Zit er auteursrecht op een octrooi?

Auteursrecht en octrooirecht zijn twee heel verschillende dingen. Auteursrecht krijg je automatisch op elke tekst die je schrijft, terwijl je alleen octrooi krijgt op uitvindingen die nieuw en inventief zijn, en dan ook nog eens alleen op aanvraag. En daar zit nog een interessante kronkel in de wet: is de tekst van een octrooi auteursrechtelijk beschermd?

De tekst van een octrooi moet namelijk in detail uitleggen hoe de uitvinding werkt, zodat anderen weten welke uitvinding beschermd is en hoe ze die (na afloop van het octrooi) kunnen namaken. De eerste vraag is dan of die tekst wel het “stempel van de maker” draagt. Vorig jaar werd bijvoorbeeld nog geen auteursrecht op een offerte erkend, omdat de tekst van die offerte uitsluitend functioneel en zakelijk was. De tekst beschreef de huidige en historische toestand van een bedrijfsgebouw en haar omgeving. Ik denk alleen niet dat dat hier opgaat. Neemt u van mij als octrooigemachtigde aan dat het behoorlijk wat creativiteit, woordkeuzes en afwegingen vergt om een goede octrooitekst te maken.

Maar zelfs als de tekst puur functioneel en zakelijk geacht zou worden te zijn, dan is er nog steeds de geschriftenbescherming. Octrooiteksten zijn immers schriftelijk en bestemd om openbaar gemaakt te worden.

Bij de aanvraagprocedure stuurt de uitvinder (of zijn octrooigemachtigde) die tekst naar het Europees Octrooibureau (EOB) of het Octrooicentrum Nederland (OCNL). Het EOB onderzoekt de aanvraag en publiceert het octrooi als alles in orde is. OCNL doet geen inhoudelijk onderzoek en publiceert de ingediende tekst simpelweg na 18 maanden als octrooi, ongeacht of er nu aan de eisen voor octrooi is voldaan.

Zowel EOB als OCNL zou je kunnen zien als overheidsinstanties, en dan zijn er een paar beperkingen in de Auteurswet (inmiddels zonder 1912, weet u nog?). De eerste is dat op “wetten, besluiten en verordeningen” geen auteursrecht rust. Maar een octrooi is geen van die drie, dus daar hebben we niet zo veel aan.

Een octrooi is daarentegen wel een “door of vanwege de openbare macht openbaar gemaakt werk”, en volgens artikel 15b Auteurswet mag je het dan kopiëren en verspreiden tenzij het auteursrecht uitdrukkelijk is voorbehouden. Maar dan moet wel de openbare macht de maker of rechtverkrijgende zijn van de tekst, en dat is niet het geval – de octrooigemachtigde die de tekst schreef, is geen medewerker van de overheid, en bij indiening van een octrooiaanvraag hoef je ook nergens je auteursrecht over te dragen.

Een octrooischrift is dan ook gewoon auteursrechtelijk beschermd.

Toch hoeft dat geen probleem te zijn. Wie een octrooiaanvraag indient, weet dat dit als octrooi zal worden gepubliceerd en dan in allerlei octrooidatabanken over de hele wereld te lezen zal zijn. Door dus toch de aanvraag in te dienen, geeft de uitvinder een licentie om dat alles te mogen doen.

Lastiger is het voor uitgevers van boeken zoals Patenten op de 20e eeuw. Wie zijn eigen tekst schrijft over beroemde of waardevolle octrooien, mag daar best als beeldcitaat een tekening uit het octrooischrift bij laten zien. Maar sommige van die boeken bestaan vrijwel geheel uit samenvattingen en tekeningen van octrooien, en dat kun je geen citaat meer noemen.

Arnoud

21 reacties

  1. Volgens mij is een octrooi niet auteursrechtelijk beschermd. Een octrooi wordt door de openbare macht openbaar gemaakt, dus daarmee treedt artikel 15b weldegelijk inwerking. Gezien het octrooi specifiek met dit doel wordt geschreven, om zo de octrooirechtelijke bescherming op een uitvinding te krijgen, speelt overdracht van auteursrechten geen rol.

    Verder is het ook nog eens zo dat het octrooirecht tot doel heeft om een uitvinding te beschermen, maar ook er voor te zorgen dat een uitvinding openbaar wordt gemaakt, zodat anderen er iets aan hebben. Het is daarmee feitelijk de handleiding voor het produceren van de uitvinding en om dat goed te kunnen doen moet je in staat zijn om die kennis te vermenigvuldigen, wat bij auteursrechtelijke bescherming tot inbreuk daar op zou leiden. De bottom line is dat er voor het goed functioneren van het octrooirecht geen auteursrecht op octrooien kan rusten.

  2. Arnout, ik ben het eens met je conclusie, maar de auteursrechten op de tekst liggen toch echt bij de uitvinder of octrooigemachtigde die de tekst schrijft. Artikel 15b geldt alleen wanneer “de openbare macht de maker of rechtverkrijgende is”. Herpublicatie door het Octrooicentrum is nog geen overdracht van auteursrecht, want dat moet in een akte (art. 2 lid 2 Auteurswet).

    Voor kennisverspreiding van (voorheen) geoctrooieerde uitvindingen zou een licentie genoeg zijn. Waarom moet het werk vrij van rechten zijn? Octrooien kun je kopi?ren, verspreiden en herpubliceren, dat is toch genoeg?

  3. Tot 20 januari 2006 was dit eenvoudig, want voor die dag stelde art. 15b Auteurswet 1912 niet de eis dat de overheid maker of rechthebbende was.

    V??r 20 januari 2006 gepubliceerde octrooischriften lijken mij nog steeds vrij van auteursrecht, of zie ik dat verkeerd?

    De wetgever lijkt bij de wetswijziging niet te hebben stilgestaan bij het auteursrecht op octrooien. Een octrooischrift is inderdaad geen wet, maar heeft er toch wel veel van weg. Het is zelfs strafbaar om opzettelijk inbreuk te maken op een octrooi. De conclusies van een octrooi lijken mij daarom vergelijkbaar met strafbepalingen.

  4. @bona fides: die wijziging had ik even over het hoofd gezien. Maar wezenlijk is het niet. Let wel dat art. 15b slechts de verveelvoudiging en openbaarmaking van het werk toestaat, en niet het auteursrecht in zijn geheel laat vervallen. Alleen wetten, verordeningen en besluiten zijn (art. 11 Aw) vrij van auteursrecht. Een voorlichtingsfolder van Defensie is dus auteursrechtelijk beschermd, hoewel je deze mag kopi?ren en verkopen.

    Ik vraag me nog af wat er auteusrechtelijk geldt als een beschermd kunstwerk op een postzegel van het toen-nog-staatsbedrijf PTT was verschenen. Een postzegel is ook een publicatie door de overheid tenslotte, en ik zie geen auteursrechtvoorbehoud op die dingen.

    Hoe dan ook, met het oude artikel 15b kom je m.i. tot dezelfde conclusie. Je mag octrooien kopi?ren en verspreiden, en zelfs verkopen. Voor de conclusies zou je nog kunnen betogen dat ze uitsluitend zakelijk geformuleerd zijn om de beschermingsomvang van het octrooi vast te leggen. Daarmee ontbreekt de voor auteursrecht vereiste creativiteit.

    Maar voor een ontlening van beschrijving en figuren in een boek als “Patenten van de 20e eeuw” zie ik ook onder het oude artikel 15b weinig ruimte.

  5. @Arnoud, volgens mij moet je het als volgt zien. Met je octrooiaanvraag verzoek je de overheid octrooi te verlenen op een uitvinding die beschreven is met een bepaalde tekst. Als de overheid op basis daarvan octrooi verleent, moet die verlening worden gezien als een beschikking waar de tekst van het octrooi onderdeel vanuit maakt. Artikel 11 Auteurswet stelt dat er op besluiten (waaronder beschikkingen) geen auteursrecht bestaat.

  6. @Arnout: dat is een hele mooie. Inderdaad, een octrooi verlenen is een besluit in de zin van de AWB. Mijn enige tegenargument zou dan zijn dat het besluit het stukje papier is dat ik van Octrooicentrum Nederland krijg en de octrooitekst daar geen onderdeel van is. Maar daar zou ik geen miljoen van een cli?nt op durven zetten. 🙂

  7. @Arnoud: je hebt natuurlijk gelijk t.a.v. art. 15b, het auteursrecht blijft er gewoon op zitten. Dan zie ik trouwens ook geen verschil meer tussen octrooischriften die voor of 20 januari 2006 zijn gepubliceerd (qua juridische status nu).

    Maar Arnout heeft zeker een goed punt. Ik denk dat hij gelijk heeft, maar je tegenargument durf ik nog niet zonder meer aan de kant te schuiven…

  8. Uit de conclusie bij NJ 1968, 276 meen ik op te mogen maken dat art. 11 Aw v??r 7 januari 1973 niet alleen gold voor wetten en besluiten, maar meer algemeen voor alle stukken die “door of vanwege de openbare macht” waren openbaar gemaakt.

    Als dat klopt lijken in ieder geval de octrooien die v??r 7 januari 1973 zijn gepubliceerd vrij van auteursrecht te zijn (waarbij ik aanneem dat de wijziging van 7 januari 1973 geen nieuw auteursrecht deed ontstaan op oude publicaties).

    De Nederlandse Bank treedt bij het uitgeven van bankbiljetten volgens de Hoge Raad niet op “vanwege de openbare macht”, zodat DNB kon optreden tegen kopie?n van bankbiljetten (die voldoende afweken om niet strafrechtelijk verboden te zijn).

    Ik vind nog een relevante passage in de noot bij dit arrest: “Zie voor art. 11 in het algemeen nog De Beaufort, Auteursrecht (1932), blz. 79-84, Drucker-Bodenhausen-Wichers Hoeth (1966), blz. 172. Zie ook Mr. Ir. D. Hijmans, NJB 1964, blz. 280 vlgg. en Hirsch Ballin, Staatskopijrecht-heden, NJB 1965, blz. 313 vlgg., beiden in zake auteursrecht op Nederlandse octrooischriften en octrooi-aanvragen.” (Die artikelen gaan natuurlijk wel over het oude art. 11.)

  9. In BIE 1998, 73 oordeelde de president van de rechtbank Breda dat bijsluiterteksten van goedgekeurde medicijnen deel uitmaken van administratieve beslissingen van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, omdat die teksten op grond van de wet onderdeel uitmaken van de toelatingsprocedure. Mede om die reden kon Roche geen beroep doen op het auteursrecht. (De president vond dat ook het beroep van Centrafarm op art. 15b slaagde.)

    Annotator Quadvlieg was het bepaald oneens met deze uitleg van art. 11 en 15b, maar als ik het goed zie vooral ten aanzien van het “deel uitmaken van”. Op deze manier zouden ook dagboeken, foto’s en kunstwerk al snel deel uitmaken van een rechterlijk vonnis.

    In NJ 1966, 86 vond de president van de rechtbank Amsterdam dat gedingstukken slechts vrij zijn van auteursrecht voor zover ze zijn verwerkt in de rechterlijke uitspraak.

    Voor art. 11 lijkt het dus geen eis te zijn dat de overheid de maker is van het geopenbaarde materiaal of ooit de rechten heeft verkregen. (Een eis dat de overheid de rechten zou moeten hebben verkregen zou toch al niet werken. De maker kan immers niet de morele rechten en de rechten op toekomstige wijzen van exploitatie overdragen.)

  10. Beste Arnoud (Engelfriet ;-)),

    Ik heb (als niet-jurist, wel te verstaan) een conceptueel probleem met jouw conclusie dat de octrooibeschrijving auteursrechtelijk beschermd is. Te weten het volgende: er is jurisprudentie van de strekking dat een andersvormige weergave van de inhoud van een werk een vertaling is en als zodanig onder de bescherming van het auteursrecht valt. Men name heeft dit gespeeld in zaken waarin de architect van een gebouw zich, op grond van Art. 25 Aw, verzet heeft tegen de sloop van “zijn” gebouw.

    Nu zie ik niet het essenti?le verschil tussen een paar (blauwdruk, gebouw) en bijvoorbeeld (octrooi, machine). In beide gevallen zou nu moeten gelden dat de weergave van het auteursrechtelijk beschermde werk op een andere wijze een vertaling is en dat dus het auteursrecht van toepassing is.

    Mijn probleem met jouw conclusie is dus dit: als jouw conclusie klopt, heb je feitelijk gezegd dat uitvindingen dubbele bescherming genieten binnen het intellectueel eigendomsrecht. En dat was volgens mij nou juist NIET de bedoeling.

  11. Mooi gevonden! Het nabouwen van een uitvinding op grond van de octrooitekst en -tekeningen zou je kunnen zien als een verveelvoudiging in gewijzigde vorm daarvan, net zoals het bouwen van een huis conform een architectonisch ontwerp. Dat is waar. De enige escape is dan nog dat dit alleen geldt bij zulk letterlijk nabouwen. Een octrooi beschermt meer dan alleen de tekeningen, je kunt inbreuk maken door iets vergelijkbaars te doen zonder letterlijk de tekst of tekeningen na te bouwen. Maar het klopt dat er overlap kan zijn als je letterlijk de beschrijving nabouwt.

    Wel zal de vraag zijn of je dan creatieve elementen overneemt of alleen de technisch bepaalde elementen uit de uitvinding.

  12. > De enige escape is dan nog dat dit alleen geldt bij zulk letterlijk nabouwen.

    Euh… ja… Dat is nou juist het geval waar ik een probleem mee heb. Als jij gelijk hebt, dan zou de uitvinding ZELF (dus in ongewijzigde, letterlijk nagebouwde vorm) opeens auteursrechtelijk beschermd zijn.

    > Maar het klopt dat er overlap kan zijn als je letterlijk de beschrijving nabouwt.

    En daar zit hem de kneep. Als ik het intellectueel eigendomsrecht goed begrijp, is het principe dat op ??n object maar ??n soort bescherming van toepassing kan en mag zijn. Met dat principe in de hand zou dus uit het voorafgaande volgen dat een octrooibeschrijving niet beschermd KAN zijn, omdat je anders uitvindingen dubbel beschermt. Sterker nog, je kent aan uitvindingen een sterkere bescherming toe dan de wetgever bedoeld heeft (de wetgever vindt het, dacht ik, niet redelijk dat een uitvinding langer dan 18 jaar beschermd is — het auteursrecht is levenslang plus 70).

    > Wel zal de vraag zijn of je dan creatieve elementen overneemt of alleen de technisch bepaalde elementen uit de uitvinding.

    Wederom, correct me if I’m wrong: in het geval van het auteursrecht geldt het vertalen (het weergeven in alternatieve vorm) toch als de creatieve stap?

    Zou dat overigens niet NOG een reden zijn om te zeggen dat de octrooibeschrijving niet onder het auteursrecht kan vallen? Bij het octrooi geldt dat nabouwen volgens de beschrijving niet als creatief geldt (het octrooi beschermt die bepaalde uitvinding, dus het bouwsel zelf moet hard vastgeklonken zijn aan de beschrijving — als het anders was, werkt het octrooiprincipe niet meer). Als je de deur openzet voor auteursrechtelijke bescherming van de octrooibeschrijving, dan introduceer je volgens mij weer een “gratis” creatieve stap die wellicht zelfs de octrooibescherming aantast.

  13. Nou, dat principe is niet heel hard: je kunt een logo ontwerpen en dan heb je daar zowel auteursrecht als merkrecht op. Een design voor een t-shirt is beschermd door auteursrecht en modelrecht. En zo zijn er nog wel wat voorbeelden.

    Wat ik bedoelde met overnemen van creatieve of technische elementen: het auteursrecht beschermt alleen de creatieve keuzes van de maker, in dit geval dus de uitvinder. Het zijn die keuzes die moeten worden overgenomen uit het octrooi in het nagebouwde apparaat. Het lijkt me vaak wel degelijk mogelijk dat je afwijkt van de beschrijving en alleen de technisch bepaalde zaken overneemt.

  14. Laat ik dit topic weer eens actueel maken.

    De teneur van de blog en de comments is dat er wel degelijk auteursrecht zit op octrooiaanvragen. Het praktische nut ervan lijkt echter beperkt te zijn.

    Maar beschouw het volgende eens:

    In alle bedrijven, ook in de octrooigemachtigdenpraktijk, zijn er klanten die enthousiaster zijn in het bestellen van diensten dan het betalen ervoor.

    De volgende zaken doen zich soms voor: -Klant dient een door een gemachtigde professioneel opgestelde aanvraag zelf in of via een andere gemachtigde of advocaat en betaalt niet, en doet eventueel hetzelfde niet-betaal truukje ook nog eens bij die andere dienstverlener. – Gemachtigde dient wel in voor de klant, maar de opdrachtgevende firma gaat failliet voordat facturen betaald zijn en de aanvraag is ingediend op privé-naam van de baas en zou dus zonder probleem kunnen worden uitgebreid door die baas. -In de tarieven zit een verwachting of zelfs overeenkomst verwerkt dat de gemachtigde ook internationale uitbreidingen na een ‘premier depot’ mag doen als die er komen, maar de klant gaat daarvoor shoppen en komt bij een andere gemachtigde terecht. Hierbij kan aanvullend een niet-betaling van voorgaande facturen spelen.

    Zou men het auteursrecht op de aanvraag zelf kunnen gebruiken om dit soort wangedrag aan te pakken?

    Je hebt immers je auteursrecht niet overgedragen.

    Je kunt betogen dat, als je de aanvraag zelf indient voor de klant je impliciet een licentie verleent om te de aanvraag te laten publiceren door de octrooiverlenende overheid, maar geen licentie voor de aanvrager om dat nogmaals in een ander land te doen.

    Als de klant zonder jouw goedkeuring zelf indient, is er natuurlijk al helemaal geen sprake van een dergelijke licentie.

    Dus indienen of laten indienen door of namens de klant zonder jouw toestemming: inbreuk op auteursrecht; uitbreidingen/vertalingen indienen zonder jouw toestemming: idem

    Aanvullend is een interessant aspect, denk ik, dat je dan, zelfs als de opdrachtgever failliet is of toch nooit zal kunnen betalen, toch nog de privépersoon, of eventueel de collega-dienstverlener die de aanvraag heeft ingediend, kunt aanspreken.

    Wat denken anderen hiervan?

    1. Ik snap waar je heen wilt maar dit moet haast wel in strijd zijn met de gedragsregels op een of andere manier. Je mag je cliënt geen nadeel bezorgen, en een cliënt via auteursrechten verbieden elders in te dienen lijkt me toch wel nadelig (art. 4d).

      Een collega aanspreken op auteursrechtinbreuk omdat deze de indiening doet, lijkt me ook problematisch. Is dat wel collegiaal (art. 5)? De beste man of vrouw zal niet weten van jouw geschil en menen dat hij gewoon een PCT indiening doet op verzoek van een cliënt. En stel je krijgt een verbod bij de rechter, dan gaat er een prioriteitsclaim verloren en dat is behoorlijk nadelig voor de cliënt.

      De enige echte weg om dit op te lossen, lijkt mij cliënten vooraf te laten betalen. Maar dat heeft zo weer zijn eigen nadelen.

      1. Ja, er zullen situaties zijn waarbij je het beter niet doet. Er zullen ook scenario’s waarbij het best kan, dat moet geval tot geval afgewogen worden.

        Waar het vooral om gaat: zou het auteursrecht een middel kunnen zijn om klanten te laten betalen voor geleverde diensten? Of het leuk is dit middel te gebruiken, is een andere kwestie. Dat is een incassoprocedure ook niet.

        Je refereert naar gedragsregel 4d: ‘De nodige maatregelen om de Cliënt in staat te stellen nadeel te vermijden’ Je persoonlijk eigendom weggeven om een klant te helpen nadelen te vermijden die hij zelf gemaakt heeft lijkt me wat overdreven als ‘nodige maatregel’, en ook meer dan gedragsregels kunnen eisen.

        Zie ook gedragsregel 4c: Je hebt geen relatie met de klant voor activiteiten die niet aan jou zijn toevertrouwd. Als je klant je alleen opdracht geeft voor het opstellen van een aanvraag, mag je volgens mij best tegen zijn belang handelen voor andere activiteiten waarvoor hij jou niet wil inhuren, zoals een indiening of een uitbreiding, zeker als je daar zelf wel een gerechtvaardigd belang bij hebt.

        Een collega aanvallen die nietsvermoedend is, is inderdaad niet collegiaal. Dat is ook niet de bedoeling. Maar je kunt hem/haar wel melden, bij overdracht van het dossier, dat er auteursrecht rust op de aanvraag, en dat je van mening bent dat hij/zij daarom niet mag uitbreiden, mocht hem of haar dat ‘toevallig’ gevraagd worden door die klant. Die collega kan dat dan met die klant bespreken en zijn/haar eigen conclusies trekken.

        Waar het op neerkomt is dat de klant een gratis licentie op het auteursrecht krijgt als beloning voor redelijke gedrag in de relatie. Als hij echter die relatie op onredelijke wijze onderuit haalt, waarom zou hij dan nog op een voortdurende gratis licentie mogen rekenen? Als je expliciet op je offertes en facturen zet dat de klant alleen een licentie krijgt op jouw werk voor zover nodig voor het voltooien van de overeengekomen diensten, dan lijkt het me toch dat je niet veel verkeerd doet, dan was hij op de hoogte.

        1. Zo’n licentiebeperking is zeer ongebruikelijk, dus dat zul je expliciet aan de klant moeten melden. Gezien hoe de beroepsgroep werkt is zonder mededeling de licentie onbeperkt en eeuwig, althans dat mag de klant verwachten.

          En om het nu “persoonlijk eigendom” te noemen gaat mij wat ver. Het is niet zo dat je de klant een nieuwe auto geeft. De octrooiaanvraag opstellen was je werk, in de volle verwachting dat de klant daarmee aan de slag gaat. Dus heel erg gehecht mag je er niet aan zijn.

          Je collega komt ernstig in de knel als je hem zoiets zegt. Stel de aanvraag zit een week voor einde prioriteitsjaar, de klant komt bij mij en wil een PCT indiening. Ik contacteer jou en vraag om dossier, jij zegt “maar let wel, PCT indienen mag niet want dat zal ik als auteursrechtschending opvatten”. Wat moet ik dan? Opdracht teruggeven terwijl er mogelijk al aanbetaald is en werk gedaan? Klant naar jou terugverwijzen en hopen dat hij eruit komt binnen een week? Voor de zekerheid toch maar indienen en hopen dat jij het collegiaal met mij oplost?

          Volgens mij schend jij in zo’n geval 5d: “zonder vertraging alle documenten die noodzakelijk zijn voor het behandelen van de zaak lenen of overdragen”. De auteursrechtblokkade levert een vertraging op, ik kan niet indienen. Dus dan zou het niet mogen.

          Ook kun je het altijd gooien op, de klant raakt gefrustreerd want effectief mag hij niet weg bij jou. Dat tast de eer en aanzien van de beroepsgroep aan (1a). Maar toegegeven, daar kun je in principe altijd alles onder rekenen.

          En hmm een gezocht dingetje misschien: volgens artikel 8 Auteurswet is een rechtspersoon de auteursrechthebbende als deze het als eerste openbaar maakt zonder daarbij de natuurlijke persoon/maker te noemen (tenzij dat niet noemen onrechtmatig is). Als ik een reclameposter laat maken en deze ophang in een abri, heb ik de autersrechten en niet de ontwerper.

          Je zou kunnen zeggen dat hier de openbaarmaking de publicatie na 18 maanden is. Daarop staat de aanvrager als ‘eigenaar’, dat mag je opvatten als aanduiding dat de aanvraag “als van haar afkomstig” is. Daarmee liggen de rechten wettelijk bij de aanvrager.

          1. Het heeft zeker nadelen en risico’s, dat geef ik toe.

            Wat betreft die klant die voor de PCT naar jou komt: Als hij jou kan aanbetalen, had hij toch ook mijn factuur kunnen betalen? Dan was er niets aan de hand geweest. En als hij jou in de arm neemt zonder dat hij geld heeft om je te betalen kun je hem vergelijken met iemand die zonder te betalen wegloopt uit een restaurant.

            En als we in die situatie komen krijg je de documenten wel, alleen het auteursrecht blijft bij mij. Dan kun je gewoon PCT indienen, nadat je van hem een expliciete verklaring hebt gekregen dat hij verantwoording neemt voor eventuele auteursrechtinbreuken? Het levert voor mij alleen een mogelijke eis tot latere schadevergoeding door de klant op. Dan zal ik die schade trouwens nog wel eerst moeten bewijzen.

            Alternatief kun je natuurlijk altijd de beschrijving en tekeningen opnieuw maken.

            En wat het eigendom betreft: Een fotograaf die een licentie geeft op een foto voor een brochure in Groningen, kan nog steeds het gebruik op een poster in Zeeland tegenhouden. Waarom zou ik dat niet mogen met mijn creatieve werk? Omdat het tot heden ongebruikelijk is in de beroepsgroep? Dan kan er in de wereld niets veranderen.

            Zoals je weet mag de klant geen octrooi aanvragen op een ‘gestolen’ uitvinding, die is niet van hem. Wel, die aanvraagtekst en tekeningen zijn ook niet van hem.

            We kunnen het natuurlijk ook anders opzetten: De factuur is voor verleende diensten, met de opmerking dat auteursrechtoverdracht gratis zal gebeuren na betaling van de factuur. Het auteursrecht is dan gewoon een onderpand voor betaling, niks mis mee.

            Jouw interpretatie van artikel 8 stemt niet overeen met de mijne. ‘Onrechtmatig’ slaat op de openbaarmaking, niet op het niet noemen van de maker. Bovendien regelt A8 een interimsituatie: ‘aanmerken’ tenzij anders bewezen wordt. A8 is geen overdracht, daar is A2.2 heel duidelijk in.

            1. Die klant heeft een geschil met jou, niet met mij. Wat jij voorstelt, komt erop neer dat ik dan partij voor jou moet kiezen zodat de klant jou eerst betaalt. Of zelfs dat jij het geld voor die PCT aanvraag mag krijgen (want dat is je auteursrechtelijk gederfde winst), terwijl die klant niet wil dat jij de PCT aanvraag doet.

              Eisen dat ik een vrijwaring ga halen bij mijn klant vind ik niet collegiaal. Jij hebt een conflict met een klant? en je gaat mij aanklagen omdat ik mijn werk wil doen?

              Bovendien wat moet ik? Als jij gaat zwaaien met je auteursrecht, dan kan ik niet indienen zonder vrijwaring. Dus dan moet ik de klant uitleggen dat jíj gelijk hebt. En wel binnen een week anders verloopt zijn prioriteitsclaim. Lukt me dat niet, dan moet ik de opdracht teruggeven of indienen met het risico dat jij mij aansprakelijk stelt? Sorry maar dat gaat me te ver. Ga jij mijn uren betalen die ik nodig heb om de klant te overtuigen? 😉

              Beschrijving opnieuw maken bij een PCT aanvraag is onverstandig. Grote kans dat er dan nieuwe materie is waardoor de prioriteitsclaim ongeldig wordt. Plus, die uren gaat de klant me écht niet vergoeden. Er ligt een aanvraag, PCT indienen is normaal een kwestie van administratief handelen (en mogelijk claims vertalen) dus hoezo 16 uur voor een nieuwe tekst maken?

              Volgens mij kom je echt maar op één pad uit: ik ga indienen en laat me betalen, en jij gaat je klant aanspreken op de niet-betaalde factuur. Het is jouw conflict, niet dat van je collega-gemachtigde.

              Met een expliciet auteursrechtvoorbehoud kun jij je klant ‘pakken’ als die wegloopt na de eerste aanvraag, of als hij weigert te betalen. Maar ik heb er de grootst mogelijke moeite mee dat je dan een collega kunt blokkeren die die klant dan wél wil gaan helpen. Al is het maar omdat wisselen van gemachtigde bepaald niet ongebruikelijk is, en je met deze constructie een gedwongen winkelnering introduceert.

              Artikel 8 Aw is geen overdracht maar een fictie. Van rechtswege ligt het auteursrecht bij de openbaarmaker, tenzij de openbaarmaking onrechtmatig is (of de maker genoemd is bij de openbaarmaking). Er wordt niets geleverd; die rechten zoeven als vanzelf van jou naar je klant zodra de octrooiverlenende instantie publiceert. Verder lijkt het me niet onrechtmatig jegens jou dat een octrooiaanvraag wordt gepubliceerd, jij moet weten dat dat na 18 maanden gaat gebeuren. Maar ik zei al, het is wat gezocht.

  15. Ik denk dat je me niet begrijpt.

    Ik wil die collega helemaal niet aansprakelijk stellen of blokkeren. Ik wil niets onredelijks. Ik wil simpelweg een extra wapen hebben tegen die klant. Ik wil gewoon de mogelijkheid om van de klant een schadevergoeding te krijgen die mijn werkelijk schade dekt, met hem overeen te komen of desnoods door een rechter te bepalen.

    Ik wil ook zeker geen gedwongen winkelnering. Ik geef met plezier een ongelimiteerde licentie met sublicenties als de klant aan zijn verplichtingen heeft voldaan: mijn onbetwiste facturen betalen, uitbreiden via mij als dat zo overeengekomen was. Hij mag wisselen van gemachtigde. Maar hij mag niet zijn verplichtingen aan mij ‘vergeten’.

    Natuurlijk is het octrooirechtelijk onverstandig voor jou om die PCT te herschrijven en natuurlijk zitten daar extra kosten aan. Maar het is toch die klant zelf die rijkelijk laat bij jouw gekomen is en ook nog eens een keer met zijn zaakjes niet op orde. Hij is er dan ook zelf verantwoordelijk voor als er problemen komen (extra kosten, verwikkelingen achteraf), ondanks de ongetwijfeld goede zorgen van jou. De klant komt niet met een eerlijk, correct verhaal, maar met een reeds verknalde zaak naar jou toe. Jij probeert de problemen zo goed mogelijk op te lossen, maar als dat niet lukt, dan is dat toch primair zijn eigen schuld?

    Je bezwaren zijn best begrijpelijk, ik zie ook echt de andere kant van het verhaal wel, maar wat ik heel erg mis in jouw verhaal is de eigen verantwoordelijkheid van de klant. Het is nu een verhaal van de ene gemachtigde tegen de andere geworden. Maar dat is niet juist. De klant heeft fouten gemaakt, en fouten hebben nu eenmaal consequenties. Hoe zie jij de eigen verantwoordelijkheid van de klant in dit geheel?

    Even een vergelijkbaar voorbeeldje: Wat doe je als je klant zegt dat hij wil indienen maar dat een kennis waar hij nu ruzie mee heeft misschien wel medeuitvinder is? Dan waarschuw je hem dat hij niet correct handelt want hij heeft dan geen recht om alleen een octrooi aan te vragen, maar je dient toch in omdat het octrooi anders verloren kan raken en het eigendomsrecht immers later nog uitgeklaard kan worden.

    Zo is het in mijn voorbeeld ook. Er is een auteursrechtissue, maar je dient toch in, omdat die auteursrechtissue later uitgevochten kan worden tussen de klant en de vorige gemachtigde, en indien nodig door middel van een schadevergoeding tussen beide kan worden rechtgezet. Je moet je daar helemaal niet in mengen, geen partij kiezen, behalve hem misschien melden dat het best zou kunnen dat hij niet juist bezig is en dat dat, zonder dat jij daar iets mee te maken hebt, negatieve consequenties zou kunnen hebben voor hem. Net zoals je doet als er iets anders rammelt aan zijn verhaal. Meer niet.

    Je hebt natuurlijk gelijk, ik kom er maar op het door jou genoemde ene pad uit. Ik wil er niet eens over de rug van een collega uit komen. Maar naast een opdrachtbevestiging van een klant, heb ik nu ook een auteursrechtinbreuk als wapen.

    Het is zo simpel: Heb ik een auteursrechtelijk beschermd document gemaakt: we zeggen beide ja (zie je oorspronkelijke blog). Heb ik het auteursrecht overgedragen dmv een akte zoals vereist door de Aw?: ik zeg nee, jij toch ook mag ik hopen. Pleegt een kopieerder dan een auteursrechtinbreuk? …. Hier is dan toch maar 1 antwoord mogelijk?

    En de details over hoe dit wel of niet te gebruiken, in welke omstandigheid, of dit onredelijk is naar anderen toe, of er andere regels zijn die ook gerespecteerd moeten worden, zijn slechts dat: details.

    Om mijn vraag uit het midden van dit betoog nog maar eens te herhalen: Ik ben oprecht geïnteresseerd hoe je de eigen verantwoordelijkheid van de klant ziet in deze case.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.