Hoe grappig is dat: auteursrecht op een tweet?

copyright-symbol-printed.pngTwitter lijkt berichten die inbreuk maken op andermans copyright te verwijderen van zijn website. Onder andere grappen die gebruikers van anderen kopiëren lijken doelwit te zijn, las ik bij Tweakers. Wanneer iemand klaagt dat een ander zijn tweet heeft gecopypaste, wordt die copypastetweet vervangen door “withheld in response to a report from a copyright holder”. Maar eh, zit er wel copyright op tweets dan, zo vroegen een hoop mensen me.

Een tweet is maar 140 tekens, en veel mensen denken daarom dat je geen auteursrecht zou kunnen claimen. Dat is onjuist. Auteursrecht vereist een creatieve inspanning, maar die wordt niet vastgesteld enkel door de omvang van het werk te bepalen. Het Hof van Justitie bepaalde in 2009 dat elf woorden in principe niet te kort is om van auteursrecht te spreken.

Het gaat erom hoe, eh, creatief het is. En ik denk dat je best iets creatiefs kunt doen in 140 tekens. Er zijn in ieder geval cursussen te volgen over hoe je je boodschap in die beperkte ruimte kunt proppen.

De discussie lijkt zich vooral toe te spitsen op komieken, die grappen en ander lollig materiaal op Twitter testen en dan zien hoe mensen dat copypasten alsof het van henzelf is. Het lijkt mij dat een goede grap creatief is, en derhalve auteursrechtelijk beschermd. Natuurlijk, er is een hele traditie dat grappen worden overgenomen en herverpakt door collega-komieken, maar juridisch was dat altijd wel een grijs gebied. En met Twitter kun je nu concreet aanwijzen welke grap van jou was en wie hem overnam. Dus ja, ik denk dat de claimers hier een punt hebben.

Oh, maar natuurlijk mag je wel tweets retweeten ondanks eventueel auteursrecht. De rechthebbende geeft immers Twitter toestemming voor gebruik in het kader van die dienst, en retweeten is een standaardfeature van de dienst. Nog los van het feit dat retweeten onder het citaatrecht valt – bronvermelding, klein werk mag integraal, legitiem doel namelijk aankondigen wat iemand zojuist tweette.

Arnoud

Hebben zoekmachines last van het Infopaq-arrest?

Een lezer vroeg me onlangs waarom ik nooit wat gezegd had over het Infopaq-arrest van het Hof van Justitie. Dat Hof is toch de hoogste rechtbank in Europa die iets kan zeggen over auteursrechten, en auteursrecht is niet onbelangrijk in het internetrecht. Bovendien gaat het ook nog eens over fragmenten tonen van andere sites.

Nou, dat klopt, maar volgens mij wordt er in Infopaq niet echt een praktisch relevant punt beslist. Kort gezegd was de vraag of overnemen van een uit elf woorden bestaand fragment uit een beschermd werk inbreuk kan zijn. Het antwoord: ja, dat kan, maar het hangt er vanaf of het ook echt inbreuk is. Tsja.

Het Hof formuleert in deze uitspraak wanneer in Europa een werk auteursrechtelijk beschermd is. We hebben in Nederland de toets van het “eigen stempel van de maker”, oftewel het werk moet origineel zijn en van enige creativiteit getuigen. Het Hof formuleert het iets anders:

[Het moet gaan om] materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan.

maar in feite komt dat op hetzelfde neer. Maar wat gebeurt er nu bij korte tekstjes? Nou, individuele woorden zijn natuurlijk niet beschermd.

Enkel via de keuze, de schikking en de combinatie van deze woorden op een oorspronkelijke wijze kan de auteur uitdrukking aan zijn creatieve geest geven en tot een resultaat komen dat een intellectuele schepping vormt.

Ook een kort stuk tekst kan uitdrukking zijn van een creatieve geest. Daarmee kan een kort fragment van een tekst onder het auteursrecht van de maker vallen. Oftewel, lengte is geen argument dat het geen inbreuk kan zijn. Pas als je alleen losse woorden overneemt, kan iemand geen auteursrechten meer laten gelden.

Maar: als iemand dat fragment overneemt voor een legitiem doel (bv. citeren of parodie), dan is er alsnog geen sprake van inbreuk. Je mag dus niet zeggen “auteursrecht geldt niet want het is maar een klein stukje” maar wel “ok, misschien zit er wel auteursrecht op maar ik citeer en dat mag.”

Vandaar dus mijn “tsja”. (Ik vraag me wel eens vaker af waarom mensen naar het Hof van Justitie gaan over scherpslijperij als dit.)

Voor zoekmachines verandert er dus niets. Die tonen hun tekstjes om aan te kondigen wat er te vinden is op de gevonden pagina’s, en dat is gewoon een legitiem doel in de context van het citaatrecht.

Arnoud

Dagvaarding op je site zetten mag, ondanks auteursrecht

Stel, je krijgt als forumbeheerder of blogger een dagvaarding. Wat doe je dan? Precies, die slinger je online. Je hebt als kleine partij tenslotte maar weinig mogelijkheden om je te verweren, en publiciteit is een van de sterkste tegenreacties die je hebt. De eiser vindt dat misschien niet leuk, maar goed, die was toch al boos op je dus dan kan dit er ook nog wel bij. Hij gaat toch geen rechtszaak beginnen over het online zetten van die twee velletjes? Nou, eentje wel.

Onlangs werd het vonnis gepubliceerd van de rechtszaak tussen zweeftrainingsclub Essence en Kleintje Muurkrant. (Die zaak had niets te maken met deze zaak tegen dezelfde site trouwens). Essence was niet alleen boos over de inhoud van kritische berichten over hun bedrijf, maar ook over publicatie van de dagvaarding waarin ze schreef waarom ze boos was.

De rechter kwalificeert de berichten van Muurkrant als nieuws, wat enigszins opmerkelijk is nu in die andere zaak tegen Muurkrant daar nauwelijks aandacht aan werd besteed. Vervolgens is eiser even gegoogeld, waarna de rechter constateerde dat “allerhande webfora en artikelen op internet te vinden zijn, waarop allerlei meningen zijn te vinden ten aanzien van Essence trainingen, zowel positieve als negatieve”. De uitlatingen waren ook zo’n mening, droegen bij aan een actueel debat en waren dan ook niet onrechtmatig.

Goed, en toen nog even die dagvaarding.

“4.5. Ten aanzien van de vordering onder punt 3 overweegt de voorzieningenrechter dat de enkele stelling van Essence c.s. dat mr. H.F.C. Kuijpers maker is van de dagvaarding, nog niet betekent dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de Auteurswet. De Stelling c.s. hebben zulks gemotiveerd betwist (zie pleitnota mr. M.J. Jeths, pagina 6), zodat zonder enige nadere concrete onderbouwing van de zijde van Essence c.s., welke ontbreekt, niet kan worden gezegd dat sprake is van een werk dat auteursrechtelijke bescherming geniet. De dagvaarding is bovendien een nieuwsfeit waarvan de kennisneming door het publiek bijdraagt tot beter begrip van het ter openbare terechtzitting verhandelde en uiteindelijk van dit vonnis. Nu de dagvaarding reeds ter inzage heeft gelegen bij de centrale informatiebalie van de rechtbank, waar een ieder kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan en De Stelling c.s. ook overigens niet hebben onderbouwd welk (spoedeisend) belang zij hebben bij hun vordering tot het verwijderen en verwijderd houden van de inhoud van de dagvaarding en overige processtukken op www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant zullen deze vorderingen worden afgewezen.”

Ik heb de pleitnota van mr. Jeths helaas niet, maar ik vermoed dat het argument daar was dat een dagvaarding een zakelijke opsomming is van de feiten en juridische kwalificaties. Er zit weinig creativiteit van de auteur in een dagvaarding, het is geen wetenschappelijk artikel of iets dergelijks. Daarmee kan ik goed volgen dat er geen auteursrecht op een dagvaarding zit.

Het stukje over nieuws is een interessante. Hier wordt het auteursrecht wel erg makkelijk ondergeschikt gemaakt aan de vrije nieuwsgaring. Een goede zaak hoor, daar niet van, maar dit is niet bepaald gebruikelijk in het huidige recht. Andermans auteursrechten mogen schenden om nieuws te melden is toch een hoge uitzondering. Het nieuwsfeit had ook in eigen woorden gemeld kunnen worden. Maar goed, als het al vrij onwaarschijnlijk is dat er auteursrecht zit op een dagvaarding, dan is de uitkomst wel binnen het huidige recht.

De geschifte bescherming, pardon geschriftenbescherming voor dagvaardingen bestaat natuurlijk wel. Daarmee kun je ook (vrijwel) letterlijk kopiëren van zakelijke teksten zonder creatieve inbreng verbieden. Maar ja, die was men vergeten mee te nemen in de eis. En bovendien zal bovengenoemde redenering over auteursrecht versus nieuws ook wel opgaan bij geschriftenbescherming versus nieuws.

Publiceren jullie je dagvaardingen op je site? Of zou je boos worden als iemand dat deed als jij hem wilde aanklagen?

Via Boek9.nl.

Arnoud

Mag je een foto imiteren?

Een lezer mailde me:

Ik ben fotograaf en verkoop onder andere foto’s van een standbeeld in mijn woonplaats. De manier waarop ik het heb gefotografeerd wijkt nogal af van hoe anderen het doen: ik fotografeer vanaf de achterzijde en gebruik ook een flinke telelens. Nu zag ik laatst bij een concurrent op de site een foto die wel heel sterk leek. Hetzelfde beeld, gefotografeerd vanuit hetzelfde standpunt en ook met telelens en ook nog eens op dezelfde manier uitgesneden. Het was wel een andere foto want er waren wolken te zien die er op mijn foto niet zijn. Is dit nu wel of geen inbreuk op mijn auteursrecht?

Het auteursrecht beschermt niet alleen tegen het letterlijk kopieren van een foto. Ook naschilderen van een foto is verboden. En dus ook het nabouwen van de compositie en het maken van dezelfde foto.

De lezer heeft alleen wel een ontzettend bewijsprobleem, want hoe kan hij laten zien dat de ander zijn foto heeft gebruikt ter “inspiratie” van zijn compositie? Is het gebruik van hetzelfde standpunt en een telelens voldoende bewijs, of zijn dat dingen die iedere fotograaf zou doen? Je kunt concurrenten niet verbieden de achterkant van een standbeeld te fotograferen lijkt me.

Arnoud

Achterbankgesprek toch auteursrechtelijk beschermd

Auteursrecht krijg je ook bij spontane uitlatingen. Weliswaar moet er creativiteit aan te pas komen, maar die hoeft alleen uit het werk zelf te blijven. Of je als maker van plan was een werk te maken of niet, is irrelevant. Dat blijkt uit het arrest van de Hoge Raad in de zaak Willem Endstra van vorige week. Dit arrest kan van groot belang zijn voor bloggers, forumleden en andere internetters: ook uit de losse pols geschreven teksten op internet zijn auteursrechtelijk beschermd, zelfs als de auteur gewoon even zijn mening kwijt wilde en helemaal niet nadacht over auteursrechten of creatief schrijven.

De in 2004 vermoorde vastgoedhandelaar Endstra had in 2003 en 2004 vijftien ‘achterbankgesprekken’ gevoerd met politieagenten. Journalisten Bart Middelburg en Paul Vugts hadden een boek gemaakt met de transcripties van de opnames. De erven Endstra probeerden publicatie te verhinderen met een beroep op hun auteursrecht. Zowel de rechtbank als het gerechtshof in hoger beroep oordeelde dat dat niet kon, omdat het nodig zou zijn dat “de maker er bewust voor heeft gekozen zijn verhaal in deze vormgeving te gieten” voordat iemand auteursrecht kan claimen.

De Hoge Raad weigert dit criterium. Auteursrecht krijg je als het werk origineel (niet overgeschreven) en bovendien creatief is. Creatief wil zeggen dat het ‘stempel van de maker’ te herkennen is in het werk. Maar bij de beoordeling mag je alleen naar het werk zelf kijken, en niet naar de achterliggende motieven of gedachten van de maker. Of iemand nu bewust of onbewust aan het ‘maken’ was, is niet relevant, en bovendien vaak onmogelijk te bewijzen.

Lex Bruinhof (Wieringa Advocaten en blogger) heeft het alvast maar uitgeroepen tot nieuw standaardarrest.

Het is duidelijk dat de Hoge Raad hier in optima forma bezig is als rechtsuitlegger, in een uitspraak die – naast het standaardarrest Van Gelder / Van Rijn uit 1946 – in de leerboekjes zal worden opgenomen. De Hoge Raad maakt duidelijk dat bij de beoordeling van de beschermbaarheid niet de maker centraal staat, maar het werk zélf. Anders gezegd: we hebben de maker en zijn geestesgesteldheid niet nodig om uit te maken of er sprake is van een beschermd werk of niet. Dat zou ook maar lastige bewijsproblemen opleveren. Nee, we kunnen naar het werk zelf kijken: dáár is het persoonlijk stempel (als het ware: objectief achteraf beschouwend) uit af te leiden. En dus hoeft er helemaal niet bewust een vorm gekozen te zijn, of iets coherents te zijn gecreëerd.

De zaak is terugverwezen naar het Hof, dat nu moet gaan oordelen of in de achterbankgesprekken het stempel van de maker terug te vinden is, zonder daarbij mee te wegen of het de bedoeling van die maker was om een beschermd werk te maken.

Bij de Volkskrant wordt nog gemeld dat Joran van der Sloot nu wellicht ook een auteursrechtelijke claim bij Peter R. de Vries kan leggen vanwege zijn bijrijdersstoeltapes (wat ik al in februari riep op Rechtenforum trouwens).

Hetzelfde geldt voor bloggers, forumleden en andere mensen die dingen op internet zetten. Zolang je maar creatief schrijft, dus niet puur zakelijk feiten meldt of een linkje noemt, heb je auteursrecht op wat je schrijft. Of dat nou je bedoeling was of niet.

Arnoud

Gebruik van sjablonen (templates) in het auteursrecht

Wie heeft het auteursrecht op deze website, vroeg een kennis me laatst. Hij had in opdracht een site gebouwd, gebruikmakend van een door de opdrachtgever aangeleverd template. Ook foto’s, afbeeldingen en teksten had hij niet zelf hoeven ontwikkelen. Maar het eindresultaat was wel zijn werk. En freelancers hadden toch zelf auteursrecht op het werk?

Nou, niet helemaal. Er moet natuurlijk wel een auteursrecht zijn. Het product moet een eigen oorspronkelijk karakter hebben en bovendien het persoonlijk stempel van de maker dragen. Als alles aan het werk zonder enige creativiteit tot stand komt, en de ontwerper geen enkele eigen ruimte krijgt, dan zit er geen auteursrecht op die folder. En dat was precies waar het om ging in dit vonnis. De eiser (appellante) vond dat de door een freelancer gemaakte brochure niet auteursrechtelijk beschermd was:

Zij had vooraf al bepaald hoe de opmaak er uit zou moeten zien en de opmaak diende gelijkend te zijn op die van andere door [appellante] gehanteerde brochures. De brochure Novelties vertoonde daarmee dan ook een sterke gelijkenis. Ten aanzien van de opmaak had [geïntimeerde] geen artistieke vrijheid.
Maar daar ging het Gerechtshof niet in mee. Eiser noemt het zelf “opmaak” – en opmaken is een creatieve activiteit. Ook al is je creatieve ruimte beperkt, zolang die ruimte niet nul is, heb je auteursrecht op het resultaat.

Ook op de foto’s die op instructie van de opdrachtgever gemaakt waren, had deze niet het auteursrecht:

Het is heel wel mogelijk dat [appellante] de te fotograferen objecten aangaf, maar dat neemt niet weg dat in het algemeen de fotograaf een eigen creatieve inbreng heeft te leveren waar het gaat om de bepaling van opnamehoek, belichting en in het algemeen de keuze tussen de vele verschillende fototechnische mogelijkheden. Dat de daarbij te maken keuzes geheel door [appellante] werden voorgeschreven, is onaannemelijk: daarvoor neemt men geen professioneel fotograaf in de arm. De overgelegde opnamelijsten wijzen daar ook niet op. Zij geven slechts een (inderdaad tamelijk precieze) opgave van de te fotograferen objecten, maar houden niets in over de te maken fototechnische keuzen.

Als laatste redmiddel dan nog artikel 6 van de Auteurswet: Indien een werk is tot stand gebracht naar het ontwerp van een ander en onder diens leiding en toezicht, wordt deze als de maker van dat werk aangemerkt. Ik schreef al, dat gaat niet over opdrachtgevers van freelancers maar bijvoorbeeld architecten. En dus was er hier geen sprake van “leiding en toezicht” zoals de wet dat eist:

[appellante] mag in het ontwerp wel een zekere rol hebben gespeeld, maar haar leiding en toezicht waren zeker niet zo direct dat daardoor de creatieve rol van [geïntimeerde] verwaarloosbaar werd. [appellante] heeft zich er zelfs over beklaagd dat zij, toen zij op een dag contact met [geïntimeerde] wilde opnemen, moest ontdekken dat hij op dat ogenblik afwezig was en een medewerker de opnamen aan het maken was. Hoe belangrijk of onbelangrijk dat ook mag wezen, als zij dat op deze manier toevallig moest ontdekken, waren haar leiding en toezicht toch niet zo direct als zijn het wel wil doen voorkomen.

Kortom, de opdrachtgever had geen auteursrechten. U vraagt zich misschien af waarom die man zich daar zo druk over maakt: simpel, de ontwerpers hadden hun geld nog niet binnen en verboden verspreiding van de brochures op grond van hun auteursrecht totdat de facturen voldaan waren.

Dezelfde soort redenering kun je dus voor een website hanteren. Alleen lag het bij de ontwerper uit de eerste alinea iets anders: hij kreeg een template (sjabloon) en hoefde dat alleen maar in te vullen met tekst en beeld. Daar zit geen creatieve ruimte in, dus dat knip&plakwerk levert geen auteursrecht op. Sorry Merijn. 😉

Via Volledig bericht, pardon Boek 9.

Arnoud

Zijn foto’s van schilderijen auteursrechtelijk beschermd?

Wikipedia zegt wat anders dan ik, zo meldde een lezer mij. Nou ja zeg. En het gaat nog over auteursrecht ook. Heel stellig staat er namelijk op de pagina over het Van Dale/Romme arrest:

Een fotografische reproductie van bijvoorbeeld De Nachtwacht kan nooit auteursrechtelijk beschermd zijn, aangezien het geen persoonlijk stempel van de maker draagt.

Let op dat nooit (mijn cursivering).

Mijn iets langere tekst over originaliteit bij foto’s:

De vereiste originaliteit kan hier liggen in bijvoorbeeld de invalshoek, de compositie van het gefotografeerde, de belichting enzovoorts. In de praktijk blijkt dat de rechter al snel aanneemt dat er sprake is van een originele foto. Alleen puur mechanisch tot stand gekomen foto’s, zoals uit pasfotohokjes en beveiligingscamera’s, zijn niet beschermd.

Het is niet automatisch zo dat een foto van een schilderij beschermd is, enkel en alleen omdat het een foto is. Maar het is ook niet automatisch zo dat een foto van een schilderij nooit beschermd is. Zoals altijd: het hangt er vanaf.

Ik pak er maar even een paar bronnen bij: het standaardwerk Auteursrecht van Spoor/Verkade/Visser, 2005), dat op pagina 107 schrijft:

Dat daarmee iedere foto een werk zou zijn, gaat echter te ver (…) Twijfels kunnen dan ook rijzen over het werkkarakter van foto’s met een – als foto – sterk ’technisch’ karakter, zoals productfoto’s voor advertenties en catalogi. Hetzelfde geldt voor foto’s van schilderijen etc. die in musea e.d. te koop zijn of in tentoonstellingscatalogi worden fgedrukt (foto’s van driedimensionale voorwerpen zullen eerder een werkkarakter hebben).

Iets toegankelijker is Beelddatabanken Stilstaand beeld in beweging? (ITeR reeks nr. 54, Babette Aalbers):

Toch wordt er verschillend gedacht over de vraag of individuele foto’s met een sterk technisch karakter, zoals foto’s van schilderijen die in musea hangen of in tentoonstellingscatalogi worden afgedrukt, voldoende oorspronkelijk karakter hebben.

Beide bovengenoemde citaten verwijzen naar een vonnis uit 1990 (Rb. Maastricht 29 nov. 1990 (Bankstel in showroom), Informatierecht/AMI 1992, p. 32 m.nt. J. Spoor) waarin ’technisch perfecte’ foto’s van een bankstel niet creatief genoeg geacht werden. Dat lijkt me logisch: iets zo exact mogelijk reproduceren sluit uit dat je eigen creativiteit toepast.

De grote vraag bij een foto van een schilderij is dus of de fotograaf creativiteit heeft gebruikt bij die foto. Ging het alleen om een exacte reproductie, een ’technisch perfecte’ foto die het schilderij zo getrouw mogelijk weergeeft, dan zal de foto niet beschermd zijn. Een schilderij op de scanner leggen, levert dus geen auteursrecht op de scan op.

Niet elke foto van een schilderij is bedoeld om ’technisch perfect’ te zijn. Foto’s en schilderijen zijn verschillende mediums, en een mooi uitziend schilderij kan een bleke foto opleveren. Of wat te denken van een foto van een groot schilderij. Daar zul je als fotograaf toch creatief uit de hoek moeten komen om een mooie foto bij te maken. Je zou dan een representatief, herkenbaar deel kunnen nemen. Niet de hele Nachtwacht, maar alleen kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh. En dat is dan een creatieve keuze, zodat de foto auteursrechtelijk beschermd wordt. Ook kan er met de foto digitaal geknutseld zijn, en dat “oppoetsen” kan best creatief zijn.

Wel moet die creativiteit uit de foto blijken. Zie bijvoorbeeld dit arrest van het Gerechtshof Leeuwarden, waarin de eiser betoogde dat hij had “aangegeven van welke afstand en uit welke hoek gefotografeerd moest worden”. Dat bleek volgens het Hof echter niet uit de foto’s, en daarom werden die foto’s geen beschermde werken geacht.

De vraag is dus: is er aan de foto van het schilderij iets te zien waaruit de creativiteit, het persoonlijk stempel van de fotograaf te herkennen is?

En die vraag is niet in het algemeen te beantwoorden. Dat kan alleen van geval tot geval.

Wil iemand die het met mij eens is, dit even aanpassen in Wikipedia? 🙂

En wie nog een stempel van de maker wil: als het goed is, zijn ze bij de collega’s van Volledig bericht, pardon Boek 9 nog gewoon verkrijgbaar.

Arnoud

Het persoonlijk stempel van de maker

In Nederland gaat auteursrecht krijgen automatisch: er is geen registratie nodig. De enige eis is dat een werk het ‘stempel van de maker’ moet dragen om auteursrechtelijk beschermd te zijn.

Maar hoe kom je nu aan die stempel?

Simpel, die koop je via Boek9.nl:

Arnoud