Tiradeweek: nog wat dingen waar ik me ook regelmatig kwaad om maak

rantweek-tiradeweekGoed. Elke dag een tirade gaat je niet in de koude kleren zitten. Ik sluit dan ook af met nog wat dingen die me gewoon dwars zitten en waarvan ik gewoon eens gezegd wil hebben dat we daarmee moeten káppen.

  1. Algemene voorwaarden en EULA’s die geen enkele rekening houden met de wederpartij. Een EULA die neerkomt op “ik hoef niets en jij moet betalen, oh ja ik ben niet aansprakelijk” is iets waar je je als opsteller diep voor moet schamen. Zo’n tekst is een afspraak met je wederpartij, en wie de afspraken zo eenzijdig maakt, is niet fair naar zijn wederpartij. Nee, ook niet bij gratis diensten. Je belooft mensen een dienst en ontzegt die in feite in de EULA. Dat is onfatsoenlijk. Neem ook beloftes en commitments voor jezelf op. Je klanten zijn klanten en de klant is koning. (Zei slager De Keizer altijd.)
  2. Mensen die zeggen dat rechters dom zijn als ze in een ICT-zaak de techniek niet correct interpreteren. Rechters zijn niet dom. De partijen bij de rechter die niet goed uitleggen hoe het zit, die zijn dom. Plus, vaak is er gewoon geen duidelijke oplossing of ontbreken er essentiële stukjes. En als rechter moet je er dan toch eentje verzinnen.
  3. Journalisten die over een rechtszaak schrijven zonder te linken naar het vonnis. Ik wil kunnen lézen wat de rechter gezegd heeft en niet alleen een halve samenvatting van een persbericht van een andere journalist die de perskamer had gebeld.
  4. Juristen die denken dat een parafrase van de wet genoeg is om uitleg te geven. Denk aan privacyverklaringen waarin men plechtig verklaart een adequaat niveau van beveiliging te hanteren. Nee. Wát doe je dan qua beveiliging? Of een webwinkel die de retourregels uitlegt door het wetsartikel daarover tot drie lopende zinnen te herschrijven. Als je naar niet-juristen communiceert, dient jargon en de wetstekst niet in je communicatie terug te komen.
  5. Auteursrechthebbenden die een discussie over grenzen aan dat recht platslaan door de wederpartij “dief” te noemen en iedere poging tot nuance bestrijden met “eigenlijk wil je mensen gewoon van hun inkomsten beroven”. Auteursrechtinbreuk is geen diefstal, auteursrecht is niet hetzelfde als eigendom en het publiek verdient gewon gebruiksrechten voor beschermd werk. Zeker als het gaat om massacultuur – die moet gewoon beschikbaar zijn voor verkoop door iedereen die dat wil.
  6. Politici die dingen aan de rechter willen overlaten of zeggen dat iets niet mag van de wet. Je bent politicus omdat je wetten máákt. Pas ze aan als de uitkomst je niet bevalt.
  7. Nieuwe diensten die roepen dat alle wetgeving die ze in de weg zit, verouderd is en afgeschaft moet worden. Soms zijn wetten voor een nuttig doel gemaakt, zoals bescherming van taxireizgers tegen oplichting. Dat je een app hebt, geeft je geen uitzonderingspositie onder die wet.
  8. Dat we nog steeds geen “transformerend gebruik”-uitzondering in de Auteurswet hebben. Wie iets moois en bijzonders remixt van andermans werk, en daarmee het origineel niet beconcurreert, behoort dat te mogen.

Ja, oké. Ik ben alweer rustig. Volgende week draai ik weer gewone blogs. Maar wat zijn jullie grootste ergernissen op juridisch gebied?

Arnoud

72 reacties

  1. Wat mij persoonlijk mateloos irriteert is de steeds verdergaande ver-juridisering van de samenleving. Er kan/mag in dit land helemaal niets fout gaan of allerlei partijen menen dat zij schade kunnen en vooral moeten claimen. Soms gebeuren dingen omdat ze gebeuren terwijl niemand er daadwerkelijk iets aan kan doen. Ik krijg de stellige indruk dat men hier maar al te graag misbruik van wenst te maken om op die manier de eigen cijfers wat op te poetsen.

    Nu is het in Nederland gelukkig wel zo dat je een eventuele schade hard genoeg moet kunnen maken… Daarnaast kennen we gelukkig ook overmacht….

    Jammer dat de tiradeweek afgelopen is, begon er net aan te wennen 😉

  2. Het verlengde van 7: Alle concurrenten van een nieuwe dienst hebben een verouderd business model en moeten maar niet zeuren en met de tijd mee. Grappig genoeg is het andere business model vaak precies hetzelfde alleen dan met het sausje van een App.

  3. Waar ik mij het meeste aan irriteer is dat instanties als de ACM en CBP niet achter de grove privacyschenders gaan maar een van de braafste jongetjes in de klas (de NPO) op de vingers tikken.

    Als ze nu eens ballen hadden gehad dan waren ze achter ligatus, doubleclick, AppNexus etc gegaan. Ik heb nog nooit een van die bedrijven toestemming gegeven om mij over het hele internet te volgen. Toch doen zij dat. En nee, dat ik een website die gebruik maakt van hun diensten toestemming geef om cookies te zetten wil niet zeggen dat ik dan dus ook maar de advertentienetwerken toestemming geef om datzelfde te doen.

    Mijns inzien moeten bannerboeren ook gewoon vragen of ze cookies mogen zetten, en als ik dan nee zeg dan wil ik banners zien zonder cookies. Vele websites ‘breken’ nu de cookiewet omdat hun leveranciers zich er niet aan houden. En momenteel is er ook gewoon geen bannerleverancier te vinden die zich wel aan de cookiewet houd. Dat zou moeten veranderen.

  4. Auteursrechtinbreuk is weliswaar geen diefstal maar is prima te vergelijken met het beroven van iemands inkomen. Als een werknemer aan het eind van de week maar de helft van zijn salaris krijgt in zijn loonzakje en de directeur steekt de rest van geld in eigen zak is het ook geen diefstal maar zal dan zal er ook niemand gek opkijken als de werknemer het diefstal noemt.

    Verder is auteursrechtinbreuk ook nog te vergelijken met een specifieke vorm van diefstal. De diefstal van kadobonnen, posdtzegels of toegangskaartjes of andere zaken die je recht geven op een bepaalde dienstverlening. Effectief verlies je (vrijwel) niks want kadobonnen, postzegels of toegangskaartjes kunnen je gewoon bijdrukken. Maar je verliest wel potentieel inkomsten uit de dienst die het vertegenwoordigt.

    1. Het diefstalargument is de Godwin van de auteursrechtdiscussie. In elke discussie over auteursrechten komt op zeker moment “je praat gewoon diefstal recht” langs. En vanaf nu: wie dat argument gebruikt, heeft per definitie de discussie verloren.

      Het is een goedkope retorische truc om langs emotionele weg een discussie over hervorming van auteursrecht te saboteren. “Je steelt het brood uit de mond van kreperende artiesten” als reactie op “het zou leuk zijn als mensen mogen remixen” is een volstrekt debiele reactie.

      Natuurlijk verlies je inkomsten als mensen iets mogen zonder je toestemming. Maar je hebt geen inherent recht op inkomsten uit alles dat je doet of maakt. En een discussie over waar de grens moet liggen, kan niet gevoerd worden als de andere partij de grens consequent bij 100% legt.

      1. Ja, het auteursrecht, maar ook andere IE rechten, zijn een beperking van de vrijheid van de samenleving.

        Maar wel een beperking waar wettenmakers lang over hebben nagedacht, waarbij willens en wetens besloten is dat de bescherming van de creatieveling zwaarder dient te wegen dan de vrijheid van de samenleving.

        Leuk of niet leuk, eerlijk of niet eerlijk is niet echt van belang. Het is simpelweg het resultaat van een democratische wet, net zoals een snelheidlimiet op de weg dat is.

        Dus ja, volkomen terecht, omdat creatieve prestaties bescherming nodig hebben.

      2. Niet eens! Het auteursrecht een geschenk vande samenleving, omdat wij ooit als samenleving hebben bepaald dat wij daardoor uiteindelijk beter van worden. De redenatie is dat door auteursrechten mensen hun brood kunnen verdienen en zelfstandig creatief kunnen zijn. De samenleving wordt hier beter door, doordat niet alleen werken in opdracht van de vermogenden worden gemaakt. Er zal dus uiteindelijk meer creativiteit zijn.

        Waar het mis gaat is dat de auteurs dit zijn gaan zien als een onaantastbaar absoluut recht waar niet aan getornt mag worden. Zoals Arnoud al aangeeft iedere discussie over een beperking afdoen als diefstal, doet geen recht aan het auteursrecht. Wat de maatschappij geeft, kan de maatschappij afnemen. De auteurs hebben de rechten bij gratie van de maatschappij, wanneer zij hun deel van ‘overeenkomst’ niet nakomen of de overeenkomst niet meer het beoogde resultaat heeft, dan is het niet meer dan terecht dat die herzien wordt.

      3. Het auteursrecht is diefstal van de samenleving, de samenleving wordt een vrij gebruik van haar cultuur ontnomen.

        Niet eens. Waaruit zou er een vrij recht zijn van de samenleving op iemands werk. Als iemand iets maakt heeft de samenleving daar geen automatisch recht op. Als ik een schilderij maakt is dat toch ook niet automatisch eigendom van de samenleving. Waarom dan wel met een muziekwerk of een ebook???

        1. hAl, als jij een schilderij maakt en ik steel het, heb jij niets. Als ik jouw schilderij naschilder heeft ieder van ons een schilderij voor zichzelf. Waarom zou een samenleving dan het naschilderen van schilderijen willen verbieden?

          1. Hmmm. Het blijft een beetje krom. Als ik iets schilder en jij schildert het na dan hebben we beiden een kopie. Allebei gelukkig? Maar als jij jouw versie verkoopt en ik de mijne niet verkocht krijg omdat de koper al tevreden is met de kopie die hij kocht dan ben ik mijn winst kwijt, die jij dan hebt “gestolen”. Het auteursrecht is bedoeld om de inkomstenbronnen van auteurs te beschermen. Het werk zelf is van ondergeschikt belang. Waar het om gaat is dat de auteur voldoende inkomen hoort te verkrijgen van zijn werk en dat is iets dat niet lukt als zijn werk steeds gekaapt wordt door anderen. En dat is eigenlijk waar de diefstal op slaat. Natuurlijk is er wel steeds de vraag of kopers interesse hebben in het werk van de artiest. Het is lastig te bepalen hoeveel de schade precies is omdat jouw prijs misschien de helft is van mijn prijs en de koper het gewoon niet mijn prijs waard vindt. Zonder jouw kopie zou het nooit verkocht zijn…

        2. Auteursrecht gaat niet over ongepubliceerd werk of de verkoop van een fysiek schilderij. Het gaat erom wat je mag doen nadat een werk is gepubliceerd.

          Zelfs zonder auteursrecht zal niemand claimen dat hij een recht heeft om jouw schilderij of boek af te pakken.

          Wat hij in een wereld zonder auteursrechten wel kan is op basis van wat hij heeft gezien of gelezen zijn eigen schilderij maken met dezelfde beeltenis of een boek schrijven met hetzelfde verhaal. En als jij hem het schilderij en boek verkoopt kan hij er zelfs exacte kopiën van maken.

          Auteursrechten beperken juist wat de maatschappij met een werk mag doen nadat het de privésfeer van de auteur heeft verlaten. Ik vind het persoonlijk helemaal niet vanzelfsprekend dat je er dan als auteur nog iets over te vertellen hebt. Auteursrecht is beperking op derden om opgedane kennis te gebruiken, daar moet wat tegenoverstaan. Zonder compensatie zal niemand het recht opgeven om de eigen kennis te gebruiken.

          Het moeilijke is daarin een balans te vinden en die is danook onder de invloed van geld volledig omgeslagen ten koste van de maatschappij.

          Iemand zei dat hij er vanuit ging dat de rechtenhouders economisch rationeel zouden handelen. Dat is leuk, maar dat wil niet zeggen dat zij in het belang van de samenleving handelen. Terwijl het wel deze samenleving is die zichzelf ten gunste van hen beperkingenheeft opgelegd. Het is dus helemaal niet zo raar om te eisen van auteursrechtenhouders ook in het maatschappelijk belang handelen.

          1. Dat geldt natuurlijk voor groot deel van de wetten die met eigendom te maken hebben. Deze zijn allemaal niet direct ten gunste van de maatschappij. Maatschappelijk is er geen voordeel om individuen te hebben met meer geld dan ze ooit op kunnen maken. Toch accepteren we dat, net als mensen met meerdere huizen (terwijl je er maar in 1 kan wonen) of mensen die bergen eten kopen en dat vervolgens weg gooien.

            Overigens ben ik zeker wel voor een grote herziening van het auteursrecht maar dat de maker van een boek of film daar geld aan kan verdienen lijkt me niet onredelijk.

            1. “Dat geldt natuurlijk voor groot …”

              Ik weet niet waarom jij dit natuurlijk vindt, maar ik vind dit verre van natuurlijk. Intellectueel eigendom is ingevoerd omdat het de samenleving ten goed zou komen als wij uitvinders en creatievelingen een tijdelijk monopolie op hun geesteskinderen zouden geven.

              Als dit niet meer het geval is, dan is het voor mij natuurlijk dat het recht beperkt of afgeschaft wordt.

              Als je dan ziet bij octrooien dat een aantal octrooi bezitters niets bijdraagt en een grote tax legt op de hele industrie (de trolls) of dat octrooien worden verleend op de meest simpele zaken (software) of dat werken (70+ jaar) niet meer beschikbaar zijn omdat de eigenaar er geen brood inziet ze op de markt te brengen (auteursrechten), dan is het tijd om deze rechten in te perken. Als je dat echter voorstelt dan ben je met broodroof bezig en doet men alsof deze rechten grondrechten zijn die absoluut en onaantastbaar zijn. De hele industrie rondom alle vormen van intellectuele eigendommen wordt op dit oment beheerst door grote partijen met veel geld die de samenleving benadelen. Helaas luistert de politiek liever naar mensen die ze uitnodigen voor een congres op een tropisch eiland dan naar de kiezers. Een ieder die met gezond verstand naar de markt kijkt ziet dat dit niet goed gaat, maar het geld (en de macht) zit bij degenen die belang hebben bij het voortbestaan van de huidige situatie.

              1. Ik weet niet waarom jij dit natuurlijk vindt, maar ik vind dit verre van natuurlijk. Intellectueel eigendom is ingevoerd omdat het de samenleving ten goed zou komen als wij uitvinders en creatievelingen een tijdelijk monopolie op hun geesteskinderen zouden geven.

                Het natuurlijk slaat op het feit dat ook andere eigendommen niet altijd ten goede komen aan de maatschappij en je daar blijkbaar geen moeite mee hebt. Het was geen waarde oordeel over of het natuurlijk is dat er intellectueel eigendom is maar alleen dat er wel meer wetten zijn die niet per definitie goed zijn voor de samenleving, of die te ver zijn doorgeslagen.

                Daarbij vind ik het overigens wél natuurlijk dat iemand die een film maakt of een boek schrijft daar geld mee kan verdienen zonder dat anderen dat gratis mogen kopiëren. Ik denk dat de samenleving daar absoluut beter van wordt. Je kan absoluut discussiëren over de manier waarop en hoe lang die bescherming moet zijn maar dat er bescherming is, vind ik inderdaad natuurlijk.

                Oh, en dan nog maar een waar ik me aan erger. Iedereen die een patent verdedigt een troll noemen. Het is prima dat je tegen patenten bent (ik ben ook tegen heel veel toegekende patenten) maar ik zie niet in waarom zo’n patent niet verhandeld zou mogen worden en dus niet uitgebuit mag worden. Als ik een uitvinding heb gedaan waarom moet ik dan perse die uitvinding zelf gaan maken en mag ik niet het patent verkopen en weer iets nieuws uitvinden? Alles rond patenten moet heel nodig op de schop maar als er alleen nog maar zinnige patenten gegeven worden, mogen die gewoon verhandeld worden en dus ook bij gespecialiseerde bedrijven terecht komen die alleen de patenten beheren.

          2. Maar die beperking op wat je met een werk kunt doen is noodzakelijk om de auteur aan te moedigen meer werken te produceren. Nu is er natuurlijk een groot verschil tussen wat we nu kunnen en wat we b.v. in 1974 konden, zo’n 40 jaar geleden. Tegenwoordig kunnen we werken vrijwel perfect kopieren waarbij het verschil tussen origineel en kopie vrijwel niet meer te bepalen is. Dat kon vroeger ook, maar kostte wel veel meer werk en veel meer tijd. Met schilderijen, bijvoorbeeld. Er zijn vrij veel vervalsingen gemaakt van diverse schilderijen wat een enorme invloed heeft op de kunstwereld. Zo kan de van Gogh of Rembrand die je net kocht voor 500.000 euro een vervalsing blijken te zijn en is de waarde ervan niets meer. Niemand die een vervalsing wil. Maar die vervalsing heeft iemand dus een behoorlijk bedrag gekost. Maar in de digitale wereld zijn deze “vervalsingen” er eigenlijk niet. Als je een originele foto kopieert heb je twee originele foto’s. Digitale goederen zijn eigenlijk tot in het oneindige te produceren, terwijl artiesten nog denken in “beperkte oplages”. Een artiest wil misschien maar 50 kopieen van zijn foto in omloop hebben, of 100.000 kopieen van zijn CD. In de niet-digitale wereld is dat vrij eenvoudig dus 50 geprinte foto’s worden er niet meer, tenzij iemand ze “vervalst”. Idem met de CD’s, want die materieel. Maar digitale foto’s en de muziek op de CD is digitaal en dus tegen de wens van de auteur in massaal te kopieren. Heb je als artiest nou wel of niet het recht dat je werk maar in een beperkte oplage verschijnt? Naar mijn mening wel. Maar in de digitale wereld is dat eigenlijk onmogelijk door de eenvoud waarmee een kopie is gemaakt. Ik denk dan ook dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen auteursrechten in de materiele wereld en auteursrechten in de digitale wereld. De huidige wetgeving probeert materiele wetten op de digitale wereld toe te passen, alsof je een vierkante plug in een rond gat probeert te stoppen. Dat gaat gewoon niet…

            1. Wim er is ook een grote overeenkomst tussen 1950 en nu: 1950 & 2010 (En ik bedoel niet de inconsistente opmaak van wikipedia)

              In 1950 was de duur van het amerikaanse auteursrecht 28 jaar met een mogelijke verlenging van 28 met een (betaalde) registratie. Er was in de VS in die tijd een levendige film (en muziek) industrie.

              In 2010 is de duur inmiddels verlengd door de Sonny Bono Copyright Term Extension Act van 1998 naar life+50! In de VS is het auteursrecht expliciet bedoeld ter stimuleren van productie ten goede van de samenleving. Hoe kan je dit met een strak gezicht verdedigen? De verlengingen zijn niet nodig om het doel van auteursrecht te bereiken, ze zijn nodig om enkele rijke partijen nog rijker te maken. Dat is nooit het doel geweest van auteursrecht. Als je er rijk mee kan worden is dat mooi, maar het doel was (en is dat wettelijk nogsteeds) verrijking van de samenleving.

          3. De auteursrechtenhouders handelen idd niet in het belang van de samenleving. Ik verwacht dat ook niet van ze.

            Je verwacht toch ook niet van degene die van de samenleving een bouwvergunning heeft gekregen dat hij zijn huis openstelt voor Jan en alleman. De visser die het recht op palingvissen in het IJsselmeer heeft gekregen van de samenleving, mag toch ook zijn eigenbelang, zoveel mogelijk paling, najagen.

            Onze samenleving heeft als basisidee dat we er gezamenlijk beter van worden als iedereen, binnen de regels, zijn individuele winst maximaliseert. Is dat een goed of slecht model voor de samenleving?, dat is een andere discussie.

            Overigens zou de auteursrechthebbende natuurlijk zijn rechten niet te gelde kunnen maken als hij in het belang van de samenleving zou moeten handelen, dus dan zou dat door de samenleving gegeven auteursrecht ook maar een wassen neus zonde nut zijn

        3. Waaruit zou er een vrij recht zijn van de samenleving op iemands werk. Als iemand iets maakt heeft de samenleving daar geen automatisch recht op. Als ik een schilderij maakt is dat toch ook niet automatisch eigendom van de samenleving. Waarom dan wel met een muziekwerk of een ebook???

          Je stelt hier de verkeerde vraag. De vraag is niet “waarom heeft de samenleving recht op het verspreiden van werken?”, de vraag is “waarom heeft een auteur het recht om verspreiding tegen te gaan van iets wat niet in zijn bezit is?”

            1. Dat is een mening, maar feit is dat lang voordat er auteursrecht was er creatieve werken werden geschapen. Boeken, liederen, muziek, en toneelstukken zijn ouder dan auteursrechten.

              Het recht van een auteur om verspreiding daarvan te kunnen controleren zodra het zijn bezit verlaat is geen natuurlijk iets; het is eerder de uitzondering. Dit recht heeft de samenleving auteurs gegeven omdat men verwacht er beter van te worden. De redenatie daarachter is zoals jij aangeeft dat als hij met die rechten meer gemotiveerd zal zijn om te scheppen.

              Voor de samenleving is het logisch om niet meer weg te geven dan nodig om dat te stimuleren en in die context is de continue verlenging van het auteursrecht vreemd. Het leidt er immers niet meer toe dat er meer beschikbaar komt voor de samenleving dan in de tijd dat auteursrechten nog 28 jaar waren, maar wel dat er voor langere tijd kunstmatige schaarste is voor de samenleving. En als een auteur wenst geen nieuwe kopieen van zijn werk te verspreiden en er geen tweede hands exemplaren worden aangeboden kan het er zelfs toe leiden dat de maatschappij het tot wel 70+ jaar zonder het werk moet doen.

              Het doel is nooit geweest wat het nu geworden is: Een zo sterk mogelijk en lang mogelijk auteursrecht zodat partijen met een succesviol product dit tot het eind der tijden voor zoveel mogelijk kan uitmelken. Tijd om het autweursrecht grondig te herzien zodat het weer terug gaat naar zijn oorspronkelijke doel en weer waarde heeft voor de samenleving die er rechten voor heeft opgegeven.

              1. Dat is een mening, maar feit is dat lang voordat er auteursrecht was er creatieve werken werden geschapen. Boeken, liederen, muziek, en toneelstukken zijn ouder dan auteursrechten.

                Dat is in een tijd dat cultuur is was voor de elite. Een tijd waarin een koning of een rijke edelman zich kon veroorloven om een artiest een wekt tel aten make voor hemzelf. Of een tijd waarin gelovigen hun tijd of bezittingen opofferden om kunst te maken als symbool van hun geloof.

                Dat kan nu niet meer. Cultuur is nu mede door het auteursrecht wat makers een inkomen biedt beschikbaar voor iedereen en daarmee een massa product geworden. Muziek, TV,boeken en film zijn nu beschikbaar voor iedereen. Onze welvaart is voor een groot deel afhankelijk van de beschikbaarheid van dergelijk materiaal.

                1. Dat kan nu niet meer. Cultuur is nu mede door het auteursrecht wat makers een inkomen biedt beschikbaar voor iedereen en daarmee een massa product geworden.

                  Dat is zo geworden omdat mensen inzagen dat dit mogelijk was door invoeren van intellectueel eigendom. En ik ben het volledig met je eens dat auteursrechten (en patenten) moeten blijven om dit voordeel te behouden. Alleen zou het auteursrecht niet sterker en uitgebreider moeten zijn dan nodig om dit doel te bereiken. Al het meerder zijn namelijk extra vrijheden die de samenleving opgeeft z0nder er iets voor terug te krijgen.

                  In dat kader heb ik ook eerder een post gemaakt met de vergelijkling 1950 en 2010. In 1950 was het auteursrecht al succesvol in de VS met 28(+28) jaar bescherming. Er is dan ook geen enkele rechtvaardiging voor alle uitbreidingen nadien. Het is bijzonder spijtig dat de politici zich zo laten beinvloeden door de rijke lobbyisten groepen en blijkbaar het vermogen om zelf na te denken hebben verloren.

                  En door alle internationale verdragen waarin het auteursrecht verankert is zadelen deze onbetrouwbare sujetten toekomstige generaties op met hun broddelwerk. Als je als land terug wil naar een redelijk en billijk auteursrecht, wordt je bijvoorbeeld uit de WTO geknikkerd. Berne ->Trips->WTO lidmaatschap. Geen land kan zich dat veroorloven, dus je weet zeker dat auteursrechten pas genormaliseerd worden als de hele wereld daar zo’n beetje van overtuigd is.

                2. Dat is in een tijd dat cultuur is was voor de elite. Een tijd waarin een koning of een rijke edelman zich kon veroorloven om een artiest een wekt tel aten make voor hemzelf. Of een tijd waarin gelovigen hun tijd of bezittingen opofferden om kunst te maken als symbool van hun geloof.

                  Het was ook een tijd waarin het relatief duur was om een kunstwerk te vermenigvuldigen. Het was dus de keuze tussen een kopie of voor iets meer een origineel. In de loop van de tijd is het kopiëren en verspreiden steeds goedkoper geworden (boekdrukkunst, fotokopieën, cassettebandjes, CD-R, etc.). Nu is het kopiëren en verspreiden van kunst vrijwel gratis geworden.

  5. Nummer 7 / 8 : Nieuwe diensten moeten niet zeuren over wetgeving die in de weg staat maar bij nieuw gebruik van een werk is het maar lastig (verouderd?) ?

    En ik neem aan dat je bij nummer 5 ‘koop’ bedoelt in plaats van ‘verkoop’

    1. Nee, verkoop. Als ik een slim idee heb om muziek langs nog een andere weg te verkopen, dan moet ik dat kunnen doen. Uiteraard moet ik wel een gepaste winstafdracht doen aan de rechthebbenden. Maar het is niet aan rechthebbenden om te bepalen welke businessmodellen voor de maatschappij interessant zijn.

      Napster is doodgeprocedeerd terwijl dit hét succes van de 21e eeuw had kunnen zijn als ze slechts enkele centen per uitwisseling hadden afgedragen aan rechthebbende. Idem voor Kazaa. Het is onacceptabel dat zo’n innovatie geen licentie krijgt.

      1. Het auteursrecht is sterk, dat is waar. Het geeft de rechthebbende verregaande macht.

        De wetgever gaat er echter van uit, volgens mij terecht, dat de rechthebbende economisch optimaal met dat recht omgaat. Dat je achteraf, met hindsight, kunt zeggen: ze hadden het anders moeten aanpakken, dat is mooi, maar op het moment dat je de beslissing moet nemen, heb je geen hindsight.

        De muziekindustrie heeft het misschien verkeerd aangepakt,maar ook dat is hun goed recht, om fouten te maken.De muziekindustrie hoeft zich niet op het belang van de samenleving te richten, net zoals Albert Heijn niet 20000 soorten koffie hoeft te hebben om de koffiefan te plezieren, terwijl er maar met 10 soorten winst gemaakt wordt.

        Napster zou allang voorbijgestreefd zijn door Spotify. Waarom moet je je eigen persoonlijke kopie hebben? Het enige wat je wilt is immers het visuele of auditieve genoegen?

        1. Het auteursrecht is sterk, dat is waar. Het geeft de rechthebbende verregaande macht.

          De macht die een rechthebbende heeft is omgekeerd evenredig aan de ongelooflijk slechte bescherming van de rechten van de rechthebbende door de overheid. Bij inbreuk hoeft de rechthebbende niet naar de overheid te stappen. Die weigert in de meeste gevallen gewoon de rechten van rechthebbenden te beschermen. Ter compensatie hebben ze de rechthebbenden extra rechtsmiddelen toegekend in de wet maar zelfs daarmee heeft iedere willekeurige burger toch nog meer rechtsbescherming tav hun inkomen dan een rechthebbende.

  6. … (bedrijfs)juristen die op een vraag in een duidelijke (! voor iedereen met meer dan vierde klas lagere school…) specifieke casus waar alléén Ja of Nee kan worden geantwoord, urenlang (meegemaakt) blijven volharden in “dat hangt er vanaf”. Je wordt als jurist (heel veel!) betaald om Ja of Nee te antwoorden op zo’n vraag, anders moet je maar de WW in. Of bijstand; werkweigering.

    1. Ik geef (heel part)parttime les aan de VU en zet dan altijd in mijn huiswerkopdrachten dat “dat hangt er vanaf” verboden is. Hangt het ergens vanaf, leg dan uit wáár vanaf. Anders is je argumentatie incompleet.

      Helaas is het onuitroeibaar omdat men tot aan de Hoge Raad zich er vanaf maakt met een verwijzing naar de feiten en omstandigheden van het geval. En een bekende advocaat vertelde me eens dat dat eigenlijk best wel handig is voor de beroepsgroep: dan is er altijd ruimte voor pleiten en discussie. Terwijl als de rechtspraak of wet harde grenzen trekt, je bij bepaalde cases gewoon direct klaar bent.

    2. Onzin. Een dokter kan ook niet zeggen of je, als je bepaalde symptomen hebt, binnen een jaar dood gaat. Hij kan hoogstens zeggen dat de meeste mensen met die symptomen de ziekte XYZ hebben, die over het algemeen met behandeling ABC bestreden kan worden.

      Zo kan die jurist ook alleen zeggen dat als de zaak inderdaad zo is als die wordt voorgesteld, zonder onverwachte complicaties, en met een rechter die geen digibeet is en die redelijk is en de aangedragen argumenten begrijpt, een bepaalde uitslag verwacht kan worden.

      De case law is geen kwestie van een experiment met bepaalde ingangsvariabelen dat altijd dezelfde uitkomst geeft. Ten eerste zijn de ingangsvariabelen nooit gelijk, en al waren ze dat wel, dan nog kan een uitspraak afhangen van de manier waarop de zaak gepresenteerd wordt en de individuele rechter op die dag.

  7. Mijn grootste ergernis is kortweg wel de rechten hebben maar niet krijgen, zonder tussenkomst van een rechter. Ook al zijn die rechten nog zo duidelijk. Werp een muur op en maar hopen dat niemand voor zijn rechten gaat knokken bij de rechter lijkt het motto.

  8. Met betrekking tot punt 2 heb ik een iets andere ergernis: ‘Deskundigen’ die hun eigen theorieen spuien als getuigenverklaring, zonder even te vermelden dat dit tegen de overheersende gedachte op het vakgebied ingaat. Uiteraard zoals je aangeeft zal/moet de tegenpartij dan met een deskundige komen die de overheersende gedachte geeft.

    Maar de rechter moet vervolgens kiezen welke hij geloofwaardiger vind en die deskundigen lijken nooit aangepakt te worden voor hun fringe theorien. Ik heb toegegeven vooral in amerikaanse rechtzaken getuigen verklaringen van professoren gezien die tenenkrommend zijn. Als ze die theorie in de college zaal zouden vertellen zouden ze weggelachen worden. Hoe kan het dat men hiermee wegkomt?

    1. Als ze die theorie in de college zaal zouden vertellen zouden ze weggelachen worden. Hoe kan het dat men hiermee wegkomt?

      Omdat het voor een niet-deskundige (lees: de rechter) niet goed mogelijk is om de waarde van een deskundigenverklaring te beoordelen. Die beoordeling vereist namelijk deskundigheid op het betreffende vakgebied. Als de rechter die deskundigheid had, had hij de deskundigen niet nodig.

      Het verschil met een collegezaal is dan ook dat je daar onpartijdige mede-experts vindt op je vakgebied. In de rechtszaal vind je die niet.

  9. Zeer eens met alle punten, op nr 2 na. Ik ken diverse mensen die als deskundigen zijn opgetreden in rechtszaken, en geen van hen was te spreken over het begripsvermogen van de desbetreffende rechter. Een aantal rechters bleek zich zelf met een bepaald onvermogen op de borst te slaan (“tsja, ik kan nu eenmaal slecht met getallen omgaan”… of, met glimlach: “ik ben een digibeet”). En vervolgens verschenen onlogische tussenvonnissen met eigenaardige bewijsopdrachten.

    Dit geldt overigens niet enkel in de ICT maar ook mbt DNA (strafrecht) en medische zaken e.d. bestaat er een betekenisvol onvermogen bij rechters (en juristen iha). En dat is ook het geval na veelvuldig en zorgvuldig uitleggen.

    Ik denk dat we wat dat betreft af moeten van het hersenspinsel dat juristen ‘slim’ zijn (zoals in ‘slimme advocaat’ of ‘wijze rechter’). We moeten onderkennen dat de rechtenstudie zeer laagdrempelig is, en dat het niet de intelligentsten van het VWO zijn die deze studie volgen. Veel economiestudenten bijvoorbeeld doen rechten ‘er bij’. Een rechtenstudie is ook te comprimeren tot 2 jaar studeren. Terwijl er 4 jaar voor staat.

    1. Grotendeels mee eens, maar het is in de gehele maatschappij een positief ding om te zeggen dat je nul verstand van computers hebt. Ik vind het dan ook niet iets om specifiek rechters te verwijten als iedereen vol trots roept een onbenul te zijn of gewoon de PC uit en aan te zetten als ze een foutmelding krijgen.

      Oh, en om mensen die dan vragen “wélke foutmelding dan” als nerds of Willie Wortels weg te zetten. Maar dan wel diezelfde nerds nodig hebben omdat er vijf Ask.com toolbars en drie LiveJasmin popups per webpagina verschijnen.

    2. In Engeland heeft the Royal Statistical Society daar een openbare brandbrief over geschreven, naar aanleiding van het verkeerde gebruik/de verkeerde interpretatie van statistieken door rechters: http://www.rss.org.uk/uploadedfiles/userfiles/files/Letter-RSS-President-Lord-Chancellor-Sally-Clark-case.pdf

      En in Nederland hebben we de zaak van Lucia de Berk: http://lpr.oxfordjournals.org/content/early/2007/05/05/lpr.mgm003.short

      Ik heb een vrij uitgebreide achtergrond in statistiek en dan merk je duidelijk dat mensen die die achtergrond niet hebben aan de lopende band zich blind laten (mis)leiden door statistieken. Gezien het veelvuldig gebruik van statistiek in de bewijslast is het eigenlijk crimineel om een rechter in te zetten die geen gedegen basis in de statistiek heeft.

    3. Ik heb mij juist verbaasd over hoeveel ict-gerelateerde zaken wetgevers, beleidsmakers en rechtswetenschappers juist wel nagedacht hebben. Volgens mij wordt een deel van het “rechters-zijn-dom”-stigma wat bij bepaalde mensen leeft, veroorzaakt door het feit dat de betreffende persoon niet in staat is om in te schatten wat er in een zaak nog meer van belang is naast het kleine stukje techniek waar zij dan wel verstand van hebben. Juristen hebben door de bank genomen gewoon andere skills dan bijvoorbeeld programmeurs of constructeurs. Dat maakt ze niet dom, dat maakt ze beter geschikt voor juridisch werk dan de techneut.

      Neem hyperlinks. Als techneut loopt er een koude rilling over mijn rug als ik een arrest lees waarin een hyperlink een communicatie van een werk wordt genoemd. Dat is het niet. Maarja, als we als techneuten de afgelopen 20 jaar bezig zijn geweest om met technische truukjes (napster, grokster, kazaa, bittorrent) de wetgeving te omzeilen, is het toch niet verbazingwekkend dat advocaten van rechthebbenden en beoordelende rechters dat proberen tegen te gaan door wetgeving wat vrijer te interpreteren, waarbij het dan steeds minder belangrijk wordt hoe het hele verhaal “under the hood” nou precies werkt.

      Ik denk dat we wat dat betreft af moeten van het hersenspinsel dat juristen ‘slim’ zijn (zoals in ‘slimme advocaat’ of ‘wijze rechter’). We moeten onderkennen dat de rechtenstudie zeer laagdrempelig is, en dat het niet de intelligentsten van het VWO zijn die deze studie volgen. Veel economiestudenten bijvoorbeeld doen rechten ‘er bij’. Een rechtenstudie is ook te comprimeren tot 2 jaar studeren. Terwijl er 4 jaar voor staat.

      Eh, juist ja. Hoe groot wil je je vooroordeel hebben… Rechten kan inderdaad prima in 2 jaar hard werken. Informatica of iets dergelijks kan ook prima in 2 jaar hard werken. Over andere studies kan ik niet oordelen.

      1. Neem hyperlinks. Als techneut loopt er een koude rilling over mijn rug als ik een arrest lees waarin een hyperlink een communicatie van een werk wordt genoemd.

        Inderdaad dat is het niet, dus dan moet je ook niet doen alsof het dat wel is. Als de uitkomst dan ongewenst is dan pas je via de daarvoor bestemde route de wet aan.

        Maar dan: ongewenst voor wie? Het OM? Die hebben gewoon zich aan de wet te houden en niets te willen. De rechters? Nee, dat hebben we nodig activistische rechters die de wet gaan interpreteren naar hoe zij het graag willen. De bedrijven? Op naar brussel met een zak geld 🙁 De regering? Prima, dien maar een wetsvoorstel in dan ontdekken we wel of de 1e en 2e kamer er ook zo overdenken.

    4. Ik vind het ook raar dat een rechtenstudie aan een academie wordt gevolgd, terwijl het helemaal geen academische opleiding is. HBO volstaat. Het is gewoon een beroepsopleiding, en die horen aan een universiteit niet thuis.

      Maar om op die rechters terug te komen, volgens mij is het idee dat zij door beide partijen aangedragen standpunten tegen elkaar afwegen en juist helemaal geen verstand hoeven te hebben.

      1. “Maar om op die rechters terug te komen, volgens mij is het idee dat zij door beide partijen aangedragen standpunten tegen elkaar afwegen en juist helemaal geen verstand hoeven te hebben.”

        Ik heb in de SCO vs de wereld zaken jaren lang de transscripties van de getuigenverklaringen gelezen. Dat is best interessant als je een een beetje ICT en programmeer vaardigheden hebt. Dan zie je dat er ‘experts’ zijn die er geen enkel moeite mee hebben om een theorie op te hangen en analogiën te gebruiken die totaal niet passen. Maar ze maken er wel een mooi samenhangend verhaal van.

        Als zo’n rechter dan besluit zo’n sprookje te geloven over hoe het echt zit, zit je met de zotte situatie dat er jurisprudentie is gebaseerd op een sprookje, maar waar vervolgens wel naar gekeken wordt in andere zaken. En dat terwijl hoe het werkelijk werkt vaak maar niet altijd (beide kanten waren goed in overdrijven) ook was ingebracht.

        Een rechter zonder enige domein kennis werkt gewoon niet, omdat hij dan tussen twee verhalen die hij niet begrijpt moet kiezen welke hij gelooft. Geen enkele garantie dat dan de goede wordt gekozen. Rechten een HBO opleiding? Misschien, maar ik ben wel van mening dat het in ieder geval voor rechters een vervolgopleiding zou moeten zijn na het volgen van een vakopleiding of wetenschappelijke opleiding. Dan kan je rechters inzetten die domein bekwaam zijn en de zin van de onzin kunnen scheiden zonder te moeten beoordelen wie er eerlijker uitzag en betrouwbaarder overkwam.

        1. Grotendeels mee eens. Dit heeft echter wel als nadeel dat de rechter dan eigen kennis kan gaan gebruiken om het geschil te beoordelen. En eigenwijsheid is zeker in de ict een algemeen aanwezige karaktertrek die dan de kwaliteit van het vonnis niet ten goede zal komen.

          “Opdrachtnemer heeft in vi het werk geschreven. Het werk bevatte diverse fouten. Aangezien dit met Emacs naar het oordeel van de kantonrechter voorkomen had kunnen worden, heeft opdrachtnemer daarmee niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht genomen.”

          1. Als de rechter dit als motivatie geeft dan is het nog niet eens zo’n probleem. Hij mag nog steeds niets gebruiken wat niet door één van de partijen is aangedragen. Dus als de opdrachtgever dat niet als reden heeft aangedragen waarom hij vindt dat er onzorgvuldig is gehandeld zal dit vonnis in hoger beroep geen stand houden.

            Wat de rechter wel kan doen is een onderscheid maken in zijn afweging als de opdrachtgever zegt: vi is een editor zonder enige ondersteuning voor de programmeur, het ontbeert elke vorm syntax highlighting en een foutje is snel gemaakt. Als opdrachtnemer emacs had gehad, dan had hij diverse tools waaronder syntax highlighting tot zijn beschikking gehad.

            En de opdrachtnemer zegt: Wij hebben gebruikgemaakt van vim, een doorontwikkeling van vi die wel degelijk syntaxhighlighting ondersteunt en meerdere hulpmiddelen en is uitbreidbaar.

            Een rechter met een achtergrond in informatica heeft deze mogelijk gebruikt en weet dat vim inderdaad deze functies bied en dat het belangrijker is waar de programmeur aan gewend is.

            En belangrijker: hij weet ook dat de editor in kwestie voor de kwaliteit van de software niet van belang is. Het helpt je hoogstens efficienter te werken, maar voor de kwaliteit is kennis en een gedegen ontwerp en goede ontwikkel methode wel belangrijk.

            De rechter weet dus dat dit argument niet terzake doet en je krijgt dus al geen uitspraak die ervan uitgaat dat de fouten door de editor zouden komen. Hij zal dit dus in zijn argumentatie terzijde schuiven.

        2. “zit je met de zotte situatie dat er jurisprudentie is gebaseerd op een sprookje”

          Maar dat is hoe het recht werkt. Het recht heeft helemaal niets met rechtvaardigheid of feitelijkheid te maken en een rechter doet uitdrukkelijk niet aan waarheidsvinding.

          “Een rechter zonder enige domein kennis werkt gewoon niet, omdat hij dan tussen twee verhalen die hij niet begrijpt moet kiezen welke hij gelooft.”

          Dat is de definitie van een rechter. Een rechter met domeinkennis zit al met een halve bil op de stoel van de een van de partijen en dat kan natuurlijk ook niet de bedoeling zijn. Dan krijg je rechters die reageren zoals zo veel nerds hier, “had je maar tracking cookies moeten uitzetten in instellingenscherm 30254/A.94 van versie 482952 zz-a van je browser die je uiteraard in een contrafibulistisch-stochastische besturingssyteem met verplichte updates naar bibliotheek nerd! nerd! nerd! draait.”

          Het recht werkt als volgt: twee partijen stappen naar een rechter en uiteindelijk winnen er drie advocaten.

          Wil je dat niet, dan stap je niet naar de rechter. En daar ligt een probleem, want vaak heb je geen keus.

          1. Het recht heeft helemaal niets met rechtvaardigheid of feitelijkheid te maken en een rechter doet uitdrukkelijk niet aan waarheidsvinding

            Offtopic, maar toch even: Nou, daar valt me toch even één van mijn illusies keihard aan scherven….misschien was ik ietsje te naïef of te simpel, maar recht heet toch recht omdat het om rechtvaardigheid gaat? Waarheid laat ik maar even buiten beschouwing,dat schijnt een nogal subjectieve bedoening te zijn. Maar recht?

            1. Het recht is inderdaad niet gericht op rechtvaardigheid maar op beslissen, oplossen van geschillen. Uiteraard is er een streven naar rechtvaardigheid maar uiteindelijk is gekozen voor een systeem waarbij de wet dicteert hoe het gaat gebeuren. En hoe onrechtvaardig ook, als de wet zegt dat we linksaf gaan dan gaan we linksaf.

              Zo krijgen de erven van Shakespeare geen cent van alle exploitatie van zijn werk vandaag de dag. Onrechtvaardig misschien maar wettelijk juist: zijn auteursrecht is verlopen.

                1. Je vergeet daarbij dat het helemaal niet zeker is dat Shakespeare unieke verhalen vertelde….de meeste verhalen schijnen al bestaan te hebben in de middeleeuwen en hervertelde hij, zeg maar zoals Disney sprookjes hervertelt. Hoe zou het gelopen zijn als Shakespeare eerst dure auteursrechtlicenties had moeten nemen?

              1. Als de wet zegt dat alle mensen met krulhaar het afgeschoten moeten worden, dan zullen de mensen met krulhaar daartegen, gerechtvaardigd, in verzet komen, met een terecht beroep op de mensenrechten, of op een van de alleroudste grondvesten van de Nederlandse staat, het Plakkaat van Verlatinghe waarin tyrannie verworpen wordt, of desnoods door ook zelf te schieten, geheel voorbijgaand aan elke vorm van juristische sofisterij dan ook.

                Het is een mensenrecht wetten te hebben die zijn gebaseerd op rationele grondslagen en logische consistentie. Een wet moet een (maatschappelijk, geen privaat “special interest”) doel hebben, en een wet moet (aantoonbaar) bijdragen aan het bereiken van dat doel, en wel liefst zo optimaal mogelijk. Dat daarbij soms grenzen getrokken moeten worden is onvermijdelijk, maar die lijnen moeten wel op redelijk zijn. Tenslotte hebben we het recht dat dergelijke wetten consistent gehandhaafd worden, omdat een zogenaamd “gedoogbeleid” uiteindelijk leidt tot willekeur en tyrannie.

                Het doel van het auteursrecht is maatschappelijk: namelijk zorgen dat er werken beschikbaar komen waar we als maatschappij wat aan hebben. Het middel dat de auteurswet daarvoor kiest, namelijk het geven van een tijdelijk monopolie als “recht” van auteurs, is van ondergeschikt belang, zolang het dat doel maar dient.

                Het euvel met het auteursrecht is dat, in zijn huidige incarnatie, het aantoonbaar is dat het met zijn extreem lange termijnen en de groote reikwijdte de beschikbaarheid van veel (met name wat oudere) werken eerder in de weg zit dan bevordert. Hierdoor ontstaat veel maatschappelijke schade. Helaas is het behoorlijk moeilijk deze te kwantificeren: je kunt moeilijk iets meten wat je niet hebt, en daardoor is maatschappelijke discussie over de irrationaliteit van het auteursrecht en zijn maatschappelijke schade tot vrij recent uitgebleven.

                In het verleden had het publiek weinig problemen met de regels van het auteursrecht, omdat zij meestal niet tot in de huiskamer reikten, of, waar dat wel het geval is, zij niet werd gehandhaafd. Met de opkomst van goedkope reproductieapparatuur, en de uitbreiding van wetgeving om wel in te grijpen op private kopieen is dat veranderd. Door deze veranderingen in de techniek en reikwijdte is de wetgeving veel directer gaan ingrijpen op het dagelijks leven.

                Op dit moment lijkt het wel of de wetgever inbreuk op auteursrechten zwaarder weegt dan dingen als kindermishandeling of openlijke geweldpleging (denk bijvoorbeeld aan de recente veroordeling tot 33 maanden cel van iemand die in Engeland met een camcorder opnames maakte in een bioscoop, of, met name in de VS en Duitsland, de afperspraktijken van zogenaamde rechthebbenden. Hierdoor komt de grondslag van het auteursrecht ter discussie te staan, en ontstaat er hopelijk een kans het auteursrecht dusdanig te hervormen dat het beter voldoet aan de maatschappelijke doelen.

  10. Ik heb er ook een: Websitebouwers die mijn privacy te grabbel gooien met “conversiepixels”, sociale media knoppen en cookies en javascript van derde partijen… Google-analytics en (nog veel) slechter. En niet thuis geven als malware via hun site op mijn computer terecht komt.

    1. Ik ben een websitebouwer. Ik krijg klanten vaak al niet uitgelegd waarom een printknop een bezopen idee is en ben de afgelopen 10 jaar er maar vanaf gestapt dergelijke dingen uberhaupt nog uit te leggen. Ik stip iets aan. Wordt er iets mee gedaan of wordt er doorgevraagd, mooi, zo niet, dan ligt het op het bordje van degene die opdracht geeft tot het bouwen van de website.

      Als iedereen social media buttons op zijn website heeft staan, dan wil mijn klant dat ook. Dan leg ik uit dat de wet vereist dat ze expliciet voor elk ‘cookie’ toestemming vragen en soms gaan ze dan nadenken en gezien het soort websites dat ik de laatste jaren bouw (veel intranet) dan komt er meestal wel een oplossing… al wil men wel video’s blijven embedden.

      Die instelling van mij is een beetje een wapenfabrikantenmentaliteit. Mijn ervaring met aangeven dat ik iets weiger te bouwen (meestal omdat ik de techniek niet beheers) is dat er gewoon iemand anders op wordt gezet, dus hoe zinvol dat is…?

      Heb jij suggesties hoe ik als bouwer bij dit soort issues de klant tegemoet kan treden?

        1. Als het rechtstreeks printen van een website een lelijke output geeft, heeft de bouwer zijn werk niet gedaan (of zijn klant hem daarvoor niet betaald). Het enige wat de printknop vaak doet, is de standaard printinstelling van de browser inschakelen.

          Waar jij het over hebt, is een printversie. Sommige sites maken die, door je naar een aparte versie van de pagina te herleiden en vanaf daar te printen. In mijn ervaring volstaat in 99% van dat soort gevallen een zogeheten printstylesheet wat perfect samenwerkt met de printfunctionaliteit van de browser.

          Een voorbeeld van een geval waar je meer nodig hebt dan een printstylesheet, is als je bijvoorbeeld een keus wil geven tussen verschillende varianten, bijvoorbeeld deze pagina met of deze pagina zonder de comments. In theorie kan dat met printstylesheets alleen, maar de browserondersteuning daarvoor ontbreekt in belangrijke mate.

          Kijk bijvoorbeeld op mijn blog (vormgeving nog in aanbouw), zowel naar de scherm als naar de printversie: http://www.tekstadventure.nl/branko/blog/2014/08/meet-the-new-look-same-as-the-old-look

  11. Mijn grootste ergernis zijn al die leeftijds-categorieen op spelletjes en films waar geen mens zich aan houdt. In ieder geval, veel ouders letten er eigenlijk niet op en kopen rustig Saints Row IV voor hun bijna-tiener. Doordat weinig ouders daadwerkelijk betrokken zijn bij wat hun kinderen bekijken op TV en online is er kennelijk een noodzaak aan het ontstaan om strengere wetgeving te produceren waar de rest dan weer de dupe van wordt. Of dat 12, 13-jaar oude kinderen al bezig zijn met sexting omdat ze van hun ouders een mobiele telefoon hebben gekregen met camera erin en daarmee “leuke dingen” denken te doen waar de ouders niets van af weten. Iets waardoor er weer viezerikken massaal het Internet afspeuren op zoek naar die minderjarigen in de hoop om die vieze filmpjes te pakken te krijgen, wat weer resulteert in strengere wetgeving en niet in betere opvoeding. Jongeren online zijn gewoon een ramp! 😉 Pure chaos. Het Internet is daar eigenlijk niet voor gemaakt…

    1. Gezien de geschiedenis van het internet, zou ik zegggen dat het júist voor dergelijke chaos gemaakt is. Dat is (was?) nu juist het unieke eraan, en is waar hedendaags veelgebruikte (online) technologie grotendeels vandaan komt. Dat het niet in het marketingtechnisch perfecte plaatje van “het internet als winkelstraat” past, doet daar niets aan af.

  12. En nee, dat ik een website die gebruik maakt van hun diensten toestemming geef om cookies te zetten wil niet zeggen dat ik dan dus ook maar de advertentienetwerken toestemming geef om datzelfde te doen.

    Gewoon even de third-party cookies uitzetten in je browser. Zo simpel is. Maar dat wordt de mensen nooit verteld.

  13. Wat mij vooral ook ergert is het eindeloos oprekken in tijd van auteursrecht. Dat een rechthebbende (en dan bedoel ik met name de originele maker zelf!) in enige vorm recht heeft op vergoeding zo lang hij of zelf leeft: fair enough. Maar waarom moet tot 70 jaar na diens overlijden ook nog betaald worden? In de VS rekt men dat nu zelfs al op tot 100 jaar of via trucs zelfs tot in het oneindige. Natuurlijk goed voor het verdienmodel van de Disney’s van deze wereld, maar remt wel de creativiteit mbt hergebruik en ik kan me ook geen redelijke uitleg bedenken die dat soort praktijken ondersteund.

    1. Nog erger is dat Disney zelf geen cent auteursrechten hebben betaald over alle sprookjesverhalen die ze hebben gejat, maar nu wel succesvol lobbyen om al hun oude films in het auteursrecht te houden. Leuke wereld leven we in, waar een groot bedrijf een zak geld aan de regering geeft, zodat die hun inkomsten beschermen.

      1. Volgens mij was dat ook niet nodig omdat de originele Disney-verhalen al tot het Public Domain behoren. Overigens heeft Disney veel van de verhalen dusdanig aangepast waardoor het verhaal “mooier” werd voor het moderne publiek. De Disney-varianten worden vaak verward als zijnde de ware sprookjes, maar de originele sprookjes waren een stuk grimmiger. Zo ging de Kleine Zeemeermin gewoon dood in haar sprookje. En Assepoester was een stuk bloediger in de versie van de gebroeders Grimm, omdat een stiefzus haar hak afhakte om maar in het schoentje te passen. (Ze werd verraden door tortelduifjes.) En Aladdin had niet alleen een toverlamp maar ook een toverring, die je bij Disney niet terugvindt.

        1. Die behoorden inderdaad tot het public domain. En volgens de wetgeving die toen gold, zouden de films nu ook allang tot het public domain behoren. Of, andersom, volgens de wetgeving die nu geldt, zouden die verhalen toen nog toebehoren aan de nabestaanden van de schrijvers.

          Elke keer dat de Disney-fiolms dreigden in het public domain te komen, is de wetgeving aangepast en de tijdsspanne opgerekt. Daarvoor heeft Disney flink geld betaald aan een paar overheidsfunctionarissen. En dat is iets om je echt aan te ergeren.

  14. Een leuk overzichtje van hoe juristen de fout in gaan met logica is te vinden in Skepter, jaargang 22, nummer 1, 2009 (zoek even naar “7 cruciale argumentatiefouten van juridische waarheidszoekers” door Ton Derksen; de site met frames laat zich niet goed linken). Ongerechtvaardigd vertrouwen in statistiek is inderdaad een van de boosdoeners.

    In het verlengde van puntje 6: politici die roepen dat iets niet kan of mag vanwege EU-regels of (andere) internationale verdragen. Vaak mag het wel, of zijn ze zelf verantwoordelijk geweest voor het maken of goedkeuren van diezelfde verdragen. Bovendien wordt e.e.a dan ook nog een keer strenger uitgelegd dan nodig, omdat men zonodig het braafste jongetje in de klas wil zijn. Tenslotte, een echt slecht verdrag kun je altijd opzeggen, als je de consequenties maar voor lief neemt.

    Lobbyisten hebben al langer door hoe internationale verdragen gebruikt kunnen worden om het Democratisch speelveld lam te leggen — ik pleit dan ook voor een soort van grondwettelijke limiet op de duur van zulke verdragen: we niet moeten willen dat verdragen voor meer dan 30 jaar worden geratificeerd, zodat vorige generaties niet over het graf heen kunnen regeren… Als men ze naar die 30 jaar nog steeds belangrijk vindt is het een eenvoudig hamerstuk om ze weer te verlengen.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.