Mag een website je vliegreis veranderen als je er een hotel bij doet?

Een interessante vraag op het Tweakersforum:

Vanmiddag heb ik via een website vliegtickets geboekt. Na het uitzoeken van de tickets stonden er 2 knoppen in beeld. “Boek nu” en “Toon prijs incl. hotel’. Aangezien ik een hotel nodig heb voor de 2e knop gekozen. … Helaas zie ik pas in de bevestiging dat het ineens heel andere vliegtickets zijn (andere luchthaven (in Londen) en andere tijden). [De helpdesk zegt] “We zien dat wanneer er een hotel geselecteerd word er andere vluchten mogelijk zijn, welke vlucht er aan verbonden was kon u zien via de vluchtdetails.”

Wat een merkwaardig verhaal. Het komt er dus op neer dat als je een vlucht met hotel boekt, men uitkomt bij andere vluchten en voor het gemak die maar gelijk in de plaats stelt van de uitgekozen vluchten. Dat kan dus kennelijk inclusief een volledig ander vliegveld in de gewenste stad zijn?

Uiteindelijk blijkt het wel zo te zijn (Bekijk de video!) dat men een aparte pagina met een boekingsoverzicht toont, met daarin de aangepaste -andere dus- vluchtgegevens opgenomen. De vraagsteller hád het dus kunnen weten, als hij die pagina aandacht had gelezen en dan op de definitieve knop voor betaling had gedrukt. Vanuit dat perspectief valt er dus weinig te verdedigen. Wie niet leest wat hem aangeboden wordt, moet niet klagen dat hij iets krijgt wat hem niet opgevallen was.

Daar staat tegenover dat we in het consumentenrecht echt wel meer verwachten dan “had je maar moeten lezen”. Verkopers (en dus ook reisorganisaties en bemiddelaars) moeten actief aan de bak; zij hebben informatieplichten, mogen geen misleidende praktijken plegen en moeten zo duidelijk mogelijk zijn in wat ze aanbieden. Tot en met de expliciete tekst “betalingsverplichting” bij de bestelknop, enkel “Nu bestellen” of “Nu definitief boeken” is juridisch niet genoeg.

Ik zou zeggen dat als iemand in een boekingsproces kiest voor vlucht A vanaf Schiphol om 14:20, en hij er dan een hotel bij boekt, hij niet zomaar hoeft te verwachten dat de vlucht verandert in eentje vanaf Londen Stansted (of voor mijn part Eindhoven Airport) om 12:10. Je vertrouwt erop dat je vérder gaat in het boekingstraject, niet terug naar de keuze hoe en wanneer je wilt vliegen. Mentaal heb je dus onthouden dat de vlucht al gedaan is, alleen nog een hotel erbij.

Vanuit dat standpunt is het dus vrij essentieel om te signaleren dat de gekozen vlucht is veranderd. En daarmee wordt het dus een plicht om dit te doen, op straffe van vernietigbaarheid van de combinatieboeking hotel en vlucht. Ongeacht of de juiste gegevens op het eindscherm stonden; het niet tonen van de expliciete “Let op, dit is anders” boodschap levert een misleidende omissie op.

Wat vinden jullie? Moet je gewoon beter lezen, of is het de taak van de reisorganisatie om te waarschuwen?

Arnoud

Wanneer sluit je als consument een verkoopovereenkomst via internet met een bedrijf?

Mijn moeder heeft vorige week maandag op “ikwilvanmijnautoaf.nl” aangegeven van haar auto af te willen, zo opende een draadje bij Tweakers. De moeder van de topicstarter wilde van haar auto af, nam contact op met het gelijknamige bedrijf en kreeg telefonisch een bod van zeshonderd euro, waar ze kennelijk positief op reageerde. Daaruit concludeerde het bedrijf dat er een bindende overeenkomst was, waarop de zoon boos werd want de auto zou volgens externe bronnen eerder vier dúizend euro waard zijn. Wat dan dus de vraag oproept, hoe hard zit je vast aan zo’n telefonische onderhandeling?

Op zich is het volgens mij niet raar om een hele lage prijs te bieden als opkoper, volgens mij weet iedereen dat je bodemprijzen krijgt. Het hele punt is immers, je wil er vanaf en dan heb je niet veel meer te eisen. Maar het moet wel netjes gebeuren, dus als men zegt dat het vrijblijvend is en daarna een overeenkomst claimt dan gaat er iets niet goed.

In deze situatie geldt er geen strenge consumentenbescherming. Had het bedrijf zelf gebeld, wilt u van uw auto af (zangstem: “punt ennel”), dan was het een ongevraagde telefonische acquisitie geweest en dan kan geen rechtsgeldige overeenkomst worden gesloten. Maar nu de verkoper zelf het gesprek initieerde, is dat wel gewoon mogelijk.

Hoofdregel is natuurlijk dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding. Letterlijk het woord “contract” of “afspraak” noemen is niet nodig. Als de autokoper dus zegt “gezien de gegevens lijkt me 600 euro mijn beste prijs” en de verkoper zegt “nou dat moet dan maar” dan zit de verkoper er aan vast. (De koper trouwens ook.)

Ik zie in het draadje diverse opmerkingen dat je bij overeenkomsten op afstand een bevestiging moet sturen om deze bindend te laten zijn. De wet eist bij overeenkomsten langs elektronische weg dat de dienstverlener een bevestiging stuurt (art. 6:227b BW). Dat is hier echter niet van toepassing; lid 3 zegt al vrij letterlijk dat deze eis niet geldt bij overeenkomsten die via elektronische post of een soortgelijke vorm van individuele communicatie tot stand zijn gekomen. Bovendien gaat het bij telefonische onderhandeling niet over diensten van de informatiemaatschappij.

Bij dit soort zaken is het echter vrij gebruikelijk dat de auto eerst gekeurd wordt. De prijs moet je dan dus eerder zien als een indicatie, en dan is juridisch nog geen sprake van een bindende overeenkomst. Ik zou dus eerder denken dat je daarop uit moet komen. Er ligt een bod van (grofweg) 600 euro, laat de auto zien en wellicht dat het bod dan naar beneden gaat. Maar bevalt het definitieve bod je niet, dan rijd je gewoon weer weg.

Natuurlijk wil je het gesprek even terugluisteren om zeker te weten wat er is gezegd, maar zo inschattend denk ik dat er geen bindende overeenkomst is en de autokoper vooral druk probeerde uit te oefenen om mevrouw langs te krijgen en haar om te praten.

Stel nu dat de autokoper had gezegd “ik betaal 600 euro zelfs als ie een total loss blijkt” en mevrouw had gezegd “dat is prima, ik wil er zo graag vanaf”. Dan was het volgens mij wél een bindende overeenkomst. Het is totaal niet relevant wat andere marktpartijen rekenen.

Vandaag wat minder reacties van mijzelf overigens want ik ben jarig. 0x2C alweer, wat gaat de tijd toch snel.

Arnoud

Dit is dus wat ze bedoelen met ongevraagde zendingen

groepsfoto-klassenfoto.jpgEen vonnistip via Twitter:

Vrouw behoudt schoolfoto’s van dochter zonder ze te betalen. Mag dat?

Oké, niet echt internet- of ICT-recht tenzij je zegt dat camera’s computers zijn en foto’s digitale inhoud. Maar wel leuk, en het is vrijdag dus kom nou.

Uit het vonnis blijkt het volgende. Een fotograaf was op een school foto’s wezen maken als schoolfotograaf. De school deelt de foto’s vervolgens uit aan de leerlingen teneinde dit pakket thuis te laten zien, vergezeld van een machtigingsformulier, een bestelformulier en een retourenvelop. En nu komt ‘ie: onderaan het machtigingsformulier staat:

Binnen 10 dagen terugsturen anders verplicht u zich tot afname!

De gedaagde in deze zaak had niets teruggestuurd, maar meende dat ze ook niet tot afname verplicht was, omdat ze immers nergens om had gevraagd. Er was niet met de school gesproken over foto’s kopen; bij schoolfoto’s is dat ook niet echt gebruikelijk. De school faciliteert een fotograaf en die moet het onderling met de ouders verder maar regelen.

De fotograaf kon niet echt onderbouwen waarom er sprake zou zijn van een bindende overeenkomst. Hij deed dit al jaren zo, maar dat is juridisch geen argument. Je kunt niet eenzijdig zeggen, stilzwijgen is toestemming. Helemaal niet gezien art. 7:7 BW:

Degene aan wie een zaak is toegezonden en die redelijkerwijze mag aannemen dat deze toezending is geschied ten einde hem tot een koop te bewegen, is ongeacht enige andersluidende mededeling van de verzender jegens deze bevoegd de zaak om niet te behouden, tenzij het hem is toe te rekenen dat de toezending is geschied.

De rechtbank vindt het evident dat deze foto’s zijn geleverd teneinde de gedaagde tot een koop te bewegen. Er zit immers een bestelformulier bij. En dan is de enige vraag of je als gedaagde hebt uitgelokt dat de foto’s zijn geleverd, waarvan hier geen sprake was.

Hooguit zou je je nog kunnen afvragen of sprake is van ’toezending’, wanneer de school je een envelop bezorgt via je kind is dat moeilijk een ‘zending’ te noemen in de zin van een postzending. Maar dat was geen argument in deze zaak, en ik denk ook niet dat het opgaat omdat ook bezorgen via een koerier eronder zou vallen, en dat kind is gewoon de koerier dan.

Juridisch is er nog een truc als je geen contract hebt: de zogeheten ongerechtvaardigde verrijking. Dit is een beetje het stiefzusje van de onrechtmatige daad. Weliswaar heb je niets onrechtmatigs gedaan om iets te verkrijgen, maar je mag dat iets toch niet houden want je hebt er geen grondslag voor. Je zou dan kunnen zeggen, je behoudt die foto en die vertegenwoordigt waarde, dus je hebt jezelf verrijkt en dat gaat ten koste van mij, dus betalen of foto terug.

Maar ook dat gaat hier niet op. De regel uit artikel 7:7 BW is heel duidelijk in het voordeel van de consument geschreven. Met een truc die regel onderuit halen, is niet de bedoeling en dus verklaart de rechter dat argument ongeldig (dit is waarom ik rechters DWIM compilers van het recht noem).

Arnoud

Oeps, ik heb per ongeluk de iTunes voorwaarden geaccepteerd!

macbook-play-pauseEen lezer vroeg me:

Ik heb een MacBook met op het toetsenbord een play/pause-knop. Wanneer ik deze (al dan niet per ongeluk) indruk, wordt iTunes gestart. Ik heb nooit de voorwaarden van iTunes geaccepteerd, omdat ik andere software gebruik voor het luisteren naar muziek, derhalve wordt mij eerst gevraagd of ik de voorwaarden wil accepteren. Ik weigerde dit, waarna het scherm direct weer tevoorschijn kwam. Als techneut wist ik wel hoe ik iTunes snoeihard kon afschieten, maar ik kan me voorstellen dat andere gebruikers na een aantal keer de voorwaarden accepteren met het enkele doel om iTunes te kunnen afsluiten. Is in die situatie een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen?

Een overeenkomst komt juridisch gezien tot stand doordat partij A een aanbod doet dat partij B aanvaardt. Het maakt in principe niet uit hoe aanbod of aanvaarding worden gedaan of gecommuniceerd. Een door twee partijen ondertekend stuk papier is net zo bindend als een mondeling “ja oké” of een klik op een akkoordknop.

Aan een per ongeluk gegeven aanvaarding zit je niet vast. Je moet juridisch gezien wel de wil hebben gehad dat aanbod te aanvaarden. Alleen: hoe weet je wederpartij dat? Het is wel erg makkelijk om achteraf te zeggen “oh sorry dat had ik niet bedoeld”.

De Nederlandse wet lost dit op met de zogeheten wilsvertrouwenleer (art. 3:35 BW. Als de wederpartij er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat wat je deed een uiting van jouw wil was, dan zit je eraan vast. Klikken op ‘akkoord’ is een uiting van een wil (je wilt akkoord gaan). De vraag is dan dus: mag Apple erop vertrouwen dat jij werkelijk dat wilde?

Het probleem met die knop is dat er nauwelijks een nuance aan te brengen is: je drukt erop, of niet. Ik zie dus twee mogelijkheden. De ene is dat je zegt, dit is bindend want je moet maar uitkijken waar je op klikt. De tweede is dat je zegt, dit is niet bindend want Apple moet maar beseffen dat veel mensen dit eigenlijk niet willen en/of niet snappen.

Ik neig zelf naar het tweede standpunt, want het wordt wel érg makkelijk zo om mensen aan allerlei voorwaarden te binden. En vandaag de dag is het nauwelijks nog verdedigbaar (vind ik) om te zeggen dat mensen elke set voorwaarden rustig lezen, eventueel juridisch advies inwinnen en dan welbewust op akkoord klikken.

Jullie?

Arnoud

Contractsluiting via activatiecode is rechtsgeldig (en waarom ook niet)

pen-contract-ondertekenen-algemene-voorwaardenWanneer een bedrijf een per e-mail toegezonden activatiecode voor een overeenkomst intypt, mag je daaruit concluderen dat men dat contract heeft gewild. Ook al is er geen handtekening gezet. Dat vonniste (arresteerde, maar dat klinkt gek) het Hof Arnhem-Leeuwarden onlangs. Elektronisch contracteren, het blijft een onderwerp dat de gemoederen doet losmaken.

Wie in de Nationale Zorggids vermeld wil worden, moest vroeger een contract ondertekenen en terugsturen. Dat is natuurlijk praktisch nogal omslachtig, vandaar dat het bedrijf achter de gids een nieuw proces had ingevoerd: Je krijgt een mail met een unieke activatiecode, die moet je invoeren op de website en na akkoord op algemene voorwaarden (argh) en op ‘Activering voltooien’ klikken heb je dan een contract gesloten.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is er nul komma niets spannends aan elektronisch contracteren. Ook niet als je een huis koopt of zo, want ook dan is het simpel: dat mag niet elektronisch.

Als het wél elektronisch mag, dan zijn er eigenlijk geen inhoudelijke eisen. Wil je een gescand stuk papier met inktkrabbel, leuk voor je. Wil je een activatiecode ingevoerd zien en een vinkje bij i-agree-with-ze-terms-and-conditions dan is dat ook prima. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, en dat is het. Een stuk papier met inktkrabbel levert sterker bewijs op dát je het aanbod hebt aanvaard, dat is alles.

En als je een proces opzet dat begint met

“Welkom in de beveiligde omgeving van de Nationale Zorggids. Voer uw activeringcode in om de vier stappen te doorlopen waarmee u uw opdracht kunt activeren en bevestigen.”

dan is dat ook prima:

Daarmee is naar het oordeel van het hof reeds bij de eerste stap voldoende duidelijk, althans zou voor een professionele wederpartij als B2B-Twente voldoende duidelijk moeten zijn geweest, dat het proces eindigde met de bevestiging van een opdracht.

Maar juristen zouden juristen niet zijn als ze niet toch een grote twijfel op weten te roepen. Hoe weet je bijvoorbeeld of de persoon die die code intypt, wel gemachtigd is om namens het bedrijf het contract te sluiten?

Gelukkig is de rechtbank hier ook lekker nuchter:

Vast staat immers dat de e-mail met de offerte is gezonden aan [e-mailadres], het e-mailadres van [de bestuurder], de bestuurder van B2B-Twente, zodat Nationale Media ervan mocht uitgaan dat het activeringsproces was doorlopen door [de bestuurder] zelf of met zijn instemming door een ander.

Uiteraard hangt het dan dus af van de persoon met wie je mailt, maar dat is niet anders dan in de gewone wereld: als je met Piet van inkoop zaken doet, dan mag je veronderstellen dat Piet je in mag kopen, maar babbel je met Marjo van HRM dan moet je even dubbelchecken of ze dat wel mag. En wat is het verschil tussen een brief van Piet, inkoper bij Example BV, en een mail van piet@example.com?

Arnoud

Mag de NS een aanbod voor een treinkaartje zomaar intrekken?

ns-avondretour’s Avonds wat leuks doen? Met het Avondretour reis je vanaf half zeven naar elk station in Nederland, en terug tot 4.00 uur, tegen een super scherpe prijs. Met die tekst lanceerde de Nederlandse Spoorwegen onlangs het Avondretour, waarmee je voor €5 euro op elk traject kon reizen. Dat werd dus een populaire bestelling voor veel mensen. Alleen, binnen vrij korte tijd kreeg men te horen:

Wegens overweldigend succes is het avondretour momenteel uitverkocht. Midden april willen we nieuw scherp avond aanbod bieden. Houdt ns.nl/spoordeelwinkel in de gaten!

Dit leidde tot diverse klachten, waar de NS Webcare niet meer mee doet dan een standaardreutel zonder argumentatie (en ik citeer die dan ook niet).

Ik snap werkelijk niet hoe een treinkaartje uitverkocht kan zijn, tenzij er al zo veel van verkocht zijn dat elke trein vol zal zitten met avondretourreizigers. Maar dat lijkt me sterk.

Op zich mag een winkelier een aanbod (“Hagelslag, €2,95 per doos”) intrekken wanneer hij dat wil. De wet (art. 6:219 BW) bepaalt dat je een aanbod kunt intrekken tenzij er een termijn bij staat of de aard van het aanbod intrekken onlogisch maakt. Dus als de NS morgen geen Dal Vrij-abonnementen meer wil aanbieden, dan mag dat. (Natuurlijk moeten ze reeds gesloten abonnementen laten bestaan.) Net zoals de Albert Heijn morgen de pindakaas uit het schap mag halen.

Echter, bij de Albert Heijn is de verwachting dat producten in principe oneindig leverbaar zijn. Als de pindakaas uit de collectie gaat, dan verwacht je als consument dus daar een tijdige mededeling van. Dit geldt in het bijzonder bij speciale acties met beperkte voorraad. Je wordt dan gelokt door de lage prijs, en het is erg vervelend dat die producten dan ineens op zijn. Dat is iets bijzonders en dat moet dan worden gemeld (“Op=op”). Dit is in de wet gecodificeerd: het is een oneerlijke handelspraktijk (art. 6:193g BW) om:

producten tegen een genoemde prijs te koop aan [te] bieden zonder dat de handelaar aangeeft dat er een gegrond vermoeden bestaat dat hij deze producten of gelijkwaardige producten niet tegen die prijs kan leveren of door een andere handelaar kan doen leveren gedurende een periode en in hoeveelheden die, rekening houdend met het product, de omvang van de voor het product gevoerde reclame en de aangeboden prijs, redelijk zijn;

oftewel om actie-aanbiedingen te doen zonder er een tekst bij te zetten dat je beperkte voorraad hebt. Of dat je niet meer dan X passagiers voor €5 in je trein wilt. En die tekst kan ik nergens ontwaren bij de NS-actieuitingen die ik kon vinden.

De vraag is natuurlijk: waarom vond de NS het nodig om ineens de actie stop te zetten, en waarom had niemand die reden van tevoren bedacht?

Arnoud

“Je mag ons niet meer aanklagen want je hebt ons geliket!”

facebook-dislike-like.pngOntbijtproducent General Mills claimt op haar website dat wie haar liket of een coupon downloadt, afziet van het recht haar te mogen aanklagen. Dat meldde de New York Times een paar dagen terug. Deze acties zouden volgens grijze-letter-op-witte-achtergrondtekst leiden tot aanvaarding van gebruiksvoorwaarden waarin een arbitrage-beding is opgenomen. Na een hoop herrie werd dat voorstel snel weer ingetrokken maar de reputatieschade zal nog wel even doorlopen. En dat roept de juridische vraag op: kan dat dan, iemand binden aan voorwaarden door het klikken van een like!-knopje?

Arbitrageregels zie je in steeds meer gebruiksvoorwaarden opduiken. In plaats van naar de rechter, moet je dan naar een panel van juristen dat een bindende uitspraak oplegt in jouw zaak. Dat is voor Amerikanen belangrijk, want via class action suits (massaclaims) kunnen gehaaide advocaten miljoenenclaims neerleggen die dan tegen forse bedragen worden geschikt. En de Supreme Court heeft in 2011 gezegd dat wie toestemt in arbitrage, zijn recht opgeeft later mee te doen aan een class action.

Naar Nederlands recht ligt dat anders: een verplichte arbitrage staat op de zwarte lijst van algemene voorwaarden die altijd verboden zijn. Men moet een consument te allen tijde een maand of meer geven om te beslissen alsnog naar de rechter te willen. En dan wel een maand nadat de ondernemer zegt, ik wil de arbitrage inroepen. Niet -zoals in de VS- een maand nadat de voorwaarden zijn geaccordeerd.

Handig dus om mensen akkoord te laten geven op je voorwaarden met arbitragebeding. Laat je mensen lid worden van je site, dan is dat makkelijk: geen hond die de registratievoorwaarden leest, en in de VS is dat dan pech voor die hond die op I-agree klikt. Maar veel sites hébben geen registratie. En dan is het dus iets lastiger om een vinkje bij “I agree” te laten zetten.

Maar juridisch gezien, hoeft dat niet, zo’n vinkje. Zowel hier als in de VS geldt, een overeenkomst komt tot stand doordat iemand een aanbod aanvaardt. Aanbod en aanvaarding mogen op alle mogelijke manieren worden gedaan. Wie hieronder in de reactiepanelen zegt “Ik wil graag dat boek Webwinkels van jullie, €19,95 plus verzendkosten is prima”, die heeft zich gebonden aan een bestelling. Goed, ik zal een probleem hebben als mensen hun adres er niet bij zetten en een valse naam/adres is snel getypt, maar in beginsel is dat gewoon een probleem bij de uitvoering. Geen reden waarom contracteren per reactiepaneel juridisch niet rechtsgeldig zou zijn.

Dit bedrijf gaat nog een stapje verder: ze zeggen dat ze het akkoord afleiden uit op zich gewone handelingen. En dat voelt wat dubieuzer: ik doe die handelingen immers voor een ander doel. Het is nog wel te billijken dat je zegt, “typ deze tekst en je bent akkoord met die bestelling”. Maar zeggen, “al wie reageert vandaag, koopt een boek”, gaat wel even wat verder. Wéét je dat, moet je daarop beducht zijn als reageerder? Ik denk dat dat er echt expliciet bij zou moeten staan. En zelfs dan: mensen lezen niet, hóeven ook niet te lezen als ze iets doodnormaals gaan doen. Het is onredelijk om aan zo’n handeling welk rechtsgevolg ook op te hangen als dat afwijkt van het gewone verwachtingspatroon.

Wat vinden jullie? Wanneer ga je akkoord met website-voorwaarden, afgezien van registratie en vinkje met “I agree”?

Arnoud

Wanneer is een digitale overeenkomst rechtsgeldig?

handtekening-zosh-iphone.pngEen lezer vroeg me:

Wat is de rechtskracht van een contract dat geheel digitaal tot stand is gekomen? Dus getypt in Word, uitgeprint, ondertekend, ingescand, naar de wederpartij, daar weer uitprinten, ondertekenen, inscannen en terugsturen.

Het flauwe antwoord: dat heeft rechtskracht als overeenkomst want de partijen zijn eruit wat het aanbod is en zijn het met elkaar eens dat ze dat willen. En meer dan dat is er niet nodig: een overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van een aanbod. Hoe je dat communiceert, doet er niet echt toe. Overeenkomsten zijn vormvrij, zoals dat heet.

Vaak wordt er toch gewerkt met stukken papier waar dan creatieve inktkrabbels op worden gezet. Dat hóeft dus niet, maar het levert je een belangrijk bewijsvoordeel op: zo’n schriftelijke en ondertekende overeenkomst (“contract”) is volgens de wet een akte. En een akte is een document dat bewijst wat jij verklaart (art. 157 Rechtsvordering):

Een [] akte levert ten aanzien van de verklaring van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen, tussen partijen dwingend bewijs op van de waarheid van die verklaring, tenzij dit zou kunnen leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat.

Je staat dus sterker als partij met een ondertekend contract dan als partij met een mondelinge toezegging, hoewel ze formeel dezelfde situatie opleveren.

Een akte moet op papier, maar kán ook elektronisch (art. 156a Rechtsvordering). Alleen, er moet dan wel elektronisch een handtekening onder gezet worden en de wet stelt dan nogal wat eisen (art. 3:15a BW). Ik blijf dat gek vinden, want aan de inkthandtekening wordt gewoon géén eis gesteld over hashes, certificaten en gebruik maken van “middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden”. Maar als je de wet welwillend leest, dan zou een scan van een inkthandtekening óók kwalificeren als een elektronische, hoewel je dan wel serieuze discussie krijgt over betrouwbaarheid (want zo te kopiëren).

Bij de werkwijze van de vraagsteller ben ik er nog niet uit of dit nu een elektronische akte is of stiekem toch een papieren akte. Het eindresultaat ís immers een stuk papier met twee handtekeningen. Dat dit is gescand en gemaild, doet er voor mij niet echt toe. Diezelfde discussie was er ook bij de fax, en daarvan bepaalde de Hoge Raad dat die een akte opleverde, omdat je het origineel erbij kon pakken en vergelijken. En dat kan hier ook, hoewel met iets meer gepuzzel: er is een origineel met handtekening A, en een origineel met handtekening B (plus een scan/print van handtekening A). Constateer dat die twee identiek zijn op inhoud, en klaar ben je. Maar wellicht denk ik daar te makkelijk over.

Ik heb echter nog nooit gehoord van problemen in de zin van “die PDF bevat niet de werkelijke inhoud van ons contract”. Wél heel veel problemen in de zin van “dat leest u verkeerd” of “artikel 15.3 laat toch écht de ruimte om ook X te doen”. Maar dat hou je altijd.

Zien jullie verschil tussen het dubbelgescande document van de vraagsteller en een compleet papieren exercitie?

Arnoud

Trijntje Oosterhuis verslikt zich voor 2 ton in Facebookpopulariteit

trijntje-oosterhuis-like-facebookKiezen tussen Trijntje Oosterhuis en Britt Dekkers. Hmm. Zangeres Oosterhuis beloofde voor elke like op haar Facebookbericht 1 euro over te maken naar giro 555, maar toen het aantal likes richting de 200.000 ging, verdween de oproep. Dat meldde de NOS gisteren. En dan vraag je je als jurist natuurlijk af: is die twee ton opeisbaar?

Belofte maakt schuld, heet dat dan. Ook juridisch: een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, en daarna zitten beide partijen eraan vast. Dat kan via een getekend contract maar ook een mondelinge overeenkomst is rechtsgeldig. Dus waarom niet een Twitteraanbod?

Het aanbod is dan in juridische zin: als jullie X doen, betaal ik €1 aan Giro 555 voor elke keer dat dat gebeurt. Dat idee ken ik nog van de sponsorloop van vroeger: ik zou 10 km hardlopen (of zwemmen, dat weet ik niet meer) en dan kreeg ik zo veel cent per buurman per kilometer. Ja, dat was gewoon rechtsgeldig. En wat is nu principieel het verschil tussen “als jij 10km loopt” en “als jij mijn Facebook liket”?

Een eerste tegenargument zou zijn dat ze het niet serieus had bedoeld. Ik denk niet dat je dit snel als een grap kunt benoemen. De actie liep, ze deed mee – dan mogen mensen vermoeden dat je het serieus meent. En zo’n vermoeden wordt dan bindend, ook al had je het niet zo bedoeld.

De vraag is dan, had ze eerder in moeten grijpen? Je mag immers je aanbod intrekken, en likes na het intrekmoment zijn niet meer relevant. Maar had ze dat niet wat eerder kunnen doen dan na 200.000 likes?

Dus ja, in principe zou iedereen die de vindikleukknop heeft gebruikt, nu dus kunnen verlangen dat de zangeres 1 euro gaat overmaken. Ja, één euro want iedereen heeft een eigen overeenkomst “ik betaal 1 euro als jij me liket” en je kunt andermans overeenkomst niet afdwingen. Nou ja, je zou een stichting “Trijntje moet betalen” gaan oprichten en dan met 200.000 man gezamenlijk opereren, maar dat voelt wat overdreven. (Net als zelf procederen over 1 euro trouwens.)

In principe, want in het recht zijn altijd wel uitzonderingen te vinden. En deze situatie voelt wel een tikje onredelijk voor de zangeres: hoe had zij nu kunnen weten dat ze zó veel likes zou gaan krijgen? En dan komt de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid om de hoek kijken. Je kunt iemand niet aan een overeenkomst houden als het volstrekt onredelijke uitkomsten zou opleveren. En iemand die denkt, dat kost me een paar tientjes, en dan ineens een factuur van 2 ton krijgt, die heeft een best onredelijke uitkomst. Of moet dat voor haar rekening komen? Je kunt die teller immers met enige regelmaat checken en voor jezelf een grens afspreken. Het ging vast niet in 5 minuten van de nul naar de 200.000.

Natuurlijk is het niet zo simpel als “och hemeltjelief” tweeten en de oproep weghalen. Want ook op deze uitzondering zitten weer uitzonderingen. (Leuk he, recht?) Je kunt niet eenzijdig besluiten dat de uitkomst onredelijk is. Daarvoor moeten alle omstandigheden van het geval worden meegenomen, wat ik een rotterm vind altijd want zo kun je nooit een fatsoenlijk algemeen antwoord geven.

Praktisch gezien gaat hier natuurlijk niets mee gebeuren, juridisch dan. Want niemand gaat procederen over dit bedrag. Misschien maakt ze nog een bedrag over vanuit haar persoonlijk gevoel.

Maar waar ik nog het meest mee zit, is dat deze actie een bevestiging is van al die kettingbriefflauwekul van de afgelopen 20 jaar: stuur deze mail door en Bill Gates doneert 1 dollar aan het kinderfonds in Afrika. Trijntje gaat de komende jaren in héél wat mutaties geld doneren als mensen maar foto’s tweeten, dingen pinnen, ergens inchecken of krabbelen of wat maar de hype du jour is op dat moment.

Arnoud

Is een vinkje ook goed of moet het echt een handtekening zijn?

handtekening-zosh-iphone.pngKennelijk is er weer eens een workshop Digitaal contracteren geweest of zo, want ik kreeg deze week een aardig stapeltje mails met vragen hoe je digitaal mensen akkoord kunt laten gaan met een of ander. Vaak gaat het dan over privacyspecifieke zaken, maar ook zaken als ontvangstbevestigingen of gewoon akkoord op een contract wil men het liefst zo eenvoudig mogelijk doen, dus graag met een digitaal vinkje.

Hoofdregel uit de wet is dat rechtshandelingen vormvrij zijn. Oftewel, alle handelingen die juridisch enig gevolg hebben, mogen worden verricht op elke wijze die je maar kunt bedenken, ténzij in de wet staat dat het op een specifieke manier (vorm) moet. Ik kan bijvoorbeeld akkoord geven op een contract door “ja” te zéggen in plaats van een krabbel te zetten op papier. Ook zou ik rooksignalen kunnen sturen vanaf het dak van mijn huis, maar de vraag is of de wederpartij dat ziet – en natuurlijk moet een handeling wel aankomen bij de wederpartij.

Je mag hier als partijen van afwijken. De wederpartij bij dat contract kan bepalen dat er pas een contractsluiting is wanneer ik die krabbel zet, en mijn mondelinge “ja” is dan niet rechtsgeldig. Maar dat hoeft niet. Alleen bij een paar heel specifieke contracten is een geschrift vereist: koop van een huis, een arbeidscontract met concurrentiebeding en, eh, een verzekeringspolis. Meer kan ik er eigenlijk niet bedenken.

Er is dus geen enkele reden om per se een handtekening op papier te eisen. Nou ja, eentje dan: een stuk papier met handtekening levert sterker bewijs op. Wat op dat stuk papier – een akte – staat, is in principe dwingend bewijs tussen de partijen over de afspraak. “Jamaar ik had het anders bedoeld dan het er staat” is na ondertekening dus geen argument meer.

Dit geldt ook bij toestemming onder de privacywet. De regels voor zulke toestemming zijn strenger dan voor ‘gewoon’ een rechtshandeling: de privacywet eist “vrije, specifieke en op informatie berustende” toestemming. Maar ook hier geldt niet dat die toestemming schriftelijk moet zijn gegeven of dat deze pas gegeven is als men een krabbel op papier heeft geproduceerd. Wederom, die handtekening is handig als bewijs, maar dat is het dan.

Maar Arnoud, waarom doet iedereen dan zo moeilijk over digitale handtekeningen en certificaten en PKI-infrastructuren? Tsja, ik heb werkelijk géén idee. Juridisch nodig is het bepaald niet. Technologie-fetishisme noemde ik het eens: het zo leuk vinden van techniek dat we er allerlei regeltjes voor gaan maken om het “goed te regelen” zonder dat iemand zich nu afvraagt of dit wel geregeld moet worden of waarom. Menig organisatie heeft bérgen regels en bijbehorende compliancedocumenten voor digitale handtekeningen, terwijl voor de krabbel op papier er zelden meer is dan “deze moet worden gezet”. Zucht.

Arnoud