Auteursrechtenonderzoek in de praktijk (gastpost)

Hoe publiceer je legaal een werk waar geen auteursrechten opzitten?

Er zit een paradox in die vraag. Als er geen auteursrechten op een werk zitten, mag je het in het algemeen publiceren. Kom er tegenwoordig echter maar eens achter of er nog rechten op een werk zitten: dat is steeds lastiger.

De Verenigde Staten hadden eind 19e eeuw een goed werkend auteursrechtsysteem. Wie een auteursrecht wilde hebben, moest daar moeite voor doen (door middel van registratie en copyrightvermelding op het werk), en kreeg vervolgens zo’n recht voor een overzichtelijke termijn. Uitgevers konden ervan uitgaan dat als er geen copyrightvermelding op een werk stond, het werk vrij te gebruiken was. En omdat de helft van de werken publiek domein waren, kon je als uitgever daarmee nauwelijks de boot in gaan.

De logica achter dit systeem was simpel: degene die geld ging verdienen met het werk, de auteursrechthouder, was ook degene die erbij gebaat was kosten te maken. Als gevolg hiervan zaten er alleen auteursrechten op werken die ook echt werden uitgebaat.

Die tijd is voorbij. Tegenwoordig is de verhouding tussen werken met auteursrechten en rechtenvrije werken behoorlijk scheefgetrokken in het voordeel van de eerste groep. Er zijn ook steeds meer werken die niet meer worden uitgebaat, maar waar nog wel rechten op zitten. (Auteursrechten beschermen werken? In welk opzicht?)

Als je een commerciële uitgever bent, dan is de oplossing simpel. Je stapt naar de partij toe die claimt rechten te bezitten, en betaalt die partij een licentie: ongeacht of het werk al dan niet in het publiek domein is. Het is namelijk een stuk goedkoper voorafgaand een relatief laag bedrag te betalen dan er later achter te komen dat degene die je niet hebt betaald toch een of ander raar recht in handen heeft.

Non-profits en kleine bedrijven hebben die luxe niet. De e-booksite Blackmask — immens populair onder de lezers van elektronische boeken, omdat de uitbater in tegenstelling tot veel van zijn concurrenten de markt van elektronische boeken begrijpt — kreeg enige tijd terug flink het deksel op de neus. Uitgever Conde Nast gebruikte een DMCA-nastygram om de hele site uit de lucht te halen nadat er vanuit Hollywood signalen kwamen dat men de Doc Savage-serie pulpboekjes wilde gaan verfilmen. Conde Nast had namelijk altijd op het standpunt gestaan de rechten tot die serie te bezitten, en Blackmask had de serie gedigitaliseerd en online gezet. Een probleem was ook dat dit een open and shut case leek: Blackmask kon daardoor naar eigen zeggen geen goede advocaat vinden die het bedrijf wilde vertegenwoordigen.

Het is mij niet duidelijk of Blackmask auteursrechtenonderzoek heeft gedaan. Dat zou overigens—voor een organisatie die de boeken gratis verspreidt—tamelijk prijzig kunnen zijn geworden. Er zijn namelijk geen renewal records van Doc Savage-boeken beschikbaar; voor de tijdschrift-renewals kon je destijds niet de online records voor tijdschriften raadplegen, want daar zaten de records voor Doc Savage nog niet tussen; in plaats daarvan moest je de records opzoeken in de spreekwoordelijke kelder achter de spreekwoordelijk kast achter het spreekwoordelijke bordje “pas op voor de loslopende tijger”. De goedkoopste oplossing is in zo’n geval het Copyright Office zelf het onderzoek laten uitvoeren à 150 dollar per uur.

Project Gutenberg, waar ik een vrijwilliger van ben, is een elektronische bibliotheek maar ook een organisatie voor rechtenonderzoek. Want als er één inbreukmakend boek zit tussen de tienduizenden die we publiceren, dan hebben we een serieus probleem. Project Gutenberg is een Amerikaanse organisatie, en zogeheten statutory damages in de V.S. zijn niet mals (maximaal 150.000 dollar per inbreuk). Het aanmoedigen van het digitaliseren van werken en het hosten van vrij verspreidbare werken is weliswaar ook belangrijk, maar dat kan desnoods worden uitbesteed (en dat gebeurt dan ook: digitalisatie aan Distributed Proofreaders, hosting aan Ibiblio.org).

Een copyright clearance voor Project Gutenberg, dat wil zeggen de controle of een werk wel in het publiek domein is, begint bij de vrijwilliger die het boek moet inscannen. Of een boek wel in het publiek domein is, zal deze scan provider eerst zelf moeten uitzoeken. Voor Amerikaanse boeken is dat vrij simpel: staat er een copyrightdatum in, dan weet je meestal genoeg.

Vervolgens maakt de scan provider scans van pagina’s die PG nodig heeft om zijn eigen onderzoek in te stellen. Vaak is dat de titelpagina, soms ook de verso (achterkant van de titelpagina) of de laatste pagina van het voorwoord bij de laatste druk. Dit zijn de pagina’s die informatie bevatten over de auteur en de publicatiedatum.

Zolang een boek voor 1923 is gepubliceerd, is voor PG eigenlijk alleen de copyrightdatum relevant. Uitzonderingsgevallen zijn bijvoorbeeld moderne uitgaven, maar puur om praktische redenen: vaak is een oude uitgave niet makkelijk te krijgen, omdat de weinige exemplaren die bestaan wel ingekeken mogen worden, maar niet op een scanner of kopieerapparaat mogen worden gelegd. Als je dan aannemelijk kunt maken dat grote delen van de nieuwe uitgave die samen een compleet werk vormen (bijvoorbeeld: een roman zonder het apparaat dat de moderne uitgever er door literatuurwetenschappers bij laat schrijven), overeenkomen met de oude uitgave, wil PG een copyright clearance in behandeling nemen.

De volledige verzameling clearance-regels staat hier. Onze regel nummer 6 is zelfs tamelijk beroemd, en dat hebben we te danken aan twee dingen: dat we het lef hebben moderne werken te herpubliceren ondanks dat het onmogelijk is een negatief te bewijzen (namelijk dat er geen auteursrecht meer op een werk zit), en aan ons harde werk om de Amerikaanse rechtendatabase voor romans te digitaliseren.

Mocht PG concluderen dat een werk inderdaad in het publiek domein is, dan worden er twee mailtjes verstuurd. Eén aan de scan provider, met daarin een unieke sleutel die kan worden gebruikt om een volledig werk te uploaden, en één aan David Price, wiens enige taak is een gigantische, publieke lijst met gereserveerde werken bij te houden, zodat vrijwilligers elkaar geen vliegen afvangen.

Het scanproces zelf kan nogal wat tijd kosten. Er is maar één consumentenscanner die pagina’s redelijk snel scant, de Plustek Opticbook, en die is met een prijskaartje van rond de 300 dollar een beetje duur voor de gemiddelde vrijwilliger. Ikzelf gebruik een goedkope scanner die circa 40 seconden over een A4-tje doet. Met nabewerking en dergelijke ben ik ongeveer anderhalve minuut per pagina kwijt. Een boek is gemiddeld zo’n 250 pagina’s lang. Al die mailtjes aan David Price besparen op deze manier heel wat vrijwilligersuren.

Voor Nederlandse vrijwilligers is een en ander een stuk lastiger, want zij moeten zich naar zowel Nederlands als Amerikaans recht richten. Dat Nederlandse uitgevers vaak geen publicatiedatum vermeldden maakt de zaken er niet makkelijker op.

Wat Blackmask is overkomen is niet uitzonderlijk. Zo krijgt Project Gutenberg regelmatig juridische dreigbrieven, en is de muziekbibliotheek IMSLP een tijd uit de lucht geweest na dreiging van een rechtszaak. Je kunt je afvragen hoezeer de dreiging van juridische repercussies burgers ervan weerhoudt volop gebruik te maken van het kleine beetje publiek domein wat ons rest. Dat de politiek zich hier geen zorgen over maakt, bevreemdt.

Branko Collin is een vrijwilliger van Project Gutenberg, de digitale bibliotheek van boeken die (voor het grootste deel) tot het publiek domein zijn teruggekeerd. Net als de oprichter van het project, Michael Hart, vindt hij dat hij veel minder van het auteursrecht afweet dan zou moeten, en veel meer dan hij wil. Tien jaar geleden vond Branko het document “10 Big Myths about copyright explained” van Brad Templeton briljant, nu achterhaald.

15 reacties

  1. Ik ben toch een voorstander van ons copyright systeem. Iemand die iets schrijft heeft daar copyright op. Wat ik wel als een probleem zie is de roep om de termijnen alsmaar te verlengen. Eerst was dit tot 50 jaar na de dood van de auteurs, daarna tot 70 en nu is er weer een roep om copyright tot 95 jaar na dood van de auteur. Ik zie de noodzaak en wenselijkheid daarvan niet in.

  2. Volgens mij hebben nu al te veel schrijfsels een “eeuwig” copyright, omdat het te riskant is ze te publiceren. Een regisseur die zich de boekjes uit zijn jeugd met plezier herinnert hoeft er maar een film van te willen maken, of de advocaten klimmen al in de pen.

    Merk op dat in een het voorbeeld dat ik aanhaal, de vermeende eigenaars pas met de juridische dreigementen kwamen toen het copyright opnieuw iets waard werd. De “eigenaar” was tot dan toe niet ge?nteresseerd geweest en gaf het werk zelf niet uit.

    Ik ken een soortgelijk geval waarbij een film van een publiek domeinwerk werd gemaakt, en een vrijwilligerssite die dat werk tot dan toe zonder problemen . Omdat dat geval zich niet in het openbaar afspeelde, vind ik dat het niet aan mij is om daar hier meer details over te geven. Je moet maar van mij aannemen dat het vaker voorkomt.

    Er is een ding voor deze hele misstand te zeggen, en dat is dat in beide gevallen (site publiceert onpopulaire werken / site verwijdert populaire werken) het werk wordt uitgebaat en het publiek er dus kennis van kan nemen.

    Overigens zijn in het geval van de muziekbibliotheek allerlei copyfighters in het geweer gekomen en de bibliotheek is nu weer online. Iets soortgelijks hebben Arnoud en kornuiten opgezet voor overdreven copyrightclaims ten opzichte van bloggers. En toen eenmansoperatie Project Gutenberg Australi? (gebruikt de naam met permissie, maar verder volledig onafhankelijk) Gone with the Wind verwijderde na dreigementen van de erven van de auteur, is Project Gutenberg ook in de bres gesprongen.

    Er zijn dus wel beschermers van het publiek domein, en van fair dealing, enzovoort. De vraag is alleen: zou het auteursrecht overdreven claims op werken waarvan je redelijkerwijs kunt aannemen dat ze in het publiek domein zijn, mogelijk moeten kunnen maken?

    Je zou dat soort claims kunnen tegenwerken door copyfraude verbieden, maar dan heb je er weer een regeltje bij, en ik heb een gruwelijke hekel aan lapmiddeltjes in de wet. Je zult altijd zien dat die net tegen de verkeerde mensen gebruikt gaan worden.

    Dan zijn er twee andere mogelijkheden, een is een afkapdatum zoals ze die nu toevallig in de VS hebben: alle werken van voor een bepaalde datum zijn PD, ongeacht de leeftijd die de auteur bereikte. De tweede mogelijkheid die ik zie is dat je registratie invoert (eerst Berne herschrijven dus) en verplicht stelt. Wat mij betreft mag die registratie zich alleen tot economische rechten uit te strekken. De zaken die ik tot nu toe heb aangehaald gingen alleen om geld. De enige zaak die ik ken die meer om morele rechten gaat is die van de erfgenaam van James Joyce, die voortdurend met zijn rechten zit te zieken.

    Een kortere duur zal trouwens zeker helpen, omdat die het publiek domein vergroot, en dus zal leiden tot een grotere vertrouwdheid van alle betrokken met dat publiek domein.

  3. “De vraag is alleen: zou het auteursrecht overdreven claims op werken waarvan je redelijkerwijs kunt aannemen dat ze in het publiek domein zijn, mogelijk moeten kunnen maken?” Het probleem dat mensen soms rechten claimen die er helemaal niet (meer) zijn, kan m.i. geen reden zijn om dan maar het auteursrecht om te gooien.

    Het is eerder een sterk argument v??r het auteursrecht. Als je het auteursrecht afschaft of sterk beperkt zullen rechters naar andere redenen zoeken om tot een onrechtmatige daad te concluderen. Zolang er een fatsoenlijk auteursrecht bestaat, zal een rechter het uit zijn hoofd (moeten) laten om het gebruik van niet beschermd materiaal onrechtmatig te achten.

    Pff, ik heb even geprobeerd het relaas van Blackmask te lezen, maar die man zwelgt mij een beetje te veel in zijn “dirty little secret”-gedoe. Als je het op zo’n manier moet brengen, dan lijkt mij de conclusie “hij zat gewoon fout” een veilige.

    Het is niet zo moeilijk: op interessante teksten zit auteursrecht, tenzij het is verlopen. Of het is verlopen kun je vaststellen aan de hand van de overlijdensdatum van de auteur. Toegegeven, in de VS is er nogal wat vervelend overgangsrecht waardoor je wat beter moet oppassen.

    Zodra op een werk auteursrecht zit, is het uitgangspunt dat je het mag verveelvoudigen en publiceren “tenzij”, gewoon het verkeerde uitgangspunt.

  4. Het probleem dat mensen soms rechten claimen die er helemaal niet (meer) zijn, kan m.i. geen reden zijn om dan maar het auteursrecht om te gooien.

    Er zijn voldoende andere redenen om het auteursrecht om te gooien. Dat het auteursrecht er in wezen is om tussenpersonen te verrijken lijkt me een goeie.

    Als je het auteursrecht afschaft of sterk beperkt zullen rechters naar andere redenen zoeken om tot een onrechtmatige daad te concluderen.

    Sorry, maar dat is een non-argument. Rechters horen niet het werk van advocaten te doen. Als ze dat wel doen, is dat een probleem van de rechtspraak. Je gaat niet je wetten aanpassen vanwege rechters die niet geschikt zijn voor hun werk. In plaats daarvan neem je betere rechters aan.

    Het is niet zo moeilijk: op interessante teksten zit auteursrecht, tenzij het is verlopen.

    Gevaar: cirkelredenering ligt op de loer.

    Toegegeven, in de VS is er nogal wat vervelend overgangsrecht […]

    Dat overgangsrecht werkt juist zo prettig. Er is geen land ter wereld dat zo’n graai- en klaagcultuur heeft als de V.S., toch stammen de klaagvoorbeelden die ik ken voornamelijk uit Europa (en Australi?). Alleen het Blackmask-voorbeeld is Amerikaans, maar dat was dan ook een duidelijke zaak. Wat de afkapdatum in de V.S. doet, is duidelijk maken wanneer het auteursrecht is afgelopen. Een sterftedatum doet dat niet.

    Hoe weet je dat de A. Jansen die op de titelpagina staat ook de A. Jansen is die in 1937 stierf? Hoe weet je waar A. Jansen geboren is? Hoe weet je waar A. Jansen het werk voor het eerst heeft gepubliceerd? Hoe weet je dat de tekst die je voor je hebt liggen, geen bewerkte versie is? Hoe weet je of er ?berhaupt rechten op die bewerking zitten? Dit zijn allemaal dingen die je volgens het auteursrecht van de E.U. moet weten om te kunnen bepalen of een werk al vrij is en beschermd tegen vergeten.

    Feit is, het artefact dat je in de handen is het enige wat je clues kan verschaffen over zijn status. De auteur is daarbij een secundair object, omdat nu moet gaan bewijzen dat Auteur A bij Werk B hoort.

    tenzij

    Ik heb niet zoveel meelij met de auteursrecht-tenzij-leer als het gaat om de categorie werken waarvan bij het overgrote deel de commerci?le waarde grotendeels is uitgeput (dat is: werken ouder dan twee jaar). Het auteursrecht is een verregaande inperking van drie grondrechten, en zo’n inperking is alleen te rechtvaardigen als zijzelf zo beperkt mogelijk is.

    Waar we vanaf moeten is het waanidee dat werken alleen naar het publiek domein terug mogen keren als 99,9 % van die werken niets meer waard is. Niet alleen, omdat dat eerlijker is tegenover dat publiek, maar ook omdat het onnodige rechtsgang voorkomt.

    1. Het auteursrecht is er onder meer om exploitatie van het werk mogelijk te maken. Voor zover daarbij tussenpersonen worden ingeschakeld zullen die er uiteraard aan verdienen, maar dat is niet iets bijzonders van het auteursrecht. De melkboer verdient als tussenpersoon aan het eigendomsrecht.

    Auteurs beslissen zelf of ze met een uitgever in zee gaan.

    1. Advocaten baseren zich, zoals je zelf vaak aangeeft, nu ook al op niet bestaande rechten. Zonder de auteurswet zullen rechters kunstgrepen toepassen zoals je die nu bij domeinnamen ziet. Dit staat los van de kwaliteit van de rechtspraak. De rechter is nooit slechts “la bouche de la loi” geweest. Het lijkt mij in ieder geval geen optie om bij afwezigheid van de auteurswet aan makers geen enkele vorm van bescherming te bieden.

    2. Cirkelredenering, kun je dat uitleggen? Die zie ik hooguit als ik omdraai wat ik schreef, maar als ik het andersom had bedoeld had ik het andersom geschreven.

    3. Als je zonder toestemming teksten van een ander wilt gebruiken, is het redelijk dat je zelf uitzoekt of dat mag. Expiratie een vast aantal jaar na eerste publicatie zou misschien eenvoudiger zijn, maar aanknopen bij het leven van de maker vind ik zeker verdedigbaar. (Dat 70 jaar na de dood wel/niet lang is staat los van de hoeveelheid moeite die je moet doen om de sterftedatum te achterhalen, merk ik alvast op.) In gevallen waarin de maker onbekend is, geldt een andere regeling.

    4. Inperking van grondrechten? Dan toch wel ter bescherming van de rechter van anderen. Ik zou het liever zien als een inperking op “alles komt mij toe”.

    5. Bij het bepalen van de termijn op 70 jaar is er volgens mij niet gekozen voor een koppeling met het moment waarop een werk “waardeloos” wordt. Wel zal het bij eenvoudig te kopi?ren werken zo zijn dat het auteursrecht de enige reden is dat het werk iets waard is, maar dat is iets anders.

    Ik begrijp dat het auteursrecht vanuit een Project Gutenberg-perspectief op het eerste gezicht vooral lastig is, maar er bestaan ook andere gezichtspunten en ik zie eerlijk gezegd niet in waarom voor PG de wet zou moeten worden veranderd.

    (Ook kun je je afvragen of nu juist PG-liefhebbers eigenlijk niet blij moeten zijn met het auteursrecht, zonder hetwelk een hoop mooie boeken niet geschreven zouden zijn.)

  5. Auteurs beslissen zelf of ze met een uitgever in zee gaan.

    Wat dat betreft is het een buyer’s market. Maakt natuurlijk normaal gesproken niet zoveel uit, zo werken markten nu eenmaal, maar in dit geval is het een markt van scheefheden die ontstaan door onnatuurlijke, van boven opgelegde monopolies. Die monopolies zouden een al gammel ecosysteem niet verder scheef moeten trekken. Dat dat toch al vier jaar gebeurt, … tja.

    In elk geval is het Nederlandse parlement aan het nadenken over het auteurscontractenrecht, misschien helpt dat een beetje.

    De rechter is nooit slechts ???la bouche de la loi??? geweest.

    Sorry, zoals je weet ben ik een leek op dit vlak, en van wat ik uit eerdere postings en commentaren begreep is het vrij uitzonderlijk in Nederland dat rechters zelf maar wetten gaan bouwen. Heb je misschien voorbeelden van gebieden waar rechters steevast een niet gereguleerde ongelijkheid aantreffen en vervolgens zelf de regelgeving aaneen gaan breien?

    Het lijkt mij in ieder geval geen optie om bij afwezigheid van de auteurswet aan makers geen enkele vorm van bescherming te bieden.

    Die snap ik niet. Waarom lijkt je dat geen optie?

    Cirkelredenering, kun je dat uitleggen?

    Niet meer, misschien dat ik het andersom las.

    Als je zonder toestemming teksten van een ander wilt gebruiken, is het redelijk dat je zelf uitzoekt of dat mag.

    Wie zegt dat ik zonder toestemming teksten van een ander wil gebruiken? Wat is je punt?

    Ik zou het liever zien als een inperking op ???alles komt mij toe???.

    Dat is het ook, maar niet alleen. Is niet elke wet en regel een inperking op “alles komt mij toe”? In die zin heeft je redenering weinig zeggingskracht.

    Bij het bepalen van de termijn op 70 jaar is er volgens mij niet gekozen voor een koppeling met het moment waarop een werk ???waardeloos??? wordt.

    Dat weet ik niet, maar in mijn ogen lijkt het daar af en toe wel op.

    Wel zal het bij eenvoudig te kopi?ren werken zo zijn dat het auteursrecht de enige reden is dat het werk iets waard is, maar dat is iets anders.

    Volgens mij is een werk wat waard als mensen erover praten, het citeren, het bewerken en het delen. Dat staat los van het feit of er ergens in de keten iets voor het werk is betaald.

    Ik begrijp dat het auteursrecht vanuit een Project Gutenberg-perspectief op het eerste gezicht vooral lastig is, maar er bestaan ook andere gezichtspunten en ik zie eerlijk gezegd niet in waarom voor PG de wet zou moeten worden veranderd.

    Een wet die niet klopt, moet worden veranderd. Als je conflicterende gezichtspunten hebt, dan heb je wat dat betreft — inderdaad — een probleem. Maar wanneer heb je voor het laatst iemand een gezichtspunt als dat van Project Gutenberg zien verdedigen?

    En dat dat weinig gebeurt, soit, maar dat er nauwelijks voedingsbodem is voor dergelijke verdediging, omdat het publiek domein per wettelijk decreet anoniem is, dat steekt me.

    Ook kun je je afvragen of nu juist PG-liefhebbers eigenlijk niet blij moeten zijn met het auteursrecht, zonder hetwelk een hoop mooie boeken niet geschreven zouden zijn.

    D? bestaansgrond voor het economische deel van het auteursrecht, en voor 101% gebaseerd op natte-vinger-aannames over de markt. Ik voorspel nu vast dat als zo’n onderzoek er ooit zou komen, de enige mogelijke conclusie over auteursrecht op muzikale composities zou zijn dat dat zou moeten worden afgeschaft.

    “Veel” is een mooi getal, maar ik zou het wel eens gekwantificeerd willen zien. Helaas schijnt dat tellen een hoofdzonde te zijn in discussies over de verandering van het auteursrecht. (Zie: voorgestelde verlenging van duur naburige rechten naar 95 jaar op basis van natte-vingerwerk.)

  6. Anecdotisch (vast niet goed gespeld) heb ik van diverse mensen uit de boeken industrie begrepen dat zelfs succesvolle boeken meestal na vijf jaar wel zijn uitverdient. Daarna wordt er nauwelijks meer geld aan verdient. Slechts een aantal super bestsellers zijn ook na tien, twintig of vijftig jaar nog interessant.

    En de meeste auteurs verdienen niets meer dan het voorschot dat ze van een uitgever krijgen.

  7. Blijkbaar ben je van mening dat het auteursrecht zou moeten worden afgeschaft en dat er niets voor in de plaats zou mogen komen, zodat alle werken vrij kunnen worden gekopieerd.

    Als ondersteuning van dit standpunt stel je dat zo’n hervorming geen negatieve invloed zou hebben op de productiviteit van schrijvers en componisten.

    Dit is zo’n radicale/fundamentalistische positie, dat het weinig zinvol is om nog met argumenten te komen. Op zo’n manier preek je in feite slechts voor eigen parochie.

    @Martin: of 70 jaar ideaal is, valt inderdaad over te discussi?ren. Natuurlijk zou een auteursrecht van 5 jaar er toe leiden dat veel mensen een paar jaartjes wachten met de aanschaf van het boek, ofte wel: rommel je aan ??n parameter dan verschuift het hele evenwicht.

    Haal je het auteursrecht weg, dan verdwijnt ook het voorschot van de uitgever.

  8. Blijkbaar ben je van mening dat het auteursrecht zou moeten worden afgeschaft en dat er niets voor in de plaats zou mogen komen, zodat alle werken vrij kunnen worden gekopieerd.

    Ik ben van mening dat het recht ergens voor moet staan. Als dat een radicale mening is, dan zal er inderdaad niet met me te praten zijn.

  9. Als jij echt vindt dat het auteursrecht nergens voor staat, dan vind ik dat een radicale mening, ja.

    Om de hoop te kunnen hebben de meerderheid te overtuigen (erg theoretisch natuurlijk, maar je moet toch ergens beginnen om ooit iets aan het auteursrecht veranderd te krijgen), dan lijkt het mij handiger om niet met droge ogen te beweren dat het auteursrecht geen belangrijke en nuttige functie vervult (los van de precieze details van de auteurswet). Het lijkt mij beter om de voors en tegens op een eerlijke manier af te wegen in een poging aan te tonen dat een beter evenwicht tussen de verschillende belangen mogelijk is.

    Eigenlijk geloof ik helemaal niet dat je echt van mening bent dat de auteurswet volledig zou moeten worden ingetrokken (zonder er een alternatieve auteursbescherming voor in de plaats te laten komen). Daarvoor weet je te veel van het auteursrecht af. Ik denk eerder dat je een beetje probeert te provoceren.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.