Hoe word ik rijk met mijn idee?

Een lezer vroeg me:

Ik heb een idee bedacht dat volgens mij echt super origineel en waardevol is. Het moet alleen nog worden uitgewerkt. Dus nu dacht ik, ik laat het vastleggen en dan kan ik het verkopen voor veel geld. Maar wat is de beste manier, en hoe promoot ik het idee?

Deze vraag, in diverse varianten, krijg ik zo ongeveer elke week de laatste tijd. Ik snap waarom mensen het vragen, maar ik ben toch wel erg skeptisch over de achterliggende gedachte.

Een idee heeft op zichzelf nul waarde, hoe origineel of creatief het ook is. En nee, een depot voegt daar niks aan toe. Van een idee naar een uitgewerkt concept kost een hoop tijd en geld, en het is en blijft een open vraag of dat concept ook echt een succes gaat worden. In de situatie van de vraagsteller worden alle risico’s in feite bij de koper gelegd, en die mag daar nog geld voor betalen ook. Ik zie werkelijk niet in waarom dat een aantrekkelijke deal is.

Als je je idee uitwerkt, dan ligt er een concreet iets waar potentiële kopers wat van kunnen vinden. Het kan dan zeker een commercieel aantrekkelijke deal zijn om te betalen voor die uitwerking, want dat spaart je tijd en geld die je anders nodig had gehad om die uitwerking zelf te maken.

Rijk worden van een idee alleen kun je dus wel vergeten.

Arnoud

Hoe bescherm ik mijn idee tegen mijn programmeur?

Een lezer vroeg me:

Al een tijd werk ik aan een internetspel. Het concept is uniek en de uitwerking heb ik in de vorm van schetsen en een draaiboek. Maar nu moet de site worden gebouwd, en daar heb ik een designer/programmeur voor nodig. Alleen: ik ben bang dat die er vandoor gaan met mijn idee. Hoe kan ik dit spel nu vastleggen zodat dit niet mogelijk is?

Een idee, zoals een spelconcept, is moeilijk te beschermen. Hoe verder het is uitgewerkt, hoe meer bescherming mogelijk is. In dit geval is er een duidelijke uitwerking: schetsen van het spelverloop en een draaiboek met spelregels en andere concrete zaken. Dat is waarschijnlijk wel genoeg om auteursrecht te kunnen claimen op het spel. En daarmee kan de vraagsteller anderen verbieden het idee te kopiëren.

Of beter gezegd, verbieden zijn uitwerking te kopiëren. Want als die ander het idee achter dat spel neemt en daar zijn eigen draaiboek bij maakt, is dat geen inbreuk op het auteursrecht. Ideeën zijn vrij, ook als je het idee tegenkwam in een auteursrechtelijk beschermd werk. Wel moet je als overnemer natuurlijk uitkijken dat je werkelijk het idee en niet de uitwerking overneemt.

Als je iemand inhuurt om werk voor de realisatie van het spel te doen, is er meer mogelijk. Je kunt dan in het contract vastleggen dat hij geheimhouding over het spelconcept zal betrachten, dat de realisatie jouw eigendom wordt en bovendien dat hij geen concurrerende spellen zal ontwikkelen gedurende een zekere periode. Natuurlijk is de andere partij vrij om die eisen af te wijzen, maar dan krijgt hij de opdracht niet. En tekent hij wel, dan zit hij er aan vast.

Arnoud

Opdrachtgever krijgt auteursrecht bij industrieel ontwerp

potloden-ontwerp-design.jpgWie een werk maakt, heeft daar zelf het auteursrecht op. Ook als hij dat in opdracht doet van een ander. De opdrachtgever moet contractueel de rechten opeisen. Dat is de hoofdregel uit het auteursrecht – of dat was hij, beter gezegd. Een arrest uit 2007 van het Benelux Gerechtshof, bevestigd in een recent arrest van het Gerechtshof Amsterdam (via Boek 9) draait die hoofdregel nu om voor industriële vormgeving, zoals verpakkingen, uitvoering, grafische symbolen en typografische lettertypen. Dat betoogt professor Dirk Visser in zijn noot bij het arrest van het Hof Amsterdam.

Industriële ontwerpen worden beschermd via het Benelux-Verdrag voor de Intellectuele Eigendom, vroeger bekend als het Benelux-Verdrag inzake tekeningen en modellen. Onder dit verdrag valt “elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp, met inbegrip van onder meer onderdelen die zijn bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel te worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering, grafische symbolen en typografische lettertypen”. Een ontwerp kan daarnaast ook auteursrechtelijk beschermd zijn, hoewel het criterium daarvoor iets strenger is dan voor bescherming als tekening of model.

Het BVIE heeft een expliciete bepaling over de eigendom van zulke ontwerpen in artikel 3.8.2:

Indien een tekening of model op bestelling is ontworpen, wordt, behoudens andersluidend beding, degene die de bestelling heeft gedaan als ontwerper beschouwd, mits de bestelling is gedaan met het oog op een gebruik in handel of nijverheid van het voortbrengsel waarin de tekening of het model is belichaamd.

Dit is dus precies het omgekeerde van wat de Auteurswet zegt. Wie dus in opdracht een tekening of model maakt en daar een tekening- of modelrecht op vestigt, is de auteursrechten daarop volautomatisch kwijt. Maar, zo laat Visser zien, het gaat nog verder: ook als je geen modelrecht aanvraagt kun je die rechten kwijt zijn aan je opdrachtgever.

Het BVIE kent namelijk ook de zogeheten ongeregistreerde modelrechten. Wie een tekening of model maakt dat voldoet aan de definitie uit dit verdrag, krijgt volautomatisch drie jaar bescherming tegen overname door anderen. Zoals het Hof Amsterdam het formuleert:

Genoemde bepalingen van het BVIE (evenalsvoorheen de BTMW) komen er ” voor de onderhavige situatie samengevat ” op neer dat indien een model op bestelling is ontworpen de opdrachtgever, behoudens andersluidend beding tussen opdrachtgever en ontwerper, als ontwerper wordt beschouwd en dat aan deze daarmee ook het auteursrecht inzake dat model toekomt.

Grafisch ontwerpers doen er dus goed aan hun algemene voorwaarden nog even door te nemen of daar wel een expliciet beding in staat waarmee zij hun auteursrechten voorbehouden.

Arnoud

Mag je een foto imiteren?

Een lezer mailde me:

Ik ben fotograaf en verkoop onder andere foto’s van een standbeeld in mijn woonplaats. De manier waarop ik het heb gefotografeerd wijkt nogal af van hoe anderen het doen: ik fotografeer vanaf de achterzijde en gebruik ook een flinke telelens. Nu zag ik laatst bij een concurrent op de site een foto die wel heel sterk leek. Hetzelfde beeld, gefotografeerd vanuit hetzelfde standpunt en ook met telelens en ook nog eens op dezelfde manier uitgesneden. Het was wel een andere foto want er waren wolken te zien die er op mijn foto niet zijn. Is dit nu wel of geen inbreuk op mijn auteursrecht?

Het auteursrecht beschermt niet alleen tegen het letterlijk kopieren van een foto. Ook naschilderen van een foto is verboden. En dus ook het nabouwen van de compositie en het maken van dezelfde foto.

De lezer heeft alleen wel een ontzettend bewijsprobleem, want hoe kan hij laten zien dat de ander zijn foto heeft gebruikt ter “inspiratie” van zijn compositie? Is het gebruik van hetzelfde standpunt en een telelens voldoende bewijs, of zijn dat dingen die iedere fotograaf zou doen? Je kunt concurrenten niet verbieden de achterkant van een standbeeld te fotograferen lijkt me.

Arnoud

Deponeer uw idee online via het i-Depot

Sinds eind november is het mogelijk om online een i-depot te doen. De i-depot envelop blijft bestaan maar een elektronisch depot is goedkoper, handiger en sneller.

Het i-depot is een vorm van ideeregistratie, aangeboden door het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Het BBIE omschrijft het zelf als

een middel dat kan dienen als officieel bewijs, waarmee iemand kan aantonen dat hij op een bepaalde datum een bepaald idee, concept of uitvinding heeft ontwikkeld

maar dat is niet helemaal juist. Ik kan tenslotte prima andermans idee, concept of uitvinding opsturen naar het BBIE en dan krijg ik keurig een i-depot registratiebewijs. Het is dan maar te hopen voor die ander dat hij bewijs heeft van nog eerdere datum, want in zulke gevallen zal de rechter snel geneigd zijn de persoon met de oudste datum als bedenker of uitvinder aan te merken.

Een idee beschermen blijft dus een lastige zaak. Zoals dit voorbeeld laat zien, levert depot van een idee op zichzelf nog geen recht op. Het bewijst alleen dat iemand op de datum van depot in het bezit was van de gedeponeerde tekst of afbeelding.

Sommige mensen denken dat je net zo goed het idee in een envelop naar jezelf kunt sturen. De datumstempel van de post zou dan het bewijs zijn. Niet helemaal. Je kunt tenslotte enveloppen opsturen die niet dichtgeplakt zijn, en dan op een later moment er elke brief instoppen die je wilt.

Ook bij aangetekende post zou ik twijfelen. Mag je niet-dichtgeplakte enveloppen aangetekend versturen? Of is het mogelijk zo’n envelop nadien open te weken en weer dicht te plakken?

Het grote voordeel van een i-Depot is dan ook dat het BBIE een uitspraak doet over de inhoud die men op de de datum van depot ontving. Omdat het BBIE onafhankelijk is, zal de rechter dan minder snel twijfelen aan de datering.

Arnoud

Zijn foto’s van schilderijen auteursrechtelijk beschermd?

Wikipedia zegt wat anders dan ik, zo meldde een lezer mij. Nou ja zeg. En het gaat nog over auteursrecht ook. Heel stellig staat er namelijk op de pagina over het Van Dale/Romme arrest:

Een fotografische reproductie van bijvoorbeeld De Nachtwacht kan nooit auteursrechtelijk beschermd zijn, aangezien het geen persoonlijk stempel van de maker draagt.

Let op dat nooit (mijn cursivering).

Mijn iets langere tekst over originaliteit bij foto’s:

De vereiste originaliteit kan hier liggen in bijvoorbeeld de invalshoek, de compositie van het gefotografeerde, de belichting enzovoorts. In de praktijk blijkt dat de rechter al snel aanneemt dat er sprake is van een originele foto. Alleen puur mechanisch tot stand gekomen foto’s, zoals uit pasfotohokjes en beveiligingscamera’s, zijn niet beschermd.

Het is niet automatisch zo dat een foto van een schilderij beschermd is, enkel en alleen omdat het een foto is. Maar het is ook niet automatisch zo dat een foto van een schilderij nooit beschermd is. Zoals altijd: het hangt er vanaf.

Ik pak er maar even een paar bronnen bij: het standaardwerk Auteursrecht van Spoor/Verkade/Visser, 2005), dat op pagina 107 schrijft:

Dat daarmee iedere foto een werk zou zijn, gaat echter te ver (…) Twijfels kunnen dan ook rijzen over het werkkarakter van foto’s met een – als foto – sterk ’technisch’ karakter, zoals productfoto’s voor advertenties en catalogi. Hetzelfde geldt voor foto’s van schilderijen etc. die in musea e.d. te koop zijn of in tentoonstellingscatalogi worden fgedrukt (foto’s van driedimensionale voorwerpen zullen eerder een werkkarakter hebben).

Iets toegankelijker is Beelddatabanken Stilstaand beeld in beweging? (ITeR reeks nr. 54, Babette Aalbers):

Toch wordt er verschillend gedacht over de vraag of individuele foto’s met een sterk technisch karakter, zoals foto’s van schilderijen die in musea hangen of in tentoonstellingscatalogi worden afgedrukt, voldoende oorspronkelijk karakter hebben.

Beide bovengenoemde citaten verwijzen naar een vonnis uit 1990 (Rb. Maastricht 29 nov. 1990 (Bankstel in showroom), Informatierecht/AMI 1992, p. 32 m.nt. J. Spoor) waarin ’technisch perfecte’ foto’s van een bankstel niet creatief genoeg geacht werden. Dat lijkt me logisch: iets zo exact mogelijk reproduceren sluit uit dat je eigen creativiteit toepast.

De grote vraag bij een foto van een schilderij is dus of de fotograaf creativiteit heeft gebruikt bij die foto. Ging het alleen om een exacte reproductie, een ’technisch perfecte’ foto die het schilderij zo getrouw mogelijk weergeeft, dan zal de foto niet beschermd zijn. Een schilderij op de scanner leggen, levert dus geen auteursrecht op de scan op.

Niet elke foto van een schilderij is bedoeld om ’technisch perfect’ te zijn. Foto’s en schilderijen zijn verschillende mediums, en een mooi uitziend schilderij kan een bleke foto opleveren. Of wat te denken van een foto van een groot schilderij. Daar zul je als fotograaf toch creatief uit de hoek moeten komen om een mooie foto bij te maken. Je zou dan een representatief, herkenbaar deel kunnen nemen. Niet de hele Nachtwacht, maar alleen kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh. En dat is dan een creatieve keuze, zodat de foto auteursrechtelijk beschermd wordt. Ook kan er met de foto digitaal geknutseld zijn, en dat “oppoetsen” kan best creatief zijn.

Wel moet die creativiteit uit de foto blijken. Zie bijvoorbeeld dit arrest van het Gerechtshof Leeuwarden, waarin de eiser betoogde dat hij had “aangegeven van welke afstand en uit welke hoek gefotografeerd moest worden”. Dat bleek volgens het Hof echter niet uit de foto’s, en daarom werden die foto’s geen beschermde werken geacht.

De vraag is dus: is er aan de foto van het schilderij iets te zien waaruit de creativiteit, het persoonlijk stempel van de fotograaf te herkennen is?

En die vraag is niet in het algemeen te beantwoorden. Dat kan alleen van geval tot geval.

Wil iemand die het met mij eens is, dit even aanpassen in Wikipedia? 🙂

En wie nog een stempel van de maker wil: als het goed is, zijn ze bij de collega’s van Volledig bericht, pardon Boek 9 nog gewoon verkrijgbaar.

Arnoud

Depot van idee bij notaris – wat heb je er aan

Hoe bescherm je een idee? Een veelgehoorde suggestie is dat je het idee moet opschrijven en bij de notaris moet deponeren. Daarmee kun je dan bewijzen dat jij het idee als eerste had, zodat je anderen kunt aanpakken die “je idee stelen”. Inderdaad heb je dan bewijs met een datum, maar daarmee heb je nog helemaal geen recht!

Dat ondervonden ook de gedaagden in een recent kort geding over het idee van een paardrijspel (“voor meisjes”). Dat spel zou een “first-person” spel moeten worden, waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving. Dat idee bleek niet nieuw. Bovendien:

Voor zover gedaagden met hun beroep op de inbewaringgeving van ideeën bij notaris [(naam notaris)] hebben betoogd dat de reeds gedeponeerde ideeën auteursrechtelijk zijn beschermd, faalt dat verweer. Slechts wanneer een idee is uitgewerkt in een concrete uiting kan het bescherming als werk in de zin van de Auteurswet genieten (vgl. HR 29 december 1995, NJ 1996, 546 (Decaux/Mediamax; Stadsmeubilair)). De overgelegde kopie van het document dat [gedaagde 2] op 9 januari 2004 bij de notaris heeft gedeponeerd, bevat wel het idee voor een spel waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving – er wordt de vergelijking met een flight simulator gemaakt – maar dat idee wordt in het document niet, althans onvoldoende, geconcretiseerd. Er wordt niet gedetailleerd beschreven hoe het spel eruit moet komen te zien. Daardoor is het document geen werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt (vgl. HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Van Dale/Romme)). Dit geldt te meer omdat gedaagden niet de stelling van eisers hebben weersproken dat er al realistische “first person” computer paardrijdspellen op de markt waren voordat [gedaagde 2] haar ideeën heeft gedeponeerd.

Een idee beschermen kan niet. Een volledig uitgewerkt idee wordt beschermd door het auteursrecht. Iemand die die uitwerking leest en er mee aan de haal gaat, pleegt inbreuk en kan daarmee worden aangepakt. Maar je moet dan wel bewijzen dat die iemand het idee van jouw uitwerking heeft gekregen.

Arnoud