Wat als een licentie zichzelf tegenspreekt?

Via Twitter: waar sta je als een licentietekst enerzijds zegt “Alle rechten voorbehouden” met standaard blaftekst en anderzijds een keurige Creative-Commonslicentie benoemt, inclusief icoontje? Iets preciezer:

Mijn eerste gedachte is: ik zie de tegenspraak niet. Het voorbehoud zegt immers dat er niets mag zonder schriftelijke toestemming. En wat staat er boven dat voorbehoud geschreven? Precies, er is een CC-licentie van toepassing. De beperktste licentie, dat wel (Niet-Commercieel-GeenAfgeleidewerken), maar goed. Dat CC-logo met ondertitel is een geschrift dat toestemming verleent, dus dat sluit keurig aan bij de algemene tekstdie zegt “er mag niets zonder toestemming”.

Maar goed, stel het stond er net iets anders: “Het is ten strengste verboden op enigerlei wijze dit werk te kopiëren of aan derden beschikbaar te stellen.” (dus zonder “behoudens toestemming”) gevolgd door “Creative Commons Naamsvermelding”. Dan heb je inderdaad een tegenspraak. Wat dan?

Het recht is geen rekensom. De bedoeling van wat je opschreef, is minstens zo belangrijk als wat er letterlijk staat. Onder juristen staat dit bekend als de Haviltex-norm:

De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van pp. is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die pp. in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen pp. behoren en welke rechtskennis van zodanige pp. kan worden verwacht.

Dit is dus waarom ik rechters do-what-I-mean compilers van het recht noem: ze moeten de afspraken interpreteren in het licht van wat deze partijen ermee bedoeld zouden hebben. Daar kan dus best iets anders uitkomen dan je zuiver taalkundig zou kunnen denken.

De vraag wordt dan dus: wat zou een uitgever van een boek bedoelen als hij zegt “Verboden te kopiëren” in combinatie met “Je mag kopiëren onder deze en deze voorwaarden”. Ik zou dan zeggen: die “Verboden”-tekst is een standaardfrase, terwijl de Creative Commons-vermelding iets bijzonders is. Het ligt dan voor de hand dat men uit gewoonte die standaardfrase vermeldde, maar dat het primair de bedoeling was het boek Creative Commons te verklaren. Daarmee ‘wint’ dan de Creative Commons-vermelding, zolang je binnen de grenzen van die licentie blijft uiteraard.

Je zou ook kunnen zeggen, een professioneel bedrijf vermeldt niet zomaar wat random teksten, dus beiden waren een bewuste keuze. Maar dan is het gevolg dat de uitgever twee tegenstrijdige dingen zegt, en je kunt niet tegelijkertijd aan twee dingen voldoen. Daarmee zou dan de Creative Commons-vermelding betekenisloos zijn. En dát kan redelijkerwijs toch ook weer niet de bedoeling zijn. Daarom zou ik die interpretatie niet juist vinden.

Hoe zouden jullie de combinatie van “Verboden” en “Creative Commons” interpreteren?

Arnoud

27 reacties

  1. Je eerste uitleg lijkt me het meest logisch… Je begint met de hoofdregel (mag niet/verboden), vervolgens ga je nuancering aanbrengen (maar….). Het lijkt mij dan meer een kwestie van in welke volgorde het staat. Wat ik me kan herinneren werkt het wetboek ook op die manier. Artikel 1, maar sub paragraaf etc etc etc…

  2. De CC zou ik zien als schriftelijke goedkeuring af te wijken van het standaard verbod tenzij er duidelijk bij staat welk stukje voor gaat. Dit laatste zie je wel eens in contracten die bestaan uit meerdere onderdelen die tegenstrijdig kunnen zijn.

  3. Is het niet zelfs zo dat CC deels rust op copyright? Als in ‘je mag kiezen of je dit werk wil verspreiden onder de CC regels die ik nu stel (dus iig BY, en mogelijk SA en NC) of je mag je aan de regels van copyright houden, dus citaatrecht en dergelijke gelden.’

    1. Voor de volledigheid: een CC-licentie heeft niet per definitie een BY-clausule. De CC0 heeft dat bijvoorbeeld niet.

      Verder lijkt het mij ook niet dat een CC-licentie iets verandert aan de rechten die je sowieso al had (bijv. citaatrecht), en dit is volgens mij ook iets dat uitdrukkelijk in de CC-licenties benoemd wordt. Ik zie dan ook niet in waarom je nog per se het copyright apart aan moet stippen; je hebt dat citaatrecht toch wel, CC of niet, en de licentie kan daar geen verdere beperkingen aan stellen.

  4. Het verbod beding is opgenomen omdat iedereen dat doet en de Creative Commons opgenomen als uitzondering, dus wint Creative Commons. Bovendien is dat de meest realistische gunstigste uitkomst is voor de ontvanger (art. 6:238 BW).

  5. Wat moet ik denken van CoOS?

    De LICENSE file schrijft

    Copyright Notice
    Any and all data, files, source code, html content and documentation included in the CoOS component distribution or available on this site are the exclusive property of CooCox.

    License Details
    CoOS component is free and open-source; it is licensed under the Berkeley Software Distribution (BSD) and can be used in commercial applications under this license.
    …gevolgd door de BSD licentie.

    Maar het wordt interessanter: in een subdirectory staat in CooCox CoOS’s TERMS AND CONDITIONS.pdf:

    Open source software licenses for CooCox source code constitute separate written agreements. To the limited extent that the open source software licenses expressly supersede these Terms and Conditions, the open source licenses govern your agreement with CooCox for the use of CooCox products or specific included components of CooCox products.
    ehh, watte?

    En dan:

    CooCox CoOS is free and open-source, it is licensed under the Berkeley Software Distribution (BSD) and can be used in commercial applications under this license.
    Mooi, maar meteen erna volgt:
    No body has the right to sell the software or related products without permission. You may not use the CooCox Software in any manner that could damage, disable, nor may you use Software in any manner that could interfere with any other party’s use and enjoyment of CooCox’s services or the services and products of Third Parties. “Third Parties” means the third party licensors of the Software.

    Vervolgens komen nog allerlei beperkingen aan het gebruik, die allemaal niet in de BSD-licentie staan.

    Wat moet ik hier nou van maken?

    1. De LICENSE file is intern consistent. Alles is hun ‘eigendom’, oftewel alle rechten rusten bij hen. Dat is een dienstmededeling, FYI, dank u.Dan is het duidelijk: BSD license, doe je ding, ook commercieel.

      Die TERMS zeggen iets anders maar laten ruimte open, als je liever de BSD volgt dan mag dat ook en dan ‘wint’ de BSD. Tot dusver geen probleem.

      De “no body” zinnen kloppen niet met de TERMS. Ik ben geneigd dan te zeggen, er staat dat de OSS terms de TERMS superseden, dus die zin is betekenisloos.

  6. Is een rechter als “do-what-I-mean compiler” niet intern tegenstrijdig? Zo’n rechter moet dan toch ook “do-what-I-mean” zijn aan de tegenpartij, zeker in het privaatrecht? Wat als er tegenstrijdige voorwaarden in een licentie staan, en de ene partij leest (en bedoelt) A, en de andere partij leest (en bedoelt) B? Zo’n licentie-overeenkomst is dan, bedoeld of onbedoeld, gebaseerd op een misverstand. Zeker in geval van een onbedoeld misverstand is “do-what-I-mean” niet voldoende om er uit te komen.

    Misschien zou het moeten zijn dat, in geval van een expres gecreëerd misverstand, degene die het misverstand creëert aan het kortste eind dient te trekken, en in het geval van een onbedoeld misverstand de overeenkomst zoveel mogelijk ongedaan gemaakt dient te worden. Ik denk dat je nog steeds situaties over houdt die niet op een nette manier op te lossen zijn.

    1. De rechter moet met de Haviltex-norm bepalen wat de partijen voor ogen hadden. Ook als partijen iets tegenstrijdigs betogen te hebben bedoeld. Het achterliggende idee zou dan zijn, er is immers een overeenkomst dus jullie wáren het eens, axioma. De vraag is dan alleen nog waar je het over eens was. Het is dan onmogelijk te concluderen “partij A wil a en partij B wil b, dat kan niet samen” want dan is er geen overeenkomst, wat strijd met het axioma oplevert. Eenvoudig zal het niet zijn.

      In dit arrest stond de HR voor iets dergelijks. Beide partijen betoogden op grond van dezelfde tekst dat een betalingsverplichting (een eventuele aanmerkelijkbelangclaim bij een aandelentransactie) voor rekening van de ander moest komen. Ook dan zegt men: Haviltexen, er móet een interpretatie zijn die aansluit bij de bedoelingen van partijen.

      1. Wat een raar axioma. Waarom is daar voor gekozen? Het lijkt nogal ver van de werkelijkheid te staan, want als je voor de rechter staat is dat meestal juist een teken dat je het niet met elkaar eens bent.

        1. Nou ja, je moet iets. Er is een overeenkomst gesloten en partijen zijn het nu oneens over artikel X. Dan voelt het logisch om te zeggen, jullie wáren het ooit eens over X want anders had je nooit die overeenkomst gesloten. Dus laten we eens kijken wat jullie toen gedacht moeten hebben. Dan behoud je de overeenkomst, vul je de onduidelijkheid in en dan is het geschil opgelost, toch? Natuurlijk kan het dan zijn dat je zegt, wat partij A zegt dat is juist en partij B kletst uit zijn nek. Het is niet zo dat er altijd een compromis moet komen.

          Wat is het alternatief? Partijen zijn het oneens over X, dus ik schrap X uit het contract? Ik annuleer het contract? Dat gaat meteen wel érg ver.

          1. Als het een belangrijk deel van de overeenkomst is, waar beide partijen een logische maar verschillende interpretatie aan geven, dan kan de juiste conclusie toch zijn dat er geen overeenkomst was en deze nietig verklaard wordt.

              1. Ik denk dat het veel vaker voorkomt dan de juridische wereld aanneemt dat er overeenkomst leek te zijn, terwijl die er niet was door verschillende (maar niet onlogische) interpretaties door beide partijen.

                Het is dan nogal gekunsteld om maar aan te nemen dat er wel een overeenkomst was.

                Het zal best makkelijker zijn om de knoop door te laten hakken door een rechter mbt het onduidelijke deel, maar is het ook beter voor de partijen en de samenleving?

                1. Hm, daar heb je een goed punt. Het is inderdaad géén aanname dat er wel een contract zal zijn. Je komt pas bij de analyse van wat er afgesproken is áls er een contract is. Ik denk dat ik er vanuit ging dat de strijdende partijen het daar over eens waren. Dan mag de rechter in principe niet zeggen, jullie hebben in het geheel geen contract.

                  Lees mijn reactie dus als: partijen waren het er over eens dát ze een afspraak hadden, alleen hebben ze verschil van inzicht over een deel van de inhoud. Er staat bijvoorbeeld “betalen binnen 30 dagen” en de een zegt “na levering” en de ander zegt “na contractsluiting”.

                  1. Ja, maar dan kan een van de partijen weer zeggen: met die andere interpretatie was er helemaal geen contract geweest, dat was een essentieel punt van het contract.

                    Kun je een contract wel opdelen? Volgens mij niet, je weet immers niet waar voor de andere partij de ja/nee beslissing lag.

                    1. Aan de andere kant moet de rechter tot een practische oplossing van een probleem komen. Kennelijk waren partijen het over belangrijke onderdelen van het contract wel eens en dan kan de rest met een beetje redelijkheid ingevuld worden.

                    2. Dat kan, maar dat voelt te makkelijk. Dan kun je achteraf gaan bedenken, wat is gunstiger wel of geen contract, en dan je argumentatie zo insteken. Zo zou je makkelijk een verliesgevend contract kunnen annuleren. Dus nee, ik denk niet dat dat redelijk is. Bewijs maar met argumenten ten tijde van contractsluiting dat dat écht essentieel was. (Dit is een reden om overwegingen vooraan in je contract op te nemen.) Er geldt immers ook dat je wederpartij dergelijke dingen had moeten kunnen weten (art. 3:35 BW). Als jij geheim houdt dat iets essentieel is, dan mag je niet achteraf je daarop beroepen.

                      1. Ja, je zit natuurlijk met een moeilijke situatie. Je kunt nu eenmaal niet alles van te voren uitklaren wat ooit een discussiepunt zou kunnen worden.

                        En het is natuurlijk ook niet de bedoeling om achteraf de overeenkomst aan te passen of te annuleren, afhankelijk van wat het beste uitkomt. Daar is de rechtszekerheid ook niet mee gediend.

                        Maar dat ‘ Bewijs maar met argumenten ten tijde van contractsluiting dat dat écht essentieel was’ is natuurlijk ook niet mogelijk.

                        Immers: het stond toch overduidelijk in het contractvoorstel, en de andere partij had er ook geen commentaar op, dus huh, verduidelijken dat het essentieel is? Logisch toch, het maakt integraal deel uit van het contract, natuurlijk is het essentieel. Je kunt nu eenmaal geen argumenten/uitleg geven bij iets wat je zelf niet als potentieel probleem ziet.

                        Kortom: een contractant is vaak niet in staat om essentiele punten te identificeren en toe te lichten. Hij ziet ze gewoon niet, voor hem zijn ze zoooo logisch tijdens de onderhandeling

                        En zelf al zou jde contractant ze herkennen: Als je vermeldt wat echt essentieel is, geef je de andere partij wel een heel groot commercieel voordeel, dus dat is zakelijk ook nog eens onverstandig.

                        Nu.. er zitten natuurlijk verschillende aspecten aan dit probleem, en ik heb de oplossing ook niet. Maar ‘er was een overeenkomst, we moeten alleen interpreteren wat die echt was’ is een juridische fictie. Zolang iedereen zich daarvan bewust is, geen probleem.

                        1. Dat het in het contract staat, maakt voor mij nog niet dat het zó essentieel is dat je op die grond het contract nooit zou hebben gesloten. Er zijn essentialia en er zijn details. Betalingstermijn zou voor mij een detail zijn, niemand laat een contract ‘springen’ omdat ze er op de betalingstermijn niet uitkomen.

                          Dat je ze zó logisch vindt dat je ze niet toelicht, dat vind ik jouw probleem. Hoe moet ik weten dat iets essentieel voor je is, zó essentieel dat je er vanaf zou willen als ik dat anders blijk te zien? Dat is gewoon écht onredelijk voor mij. Ik heb in onderhandelingen nog nooit het gevoel gehad iets weg te geven door te zeggen “dit is voor ons een breekpunt”. Natuurlijk, je zet de relatie ietwat op scherp en het kan erop afknappen, maar er vervolgens commercieel op gepakt te worden? Dat weet ik niet.

                          En nogmaals, ik heb mezelf genuanceerd: als partijen het er over eens zijn dat er een contract is, dán is de taak voor de rechter te interpreteren wat nu eigenlijk precies de afspraak was.

                          1. Inderdaad, je hebt jezelf genuanceerd. Zoals ik aangaf: ik heb de oplossing ook niet. Beide benaderingen hebben hun nadelen. Ik weet eigenlijk zelf niet of ik eerder aanhanger ben van de ondeelbaarheid van een contract (alles is even belangrijk) of van een hierarchie.

                            Ik kan trouwens gemakkelijk een scenario bedenken waarin de betalingstermijn essentieel is, zonder dat je dat wilt melden: Een bedrijf met dreigende liquiditeitsproblemen, die dat niet wil melden om niet onbetrouwbaar over te komen en daardoor het risico te lopen de hele deal mis te lopen.

                            Je kunt trouwens ook gemakkelijk commercieel gepakt worden op een essentieel punt. Als je bijvoorbeeld als leverancier weet dat een bepaalde betalingstermijn essentieel is, en je weet ook dat he concurrenten dat nooit zullen bieden, hoef je niet de laagste prijs te geven. Als je weet dat een bepaalde combinatie van specificaties van je product voor de klant essentieel zijn, die toevallig alleen in jouw product voorkomen, dan heb je de klant ook in de tang.

                            Het gebeurt, zeker met industriele producten, vaak dat een proces bij een klant is geoptimaliseerd op een specifiek product van een specifieke leverancier. Dat betekent dat alle andere producten in eerste instantie inferieur zijn (namelijk: niet 1 op 1 uitwisselbaar zonder aan de knoppen te draaien en risico op minderwaardige eindproducten te lopen). Verkopers die dat soort signalen krijgen van hun kopers en dat niet gebruiken in hun prijsonderhandelingen zijn geen knip voor de neus waard (is althans de heersende mening in de industriele marketing).

                            Dus als koper vertel je beter niet wat voor jou essentieel is. Het kan alleen maar tegen je gebruikt worden, commercieel gezien dan.

                            Hetzelfde truukje wordt trouwens omgekeerd gebruikt bij publieke aanbestedingen waar omkoping in het spel is. De aanbestedingsdocumenten worden zodanig opgesteld dat slechts 1 leverancier er technisch aan kan voldoen (wat weet de gemeenteraad/het parlement immers van technische specificaties), en die leverancier is dan vrij om zijn prijs te bepalen. De andere partijen worden immers vroeg in het biedproces eruit gegooid omdat ze niet voldoen aan de technische specs.

  7. Typisch geval van Estoppel. Als ik op basis van het icoontje het werk zonder aanpassing (ND) en met bronvermelding (BY) in een niet commerciële (NC) reader opneem, lijkt me de auteursrechthebbende promissory estopped van claimen dat ik aan stichting reprorecht had moeten afdragen. Voor zover er een tegenstrijdigheid is, is die voor rekening van de veroorzaker en niet voor iemand die daarna tijd en kosten besteedt aan het verder verspreiden van dat werk.

    1. Klopt naar Amerikaans auteursrecht, maar ik zit te twijfelen welke route je langs Nederlands recht neemt om hiermee ergens uit te komen. Ik denk dat je toch via het gewekte vertrouwen (art. 3:35 BW) moet gaan, de CC licentie wekte de indruk dat er dingen mochten en dan kun je niet met een generieke tekst dat vertrouwen tegengaan.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.