De koper heeft op basis van de koop recht om de software te gebruiken, maar wordt daarin verhinderd tot dat hij een tweede overeenkomst sluit. Daarin lees ik dwang.

    Wat de laatste alinea betreft… veel fabrikanten liggen dwars als de koper zijn geld terug wilt zoals in de EULA belooft werd. De koper kan zich in die gevallen beroepen op art. 3:35 BW. Dit aspect heeft wel wat weg van Arnoud’s artikel ‘Geen kosten voor klant dankzij algemene voorwaarden verkoper’

  4. 3:32 gaat over de handelingsbekwaamheid, sub 2 (waar je op doelt, neem ik aan) specifiek over de vernietigbaarheid van de handelingen van een handelingsonbekwame; hiervan ontgaat de relevantie me. Ik ga er van uit dat alle partijen gewoon handelingbekwaam zijn.

    Verder is er in casu ook geen wilsontbreken maar een wilsgebrek. Degene die de tweede EULA accepteert heeft immers de wil om de overeenkomst te accepteren. Ik ga er in het vervolg dan ook vanuit dat je bedoelde er een wilsgebrek is.

    Ik interpreteer je redenering als volgt, in in tijd opeenvolgende stappen (er zitten assumpties in, gelieve te corrigeren indien fout):

    • 1e EULA wordt geldig overeengekomen

    • 2e EULA wordt eerst ogenschijnlijk aangenomen door koper (klikt op ‘I agree’ oid) en daarna vernietigd door koper, naar ik aanneem op grond van een wilsgebrek, specifiek het misbruik van omstandigheden (3:44 lid 4). Een beroep op bedreiging (lid 2, wat je gebruik van het woord ‘dwang’ zou kunnen impliceren), met als ‘dreiging’ dat de klant zijn geld kwijt is, lijkt me wat ver gezocht.

    • Hierdoor wordt de 1e EULA op een of andere wijze ook vernietigbaar (hoe precies is me niet duidelijk, logischer lijkt me het ontstaan van een ongedaanmakingsverbintenis op grond van een ondeugdelijk produkt oid, hoewel ook dat niet erg solide is), en de koper vernietigt deze. De EULA == de koopovereenkomst (hoewel dat niet kan omdat de EULA tussen producent en koper is, en de koopovereenkomst tussen retailer en koper), hierdoor wordt de koopovereenkomst nietig en ontstaat een ongedaanmakingsverbintenis tot terugbetaling van de koopsom.

    Ik kan me niet vinden in deze redenering, als dit inderdaad is wat je voorstaat, om de redenen die ik erin heb aangegeven.

    Het beroep op 3:35 van de koper heeft juist als gevolg dat de EULA een geldige overeenkomst is. Ik interpreteer de rest van je post juist als strekkende tot het resultaat dat de EULA niet geldig is. Maar nogmaals, misschien begrijp ik de hele redenering wel verkeerd.

    Tenslotte is me nog altijd niet duidelijk wat de conclusie is. Kan de koper zijn geld terug krijgen in een dergelijke constructie? Dat is afhankelijk van de specifieke bepalingen in de EULAs. 3:35 BW wordt pas relevant bij een beroep op wilsgebrek van en door de verkoper. Wat voor een wilsgebrek hier zou ontstaan en dus door de vekoper aangehaald zou worden is me wederom niet duidelijk. Ik schat zo in dat de klant zijn geld wel terug kan krijgen, maar op basis van heel andere constructies als hier beschreven worden.

  5. Roel, er zijn (tenminste) twee manieren om naar wetten te kijken: ??n is die van de jurist die het stelsel van wetten als statisch aanneemt en in dat kader rechtshandelingen analyseert. Een ander gezichtspunt is dat van een politicus die kijkt naar waar de huidige toepassing van de wet knelt met maatschappelijke normen als rechtvaardigheid en probeert de wet aan te passen aan wat maatschappelijk wenselijk geacht wordt.

    Is het, vanuit maatschappelijk oogpunt, gewenst dat softwaremakers in EULA’s de eerstgeborene van de gebruiker kunnen claimen, in ruil voor een gebruiksrecht op de software die reeds aangeschaft is? (Dat van de eerstgeborene ben ik nog niet tegengekomen, maar een “algeheel inzagerecht in alle bestanden op de computer” is al een aantal malen geclaimd.) Het is mijns inziens in het algemeen belang om te eisen dat de EULA, voordat de consument tot aanschaf van de software overgaat, onder de aandacht van de consument gebracht worden; zoals in de EU al gebruikelijk is bij de aanschaf van goederen.

    Vanuit juridisch oogpunt gezien mag je bij aanschaf van software verwachten dat het aan redelijke eisen voldoet. Levert de leverancier een product dat niet voor het beoogde gebruik geschikt is als je voordat je met dat “beoogde gebruik” (Art. 45i Auteurswet) wilt beginnen gedwongen bent een overeenkomst te sluiten op voor jou nadelige voorwaarden? Zouden we de softwareleveranciers meer moeten aanspreken op wanprestatie?

  6. Roel,

    Ik meen dat de de koopovereenkomst niet vernietigt dan wel nietig verklaart zou kunnen worden. De tweede overeenkomst, de EULA wel.

    Binnen deze context waarbinnen ik het woord dwang hebt gebruikt kan dat m.i. niet als geweld worden opgevat, dacht ik zo.

    Art. 3:44 lid 4 BW is zeker een optie, al zie ik niet waarom niet direct een beroep op art. 3:33 gedaan kan worden. Toen Otto een TV een factor tien te duur verkocht deed zij een beroep op art. 3:33 BW en dat werd getoetst aan 3:35 BW.

    4.7. Centraal in het geding staat de vraag of, met de wijze waarop elk van de consumenten ter ene zijde en Otto ter andere zijde, als hiervoor beschreven op internet verklaringen hebben uitgewisseld, koopovereenkomsten tot stand zijn gekomen. Daarvoor is vereist dat vastgesteld kan worden dat (telkens) sprake is van overeenstemmende en onderling afhankelijke wilsverklaringen van partijen, gericht op het scheppen van verbintenissen zoals door het bepaalde in art. 3: 33 BW vereist. De voorzieningenrechter acht het voorshands in voldoende mate aannemelijk dat Otto niet de werkelijke wil had omtrent de prijs van de televisie te verklaren zoals zij heeft gedaan maar dat die werkelijke (handelings)wil ontbroken heeft en sprake is geweest van een verschrijving. Otto betoogt hier immers slechts dat sprake is van het ontbreken van een met haar verklaring overeenstemmende werkelijk wil en aan het bewijs van die innerlijke toestand zijn niet al te zware eisen te stellen. Het ontbreken van die werkelijke wil leidt tot een toestand van zogenaamde oneigenlijke dwaling en verhindert de totstandkoming van de gestelde koopovereenkomsten op die grondslag. Naast de geopenbaarde werkelijke wil kan evenwel het gewekte vertrouwen, dat verklaard is overeenkomstig de wil, ook de grondslag van de rechtshandeling vormen. In de bewoordingen van art. 3:35 BW: Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil. Deze bepaling moet aldus worden verstaan dat deze een correctie toepast op art. 3:33 BW door in het belang van het verkeer, bescherming te verlenen aan hen die te goeder trouw op een rechtsschijn afgaan. De overeenkomst komt w?l tot stand indien de wederpartij er op grond van de omstandigheden op mocht vertrouwen dat wil en verklaring elkaar dekken.

    LJN: AZ7368, Rechtbank Breda , 169126 / KG ZA 06-615

    Ik kan me niet voorstellen dat je naar de rechter moet om de verkoper te dwingen om het jouw mogelijk te maken van de koop gebruik te kunnen maken. Dat duurt en tijd en al die kun je geen gebruik maken enkel en alleen omdat je geen ‘ja’ zou mogen zeggen.

    Mijn conclusie is dat de softwaremaker en de fabrikant de EULA hebben gewild, maar dat dit voor de koper onder deze omstandigheden niet zonder meer gesteld kan worden. Doet de koper een beroep op de EULA om zijn geld terug te krijgen dan wilde deze kennelijk de EULA ook. Overtreed deze regels uit de EULA dan wilde deze kennelijk de EULA niet.

    Ik heb zo iets van laat de softwaremaker de fabrikant maar dwingen om zijn afnemer te dwingen om de EULA op te nemen in de koopovereenkomst.

  7. Er kan niet direct gebruik gemaakt worden van 3:33 omdat er geen ontbreken van de wil was. De /wil/ van de koper was immers gericht op het aanvaarden van de EULA. Het is niet zo dat de koper eigenlijk op ‘I disagree’ had willen klikken, maar per ongelijk op ‘I agree’ klikte. (Tenminste niet in de gegeven casus). Daardoor is alleen de regeling van de wilsgebreken nog relevant, en kan bv nog betoogd worden dat de wil op foutieve wijze tot stand gekomen is. Zie over wilsontbreken en wilsgebreken bv Brahn en Reehuis ‘Zwaartepunten van het vermogensrecht’, hoofdstukken 15.3 en 16.2 (ik heb een oudere (7e) druk uit 2002, op google books staat een nieuwere http://books.google.com/books?id=_7cHYbPohHYC&lpg=PP1&dq=zwaartepunten%20van%20het%20vermogensrecht&pg=PA189#v=onepage&q=&f=false dus de nummering zou enigszins anders kunnen zijn.)

    Het verschil met de Otto zaak is dat daar werkelijk niet de wil was, en nooit geweest was, om de TV voor 99 euro aan te bieden. Die wil was dus niet op foutieve manier tot stand gekomen, die is er gewoon nooit geweest. De koper van de software die de EULA accepteert weet wat deze inhoudt (dat is toch het uitgangspunt, of echt alle nuances of zelfs maar de hoofdlijnen bekend zijn is niet relevant – van belang is dat de koper de inhoud voor zich heeft en tot zich had kunnen nemen) maar wil deze toch tot stand doen komen. (tenminste, dat is de gegeven casus, blijkbaar wil de koper de overeenkomst tot stand laten komen om deze daarna weer te kunnen vernietigen).

    Als de koper de eerste of tweede EULA niet wil aanvaarden, moet hij gewoon op ‘I disagree’ klikken. Welke rechten en plichten er dan over en weer ontstaan zijn afhankelijk van een eventuele eerste EULA en de koopovereenkomst, eventueel aangevuld met wat partijen onder gegeven omstandigheden redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Een koper kan redelijkerwijs verwachten dat er bepaalde voorwaarden gesteld worden aan het gebruik van deze software door de producent, dat is een wijdverspreid gebruik. Als in de EULA staat dat iemand zijn geld terug kan krijgen door op ‘I disagree’ te klikken, is dat een aanbod wat de koper kan aanvaarden door dat te doen. Als de retailer andere voorwaarden in zijn verkoopovereenkomst of algemene voorwaarden heeft opgenomen, moet per casus bekeken worden welke voorwaarden prevaleren. Met vernietigen van een aangenomen EULA heeft dat niks te maken, en je kan dus m.i. niet stellen dat steeds door de aangenomen EULA te vernietigen de koper zijn geld terug kan krijgen. Dat is sterk casus-afhankelijk en heeft met 3:33 / 3:35 niets te maken.

    “Ik kan me niet voorstellen dat je naar de rechter moet om de verkoper te dwingen om het jouw mogelijk te maken van de koop gebruik te kunnen maken.”

    Dat zegt ook niemand. Als je de EULA niet accepteert, mag je ook geen gebruik maken van de software. Klaar. Als je als consument probeert om met kunstgrepen en selectieve interpretatie wel het gebruiksrecht op de software te verwerven, maar je niet wil verbinden tot het naleven van de voorwaarden die door de andere partij worden gesteld, zal dat sowieso niet lukken, met een rechter of niet.

    Ik kan overigens nog altijd niet eenduidig zeggen welk standpunt je probeert te verdedigen. Eerst leek het erop dat je wilde zeggen dat consumenten hun geld voor een softwareaankoop terug kunnen krijgen, maar als je zegt “om de verkoper te dwingen om het jouw mogelijk te maken van de koop gebruik te kunnen maken” lijk je te impliceren dat ‘de koop’ bestaat uit de koop van de software, en je deze dus toch wil gebruiken. Wat wil onze fictieve consument, wel of niet van de software gebruik maken?

  8. @MathFox, EULAs zijn gewoon overeenkomsten en er is verder (behalve wat bewijsproblematiek) niets bijzonders aan. Ik zie geen enkele reden om de inhoud van EULAs in het bijzonder te beperken, dat wil zeggen, om ze aan andere beperkingen te onderwerpen als andere overeenkomsten. Het overeenkomstenrecht is voldoende ontwikkeld om bv overeenkomsten met een inhoud in strijd met de goede zeden of openbare orde nietig te laten zijn (3:40 lid 1). Natuurlijk is het van belang dat partijen bij het sluiten van een overeenkomst weten wat de voorwaarden zijn, en daarom zaten er vroeger toen we nog software in dozen kochten, ook papieren kopieen van de EULA in de doos. Of dit nu zo’n rechtsorde-bedreigend probleem is dat we hiervoor ook weer nieuwe nanny-state wetgeving moeten maken zodat iedereen bij z’n handje wordt gehouden bij elke stap die hij zet in de grote boze buitenwereld, betwijfel ik. (10 jaar Slashdot heeft bij mij niet anders dan de indruk doen ontstaan dat het vooral een gemaakt ‘probleem’ is, gemaakt door mensen die vinden dat hun grondrechtelijke rechten worden aangetast omdat ze The Warden moeten draaien om hun epic gear te kunnen grinden in Ulduar).

    Anyway, ik zie niet goed hoe we intussen bij wanprestatie van softwareleveranciers terecht zijn gekomen, maar ik mag hopen dat die aansprakelijkheid niet wordt uitgebreid – als dat gebeurt haal ik ’s anderendaags al mijn open source software van het internet en mag iedereen die het gebruikte lekker zelf iemand gaan zoeken die hem een gelijkaardig produkt wil leveren en die wel bereid is om het aansprakelijkheidsrisico te dragen (maar het wordt al laat dus misschien heb ik de strekking van de vraag weer verkeerd begrepen).

  9. @Alex(#3):

    Beide overeenkomsten zijn niet nietig want ze zijn beiden geen eenzijdige rechtshandeling. Ik ga derhalve uit van vernietiging. (3:32 BW)
    Als toepassing van art. 3:33/35 BW oplevert dat er geen geldige aanvaarding heeft plaatsgevonden (en daar lijk je in je post vanuit te gaan), is er geen overeenkomst tot stand gekomen (art. 6:217 BW). Er hoeft dan niets vernietigd te worden.

    De koper heeft op basis van de koop recht om de software te gebruiken, maar wordt daarin verhinderd tot dat hij een tweede overeenkomst sluit. Daarin lees ik dwang.

    Dwang staat niet in de weg aan een overeenstemmende wil. Aan art. 3:33 BW is voldaan als de persoon die de verklaring doet daarmee een bepaald rechtsgevolg wilde bereiken, ook al wilde hij dat alleen om toe te geven aan dwang. Er kan dan wel sprake zijn van een vernietigbare rechtshandeling (art. 3:44 BW). Zie ook hier: “De wil zoals die vereist wordt in artikel 3:33 BW betekent niet anders dan dat iemand een verklaring aflegt zoals hij die bedoelt.”

    Of dit betekent dat er bij een muisklik op een knop “IK GA AKKOORD” sprake is van een overeenstemmende wil zodra vaststaat dat de persoon die klikt Nederlands kan lezen en zijn ogen open had (waar de ontvanger van de verklaring toch wel vanuit mag gaan, d.w.z. op mag vertrouwen in de zin van art. 3:35 BW), ben ik nog niet over uit.

    @Mathfox(#6): Het lijkt me dat Alex het in zijn blogpost wil hebben over wat op dit moment in Nederland rechtens is. Dit soort discussies over hoe het recht in elkaar zit worden een complete chaos als “hoe het in de ogen van [vul naam in van willekeurig persoon] zou moeten zijn” een rol gaat spelen.

    @Alex(#7):

    Ik kan me niet voorstellen dat je naar de rechter moet om de verkoper te dwingen om het jouw mogelijk te maken van de koop gebruik te kunnen maken. Dat duurt en tijd en al die kun je geen gebruik maken enkel en alleen omdat je geen ???ja??? zou mogen zeggen.
    Om een rechtshandeling te vernietigen kan hoef je niet naar de rechter. Zie art. 3:49 BW: “Een vernietigbare rechtshandeling wordt vernietigd hetzij door een buitengerechtelijke verklaring, hetzij door een rechterlijke uitspraak.”

    Jouw praktische bezwaar tegen art. 3:44 lid 4 BW is dus niet terecht.

  10. @Roel, EULA’s hebben alle eigenschappen van algemene voorwaarden (eenzijdig door een leverancier vastgesteld). Waarom zouden software EULA’s niet onder dezelfde regels vallen als algemene voorwaarden voor het leveren van goederen en diensten?

    Een niet geheel hypothetische vraag: mag ik de EULA text bij een programma vervangen door een simpel “Ik zal de software in overeenstemming met de Nederlandse wet gebruiken”? Als ik dan op “Akkoord” klik, bindt dat mij slechts tot mijn variant van de EULA? Ik kan claimen dat dat mag op grond van Artikel 45j van de Auteurswet.

  11. @MathFox, natuurlijk worden EULAs net zoals algemene voorwaarden in sommige contexten beheerst door bijzondere wetten op consumentenbescherming. Maar ook algemene voorwaarden zijn niet meer als een soort veel voorkomende verschijningsvorm van een overeenkomst. Algemene voorwaarden /zijn/ overeenkomsten; het zijn nadere uitwerkingen van de modaliteiten van de overeenkomst, een invulling van de inhoud die gestandaardiseerd is. Je zegt ‘die door de leverancier eenzijdig vast gesteld is’, je doet het klinken alsof de overeenkomst /opgelegd/ wordt door de leverancier, maar de consument is, indien hij het niet eens is, volslagen vrij om ofwel andere voorwaarden te onderhandelen of de overeenkomst niet aan te gaan. Dat de meeste leveranciers ervoor kiezen om vanuit efficientie-oogpunt niet met elke klant in discussie te gaan, en liever geen product verkopen dan de voorwaarden aan te passen, tja dat is een bedrijfseconomische afweging.

    Wat 45j Aw met je vraag te maken heeft ontgaat me, maar als jij ‘akkoord’ klikt onder een tekst die je zelf geschreven hebt ontstaat er nog altijd geen overeenkomst, want er is geen aanbod/aanvaarding (6:217) en geen wil van de leverancier (3:33). In het ‘normale’ scenario is het aanbod het tonen van de EULA, en de gebruiker aanvaardt dit aanbod door op ‘I agree’ te klikken. Door deze aanvaarding ontstaat de overeenkomst, met als strekking dat door de leverancier een licentie tot gebruik van de software wordt gegeven onder bepaalde voorwaarden (die opgesomd staan in de EULA, of elders). Als jij ‘Akkoord’ klikt onder je eigen tekstje heeft dat geen rechtsgevolg, je zal geen gebruikslicentie verwerven.

  12. Roel, compleet met je eens dat geaccepteerde algemene voorwaarden een overeenkomst vormen. Waar het om gaat is dat ik geen aparte gebruikerslicentie nodig heb om de software te kunnen gebruiken, artikel 45j van de Auteurswet zegt:

    Tenzij anders is overeengekomen, wordt niet als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 12?, beschouwd de verveelvoudiging, vervaardigd door de rechtmatige verkrijger van een exemplaar van eerder genoemd werk, die noodzakelijk is voor het met dat werk beoogde gebruik. De verveelvoudiging, als bedoeld in de eerste zin, die geschiedt in het kader van het laden, het in beeld brengen of het verbeteren van fouten, kan niet bij overeenkomst worden verboden.
    Wanneer ik op “akkoord” klik onder mijn tekstje, is er geen overeenkomst met de leverancier en bij het ontbreken van een specifieke overeenkomst vallen we terug op de algemene regels die in de wet vermeld staan. Artikel 45j geeft mij het recht de software te gebruiken; vanuit een juridisch oogpunt kan ik de gepresenteerde EULA verwerpen, zonder dat dit mijn gebruiksrecht op de software aantast. Met deze achtergrond kan gebruik maken van een “installer” die weigert om de software te installeren wanneer de gebruiker niet akkoord gaat met de EULA gezien worden als “dwang” of “misbruik maken van omstandigheden”.

  13. Een niet geheel hypothetische vraag: mag ik de EULA text bij een programma vervangen door een simpel ???Ik zal de software in overeenstemming met de Nederlandse wet gebruiken????

    Daarvoor lijkt het me nodig om het programma te wijzigen, en dat is een inbreuk op het auteursrecht. (Maar misschien is er geen inbreuk als je eula.txt vervangt door geheel nieuw bestand?)

    Als ik dan op ???Akkoord??? klik, bindt dat mij slechts tot mijn variant van de EULA?

    Ik denk dat je moet kijken naar de verklaring die door de softwareproducent wordt ontvangen.

    Als de producent je verklaring helemaal niet ontvangt, is het eenvoudig: geen aanvaarding.

    Als de producent alleen een muisklik ontvangt (in ??n of andere vorm via internet), mag de producent er vermoedelijk wel op vertrouwen dat je niet aan de tekst hebt gerommeld. Het wijzigen van de tekst heeft dan geen invloed op de vraag of de muisklik een geldige aanvaarding inhoudt.

    Als de producent de hele tekst ontvangt, is er natuurlijk wat voor te zeggen dat hij moet begrijpen dat je niet aanvaardt. Er is dan geen overeenkomst tot stand gekomen, want de producent heeft jouw tegenvoorstel ook niet aanvaard.

    Een betere truc lijkt mij de volgende: voordat je klikt, stuur je een mail naar de producent waarin je aangeeft dat je straks wel op “ik ga akkoord” zult klikken, maar dat die muisklik niet mag worden opgevat als een aanvaarding. Op deze manier ontstaat zeker geen overeenkomst en krijg je de software ge?nstalleerd. Die mag je dan gebruiken in overeenstemming met art. 45j Aw.

  14. Stel een dakloze met een stapel daklozenkrantjes plaatst naast de ingang van de AH een niet te missen bord met de tekst:

    Door deze winkel in te lopen verklaart u akkoord te gaan met de koop van een daklozenkrant.
    Sluit nu iedereen die de winkel inloopt daardoor een koopovereenkomst met de dakloze?

    Ik denk het niet. Het inlopen is, ondanks de tekst, geen rechtshandeling. De dakloze moet begrijpen dat iemand die de winkel ingaat, dit doet om boodschappen te doen en daarmee geen aanvaarding van het door de dakloze gedane aanbod beoogd.

    Hetzelfde lijkt mij te verdedigen voor het klikken op een knop “ik ga akkoord”, als dat nu eenmaal nodig is om de software ge?nstalleerd te krijgen.

  15. @Roel(8):

    Het is niet zo dat de koper eigenlijk op ???I disagree??? had willen klikken, maar per ongelijk op ???I agree??? klikte.

    Goed punt.

    Dat zegt ook niemand. Als je de EULA niet accepteert, mag je ook geen gebruik maken van de software. Klaar.

    De koopovereenkomst geeft de koper het recht om de software te gebruiken, die heeft er immers voor betaald. (zie Art. 45i/j Aw)

    Wat wil onze fictieve consument, wel of niet van de software gebruik maken?

    Ik ben niet uitgegaan van een dergelijke casus. De casus is de consument koop een laptop met daarop een OS. De koper kan het product echter niet gebruiken totdat hij akkoord gaat met een tweede overeenkomst: de EULA. Deze EULA meld dat de koper zijn geld van de fabrikant terug krijt indien hij niet akkoord gaat. Welke mogelijkheden heeft de koper nu?

    Als hij het product wil gebruiken maar niet de tweede overeenkomst wil sluiten, dan komen we inderdaad uit bij art. 3:44 lid 4 BW.

    Als hij het product niet wil gebruiken en zijn geld terug dan moet hij op ‘i disagree klikken’. Art. 3:35 BW is m.i. dan bruikbaar tegen de fabrikant.

    Natuurlijk is het van belang dat partijen bij het sluiten van een overeenkomst weten wat de voorwaarden zijn (..)

    En daar is nu net geen spraken van.

  16. %| Ik weet intussen niet meer goed waar ik moet beginnen.

    Artt 45 i & j waar al verschillende keren naar verwezen is, zijn hier irrelevant. Er staat “vervaardigd door de rechtmatige verkrijger van een exemplaar van eerder genoemd werk”, er is geen rechtmatige verkrijger als de EULA niet geaccepteerd wordt.

    “Artikel 45j geeft mij het recht de software te gebruiken; vanuit een juridisch oogpunt kan ik de gepresenteerde EULA verwerpen, zonder dat dit mijn gebruiksrecht op de software aantast.”

    Dit is klinkklare onzin, ik zie hiervoor geen enkele basis in het recht.

    “Hetzelfde lijkt mij te verdedigen voor het klikken op een knop ???ik ga akkoord??? ???

    Je stelling is dat het klikken op een knop waarop staat “ik ga akkoord” geinterpreteerd moet worden als “ik ga niet akkoord”, en dat dit op de een of andere manier vanzelfsprekend is?

    “De koopovereenkomst geeft de koper het recht om de software te gebruiken, die heeft er immers voor betaald. (zie Art. 45i/j Aw)”

    De auteurswet zegt hier niets over. 45i & j zijn irrelevant, om de reden hiervoor aangegeven. Verder is ook het eerste deel van de zin fout. De ‘koopovereenkomst’ is de /gehele/ overeenkomst tussen de twee partijen, inclusief wat hierover tussen partijen aangenomen mocht worden, Haviltex criteria etc. Of het aannemen van de EULA een aan de verkoop gebonden voorwaarde is, of dat de inhoud van de EULA integraal deel uitmaakt van de koop, of nog wel enkele andere constructies; hoe dat precies zit is niet zo belangrijk, maar in elk geval is gebruikelijk in het handelsverkeer en de wil van de verkoper dat aan het verstrekken van een gebruiksrecht op de software bepaalde voorwaarden verbonden zijn. Die worden dan, in voorkomende gevallen, in de EULA opgesomd, eventueel in aanvulling op andere voorwaarden die eerder gepresenteerd zijn.

    “Art. 3:35 BW is m.i. dan bruikbaar tegen de fabrikant.”

    Nogmaals, 3:35 is hier irrelevant. Bij het weigeren van de EULA is er geen aanvaarding waardoor geen overeenkomst tot stand komt.

    De indruk lijkt te bestaan bij reageerders dat het kopen van een doos met software de koper, de jure, een onvoorwaardelijk ‘gebruiksrecht’ op die software geeft. De EuLA zou hier dan daarna weer beperkingen op aanbrengen. Nogmaals, ik zie hiervoor geen enkele basis in het recht. De auteursrechthebbende is degene die beslist of hij een ander gebruik wil laten maken van zijn werken, en de voorwaarden waaronder dit gebeurt zijn een kwestie van wilsovereenstemming tussen partijen. Het is niet zo dat er eerst een gebruiksrecht verkregen wordt bij de koop, wat onafhankelijk is van de verdere inhoud van de overeenkomst, en dat dan door verdere handelingen waarin door de koper de voorwaarden worden geweigerd of expliciete handelingen verricht worden om de voorwaarden niet te hoeven zien of accepteren dat deel van de wil van een van de partijen overboord gezet kan worden. Natuurlijk, en zoals altijd, is het casuistisch: het kan ook niet zo zijn dat de auteursrechthebbende na maanden gebruik nog eens een keerte met extra voorwaarden komt en zegt ‘ja, dit was altijd deel van de overeenkomst!’. Maar bij het installeren van de software, nog voor het eerste gebruik ervan, tonen van de voorwaarden voor het gebruik ervan, en de gebruiker de kans geven om af te zien van de overeenkomst, is in de omstandigheden een heel redelijke gang van zaken, in mijn opinie. Het verzinnen van allerlei trucjes om wel de voordelen maar niet de ‘nadelen’ van de overeenkmost te hebben, is dat niet. (niet redelijk, bedoel ik).

  17. Roel,

    Een gebruiker die de EULA heeft aanvaard heeft artikels 45i en j Aw niet nodig om legaal de software te mogen gebruiken. Deze wetsartikels lijken daarom juist voor dit soort situaties geschreven te zijn.

    De koper heeft de software bij de verkoper van de laptop verkregen. Hij heeft daarvoor betaald, dus heeft hij deze m.i. rechtmatig verkregen. Hij heeft het zeker niet gestolen.

    Nogmaals, 3:35 is hier irrelevant. Bij het weigeren van de EULA is er geen aanvaarding waardoor geen overeenkomst tot stand komt.

    Een rechtshandeling hoeft niet per se meerzijdig te zijn.

  18. Roel, kun je verwijzen naar wet en/of jurisprudentie voor “er is geen rechtmatige verkrijger als de EULA niet geaccepteerd wordt”. Wil je beweren dat iedere softwarekoper tussen het moment dat hij zijn doos met CD in de winkel betaald heeft en het moment dat hij de EULA accepteert illegaal bezig is? Ik wil hier graag een juridische motivatie voor zien. (Zeker nu je twee wetsartikelen “niet van toepassing” verklaart.)

    De ???koopovereenkomst??? is de gehele overeenkomst tussen de twee partijen, inclusief wat hierover tussen partijen aangenomen mocht worden, Haviltex criteria etc. Of het aannemen van de EULA een aan de verkoop gebonden voorwaarde is, of dat de inhoud van de EULA integraal deel uitmaakt van de koop, of nog wel enkele andere constructies; hoe dat precies zit is niet zo belangrijk, maar in elk geval is gebruikelijk in het handelsverkeer en de wil van de verkoper dat aan het verstrekken van een gebruiksrecht op de software bepaalde voorwaarden verbonden zijn.
    Ik heb een stuk “bewijs door handenwapperen” even vet gemaakt, ik denk dat daar een cruciaal deel zit van het feit dat wij langs elkaar heen lijken te praten. Kun je dan ook ingaan op het “detail” dat de auteursrechthebbende/licentieverlener veelal een andere partij is dan de verkoper?

  19. @Roel(#18): Wie een legaal aangeboden DVD koopt met daarop een computerprogramma, is de rechtmatige verkrijger van een exemplaar van dat werk. Hiervoor is het niet nodig een nadere licentieovereenkomst aan te gaan. Dit is de betekenis van art. 45j Aw.

    ???Hetzelfde lijkt mij te verdedigen voor het klikken op een knop ???ik ga akkoord??? ??? Je stelling is dat het klikken op een knop waarop staat ???ik ga akkoord??? geinterpreteerd moet worden als ???ik ga niet akkoord???, en dat dit op de een of andere manier vanzelfsprekend is?

    Nee, wat ik zeg is dat het naar mijn mening zeker valt te verdedigen dat het aanklikken een puur feitelijke handeling is met het doel om de software te installeren, en niet mag worden aangemerkt als een rechtshandeling. Interpreteren als “ik ga niet akkoord” zou wel een rechtshandeling opleveren (nl. afwijzing van het aanbod) en dat bedoel ik dus niet. Zie het voorbeeld dat ik geef van de dakloze die een niet te missen bord plaatst bij de ingang van de AH. Ik denk niet dat je zult ontkennen dat het inlopen van de AH geen rechtshandeling oplevert, ook al is de tekst op het bord daar duidelijk over.

    De indruk lijkt te bestaan bij reageerders dat het kopen van een doos met software de koper, de jure, een onvoorwaardelijk ???gebruiksrecht??? op die software geeft.

    Die indruk is juist.

    De auteursrechthebbende is degene die beslist of hij een ander gebruik wil laten maken van zijn werken, en de voorwaarden waaronder dit gebeurt zijn een kwestie van wilsovereenstemming tussen partijen.

    Nee, voor het gebruik van een werk is over het algemeen geen toestemming nodig van de maker van het werk. Gebruik is nog geen openbaarmaking of verveelvoudiging. Voor computerprogramma’s is dit anders: art. 45i Aw bepaalt dat gebruik al heel snel w?l als een verveelvoudiging moet worden gezien. Art. 45j Aw nuanceert dit vervolgens weer.

    Voor het lezen van een boek of het afspelen van een CD (priv?, zonder publiek) is geen licentie nodig.

    De ???koopovereenkomst??? is de /gehele/ overeenkomst tussen de twee partijen, (…)

    Er zijn twee rechtsverhoudingen: koper <-> verkoper en gebruiker <-> maker. Voor het gemak mogen we aannemen dat koper en gebruiker dezelfde persoon zijn. De verkoper en de maker zijn dat bij in de winkel gekochte software echter niet.

  20. Zie bijvoorbeeld Verkade/Visser/Spoor waarin wordt uitgelegd dat de tweedehandskoper van een drager een ruimer gebruiksrecht kan hebben dan zijn rechtsvoorganger, namelijk in het geval de eerste koper gebonden is aan een EULA en de tweedehandskoper niet. Die laatste kan dan van de software gebruikmaken op basis van art. 45j Aw.

    Zie ook hier.

  21. Zie daarnaast ook de conclusie van A-G Kokott in zaak C-41/04 (art. 45i/j Aw zijn gebaseerd op een Europese richtlijn):

    43. Met het in het verkeer brengen in de Gemeenschap van een kopie van een programma door de rechthebbende of met diens toestemming vervalt het recht om controle uit te oefenen op de distributie van die kopie (artikel 4, sub c, tweede volzin, van richtlijn 91/250). Bijgevolg kan de eerste verkrijger aan een derde rechtsgeldig de eigendom van een reproductie overdragen, zonder dat daarvoor de toestemming van de auteur nodig is. De eerste verkrijger kan dus als een eigenaar over de lichamelijke zaak beschikken.

    1.  <b>Als rechtmatige verkrijger van de oorspronkelijke informatiedrager is ook een derde bevoegd, het daarop opgeslagen programma overeenkomstig zijn doel te gebruiken.</b>(19) Een bij overeenkomst vastgelegd verbod op het overdragen van het gebruiksrecht, dat de maker met de eerste verkrijger is overeengekomen, bindt de derde niet. Zo het al mogelijk is om een dergelijke regeling bij overeenkomst rechtsgeldig vast te leggen, werkt deze alleen in de verhouding tussen de rechthebbende en de eerste verkrijger. Laatstgenoemde moet zijn contractpartner (de maker) eventueel schadevergoeding betalen, omdat hij zijn contractverplichtingen niet is nagekomen. Dit heeft echter geen invloed op de verkrijging van de eigendom van de informatiedrager door de tweede verkrijger noch op de overgang van het met de eigendom verbonden gebruiksrecht.
      
    2.  <b>Een licentieovereenkomst die wordt gesloten naast de overdracht van een informatiedrager waarop het betrokken programma is opgeslagen, vormt dus geen constitutieve voorwaarde voor het gebruiksrecht van het programma. Het gebruiksrecht volgt veeleer uit de eigendom van de reproductie.</b> De licentieovereenkomst heeft meer tot doel, het gebruiksrecht in de verhouding tussen de rechthebbende en de verkrijger van de kopie van het programma te beperken.</blockquote>
      
  22. @Roel:

    De auteursrechthebbende is degene die beslist of hij een ander gebruik wil laten maken van zijn werken, en de voorwaarden waaronder dit gebeurt zijn een kwestie van wilsovereenstemming tussen partijen.

    De auteursrechthebbende hebben het alleen recht op openbaarmakeing en verveelvoudigen, behoudens de beperkingen uit de wet. Een van die beperkingen is de uitputting van een werk. (art. 12b Aw) Daardoor kunnen bijvoorbeeld platenmaatschappijen na de verkoop van hun CD’s geen aangifte doen van opzettelijk inbreuk op hun auteursrecht.

    De laptop is ook een exemplaar met daarop een werk. Vanwege de aard van software is deze beperking niet voldoende en heeft de wetgever daar aanvullende beperkingen op stelt, waar artikel 45j Aw er eentje van is. Dit blijkt uit de woorden “wordt niet als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld”. Het is dus een cirkelredenering om te beweren dat een zich pas op dit artikel zou kunnen beroepen na het sluiten van een overeenkomst met de auteursrechthebbende.

    Het is niet zo dat er eerst een gebruiksrecht verkregen wordt bij de koop, wat onafhankelijk is van de verdere inhoud van de overeenkomst, en dat dan door verdere handelingen waarin door de koper de voorwaarden worden geweigerd of expliciete handelingen verricht worden om de voorwaarden niet te hoeven zien of accepteren dat deel van de wil van een van de partijen overboord gezet kan worden.

    Maar het is wel zo dat deze partij hun wil voor het sluiten van de koopovereenkomst bekent moeten maken. Dat is met een muziek CD niet anders.

    Natuurlijk, en zoals altijd, is het casuistisch: het kan ook niet zo zijn dat de auteursrechthebbende na maanden gebruik nog eens een keerte met extra voorwaarden komt en zegt ???ja, dit was altijd deel van de overeenkomst!???. Maar bij het installeren van de software, nog voor het eerste gebruik ervan, tonen van de voorwaarden voor het gebruik ervan, en de gebruiker de kans geven om af te zien van de overeenkomst, is in de omstandigheden een heel redelijke gang van zaken, in mijn opinie.

    Je gaat er nu aan voorbij dat er in casus spraken is van twee overeenkomsten zijn. Een koopovereenkomst waarmee de koper de software heeft verkregen door er voor te betalen. En de EULA, zonder welke de software niet installeert, en waarmee de auteursrechthebbende de koper achteraf aan extra voorwaarden verbind.

    De koper die 250 euro voor een Windows CD heeft neergeteld krijgt daarmee de keuze tussen 250 euro weggooien of extra voorwaarden accepteren. De koper die dat niet wil accepteren is niet bezig met het “verzinnen allerlei truukjes”.

    Wat mij betreft geld voor de EULA het zelfde als de AV: niet op de achterkant van de factuur!!!

  23. In het artikel ga je alleen in op artikelen uit boek 3 BW, terwijl de overeenkomst zelf in boek 6 is geregeld (die impliceert uiteraard wel rechtshandelingen zoals in boek 3 gedefinieerd). Verder maak je niet het onderscheid tussen de eigendom van de drager van de software (bijv. een CD, die na doorbreken van verzegeling inderdaad vaak niet terug wordt genomen) en het auteursrecht op de software zelf. En artikel 45i Auteurswet ziet alleen maar op de situatie dat voor gebruik van software nu eenmaal noodzakelijkerwijs verveelvoudiging van die software nodig is (meer kun je er niet uit afleiden).

    Al met al komt het artikel dus nu nog niet echt uit de verf.

  24. Als consument A een installatie-cd koopt bij computerwinkel B, dan ontstaat daarmee de verplichting van B om A te voorzien van het gewenste besturingssysteem. Het lijkt mij immers voor alle partijen volstrekt duidelijk dat de wil van A niet is gericht op het in de kast hebben staan van een glimmend cd’tje (a 150 euro), maar op het gebruik van het besturingssysteem dat via de cd ge?nstalleerd kan worden.

    Wat mijns inziens de bedoeling van de aangehaalde wetsartikelen is, is dat het niet mag gebeuren dat software-fabrikant C vervolgens bij de installatie ten tonele verschijnt en nog een aparte overeenkomst vereist, zonder welke meneer A zijn software niet zou mogen gebruiken. Meneer A heeft immers een overeenkomst met winkelier B, niet met software-fabrikant C. Dat B dan misschien wanprestatie pleegt t.o.v. C, maakt voor de positie van klant A niet uit.

    Dat betekent dat je verkoper B dus aansprakelijk kunt stellen voor de bevoegdheden die onder de EULA anders blijken te liggen dan je (impliciet) et B hebt afgesproken. Zolang je tot doel hebt om uiteindelijk het programma te mogen gebruiken, lijkt het me nutteloos om op wilsgebreken/wilsontbreken te gaan zitten. Het lijkt mij logischer om simpelweg de verkoper aan te spreken op de nakoming van de overeenkomst.

    Jij hebt 150 euro betaalt voor een goed en nu word je achteraf geconfronteerd met nadelige aanvullende voorwaarden die niet overeengekomen zijn. Simpel gezegd: het is de verantwoordelijkheid van verkoper B om ervoor te zorgen dat hij een prodcut levert dat ik legaal kan gebruken onder de tussen A en B afgesproken voorwaarden (dus zonder de EULA te accepteren). Kan hij dat niet en zijn de tussen A en B gemaakte afspraken niet apert onredelijk, dan sta je wat mij betreft in je recht om ofwel schadevergoeding te vorderen van B voor de waardevermindering die het accepteren van de EULA vertegenwoordigt, ofwel de overeenkomst te ontbinden.

    Ik betwijfel echter of je de software zomaar mag installeren door de EULA te accepteren en vervolgens de EULA niet na te leven. De verkoper kan immers niet meer rechten aan jou overdragen dan hij zelf heeft verkregen van de leverancier en hij heeft bij het inkopen van het product slechts een gebruiksrecht inclusief EULA bemachtigd… (intellectueel eigendomsrecht, lijkt me)

    Als ik hier de spijker mis sla: zeg het me! Maar ik miste deze redenering in bovenstaande discussie…

  25. @Tim: je miskent het auteursrecht van de maker van de software volledig in je redenering.

    Of de verkoper van een CD’tje in de winkel je er op zou moeten wijzen dat er licentievoorwaarden gelden voor het gebruik van de software en welke deze voorwaarden dan zijn, is een aparte (overigens wel interessante!) discussie. Ik denk inderdaad dat dit tot op zekere hoogte wel verdedigbaar is, met name wanneer de voorwaarden die gehanteerd worden hoogst ongebruikelijk zijn (dan zou een beroep op dwaling mogelijk slagen).

  26. @ Mark Jansen:

    Hoezo misken ik het auteursrecht? Als verkoper B aan mij als leek een re?el klinkend aanbod doet, dan mag ik na acceptatie toch van hem verlangen dat hij levert wat we afgesproken hebben? Dat vervolgens blijkt dat B iets beloofd heeft wat hij niet kan leveren, komt dan voor zijn rekening. Natuurlijk kun je wettelijk gezien niet verlangen dat B levert door de (Auteurs)wet te breken, maar ik kan me voorstellen dat je daarmee de moeite/kosten van het onderhandelen met de software-leverancier over het weglaten van de gewraakte EULA verschuift naar de verkoper. Ik verwacht overigens niet dat een verkoper de EULA “zomaar” afgeschaft krijgt, maar dan zet dit verhaal in ieder geval de deur open naar een simpele schadevergoedingsvordering.

    Zolang ik als gebruiker maar niet alvast de software ga installeren door op “Accept” te klikken, zonder dat ik me aan de EULA houd, zit ik in principe gebakken, lijkt me…

  27. @Mark, Door het in de handel brengen van de CD heeft de maker/auteursrechthebbende toegestemd in distributie van de CD, inclusief de software die op de CD staat. (zie Piet@23, punt 41.) Wanneer ik deze CD koop, ben ik rechtmatig bezitter van de CD en heb volgens de Auteurswet (Art 45j) het recht het computerprogramma dat op de CD staat te gebruiken; de Auteurswet staat mij toe de daarvoor benodigde kopie?n (op de computers die ik voor het programma wil gebruiken) te maken. (Een kopietje van de ISO op “The Pirate Bay” plaatsen mag nog steeds niet.)

    Mijn formulering van de hamvraag in deze discussie is: Is een softwaremaker rechtmatig bezig als hij met technische middelen mij het door de Auteurswet gegeven gebruiksrecht op zijn software onthoudt totdat ik “instem” met zijn “voorgesstelde” EULA?

  28. Wat betreft de clausules in boek 3, is er niet alleen een probleem met wil/dwang, maar ook een probleem met ontvangst (artikel 37 lid 3). Als ik een overeenkomst met de softwareproducent sluit moet mijn verklaring de softwareproducent bereiken. Als je op “accepteer” klikt, bereikt je verklaring je eigen computer, maar niet (noodzakelijk) de softwareproducent. Vergelijk het met een getekend contract, je kunt iemand pas aan het contract houden als jij een getekend contract hebt laten zien. De acceptatie (de handtekening) moet jou bereiken.

    Het probleem met wil/dwang gecombineerd met het probleem van het verzenden van de verklaring lijken een onneembare horde voor een EULA. Maar ik denk dat er nog een behoorlijk juridisch probleem is voor een EULA. Boek 7, artikel 20:

    Is de zaak behept met een last of een beperking die er niet op had mogen rusten, dan kan de koper eisen dat de last of de beperking wordt opgeheven, mits de verkoper hieraan redelijkerwijs kan voldoen.

    Dit artikel lijkt van toepassing als je een programma koopt en niets over een EULA is vermeld/afgesproken. De eigenschap van het programma een EULA te “tekenen” mag er dan van de koopovereenkomst niet op rusten en lijkt dan een juridische last die op de gekochte zaak rust. Bijgevolg volgt een eis de EULA te verwijderen.

  29. @Mark Jansen:

    > van het wetsartikel dat ziet op ???beoogd gebruik??? kan bij overeenkomst (lees: licentie) worden afgeweken.

    Hola! Er staat nergens dat de producent recht heeft op die licentie. Als de koper niet wil tekenen voor die overeenkomst, dan is het pech. Gezien de koper zijn gebruiksrecht verkrijgt bij koop, lijkt de enige mogelijkheid van het wetsartikel af te wijken dat te doen in de koopovereenkomst zelf.

  30. @Mark(25):

    Ik haal ook de wetsartikel uit boek 7 niet aan. Ik zie eenvoudig weg geen reden om de wetsartikels uit boek 6 aan te halen. Ik heb er bewust voor gekozen om de regels uit boek 3 hier centraal te stellen.

    Ik had eigenlijk ook art. 45j Aw moeten aanhalen. Ik meen dat de stelling die ik verdedig in mijn artikel ook zonder artikels 45i en 45j Aw te verdedigen is. Beargumenteerd kan worden dat de auteursrechthebbende impliciet toestemming hebben gegeven voor het gebruik door de verkoop.

    @Tim(25):

    In de eerste alinea merk je op dat de positie van de koper niet aangetast wordt op het moment dat verkoper een wanprestatie levert jegens de auteursrechthebbende. Hieruit volgt logisch gezien dat de koper de software mag gebruiken. Het is dan aan de softwaremaker en de verkoper om dit uit te vechten.

    Hoewel goederen en werken niet het zelfde zijn zie ik hier wel een overeenkomst. Een koper die (op legale wijze) gestolen goederen koopt wordt de nieuwe eigenaar van die goederen. De oude eigenaar kan het niet meer terug eisen, maar wel de verkoper aansprakelijk houden.

    In deze discussie speelt mee dat de softwaremaker zijn positie gebruikt om een tweede overkomst af te dwingen. Je kunt je afvragen of dat wel rechtmatig is. In dat verband is eerder gewezen op art. 3:44 lid 4 BW. De softwaremaker heeft natuurlijk ook een eigen verantwoordelijk om op rechtmatige wijze handel te drijven.

    @Mark(31):

    De koopovereenkomst beperkt die rechten niet. Art. 5 lid 1 software-richtlijn geeft de koper dan het recht om de software te gebruiken. De software in casu is in strijd met (de gedachte van) deze regel gemaakt, omdat het programma de koper verhinderd van zijn rechten gebruik te maken. De softwaremaker lijkt rebels gedacht te hebben “het maakt mij niet uit wat de wetgever er van vind!” Je gaat neemt voor het mak maar aan dat licentie overeenkomst wel rechtmatig gesloten is.

    @Dani?l(32):

    Auteurswerken zijn geen zaak. Je koopt het vermogensrecht om er gebruik van te maken. Wil je een beroep doen op dat artikel dan zul je het terug moeten voeren op de drager.

    Artikel. 3:37 lid 3 BW is een juridisch detail. Consumenten spelen een kat en muisspel wanneer zij hier een beroep op doen. Vroeg of laat vind de softwaremaker hier wel een weg omheen.

  31. @Tim:

    Ik betwijfel echter of je de software zomaar mag installeren door de EULA te accepteren en vervolgens de EULA niet na te leven.
    Als je de EULA daadwerkelijk aanvaardt, ben je er per definitie aan gebonden (tenzij een beroep op misbruik van omstandigheden zou slagen, ik denk het niet). De vraag lijkt mij echter of het aanklikken van “ik ga akkoord” zonder meer een aanvaarding inhoudt.

    Ik ben van mening dat dit niet het geval is. In ieder geval is het idee onjuist dat je niet op “ik ga akkoord” zou kunnen klikken zonder tegelijk ook in juridische zin akkoord te gaan. Je kunt bijvoorbeeld v??r het klikken een mail sturen naar de producent om expliciet aan te geven dat je toekomstige klik op “ik ga akkoord” niet mag worden opgevat als een aanvaarding. Dit is geen goedkope truc waar een rechter doorheen gaat prikken. De producent mag na ontvangst van de mail er eenvoudigweg niet meer op vertrouwen dat de koper door middel van de muisklik verklaart zich te willen binden aan de EULA; de koper heeft immers zelf al duidelijk gemaakt dat hij zich niet wil binden.

    Het lijkt mij te verdedigen dat het sturen van zo’n aan de muisklik voorafgaand mailtje niet nodig is. De gebruiker heeft immers als eigenaar van de CD al het recht om de software te gebruiken en hoeft in beginsel dus geen EULA te aanvaarden. De gebruiker klikt om de software te installeren, niet om onverplicht een EULA aan te gaan.

    Zie verder ook mijn voorbeeld van de dakloze die een bordje bij de ingang van de AH plaatst om daarop het binnenlopen van de AH als aanvaarding van een aanbod te bestempelen. Niemand zal beweren dat het binnenlopen van de AH moet worden uitgelegd als een rechtshandeling. De klant loopt binnen om boodschappen te doen, niet om met de dakloze een overeenkomst te sluiten.

    (Daarnaast is er nog art. 3:37 lid 3 BW: zonder internetverbinding kan de muisklik sowieso geen rechtsgevolgen hebben.)

    Simpel gezegd: het is de verantwoordelijkheid van verkoper B om ervoor te zorgen dat hij een prodcut levert dat ik legaal kan gebruken onder de tussen A en B afgesproken voorwaarden (dus zonder de EULA te accepteren). Kan hij dat niet en zijn de tussen A en B gemaakte afspraken niet apert onredelijk, dan sta je wat mij betreft in je recht om ofwel schadevergoeding te vorderen van B voor de waardevermindering die het accepteren van de EULA vertegenwoordigt, ofwel de overeenkomst te ontbinden.

    Maar de koper is op grond van de wet al bevoegd de software te gebruiken. De verkoper heeft dus aan zijn verplichtingen voldaan. Als A een EULA aangaat, dan is dat uiteindelijk de vrije keuze van A. Het zou vreemd zijn als B verantwoordelijk kan worden gehouden voor wilsverklaringen van A. (Naar mijn mening nog een argument waarom het klikken niet als een aanvaarding moet worden gezien.)

    @Mark(#31):

    @MathFox: zie artikel 5 lid 1 Softwarerichtlijn (herkomst van de artikelen 45h-45n Auteurswet): van het wetsartikel dat ziet op ???beoogd gebruik??? kan bij overeenkomst (lees: licentie) worden afgeweken. Zo staat het ook in artikel 45j zelf. Je kunt dit niet voor het gemak van je argument even ???weglezen???.
    Daar staat overeenkomst. De maker van de software kan niet forceren dat je die overeenkomst sluit.

    @Alex(#34):

    Artikel. 3:37 lid 3 BW is een juridisch detail. Consumenten spelen een kat en muisspel wanneer zij hier een beroep op doen. Vroeg of laat vind de softwaremaker hier wel een weg omheen.
    Dat is het naar mijn mening zeker niet. Een voor de hand liggende manier om er omheen te werken is door de muisklik via internet door te geven. Maar dan maakt de producent gebruik van een heel beperkt communicatiekanaal waardoor hij alleen maar te horen krijgt wat hij wil horen. Dat is ook raar: hoe kan iemand nou zijn wil verklaren als de ontvanger bij voorbaat aangeeft slechts selectief te luisteren. De beperkingen van dit communicatiekanaal komen daarom naar mijn mening voor rekening van die producent. De klant die beweert “ik wilde helemaal niet akkoord gaan, maar je gaf me geen mogelijkheid om tijdens het klikken nee te zeggen”, heeft gewoon een punt. Zie ook art. 3:37 lid 4 BW: de boodschap wordt als het ware verkeerd overgebracht.

  32. @Piet:

    Een voor de hand liggende manier om er omheen te werken is door de muisklik via internet door te geven. Maar dan maakt de producent gebruik van een heel beperkt communicatiekanaal waardoor hij alleen maar te horen krijgt wat hij wil horen.

    Wat is daar op tegen? Wie het aanbod wil aanvaarden moet reageren, wie niet reageert aanvaard het aanbod niet.

    De klant die beweert ???ik wilde helemaal niet akkoord gaan, maar je gaf me geen mogelijkheid om tijdens het klikken nee te zeggen???, heeft gewoon een punt.

    Dat het communicatiekanaal die mogelijkheid niet heeft, houd nog niet dat het programma die mogelijkheid niet heeft. Het programma maakt simpel weg geen gebruik van het communicatiekanaal indien de gebruiker op nee klikt.

    De klant zal eerder aanvoeren “ik wilde helemaal niet akkoord gaan, maar als ik niet akkoord ging kon ik dit dure programma niet gebruiken”.

    LJN: BB1670, Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch , C0501671 Misbruik van omstandigheden is volgens artikel 3:44 lid 4 BW aanwezig, wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden.

    We kunnen er natuurlijk over twisten of het gegeven dat de koper wel het recht heeft om de software te gebruiken, maar dat niet kan tot het moment waarop de koper een tweede overeenkomst heeft gesloten, bevordert dat de koper de tweede nadelige overeenkomst zal sluiten.

  33. @Alex: > Auteurswerken zijn geen zaak. Je koopt het vermogensrecht om er gebruik van te maken. > Wil je een beroep doen op dat artikel dan zul je het terug moeten voeren op de drager.

    Een exemplaar van een auteursrechtelijk werk dat gekocht wordt is wel degelijk een zaak. Ik merk dat je onderscheid wilt maken tussen drager en gegevens, maar zo werkt de auteurwet niet. In de auteurswet maakt de auteur een oorspronkelijk exemplaar waar hij een exclusief recht op de verveelvoudiging heeft, waarna meerdere exemplaren ontstaan. Die exemplaren kunnen vervolgens verkocht worden.

    De auteurswet verbiedt niet per definitie om onderscheid te maken tussen drager en gegevens erop, maar juist omdat gegevens alleen geen zaak zijn is het mijns inziens twijfelachtig of je de drager kunt verkopen zonder de gegevens te verkopen. Dat is op zich niet zo interessant, omdat er in de meeste koopovereenkomsten niets over gezegd wordt, je mag dus aannemen dat je eigenaar van het exemplaar van het werk bent, en niet alleen van de drager.

  34. @Alex

    > Artikel. 3:37 lid 3 BW is een juridisch detail. Consumenten spelen een kat en muisspel > wanneer zij hier een beroep op doen. Vroeg of laat vind de softwaremaker hier wel een weg > omheen.

    Als softwareproducenten zich aan de wet houden (dus een juridisch geldige EULA maken) zouden de consumentenrechten een stuk beter gegarandeerd worden. In dat opzicht zou een weg om 3:37 heen vinden toe te juichen zijn, want dan moet de softwaremaker een registratie van overeenkomsten gaan bijhouden (zoals iedereen een archief van zijn contracten moet opbouwen). Dan heeft de softwareproducent ook gelijk zekerheid over degene met wie hij een overeenkomst heeft, ik zie alleen maar voordelen.

  35. @ Dani?l Mantione

    Als ik de reactie onder nr. 37 lees merk in een inconsistentie op. Ten eerste zeg je dat een auteursrechtelijk werk wel degelijk een zaak is, om vervolgens te stellen dat de de gegevens op zich geen zaak zijn. Ik neem aan dat je het met mij eens bent dat het exemplaar van het auteursrechtelijk datgene is wat wordt verkocht en dat een drager nu eenmaal een noodzakelijk kwaad is voor de levering. Dit auteursrechtelijk exemplaar bestaat uit de gegevens. Andere exemplaren bestaan toch ook uit een kopie van de oorspronkelijke gegevens, zoals je zelf aangeeft? Dit zijn dan op zichzelf nieuwe zaken, zoals volgt uit jouw redenering. Dus de gegevens zijn wel degelijk zaken.

    Het verkopen van de gegevens zonder de drager is ook mogelijk. Of de gegevens nu via een cd of via een overdrachtprotocol geleverd worden maakt weinig uit. De keus voor de manier waarop overgedragen wordt ligt bij de verkoper. Als koper heb je misschien nog wel het liefst geen extra drager, zoals een cd-rom. Dit neemt alleen maar ruimte in.

    Uiteraard ben je de eigenaar van het exemplaar en dus van de gegevens, aangezien ik graag de gegevens wil wanneer ik software aanschaf. De drager kan, mij althans, niet interesseren. Al bedenkt men een manier om de gegevens via lucht aan mij te leveren. Zolang ik ze maar kan gebruiken.

    Daarnaast vind ik het idee om computergegevens niet als zaak te zien niet overtuigend. De gegevens voldoen aan alle vereisten van art 3:6 BW om gekwalificeerd te kunnen worden als een zaak. Ze zijn stoffelijk, de electrische pulsen zijn mijns inziens namelijk geen ficties. En ik heb nog geen personen ontmoet die onstoffelijkheden kan beheersen. Elke natuurkundige kan ook vertellen dat electriciteit stoffelijk is. De computergegevens kunnen ook beheerst worden door mensen. Dus op zich voldoen ze aan de vereisten om stoffelijk te zijn. Het is aan juristen om dit ook juridisch te aanvaarden.

  36. Dani?l,

    Het is niet mijn wil om onderscheid te maken tussen een drager en de gegevens. Het is een gegeven dat de wetgever dit doet. Een drager is een zaak omdat dit een voor menselijke beheersbaar stoffelijke object is. (3:2 BW) Een voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst (10 Aw) is dat niet omdat het niet overdraagbaar is. Hier uit volgt dat: het niet vanzelfsprekend is dat wanneer je een niet kunt gebruiken dit een last of een beperking is die niet op de zaak had mogen rusten; en datwerken niet gekocht kunnen worden, omdat dit impliceert dat men eigenaar wordt en dat kan alleen als een werk een zaak is.

    Je kunt het werk zelf dus niet kopen, maar wel het recht om dat programma te mogen gebruiken. Als de koper in casu betoogt dat er op de laptop een last of beperking ruste die er niet op had mogen rusten, dan kan de verkoper daar tegen in brengen dat de koper het programma kan gebruiken indien hij de EULA aanvaard. Als de wijze waarop de EULA tot stand komt nu tot gevolg heeft dat deze ongeldig is, dan is daarmee m.i. de last of beperking als sneeuw voor de zon verdwenen.

    De auteurswet verbiedt niet per definitie om onderscheid te maken tussen drager en gegevens erop, maar juist omdat gegevens alleen geen zaak zijn is het mijns inziens twijfelachtig of je de drager kunt verkopen zonder de gegevens te verkopen.

    Als ik de harde schrijf van de laptop wis, dan kan ik de drager verkopen zonder het werk. En ik kan de software rechtmatig verkrijgen zonder de drager c.q. laptop door deze te downloaden na dat ik een overeenkomst heb gesloten.

  37. Martijn,

    In 1983 is iemand veroordeeld voor verduistering omdat hij een computerprogramma had gekopieerd. Daarna is de wet computercriminaliteit I ingevoerd. De wetgever heeft ‘gegevens’ gekwalificeerd als: ‘iedere weergave van feiten, begrippen of instructies, al dan niet op een overeenkomen wijze, geschikt voor overdracht, interpretatie of verwerking door personen of geautomatiseerde werken.’ De wetgever heeft hiermee resoluut de koop door gehakt door. In de ogen van de wetgever zijn gegevens geen goed. Het zou overbodig zijn om het opzettelijk inbreuk plegen op het auteursrecht strafbaar te stellen als dat tegelijkertijd diefstal of verduistering kan opleveren. Zo iets is dubbel op.

    Als ik aan jouw elektriciteit geef dan raak ik daardoor energie kwijt, maar het werk kan ik desondanks nog altijd gebruiken.

  38. @ Alex

    Oke, indien de koop uitgesloten is door de wet computercriminaliteit rijzen, er bij mij nog steeds vragen. Waarom kan ik wel wel een ordner vol documenten met data van een klantenbestand kopen. En niet de data die een computerprogramma vormt. Het zijn allebei gegevens waar ik zonder drager niks mee kan. Het was voor mij niet de vraag of het nu kan, maar meer dat het een in mijn ogen raar onderscheid is.

    Ja je raakt energie kwijt, maar ik heb ook niet gezegd dat je het werk niet meer kunt gebruiken. Het is mijns inziens logisch dat je het werk nog kan gebruiken. Maar de kopie bestaat uit andere gegevens dan de gegevens van het origineel. Niet in de zin dat ze anders vormgegeven zijn of een andere uitwerking hebben, maar dat ze niet dezelfde gegevens zijn als de gegevens van het origineel. Er zijn twee exemplaren. Dus ook twee te onderscheiden sets met bitpatronen. De eerste set op de eerste drager en de tweede set op een andere drager of ander gedeelte van de eerste drager. Je zou dan ook het kopie-exemplaar moeten kunnen kopen (ongeacht of dit op een specifieke drager geleverd wordt of niet). Indien je deze gegevens zou kunnen kopen zou dit uiteraard ook een gebruiksrecht op de gegevens inhouden. Dit gebruiksrecht, geef je zelf aan, krijg je nu ook bij de aanschaf van software. De auteursrechteninbreuk is iets wat geheel anders is dan de diefstal. Dat de auteursrechteninbreuk ook diefstal op KAN leveren, wil niet zeggen dat dit altijd het geval moet zijn in de praktijk. ik kan mij situaties voorstellen waarbij er wel een auteursrechteninbreuk is en geen diefstal en vice versa.

  39. De ordner, de documenten en de inkt zijn allen een zaak. De data, de gegevens kun je niet aanraken. Wat je aanraakt is de inkt en het papier. Dit doet mij denken aan de film V for Vendetta:

    Remember, remember, the Fifth of November, the Gunpowder Treason and Plot. I know of no reason why the Gunpowder Treason should ever be forgot… But what of the man? I know his name was Guy Fawkes and I know, in 1605, he attempted to blow up the Houses of Parliament. But who was he really? What was he like? We are told to remember the idea, not the man, because a man can fail. He can be caught, he can be killed and forgotten, but 400 years later, an idea can still change the world. I’ve witnessed first hand the power of ideas, I’ve seen people kill in the name of them, and die defending them… but you cannot kiss an idea, cannot touch it, or hold it… ideas do not bleed, they do not feel pain, they do not love… And it is not an idea that I miss, it is a man… A man that made me remember the Fifth of November. A man that I will never forget.

    Als jij vind dat een werk een zaak is, dan daag ik je uit om te proberen om een orgineel werk van je harde schrijf aan mij over te dragen, dus zonder de harde schrijf over te dragen.

    Dat de auteursrechteninbreuk ook diefstal op KAN leveren, wil niet zeggen dat dit altijd het geval moet zijn in de praktijk. ik kan mij situaties voorstellen waarbij er wel een auteursrechteninbreuk is en geen diefstal en vice versa.

    Zou je dan zo vriendelijk zijn om ook een voorbeeld te noemen dat wel opzettelijk inbreuk op leverd op het auteursrecht maar geen typisch goederen misdrijf oplevert zoals diefstal, verduistering, vernieling, oplichtingen, ect.?

  40. @Alex:

    > Het is niet mijn wil om onderscheid te maken tussen een drager en de gegevens. Het is een gegeven dat de wetgever dit doet.

    Dat doet de wetgever niet. De wetgever kent alleen maar zaken waar auteursrecht op rust. Naar verveelvoudiging zijn er meerdere zaken waar auteursrecht op rust. Die zaken kunnen vervolgens verkocht worden. Met andere woorden, bij aankoop van een programma (of CD, of schilderij) wordt wettelijk ik de eigenaar van een zaak waar auteursrecht op rust. Dat betekent dat ik die zaak niet mag kopi?ren, maar de zaak is van mij.

    Voor de veelgehoorde opvatting dat je bij aankoop van een programma een drager alsook een gebruiksrecht koopt, zal je in de wet helemaal niets terugvinden.

    Als ik de harde schrijf van de laptop wis, dan kan ik de drager verkopen zonder het werk.

    Je kunt ook de verf van een schilderij afwassen. Het is dan niet meer onderworpen aan auteursrecht. Wat wil je daar mee zeggen? Dat je een schilderij niet kunt kopen?

  41. @ Alex

    @1: Een idee is mijns inziens niet hetzelfde als gegevens. Gegevens zijn een weergave van het idee. Deze gegevens zijn wel degelijk door de mens te beheersen. Anders had ik toch mezelf de vraag moeten stellen hoe het komt dat ik om kan gaan met een computer. Het leveren van een origineel werk zonder je de drager die ik gebruik, lijkt mij goed voorstelbaar. De drager is het medium waarop de gegevens zijn vastgelegd. Net als het papier de drager is waarop andere gegevens geschreven zijn, zoals bijvoorbeeld een contract. De gegevens (van bijvoorbeeld software) kunnen worden overgedragen via het internet. Uiteraard is er wel een soort drager nodig, anders zijn de gegevens niet weer te geven, maar dit is inherent aan alle vormen waarop gegevens moeten worden overgedragen. Ik zou ze kunnen vertellen en dat jij ze onthoud, maar dat is niet echt werkbaar, daarom is onder andere al de drukpers uitgevonden om gegevens makkelijker en sneller te verspreiden.

    @2 Als ik een legale kopie van een muziekstuk aanschaf. En deze kopie ga verveelvoudigen,niet zijnde een thuiskopie, en ga distribueren pleeg ik een auteursrechtinbreuk. Dit recht komt alleen de auteur van het werk toe volgens de auteurswet. Echter hiermee pleeg ik geen diefstal. Ik eigen mezelf niets wederrechtelijk toe, aangezien de kopie en de nieuwe kopie?n mij toebehoren en de nieuwe dragers van de gekopieerde gegevens ook. Ik ga de fout in bij het inbreuk maken op het verveelvoudigingsrecht en het distributierecht van de auteur. Hoe ik iets gestolen heb van de auteur kan ik niet in zien. Ik zou hem wellicht onzekere toekomstige winsten hebben onthouden door dit te doen. Maar niet staat vast dat hij die gelden wel had gekregen wanneer ik niks gekopieerd had. De auteursrechten zijn wezenlijk andere rechten dan het eigendomsrecht op een zaak. Ook heb ik niets verduister ook niets, aangezien ik mij wederom niks wederrechtelijk toeeigen. Er is ook geen sprake van oplichting aangezien ik gewoon kan leveren wat ik zeg dat ik kan leveren, en dat is een kopie van een origineel werk waarvoor ik geen toestemming heb gekregen van de auteur om deze te verveelvoudigen. En vernieling lijkt mij ook duidelijk dat dat niet het geval is aangezien er niets vernield wordt.

    Zo zie ik het, maar we kunnen hier van mening verschillen uiteraard.

  42. @Martijn:

    > Dit auteursrechtelijk exemplaar bestaat uit de gegevens.

    Nee, want gegevens zijn geen zaak. Het auteursrechtelijk exemplaar bestaat uit een CD waar in een bepaalde volgorde putjes in gebrand zijn. Juist die volgorde van gebrande putjes betekenen dat het CD’tje een exemplaar van een werk gemaakt door een bepaalde auteur is. Als de CD verkocht wordt, wisselt het schijfje, inclusief de putjes daarop van eigenaar.

  43. @ Daniel

    De putjes heb je enkel bij cd’s. En de volgorde van de putjes garandeert natuurlijk niet dat het van de auteursrechthebbende afkomstig is. Ik kan de volgorde van putjes makkelijk na maken, door het werk op een lege drager te plaatsen. Je kan toch ook software leveren via het internet? Dan heb je geen putjes. De bedoeling van het auteursrecht is mijns inziens de bescherming van de intellectuele inspanning verricht door de auteur. Hoe deze inspanning weergegeven wordt of verspreid wordt is niet van belang. Anders zou er ook een verschil moeten zijn tussen bijvoorbeeld het verspreiden van een boek dat door middel van een ‘ouderwets’ kopieerapparaat is gekopieerd en het verspreiden van dat zelfde boek via het internet. Ook bij een cd gaat het om de bitpatronen. Deze bitpatronen zijn mijns inziens feitelijk niet meer en niet minder dan de instructie van wel of geen stroom.

  44. @Martijn:

    > De putjes heb je enkel bij cd???s. En de volgorde van de putjes garandeert natuurlijk niet dat het van de auteursrechthebbende afkomstig is. Ik kan de volgorde van putjes makkelijk na maken, door het werk op een lege drager te plaatsen.

    Dat klopt, maar dat mag je niet, want de auteur heeft het uitsluitend recht putjes in die volgorde te (laten) zetten.

    > Je kan toch ook software leveren via het internet?

    Jazeker, maar daar ontstaan juridisch best wel grote vragen rond. Feitelijk wordt een het werk dan aangebracht op een medium waar je al eigendom van was (je eigen harde schijf). Vergelijk het met een schilder die zijn werk aanbrengt op een doek dat je zelf meebrengt. Het eindresultaat is mijns inziens hetzelfde als bij koop van een fysiek medium: Je bent eigenaar van een exemplaar dat je niet mag verveelvoudigen.

    Of sprake is van een koopovereenkomst valt echter ernstig te betwijfelen, je koopt immers geen zaak, maar betaalt de rechthebbende om het werk op jouw medium aan te brengen, en dat is betalen voor een dienst. Of is toch wel sprake van koop? Ik heb al eens een discussie op deze site gelezen over een zuurstoffles. Zuurstof is normaal geen zaak, maar zodra het in een fles zit kunnen mensen er macht op uitoefenen, dus is het wel een zaak geworden. Je zou kunnen stellen dat bij internetkoop de verkoper jou toch in staat stelt macht over het programma uit te oefenen, dan zou je het in een dergelijk geval als zaak kunnen zien en er is dan een koopovereenkomst. Dat is voer voor juristen.

    > De bedoeling van het auteursrecht is mijns inziens de bescherming van de intellectuele inspanning verricht door de auteur.

    Dat is doet het ook, maar die intellectuele inspanning van de auteur is niet gelijk aan gegevens. Ga eens terug naar 1912, het jaar dat de auteurswet werd ingevoerd. Van bits en bytes had nog niemand gehoord, fotokopieerapparaten bestonden nog niet, laat staan harde schijven waar je met een druk op de knop een nieuw exemplaar kon vervaardigen. Wel bestonden er drukpersen. Wat de auteurswet doet, is bepalen wie die drukpers mag bedienen (uitsluitend recht van de auteur), niet dat de auteur papier verkoopt en de tekst daarop niet.

    De kunst is om die idee?n toe te passen op de moderne wereld. Een CD-brander is een moderne drukpers die exemplaren kan maken. De auteurswerk bepaalt wie die brander mag bedienen (uitsluitend recht van de auteur).

    > Anders zou er ook een verschil moeten zijn tussen bijvoorbeeld het verspreiden van een boek > dat door middel van een ???ouderwets??? kopieerapparaat is gekopieerd en het verspreiden van dat > zelfde boek via het internet.

    Precies! Mijns inziens is er auteursrechtelijk geen verschil. Burgerrechtelijk is het echter wel belangrijk of je betaalt voor een object waar al een werk op aangebracht is, of zelf het object meebrengt en de auteur betaalt voor het aanbrengen van het werk op je eigen object.

  45. @Dani?l, 44

    Voor de veelgehoorde opvatting dat je bij aankoop van een programma een drager alsook een gebruiksrecht koopt, zal je in de wet helemaal niets terugvinden.
    Ik verwijs nogmaals naar artikel 45j van de Auteurswet (Zie mijn post 14), en kan dat moeilijk anders interpreteren dan dat er een gebruiksrecht is.

  46. Dan lees je dat artikel niet goed. Artikel 45j gaat over het verveelvoudigen dat noodzakelijk is voor normaal gebruik. Het artikel zegt dat als je moet verveelvoudigen om het programma normaal te kunnen gebruiken (bijv. installeren), dat je die verveelvoudigingen mag doen. Je verkrijgt met dat artikel dus een recht op bepaalde verveelvoudigingen, niet een gebruiksrecht. Het zegt al helemaal niet dat gegevensdrager en gevens gescheiden zijn.

    In principe legt het auteursrecht gebruik op geen enkele manier aan banden. De auteur heeft een uitsluitend recht op verveelvoudiging en openbaarmaking, geen uitsluitend recht om een werk te mogen gebruiken. Iedereen mag een werk gebruiken, daar is geen toestemming van de auteur voor nodig. Artikel 45j zorgt dat dat basisprincipe ook bij computerprogramma’s verzekerd blijft.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.