Waar liggen de grenzen van het beeldcitaatrecht?

Ik schijn wat streng in de leer te zijn wat de grenzen van het beeldcitaatrecht. Je mag een afbeelding, foto of ander plaatje gebruiken in het kader van een citaat, maar niet zomaar:

Dat wil niet zeggen dat elk hergebruik van een plaatje een toegestaan citaat is. Het beeld moet echt worden overgenomen omdat het nodig is bij de bespreking, kritiek of wat dan ook van dat beeld. Bij een film is een still van een relevante scene bijvoorbeeld toegestaan in de context van een filmkritiek. Bij een artikel over molens een willekeurige afbeelding van een molen tonen is geen beeldcitaat.

Artikel 15a van de Auteurswet heeft het immers over “het citeren uit een werk”, dus het leek mij logisch dat het beeld dat je gebruikt, moet komen uit het werk waar je het over hebt.

Toch blijk ik daarin nog wat strenger te zijn dan wellicht nodig is. In het standaardwerk Auteursrecht door Spoor/Verkade/Visser staat namelijk op pagina 240:

Het opnemen van een toepasselijke foto kan o.i. gelden als ‘ citeren’ , ook al gaat het in de context niet om het werk van deze fotograaf, doch om het onderwerp van de foto.

De juridische basis is het Damave/Trouw-arrest (HR 26 juni 1992, NJ 1993, 205). Hierin werden tekeningen van Damave getoond bij een boekbespreking. Hoewel de tekeningen uit het boek kwamen, werden ze op zich niet besproken in de boekbespreking. Toch was dit toegestaan, omdat de afbeelding samen met de tekst ertoe strekte om aan de lezer een indruk van het betreffende boek te geven.

Pas als op de afbeelding een zodanige nadruk komt te liggen dat zij in overwegende mate de functie van versiering verkrijgt, ga je de grenzen van het beeldcitaatrecht te buiten.

Een willekeurige maar kleine portretfoto van de auteur van een boek zou dus toegestaan zijn bij een boekbespreking. Ook die portretfoto draagt bij aan de boekbespreking; een indruk van de persoon van de auteur kan verhelderend of informatief zijn.

Hoe dan ook denk ik wel dat er een duidelijke relatie tussen het werk en de foto moet zijn. Bij een foto van de auteur is dat duidelijk het geval, maar bij zomaar een foto van een windmolen bij een boek over molens door de eeuwen heen is dat al heel wat minder duidelijk. Ik zou dan toch echt proberen een foto uit het boek zelf te gebruiken, in plaats van een heel andere molenfoto zomaar ergens van internet.

Wat zou nog meer een toegestaan beeldcitaat kunnen zijn als je deze vuistregel hanteert?

Arnoud

Eén reactie

  1. Uit een uitspraak uit 2006 (zie http://www.iept.nl/files/2006/IEPT20061121RbRotterdamNederlandsFotomuseumvUitgeverij_010.pdf, ik trad zelf op voor 010) volgt dat grootte niet zozeer een probleem is en evenmin feit dat het gehele werk wordt afgebeeld, zolang maar het citaat duidelijk een functie vervult in het kader van de bespreking. Vuistregel zou wel eens kunnen zijn, hoe uitgebreider de bespreking hoe ruimer het citaatrecht. Belangrijk onderdeel is ook dat het geciteerde niet de overhand krijgt in de exploitatie, bijv. foto van Cas Oorthuys (van een Maaskant-gebouw) op de kaft van het proefschrift. Daar was in de onderhavige kwestie geen sprake van.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.