Embedden van seksvideo door GeenStijl was onrechtmatig

De rechtbank Amsterdam heeft bepaald dat GeenStijl een seksvideo niet verder had mogen verspreiden door deze te embedden op zijn site. Dat meldde Tweakers gisteren. Dat embedden was onrechtmatig, omdat het een onaanvaardbare schending van de privacy van Patricia Paaij met zich meebracht. Een plichtmatig beroep op de vrijheid van meningsuiting ging direct de prullenbak in en de site moet 30.000 euro immateriële schadevergoeding betalen. Heeft de discussie over de juridische status van de hyperlink en/of het embedden er daarmee een nieuw hoofdstuk bij? Welnee, hooguit een voetnoot.

De betreffende video bleek al enige tijd op diverse plekken (waaronder Twitter) op te duiken zonder toestemming van de geportretteerde, zo lees ik in het vonnis. GeenStijl besloot daar aandacht aan te geven, en sloot het artikel af met een embedded Tweet die een direct afspeelbare koppeling naar de video legde. Zelf de video publiceren, wat toch vrij logisch is als je je eigen Dumpert hebt, deed men niet. Die keuze zou zijn ingegeven doordat de site zelf al tot de conclusie was gekomen dat publicatie niet te rechtvaardigen was, aldus Tweakers.

Waarom dan wel embedden? Kennelijk vanwege het idee dat je dan net wat meer afstand tot het materiaal creëert zodat je kunt zeggen “kijk hier maar, maar wij hebben er niets mee te maken” of zoiets. En ja, auteursrechtelijk is dat een relevant argument: het embedden van materiaal van elders is geen inbreuk op auteursrechten. Mits legaal gepubliceerd, want uit het GeenStijl-arrest uit 2016 weten we dat het linken naar een illegale publicatie wél inbreuk maakt op het auteursrecht. En

In het recht is het alleen zo dat je bij elk rechtsgebied apart opnieuw naar de vraag moet kijken en de onderliggende juridische constructies. Bij de embedkwestie in het auteursrecht komt het op een zeer technische discussie neer wanneer iets het aanbieden aan een nieuw publiek is. Maar als je het bekijkt vanuit privacy of aantasting van iemands eer en goede naam, dan is het criterium heel anders: help je mee aan die aantasting of schending van de privacy? Zo ja, dan zit je fout. En het is volgens mij al tien jaar een uitgemaakte zaak dat een hyperlink kan kwalificeren als “meehelpen”, wanneer je niet heel duidelijk afstand neemt van het gelinkte.

De rechtbank begint met de eenvoudige constatering dat iedereen op zijn klompen moet aanvoelen dat dit niet kan, het verspreiden van intiem beeldmateriaal van iemand anders:

De rechtbank neemt tot uitgangspunt dat de verspreiding en met nadruk óók de verdere verspreiding van overduidelijk tot de intieme privésfeer behorend, in meer of mindere mate seksueel getint althans “bloot”, foto- en/of videomateriaal in beginsel steeds onrechtmatig is jegens degene(n) die op dat materiaal te zien is (zijn) en waarvan redelijkerwijs niet anders kan worden verondersteld dan dat diegene(n) niet instemt (instemmen) met de betreffende verspreiding.

Het is recht, dus overal zijn uitzonderingen op te verzinnen. In dit geval wordt dan standaard de vrijheid van meningsuiting erbij gehaald: het was immers nieuws, die gelekte beelden. Dus dan mag je daarover berichten, en als je dat op de typisch GeenStijlse manier wil doen dan moet ook dat kunnen. En dat bevestigt de rechter ook. GS had aangegeven dat haar doel het aan de kaak stellen van de hypocrisie van andere media was: foei-foei roepen over al dat lekken en verspreiden op internet, maar ondertussen gniffelend de beelden vertonen. Alleen:

Nu GSMedia c.s. op werkelijk geen enkele manier de rechtbank heeft kunnen overtuigen dat het aan de kaak stellen van de gewraakte hypocrisie – bij anderen(!) – óók het plaatsen van de embedded hyperlink naar het filmpje met [eiseres] rechtvaardigde, in die zin dat de belangen van [eiseres] daarvoor moesten wijken, is daarmee in dit geding komen vast te staan dat GSMedia c.s. op ontoelaatbare wijze een grens heeft overschreden.

Zijdelings was er nog discussie over de vraag of Paaij een en ander over zichzelf had afgeroepen (dan wel toestemming had gegeven) door de video in beperkte kring te verspreiden. De rechtbank gaat niet mee in dat victim blaming-argument: uit het verspreiden van materiaal naar zekere personen mag geen toestemming voor verdere verspreiding worden afgeleid, zeker niet met deze intieme soort beelden.

De site moet 30.000 euro immateriële schadevergoeding betalen.

Arnoud

Is embedden van een foto inbreuk als de bronsite auteursrechten schendt?

Een lezer vroeg me:

Op mijn site toon ik een RSS-feed van een aantal lokale media, waarbij ik de in de feed opgenomen foto’s embed vanaf de bronsite. Nu werd ik aangeschreven door een lokale fotograaf die me meldde dat die bronsite zijn auteursrechten schond – en ik dus ook. Maar embedden is toch geen inbreuk?

Sinds het Europese Svensson-arrest weten we dat linken naar een gepubliceerd werk niet telt als inbreuk op het auteursrecht. Dat geldt ook wanneer je geen gewone link gebruikt maar een techniek zoals framing of embedding, waarbij het lijkt of het werk deel is van je eigen werk.

Een belangrijke nuance daarop is echter het Sanoma-arrest, ook wel het GeenStijl of Britt Dekkers arrest genoemd. Hierin werd een uitzondering gemaakt voor linken naar en embedden van werken die zelf in strijd met auteursrechten werden gepubliceerd. Die uitzondering valt uiteen in twee situaties, afhankelijk van of je een particulier bent of een organisatie met winstoogmerk.

Een particulier schendt geen auteursrechten door te linken naar een schendende bronpublicatie (of deze te embedden) wanneer vaststaat dat hij niet wist en niet kon weten dat de bronpublicatie er in strijd met het auteursrecht staat. Dit is een relatief hoge lat, en in de praktijk betekent dit dat ze alleen maar na een waarschuwing de link moeten weghalen.

Een bedrijf (een entiteit die met winstoogmerk opereert) heeft een onderzoeksplicht: zij worden vermoed te weten van de auteursrechtelijke status van waar ze naar linken. Zij schenden dus auteursrechten door te linken of te embedden wat illegaal online staat, tenzij ze kunnen bewijzen dat ze niet konden weten van de inbreukmakende status.

Je moet dus als bedrijf navraag doen bij de bronsite hoe zij aan hun beeld komen, of uit iets op de bronsite afleiden dat de foto’s legaal gepubliceerd zijn. Ik zou zelf wel durven verdedigen dat bij een grote bekende bronsite (zeg Nu.nl) je dat wel mag vermoeden, zodat daar je onderzoeksplicht snel klaar is. Maar een hard criterium is dat natuurlijk niet, zodat navragen eigenlijk altijd onvermijdelijk is.

Arnoud

Illegaal streamen is inbreuk, en een streamingkastje met links mag je niet verkopen

Mediaspelers die zo zijn ingesteld dat je er zonder te betalen films, tv-series en -zenders mee kunt kijken, kunnen niet door de beugel, las ik bij de NOS. Het Hof van Justitie oordeelde woensdag (zaak C-527/15) dat een mediakastje dat geleverd wordt met links naar illegaal aanbod zélf inbreuk maakt op het auteursrecht. Oh, en streamen uit illegale bron is inderdaad inbreuk op auteursrechten.

De uitspraak is het gevolg van een Nederlandse rechtszaak van stichting Brein tegen het bedrijf Filmspeler.nl, waarbij de discussie zich toespitste over de vraag allereerst of streamen wel onder het downloadverbod valt, en daarna of een link naar een illegale stream dan op zichzelf inbreuk op auteursrechten opleverde.

Downloaden uit illegale bron mag niet, zo weten we sinds 2014. Het Hof van Justitie bepaalde toen dat een kopie uit illegale bron niet toegestaan mag zijn, ook niet onder een “ruimhartige” thuiskopieregeling zoals wij die al decennia kenden. Maar vrijwel direct kwam toen de discussie: valt streamen onder dat verbod?

De voornaamste reden om streamen geen downloaden te noemen, is omdat er niet echt een kopie wordt gemaakt zoals die term altijd wordt bedoeld. Weliswaar staan er eventjes wat bits in je werkgeheugen, maar dat is een nogal tijdelijke kopie die alleen maar nodig is voor het gebruik van het werk. En de wet kent dan een uitzondering:

Onder de verveelvoudiging van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet verstaan de tijdelijke reproductie die van voorbijgaande of incidentele aard is, en die een integraal en essentieel onderdeel vormt van een technisch procédé dat wordt toegepast met als enig doel
a) de doorgifte in een netwerk tussen derden door een tussenpersoon of
b) een rechtmatig gebruik
van een werk mogelijk te maken, en die geen zelfstandige economische waarde bezit.

Het Hof concludeert nu vrij eenvoudig dat een stream uit illegale bron hier niet onder valt. Er is immers geen sprake van “rechtmatig gebruik”, die stream hoort niet online te staan dus kun je die niet rechtmatig gebruiken, dus is dit geen uitgezonderde (legale) tijdelijke kopie. Het is gewoon inbreuk. (Ja, dit is voorbeeld 481 van “als de rechthebbenden het niet leuk vinden dan mag het niet”.)

Dan de vraag of een mediaspeler inbreuk maakt op auteursrechten. Je zou zeggen van niet, de illegale streams (of downloads) staan immers niet op het kastje. Maar sinds het Sanoma-arrest van september vorig jaar weten we dat hyperlinks naar illegaal aanbod zélf inbreukmakend zijn, als de plaatser van de link wist of had moeten weten van het illegale karakter. En een commerciële plaatser wordt geacht dat te weten.

Het is dan ook geen enkele verrassing meer dat het Hof nu zegt, die hyperlinks in een kastje dat je verkoopt zijn inbreukmakend. Het kastje is immers commercieel bedoeld, het wordt verkocht. Dus wéét je (wordt je geacht te weten) dat die links er niet in mogen staan. Die kastjes mogen dus niet zo worden verkocht.

Een mediaspeler die enkel aangeleverde bestanden kan spelen (bijvoorbeeld vanaf een USB-schijf) valt hier uiteraard niet onder. Zo’n speler is niet voorgeprogrammeerd om illegaal aanbod te ontsluiten. Interessant wordt het nog als er in bijvoorbeeld de Play Store van Google een torrent-client staat, die mensen dan zelf moeten downloaden. Ik denk dat dat nog net kan, omdat de verkoper van het kastje geen invloed heeft op wat mensen uit de Play Store downloaden. Maar de koper mag dan uiteraard alleen legaal materiaal torrenten.

Arnoud

Moet je als commerciële website je links op inbreuk onderzoeken?

ketting-chain-link.pngDe rechtbank Hamburg bepaalde onlangs dat een Duitse website auteursrechtinbreuk pleegde door een hyperlink naar een externe bron, las ik bij Ars Technica. Zij had gelinkt naar een pagina met daarop een Creative Commons-afbeelding, maar de site waar die stond had de CC licentie niet goed nageleefd. En omdat de linkende site an sich commercieel was, kon ze wegens auteursrechtinbreuk worden aangesproken door de fotograaf van de foto op de externe bron. Een onderzoeksplicht vanaf nu voor al je uitgaande hyperlinks?

De discussie of en wanneer een hyperlink inbreuk is op auteursrechten, kreeg een paar maanden terug een voorlopig hoogtepunt toen het Hof van Justitie bepaalde dat GeenStijl auteursrechtinbreuk pleegde door te linken naar gelekte (en dus inbreukmakende) foto’s. Op zich is dat raar: een hyperlink verwijst alleen maar, het is geen herpublicatie van het werk. Maar het Hof ziet het wél als herpublicatie, omdat hiermee een nieuw publiek bereikt wordt.

Dat vond men dan weer tegelijk wat ver gaan, dus werd een nuance aangebracht: een nietcommerciële linkende site bereikt alleen een nieuw publiek als zij wist of moest weten dat de link naar iets illegaals verwees. Een commerciële site krijgt daarbij een onderzoeksplicht:

Bovendien kan, wanneer het plaatsen van hyperlinks geschiedt met een winstoogmerk, van de hyperlink-plaatser worden verwacht dat deze de nodige verificaties verricht om zich ervan te vergewissen dat het betrokken werk op de site waarnaar die links leiden niet illegaal is gepubliceerd, zodat moet worden vermoed dat die plaatsing is geschied met volledige kennis van de beschermde aard van dat werk en van het eventuele ontbreken van toestemming van de auteursrechthebbende voor de publicatie op internet.

De Duitse rechtbank trekt deze redenering nu keurig door naar zijn logische eindconclusie: de foto wás inbreukmakend en de linkende site handelde met commercieel oogmerk, dus inbreuk. Dat de inbreuk niet echt evident was, doet er niet toe. Dat de link an sich niet direct commercieel was ook niet. En dat je als commerciële website geen manier hebt om met zekerheid je links te clearen al helemaal niet. Auw.

De enige manier om dit recht te trekken, zou zijn dat in hoger beroep wordt bepaald dat de lat voor dat “vergewissen” laag ligt: alleen als je een evidente inbreuk hebt genegeerd, dan heb je je niet vergewist. Licentietechnisch geneuzel (zoals dat de licentie gisteren is verlopen of dat de tittels en jota van de nakoming niet nagekomen zijn) behoort geen relevant criterium te zijn. Maar ik geef toe: lapmiddel. Beter was geweest als het Hof deze onderzoeksplicht niet had meegenomen en gewoon had gezegd, hyperlinken is legaal en je zoekt het maar uit met de bronsite. Maar ja, bad cases make bad law.

Arnoud

Hyperlinken naar inbreukmakend materiaal is soms auteursrechtinbreuk (zucht)

ketting-chain-link.pngVolgens het Europees Hof van Justitie is het linken naar auteursrechtelijk materiaal dat illegaal online is gezet niet toegestaan, mits dit gebeurt met een winstoogmerk en degene die de link plaatst weet dat het materiaal illegaal online staat. Dat meldde Nu.nl gisteren. Het arrest (zaaknr. C-160/15)

Dat hyperlinken onder het auteursrecht mag, wisten we al een tijdje. Maar als je die uitspraken strikt leest, dan gingen ze over situaties waarin het bronmateriaal (waarnaar gelinkt werd) legaal online stond. En dan kun je je afvragen hoe dat uitpakt bij zaken die niet (of twijfelachtig) legaal online staan.

Dat deed onze Hoge Raad ook in de zaak GeenStijl/Sanoma over de gelekte naaktfoto’s van BN’er Britt Dekkers. GeenStijl had gelinkt naar die foto’s, terwijl ze nog niet officieel gepubliceerd waren. (Nieuws, dat lek? Zeker. Maar nieuwswaarde maakt niet dat je zomaar de auteurswet mag schenden.)

Juridisch gezien komt de vraag neer of hier sprake is van een “nieuwe openbaarmaking”, oftewel of je een nieuw publiek het werk aanbood met je link. Het Hof van Justitie had bij die eerste hyperlinkzaken gezegd van niet, omdat een link naar een internetpagina geen “nieuw publiek” aanboort. Heel internet kón al bij die pagina, en na die link nog steeds. Dus geen nieuw publiek.

Maar hoe zit dat bij illegaal materiaal? Ik meen dat dat niet uitmaakt: het werk stáát online en is dus voor heel internet beschikbaar. Maar het Hof van Justitie ziet dat echt anders. Dat er geen aanvullende toestemming nodig is voor een link naar legaal materiaal, impliceert dat die wél nodig is voor illegaal materiaal:

Integendeel, deze beslissingen bevestigen het belang van een dergelijke toestemming voor de toepassing van die bepaling, aangezien deze laatste nu juist bepaalt dat voor elke handeling bestaande in een mededeling van een werk aan het publiek toestemming moet worden verleend door de auteursrechthebbende.

Dat voelt lichtelijk als een cirkelredenering: het is een mededeling aan een nieuw publiek, dus er is toestemming nodig, want er is toestemming nodig omdat het een nieuw publiek is. Eh.

Vervolgens introduceert het Hof nóg weer een nieuw criterium, of eigenlijk twee. Allereerst: wist je of moest je weten dat je linkte naar iets illegaals?

Wanneer daarentegen vaststaat dat een dergelijke persoon wist, of moest weten, dat de door hem geplaatste hyperlink toegang geeft tot een illegaal op internet gepubliceerd werk, bijvoorbeeld doordat hij daarover gewaarschuwd is door de auteursrechthebbenden, moet ervan uitgegaan worden dat de verstrekking van die link een „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 vormt.

En daarbij maakt het uit of je handelt met winstoogmerk, een begrip dat de Auteurswet eigenlijk niet kende:

Bovendien kan, wanneer het plaatsen van hyperlinks geschiedt met een winstoogmerk, van de hyperlink-plaatser worden verwacht dat deze de nodige verificaties verricht om zich ervan te vergewissen dat het betrokken werk op de site waarnaar die links leiden niet illegaal is gepubliceerd, zodat moet worden vermoed dat die plaatsing is geschied met volledige kennis van de beschermde aard van dat werk en van het eventuele ontbreken van toestemming van de auteursrechthebbende voor de publicatie op internet.

(De motivatie voor deze conclusie is uiteindelijk de standaardregel uit het auteursrecht: als het vervelend is voor de rechthebbenden dan is het verboden.)

Als ik het mag samenvatten: als je weet of moest weten dat je linkte naar iets illegaals, dan zit je fout – en als bedrijf heb je een onderzoeksplicht over de status van waar je naar linkt. Je moet bewijs leveren dat je wist dat het légaal was, en kun je dat niet dan overtreed je het auteursrecht. Inderdaad, ik ga nu ook extra voorzichtig zijn met outbound linkjes.

Een particulier heeft minder te vrezen. Daarvan wordt niet (snel) verondersteld dat hij weet dat hij linkt naar iets illegaals. Dat is immers voor gewone mensen lastig te zien, particulieren hebben geen verstand van licentieovereenkomsten, sublicenties en dat soort zaken. Dus daar ligt de bewijslast bij de rechthebbende én ligt de lat hoog. Wat weinig rechthebbenden er van zal weerhouden om particulieren aan te spreken alsof het GS Media is.

Maar Arnoud, is dat nou écht zo erg? We wisten al dat je niet mag hyperlinken naar illegaal aanbod, dat is immers maatschappelijk onzorgvuldig. Klopt, maar die jurisprudentie was altijd beperkt tot grootschalig linken, en deze uitspraak gaat ook over één hyperlink. Plus, bij een auteursrechtinbreuk kun je meer als rechthebbende: je kunt een ex parte verbod krijgen (een vonnis zonder wederhoor) én de hyperlinker moet jouw volledige advocaatkosten betalen. Ook kun je bij een tussenpersoon (zoals je hoster) nu eisen dat hij de pagina met link offline haalt. Dat heb je niet bij de oude Nederlandse situatie. Dus nee, ik vind dit érg zorgelijk.

Arnoud

Huh, hoezo wil de EU gebruikers pesten met een hyperlinktax?

ketting-chain-link.pngRed de Hyperlink! EU wil gebruikers pesten met linktax, meldde Webwereld afgelopen donderdag, en iedereen tipte me erover (dank, overigens). In het kader van Europese vernieuwing van het auteursrecht zou zijn voorgesteld dat nieuwsaggregators moeten gaan betalen voor links naar of snippets met nieuws. Zou zijn, want ik kan het nergens vinden.

Webwereld noemt een bron, een voorgesteld amendement van Angelika Niebler. Ik citeer:

57a. Calls on the Commission to evaluate and come forward with a proposal on how quality journalism can be preserved, even in the digital age, in order to guarantee media pluralism, in particular taking into account the important role journalists, authors and media providers such as press publishers play with regard thereto;

Nou ben ik heel wat vage juridische taal gewend, maar ik kan hier écht niet uit halen hoe de hyperlink of snippet hier op de korrel genomen wordt. Oké, in theorie zou zo’n voorstel kunnen omvatten dat zoekmachines en aggregators moeten gaan betalen om te linken naar kwaliteitsjournalistiek. En dat is ook wel voorgesteld, zo’n tax. Door diezelfde Niebler inderdaad. Dus dan is elke meelbal over oproepen goed na te denken wellicht verdacht. Maar het gaat mij toch een tikje ver.

Verder vraag ik me heel erg af hoe dat zou moeten werken, even los van dat het niet werkbaar is. Allereerst: wie komen er voor in aanmerking. Ga je dan het hele citaatrecht afschaffen? Of een onderscheid proberen te maken tussen Google News dat links met blurbs brengt en zeg een juridische blogger die steeds opent met een zin uit een bron gevolgd door “las ik bij”? Ik ben heel benieuwd hoe ik verschil van Google.

Daarnaast heeft het Hof van Justitie net een stapel jurisprudentie neergezet waaruit volgt dat hyperlinken naar (legale) publicaties géén inbreuk op auteusrsrecht is. Dus welke grondslag neem je dan om te zeggen, er moet worden betaald? Het voelt als te zeer een botte bijl om te zeggen, “vanaf nu is het per definitie toch inbreuk”.

Vervolgens de heffing zelf. Die moet verplicht worden, anders is er de kans dat Google zegt, doe afstand van je linktaksrecht anders nemen we je niet op. Die zie ik juridisch nog wel. Maar wie gaat die dan incasseren, de LinkBuma?

Nee, ik heb geen idee hoe dit zou moeten gaan werken. Nou is dat natuurlijk geen argument tegen een nieuwe wet (hoi cookiewet) maar in dit geval zie ik het écht niet.

Arnoud

Gaat de Europese Commissie hyperlinks onder het auteursrecht plaatsen?

De Europese Commissie wil volgend jaar linken onder copyrightregels laten vallen, beweert een Duits lid van het Europees Parlement. Dat las ik bij Tweakers. Het snode plan kwam aan het licht door een gelekt document van de Commissie, waarin men jeremieert over onduidelijheid in de auteurswet en de wens dit aan te passen.

Het stuk waar parlementariër Julia Reda over valt, is volgens mij dit:

There are contentious grey areas and uncertainty about the way these concepts are defined in EU law, in particular about which online acts are considered ‘communication to the public’ (and therefore require authorisation by right holders), and under what conditions.

De Europese auteursrechtregels kennen de term “communication to the public” (mededeling aan het publiek) als tegenhanger van onze openbaarmaking. Als je een werk aanbiedt aan een ander publiek dan de rechthebbende voor ogen had, dan ben je aan het mededelen en dat vereist toestemming. In de Svensson-uitspraak bepaalde het Hof van Justitie echter dat een hyperlink géén mededeling is, omdat je daarmee geen ander publiek opentrekt. Het werk stond al op internet, dus heel internet kon er al bij, jouw hyperlink verandert daar niets aan.

Open vraag bij Svensson is nog wat er gebeurt als het werk illegaal op internet staat (waar nu vragen over liggen vanuit de Geenstijl/Playboy-zaak). Verder zit er nog veel onvrede bij krantenuitgevers over het structureel en grootschalig hyperlinken met snippets van hun nieuwsberichten. Men wil daar geld voor, maar aangezien ook dergelijk linken legaal is onder het auteursrecht, lukt dat niet echt.

Bij het lezen van de tekst krijg ik het gevoel dat het vooral daarover gaat. Verderop staat immers:

More broadly, the situation raises questions about whether the current set of rights recognised in EU law is sufficient and well-designed. For news aggregators, in particular, solutions have been attempted in certain Member States, but they carry the risk of more fragmentation in the digital single market.

Ik kan me niet serieus voorstellen dat de Commissie iedere hyperlink tot een nieuwe openbaarmaking gaat verklaren. Dan moeten ze lijnrecht in tegen het Hof van Justitie, en dat is een ahem nogal gedurfde stap. Het punt van de snippetafdracht is een open punt, waarmee je de Europese uitgeefindustrie kunt steunen (goed voor de banen van de burger) en Amerikaanse megalomane bedrijven kunt pakken (ook goed voor de bühne), dus dat zie ik nog wel enige kans hebben in de visie van de EC.

Dat ook een snippetheffing een raar idee zou zijn, geloof ik onmiddellijk. Maar het is beter om dáár tegen te ageren dan om te roepen “OMGWTFBBQ de hyperlink wordt illegaal”. Boy who cried wolf en zo.

Arnoud

Kan een hyperlink met preview auteursrechtinbreuk zijn?

panorama-holleeder-foto-prevewiEen Twitter- of Facebookpreview met daarin een foto kan een auteursrechtinbreuk zijn. Dat maak ik op uit een recent vonnis in een zaak tussen een fotograaf en online kiosk Myjour. Eh, oeps, einde van het internet, al die dingen?

Bij een artikel in de Panorama was een foto van Willem Holleeder afgedrukt. Dit artikel kon digitaal worden gekocht via Myjour (er was dus een afspraak tussen Panorama en Myjour) en ter promotie deelde Myjour een link naar het artikel op diverse media, zoals Twitter en Facebook. Deze publiceerden de link inclusief previewtekst en verkleinde foto. Vervolgens meldde zich de fotograaf: dat was auteursrechtinbreuk want hij had nooit toegestaan dat de foto op internet kwam, dus graag betalen.

Myjour beriep zich op het Svensson-arrest: zij linkten alleen maar naar het artikel zoals dat legaal in hun kiosk te koop was, en boden de foto dus niet aan een nieuw publiek aan. De foto was gewoon deel van het artikel. Verder stelde men dat het Twitter en Facebook waren die de foto toonden, niet zijzelf. Maar dat wordt niet geaccepteerd: je kunt dat immers uitzetten als je een link deelt.

Het criterium uit Svensson is dat van een “nieuw publiek”. In die zaak stonden nieuwsberichten gewoon online, zonder toegangsbeperking of wat dan ook. Daar een link naar leggen, ook via embedden of frames, is dan geen inbreuk op het auteursrecht, aldus het Hof van Justitie. Het publiek was al die tijd al het gehele internet, daar verandert je link niks aan. Als de link wél een nieuw publiek opentrekt, dan ligt dat anders. Omzeil je met de link bijvoorbeeld een login, dan kunnen andere mensen erbij dan oorspronkelijk bedoeld.

Myjour heeft een afspraak met Panorama over herpublicatie. Het publiek dat bij Myjour klant is, wordt dus met toestemming bereikt. Maar is dat publiek hetzelfde als “heel internet”? Ik denk het niet, want de content staat dan achter een betaalmuur. De content die Myjour gratis publiceert (bijvoorbeeld, eerste alinea + kleine foto) zou voor mij dan voor “heel internet” beschikbaar zijn, en die foto embedden in een linkpreview zou dan geen nieuwe openbaarmaking zijn.

De zaak wordt wel complexer als je bedenkt dat die linkpreviewfoto vaak geen embedded link naar de bronfoto is maar een verkleinde kopie. Dat is logisch, want dan heb je op Facebook/Twitter geen last van traag ladende bronsites. Maar dan gaat het eigenlijk automatisch mis met de auteursrechten: je maakt een kopie en geen link. Daar kom je niet uit met het Svensson-criterium denk ik. Dus dat wordt nog een probleem de volgende keren dat dit zich voor gaat doen.

Wat mij betreft had dit via het citaatrecht opgelost moeten worden, dit is immers gewoon aankondigen van iets legaals en daarbij is een snippet+foto doodnormaal. Maar de rechter wil daar niet aan: de naam van de fotograaf staat er niet bij. Ja, klopt, dat moet, maar wel “voor zover redelijkerwijs mogelijk”. En ik ben daar dan vast een fotografenhater in, maar ik vind het niet redelijk om bij een thumbnail te verlangen dat je naam erbij gezet wordt.

Arnoud

Europees Hof: embedden auteursrechtelijk beschermd materiaal is toegestaan

embed.jpgHet Europese Hof heeft geoordeeld dat het embedden van content geen schending van het auteursrecht inhoudt als de rechthebbende zelf de content al vrijelijk op het internet verspreidt, meldde Tweakers. Dit bepaalde het Hof in de Bestwater-uitspraak, die geen verrassing zou moeten zijn na de Svensson-uitspraak die ditzelfde ook al zei (maar dan meer over linken en framen, oké). De uitspraak is nog steeds niet officieel online, mogelijk omdat men dit een evident gevalletje vindt gezien de Svensson uitspraak. Maar goed, het is mooi nog eens expliciet bevestigd te zien dat embedden écht mag.

The embedding in a website of a protected work which is publicly accessible on another website by means of a link using the framing technology … does not by itself constitute communication to the public within the meaning of [the EU Copyright directive] to the extent that the relevant work is neither communicated to a new public nor by using a specific technical means different from that used for the original communication.

In de Bestwater-zaak hadden twee gedaagden promotievideo’s van het bedrijf op de website van een concurrent gezet, geëmbed vanuit YouTube. De Duitse rechter had vragen gesteld aan het Hof van Justitie of dit een inbreuk op auteursrechten opleverde, en het Hof zegt nu dus kort maar krachtig ‘nee’. Embedden is geen inbreuk zolang je geen nieuw publiek aanboort.

Dat criterium van nieuw publiek kennen we al uit eerdere zaken. Het is waarom de Svensson-zaak zo beslist werd: als je zelf iets op internet zet, dan is het hele internet je publiek en maakt framen of hyperlinken dat publiek niet groter.

Maar wat nu als je embedt, linkt of framet naar een bron die het niet legaal online heeft? Een Nederlandse rechter heeft bepaald dat dat wél inbreuk oplevert, omdat het publiek dan nieuw is ten opzichte van wat de rechthebbende. Maar in de Bestwater-zaak stond de video ook zonder toestemming op Youtube en toch zegt het hof “legaal”. Wellicht dat men bedoelde “ja áls je geen nieuw publiek aanboort dan is het legaal” omdat niets gevraagd was over de status van de Youtube-publicatie.

In de nog te verwachten C More-zaak (C-279/13) wordt wél nadrukkelijk nagevraagd hoe het zit bij linken naar iets dat niet legaal online staat. Dus dat blijft nog even een open vraag.

Arnoud

Maar ik klikte alleen per ongeluk op die hyperlink in de mail!

bevestigingslinkEen lezer vroeg me:

Onlangs diende ik een aanvraag in bij een bedrijf. Ik kreeg een mail en moest op een link klikken om de bestelling te bevestigen. Toen keek ik even niet uit en klikte ik per abuis op die link. En nu zegt het bedrijf dat ik (als consument) vast zit aan die bestelling omdat zij niet kunnen zien of mijn klik opzettelijk of per ongeluk was. Wat nu?

Een overeenkomst komt volgens de wet tot stand doordat je een aanbod aanvaardt. Daarbij gelden in het algemeen geen eisen zoals schriftelijkheid. Zolang de handeling maar duidelijk bedoeld is als een akkoord, is het een akkoord.

Natuurlijk kun je per ongeluk zo’n handeling verrichten. Of je zegt voor de grap ja en de wederpartij hoort de ondertoon niet. De wet kent daarom de regel van art. 3:35 BW: als de wederpartij er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat je het serieus bedoelde, mag hij je eraan houden ook als jij het eigenlijk niet wilde doen.

De vraag is dus: mag de wederpartij bij het klikken op zo’n link concluderen dat je dat serieus bedoelde?

Specifiek bij zulke hyperlinks is geen jurisprudentie bekend, voor zover ik weet. Mijn gevoel zegt me dat je hier pech hebt als je per ongeluk op die link klikt. Er is geen manier om na te gaan dat je dit niet bedoelde en de handeling op zich is iets dat normaliter zeer bewust gebeurt. Ik vind het dan ook redelijk dat je als wederpartij concludeert dat de link met opzet en doelbewust is aangeklikt.

Natuurlijk moet de link wel expliciet aangemerkt zijn als “Klik hier om te bevestigen dat u een contract wil” en niet “Meer informatie” of “Ok” of zoiets nietszegends.

Overigens, mogelijk dat je via de Wet koop op afstand de overeenkomst nog kunt ontbinden. Bij de meeste bestellingen (ook aanvragen voor diensten) kan dat tot 14 dagen na contractsluiting, en bij productleveringen tot 14 dagen na levering van het product.

Wat vinden jullie? Had je maar beter op moeten letten, of moet een bedrijf dat zo werkt er rekening mee houden dat mensen per ongeluk klikken?

Arnoud