Werknemers mogen geen iPod meer op

ipod-koptelefoontje-mp3-speler.pngNee, dit gaat niet over arbowetgeving, maar over auteursrecht. In een recent vonnis (via Boek9.nl) bepaalde de voorzieningenrechter namelijk dat je als bedrijf rechten moet afdragen aan de Buma wanneer je werknemers i-Pods op hebben. Ja, echt:

4.3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit het feit dat medewerkers van Suplacon tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon, volgt dat Suplacon een bedrijfsbelang heeft dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren. Immers, tevreden werknemers werken harder. Er is dan ook sprake van een openbaarmaking van muziek in de zin van artikel 12 van de Auteurswet. Suplacon maakt inbreuk op de door Buma geëxploiteerde auteursrechten en handelt dus onrechtmatig jegens haar. Het gevorderde verbod is naar het oordeel van de voorzieningenrechter toewijsbaar. Tevens is de gevorderde schadevergoeding, tegen de hoogte waarvan geen bezwaar is gemaakt, toewijsbaar.

W. T. F.

(Sorry voor het taalgebruik, maar dit is te absurd voor woorden.)

Arnoud

41 reacties

  1. Zoals het hier staat bewoord inderdaad een WTF waard maar zodra de telefoon op speakerfunctie staat of de iPod op een speakersetje is er volgens mij niets vreemds bij deze uitspraak.

    Het enkele feit dat ik, en uitsluitend ik, naar muziek kan luisteren middels oordopjes lijkt me redelijk duidelijk dat er dan geen sprake is van openbaarmaking in de zin van de wet.

  2. Dit vonnis is natuurlijk van de zotte en ik ben blij, dat er zoveel aandacht voor is.
    Maar het is ook een “tricky” vonnis, omdat het door voorstanders van heffingen op mp3 spelers aangehaald kan worden om de argumenten kracht bij te zetten.

  3. @Maarten: misschien, als werknemers zelf muziek mogen uitzoeken en voor elkaar ten gehore brengen. Dan maken die werknemers openbaar, en dan is het verdedigbaar dat dat de werkgever toerekenbaar is.

    Hier is de redenering echter: – medewerkers mogen tijdens werktijd naar muziek luisteren, zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon – daarom heeft het bedrijf een bedrijfsbelang dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren – dus is sprake van een openbaarmaking

    Een bedrijfsbelang hebben bij het laten luisteren naar muziek is nog niet hetzelfde als het werkelijk ten gehore brengen van muziek. Bij openbaar maken moet je toch echt iets doen om die muziek te laten horen.

  4. @Arnoud@Maarten (reactie 4 dus):

    Zelfs als de werknemers muziek voor elkaar uitzoeken en draaien op de werkplaats en de werkgever gedoogt dit slechts, zie ik nog geen openbaarmaking door de werkgever. De heersende leer, zoals door de Hoge Raad neergelegd in het arrestWasserij De Zon uit 1979 houdt immers in dat degene die muziek ten gehore brengt een beroeps- of soortgelijk belang moet hebben om van openbaarmaking te kunnen spreken. In de door jou genoemde situatie zijn het nog altijd de werknemers zelf die dit doen en die hebben dat belang niet. Zie ook mijn blogje over dit onderwerp: Toestaan = openbaar maken ?

  5. @Lex: dank je voor de toelichting (ik heb je link gefixt). De rechter lijkt hier te suggereren dat het belang van tevreden werknemers genoeg is als dat beroepsbelang. De werkgever schept een klimaat waarin werknemers prettig werken en maakt daarmee openbaar. Veel te kort door de bocht.

  6. @Lex Bruinhof, is het daarmee niet een maas in het systeem als een werkgever stelt dat hij geen muziek ten gehore mag brengen maar dat hij het ook niet belet dat anderen dit binnen het bedrijf doen (voor zichzelf en voor collega’s). Dan zal je snel een wijzende vinger krijgen naar het personeel zodat de werkgever de heffing niet hoeft te betalen. Het resultaat is immers hetzelfde; muziek binnen het bedrijf dat hoorbaar is voor anderen. Het voordeel voor de werkgever is ook niet veranderd.

    Gaat het hierbij niet ook om het niet-verbieden van de muziek door de werkgever? Door Buma is vastgesteld dat er muziek is, door wie het is aangezet is niet van belang omdat de werkgever het niet heeft belet. Het zou voor winkeliers die in een keten zitten nogal makkelijk zijn om muziek aan te zetten. Muziek wordt in de winkel afgespeeld en bij controle door Buma zegt het hoofdkantoor van de keten daar geen wetenschap van te hebben en geen toestemming voor hebben gegeven. Of ze zeggen dat het expliciet verboden is maar het personeel doet het toch. Zo krijgt de Buma nergens voet aan de grond.

    Hoe dan ook een interessante discussie. En de uitspraak blijft beroerd gemotiveerd.

  7. Ik vraag me af hoe het zit met: – bedrijfsauto’s met ingebouwde cd-speler of radio – een mobiele telefoon met ingebouwde mp3-speler. Moet de werkgever er dan een contract bij doen dat je de telefoon wel mag (of moet) gebruiken, maar de mp3-speler niet?

  8. Belangrijkste argument in deze zaak voor openbaarmaking was toch wel de radio die door de loods schalde. Suplacon heeft aangegeven dat dit met toestemming gebeurde.

    Ben wel benieuwd wat een rechter zou zeggen als er all??n maar i-Pods op de werkvloer waren. Ik neem aan dat als je als werkgever stelt dat dit zonder toestemming gebeurt, Buma naar de centen kan fluiten. (fluiten, is dat ook niet een vorm van openbaarmaking? :))

  9. Aldus het vonnis @4.1: [i]”[…] De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 1 juni 1979 (NJ 1979, 470) bepaald dat wanneer iemand uitsluitend ten eigen genoegen muziek ten gehore brengt, het feit dat er anderen zijn die deze muziek ook kunnen horen alleen dan zal kunnen meebrengen dat ten gehore brengen van de muziek als openbaarmaking in de zin van de Auteurswet 1912 moet worden beschouwd, als hij er een beroeps- of bedrijfsbelang of een soortgelijk belang bij heeft dat ook anderen dan hij zelf naar de muziek kunnen luisteren.”[/i]

    En vervolgens @4.3: [i]”De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit het feit dat medewerkers van Suplacon tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon, volgt dat Suplacon een bedrijfsbelang heeft dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren […] Er is dan ook sprake van een openbaarmaking van muziek in de zin van artikel 12 van de Auteurswet.”[/i]

    Nu ben ik geen rechter of zelfs jurist, maar die laatste zin mist volgens mij iedere logische onderbouwing. Sterker nog, de rechter beweert mijns inziens zelfs letterlijk het tegendeel in 4.1

    Als deze rechter (J.H. Huijzer als ik het juist heb begrepen) in staat is om dit soort logische kronkels te maken, mag je je af vragen of deze man wel in staat is zijn werk naar behoren uit te voeren. De onschendbaarheid van de rechterlijke macht is, denk ik, in veel gevallen een goede zaak. Als je rechters zou kunnen aanvallen op hun interpretaties is het eind al snel zoek. Wanneer er echter spraken is van een aperte logische blunder als deze, vraag ik me af of je nog kunt spreken van een interpretatie. Het lijkt mij eerder een teken van psychische onbekwaamheid. In dergelijke gevallen vraag ik me af of het wel zo verstandig is dat we rechters voor het leven aanstellen.

    Maar goed, er bestaat niet zo iets als een perfect systeem. Ik hoop wel dat dit vonnis snel van tafel geveegd zal worden want het zou wel eens een gevaarlijke precedent kunnen blijken. Voor de mensen in de muziekindustrie die zich al rijk rekenen, het gevaar zit hen vooral dat er onhoudbaar recht zal ontstaan en dat mensen en masse zullen besluiten dat de BUMA dood kan vallen (in de zin van burgerlijke ongehoorzaamheid dan, niet letterlijk uiteraard).

    Tot slot vraag ik me af wat het track record van deze rechter is. Heeft hij/zij wel vaker van dit soort capriolen uitgehaald? Het en der lees ik dat het niet de eerste keer is dat J.H. Huijzer in opspraak komt. Dit zelfs totaan beschuldigingen als zijnde lid van een criminele organisatie ex art, 140 Sr. Ik betwijfel echter of ik dat serieus moet nemen.

  10. Toestaan voor persoonlijk gebruik = openbaar maken. Zullen we dit ook maar even doortrekken naar het drugsgedoogbeleid en de prostitutie. Wie laat dit toe en zijn zij daarmee ook de actieve partij geworden? Dit wordt leuk.

  11. Om het complexer te maken: ik heb bedrijf aan huis. Als DGA luister ik muziek tijdens werk. Beluister ik die muziek dan als priv? persoon of als medewerker van mijn bedrijf? Moet je dadelijk een muziekadministratie gaan bijhouden net als een rittenadministratie bij leaseauto’s? Ze zijn gek geworden!

  12. WHAT! Uit het kleine beetje recht dat ik gehad heb begreep ik dat een “wet” of “regel” controleerbaar moet zijn. Dat is hier dus absoluut niet het geval.

    • Hoe weet ik nu of een medewerker zijn koptelefoon op heeft omdat hij aan het skypen is met een programmeur in India, of dat hij muziek aan het luisteren is?
    • Hoe zit het met het luisteren van muziek in YouTube video’s?
    • Hoe kan ik zien of niemand een online training zit te volgen? Wat als er gebruik gemaakt wordt van muziek in een online training!

    Ik wist dat Buma/Stemra een stel boeven zijn, maar dit is echt te bizar voor woorden!

  13. Ik vraag me af of de uitspraak hier wel goed wordt uitgelegd. De rechter gebruikt het feit dat er op de werkvloer geluisterd wordt naar de iPod (met oordoppen, zodat niemand anders het hoort) als ondersteuning voor de conclusie dat het bedrijf kennelijk een belang erbij heeft dat medewerkers naar muziek luisteren (er mag ZELFS naar ipods en dergelijke geluisterd worden). Dit bedrijfsbelang is in dit geval een voorwaarde om tot de conclusie te komen dat er sprake is van openbaarmaking van muziek. Was dat bedrijfsbelang er niet, dan was er wellicht geen sprake van openbaarmaking. Nergens wordt echter gesteld dat het luisteren naar een iPod op zich een openbaarmaking is. Dat is wat media en juristen er nu bij verzinnen. De conclusie dat een licentie nodig is voor de door medewerkers meegebrachte en slechts door hen gebruikte ipods, is daarom naar mijn mening niet juist. In deze uitspraak valt onder openbaarmaking nog steeds alleen de muziek die echt openbaar gemaakt wordt, de muziek die door iedereen ter plekke beluisterd kan worden.

  14. Ik begin me toch echt langzaam af te vragen of de BUMA niet ooit iets met de NSB gehad heeft… Het lijkt er steeds meer op.. What’s next? Boetes als er op een feestje wat hardere muziek gedraait wordt die de buren kunnen horen? Is dat ook openbaarmaking?

  15. Stel, ik rijd elke ochtend in mijn auto van de zaak naar m’n werk en luister dan altijd trouw naar 3FM. Dat maakt de rest van de dag draaglijker omdat op kantoor geen radio aanstaat, vanwege BUMA enzo. Daardoor ben ik de rest van de dag productiever…

    Dat is dan toch hetzelfde liedje?

  16. @Harold (12 maart 2009 @ 11:16):

    […] In deze uitspraak valt onder openbaarmaking nog steeds alleen de muziek die echt openbaar gemaakt wordt, de muziek die door iedereen ter plekke beluisterd kan worden.

    Dat de muziek door anderen ter plekke beluisterd kan worden is nog geen openbaring,indien het directe gevolg van individueel handelen van een werknemer. Met andere woorden, een werknemer die een iPod met speaker neer zet is niet hetzelfde als de werkgever die een iPod met speakers neer zet met als doel werknemers van achtergrondmuziek te voorzien. Als de werkgever een werknemer de opdracht heeft gegeven de speakers op te hangen is er uiteraard spraken van bedrijfsmatig i.p.v. individueel handelen en is er dus ook spraken van openbaring. Dit laatste lijkt echter niet onomstotelijk (of zelfs aannemelijk) het geval te zijn in deze zaak.

    Merkwaardig blijft ook dat veel mensen de BUMA hier de schuld geven. Zelf heb ik geen goed woord voor deze organisatie over en dat komt in de eerste plaats niet door de media maar door mijn eigen ervaringen met deze organisatie. Alle verwerpelijkheid van de BUMA ten spijt, zie ik niet hoe de BUMA dit vonnis aangerekend kan worden. Toegegeven dat ze deze zaak naar mijns inziens eigenlijk niet eens aangespannen had moeten worden, is het niet de BUMA die dit vonnis heeft uitgesproken.

    Het is de rechter die met dit merkwaardige vonnis is gekomen. Dat de BUMA een gedrocht als dit vonnis nastreeft vind ik verwerpelijk maar niet vreemd. Dat een rechter met een dergelijke uitspraak komt vind ik daarentegen des te erger en een (zoveelste) blamage voor de Nederlandse rechtspraak.

  17. Het is de rechter die met dit merkwaardige vonnis is gekomen.

    Ik wou dat ik de hoeveelheid poen had die BUMA heeft. Dan probeerde ik elke dag het recht in mijn voordeel op te rekken. Volstrekt moreel, toch? Zeker als ik alleen maar besta bij gratie van de minister, je weet wel, die gast die van mijn belastinggeld wordt betaald.

    Maar eh, over BUMA en te veel geld gesproken, betaalt BUMA wel een licentie aan de architect van het gebouw waarin het is gehuisvest? Lijkt me een leuk achterstallig postje met deze uitspraak in de hand.

  18. @elmo, ik wil niet beweren dat alles wat openbaar te horen is onder openbaarmaking valt. Ik stel alleen dat de rechter in deze specifieke zaak onder openbaarmaking alleen verstaat de muziek die op de desbetreffende werkvloer door alle medewerkers te horen is en niet de muziek die iemand individueel via zijn ipod met koptelefoon luistert op diezelfde werkvloer. Ik kan in ieder geval niet uit overweging 4.3 opmaken dat de rechter het luisteren naar een ipod ziet als openbaarmaking, terwijl in het artikel beweert wordt dat dat wel de conclusie van deze uitspraak is. Maar ik krijg weinig bijval.

  19. @Maarten (reactie 11): Ja, daar ligt inderdaad een probleem: de werkgever kan het doen voorkomen alsof het alleen maar de werknemers zijn die openbaar maken, terwijl hij er in werkelijkheid toch min of meer actief achter zit. Dat is ook de reden waarom Buma in overleg met werkgeversorganisatie VNO dat proefproces is gestart dat heeft geleid tot de uitspraak van de Hoge Raad inzake “Wasserij De Zon” (zie reactie 8 en mijn verwijzing naar mijn blogje aldaar). De Hoge Raad heeft daar duidelijk uitgemaakt dat het belang gewogen wordt van degene die de muziek laat horen .

    De rechtspraak sedertdien laat echter zien, dat in situaties waar het overduidelijk is dat de werkgever “er in feite achter zit”, de werkgever toch als de openbaar maker wordt beschouwd. Maar daar moeten dan wel duidelijke aanwijzingen voor zijn (zoals in de zaak die hier wordt becommentarieerd: de speakers die aan het plafond waren gehangen -het ging namelijk niet alleen over iPods).

    Maar je hebt gelijk: er blijft een “grijs gebied” en in die gevallen slaat de redelijkheidsbalans door naar de werkgever: die hoeft dan niet te betalen.

  20. @Harold (reactie 26): Het ging inderdaad niet alleen om iPods; er waren ook radio’s en in de goederenuitgifte hingen speakers aan het plafond. De rechter is echter in de fout gegaan waar hij overwoog: uit het feit dat medewerkers van [de werkgever] tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon, volgt dat [de werkgever] een bedrijfsbelang heeft dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren. Uit het systeem van de auteurswet (en de uitspraak inzake Wasserij De Zon -zie reactie hierboven) volgt dat hij daarmee niet anders kan bedoelen dan dat er aldus door de werkgever openbaar gemaakt wordt in auteursrechtelijke zin.

  21. De logica is onjuist: Suplacon heeft er belang bij dat zijn werknemers naar muziek kunnen luisteren dus Suplacon maakt de muziek openbaar.

    Openbaarmaking is een handeling en het hebben van een belang is dat niet. De onderbouwing van dit vonnis is dus onjuist.

  22. @Arnoud: De vergelijking met de 2de wereldoorlog ( en het begrip dictatuur ) is nog niet zo verkeerd..

    Ik vraag me af of deze diensten niet door het parlement of ??n of ander ministerie worden gecontroleerd, het lijkt daar wel de musi-CIA . Onredelijke dervingen en gokken op de beurs ? Hoera voor het communisme ? ideologie die het auteursrecht afwijst als een kapitalistisch dictaat …?

  23. @Lex Bruinhof: ik ben van mening dat de rechter onduidelijk formuleert en op zijn minst de suggestie wekt dat ipods en dergelijke ook onder openbaarmaking vallen. Als er echter strikt naar de tekst in overweging 4.3 wordt gekeken, dan kan slechts worden geconcludeerd dat de rechter het voorbeeld van ipods gebruikt als feit om aan te tonen dat er een bedrijfsbelang is voor de werkgever dat zijn personeel muziek luistert. Daarmee is niet gesteld dat een ipod dus een bron kan zijn voor openbaarmaking, als ik het even zo mag noemen. In deze zaak zijn de radio/speakers de bronnen voor de openbaarmaking, daar komt de muziek uit die “openbaar gemaakt” wordt. De muziek uit de ipod is niet een bron van openbaarmaking. Zou er geen centrale radio zijn, maar iedereen zijn ipod ophebben, dan zou er van openbaarmaking in dit geval dus helemaal geen sprake zijn. Dan is er nog wel steeds sprake van een bedrijfsbelang bij de werkgever dat zijn personeel muziek luistert. Het feit dat het gebruik van ipods wordt toegestaan, toont dan immers dit belang aan. En dat is nou exact waarom de rechter in de uitspraak refereert aan het gebruik van ipods: slechts om aan te tonen dat er bij de werkgever dus een belang is dat het personeel muziek mag luisteren. Niet om dit onder openbaarmaking te scharen.

    Buma heeft overigens de uitspraak ook op deze manier ge?nterpreteerd, zoals o.a. op Tweakers.net nu te lezen is. Er valt dus in ieder geval in de praktijk niet zo veel te vrezen voorlopig.

  24. Dus als ik een track in de iTunes Music Store koop moet er nu dus eigenlijk een waarschuwing bij: “Je denkt dat je nu betaalt hebt maar als je naar deze track luistert en arbeid verricht moet je nog een keer betalen!” Zouden de medewerkers van Buma ook in de spiegel kijken ’s ochtends? Ben bang van niet..

  25. @Lex Bruinhof: Ik zie niet direct in waar de rechter de fout in is gegaan waar hij overwoog dat: “uit het feit dat medewerkers van Suplacon tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon, volgt dat Suplacon een bedrijfsbelang heeft dat zijn medewerkers naar muziek kunnen luisteren.???.

    Het ???bedrijfsbelangcriterium??? van de Hoge Raad inzake ???Wasserij De Zon??? is onduidelijk. Zoals de voorzieningenrechter in r.ov. 4.1 ook al aangeeft, valt ook het ten gehore brengen van (achtergrond)muziek door exploitanten van bedrijven en werkplaatsen, (gezien de wet en de jurisprudentie) onder het begrip openbaarmaking. Naast het feit dat er op de werkvloer radio???s aanwezig zijn en speakers zijn opgehangen, staat ook vast dat de werknemers muziek via hun eigen i-Pods mochten luisteren. Nog een extra reden dus om aan te nemen dat er van een bedrijfsbelang sprake is.

    Ik ga er van uit, dat indien de rechter de zin “..zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon..” uit de overweging had weggelaten, er geen commotie was ontstaan over deze uitspraak. De voorzieningenrechter probeert met die zin echter alleen maar extra te motiveren dat er sprake is van een bedrijfsbelang. De werkgever heeft er immers blijkbaar geenszins moeite mee dat de werknemers naar muziek luisteren tijdens het werk. Het gevolg is dat, nu er volgens deze rechter sprake is van een bedrijfsbelang, de muziek die wordt afgespeeld via de radio???s (niet via de i-Pods), is aan te merken als een openbaarmaking in de zin van art. 12 auteurswet.

    Ik zie dan ook niet hoe uit het systeem van de auteurswet volgt dat de voorzieningenrechter met de overweging niet anders kan bedoelen, dan dat er aldus door de werkgever openbaar gemaakt wordt. In de betreffende overweging lees ik juist dat de voorzieningenrechter bedoeld dat er aldus voor de werkgever een bedrijfsbelang is. Bij de vraag of hier sprake is van openbaarmaking, spelen de i-Pods en mobiele telefoons hier dus alleen een rol als (extra) argument om aan te nemen dat er sprake is van een bedrijfsbelang. Ik zou niet weten waarom de toestemming om naar muziek te luisteren middels een i-Pod, niet meegewogen zou kunnen worden bij de vraag of er wel of geen bedrijfsbelang is. Een duidelijk criterium om dit belang aan te toetsen is er immers (naar mijn weten) niet. Dat deze toestemming DE ENIGE reden zou zijn om enkel daarom aan te nemen dat er van een bedrijfsbelang sprake is, zou erg kort door de bocht zijn, maar dat lees ik niet in de gewraakte rechtsoverweging.

  26. Uit Jip en Janneke voorlezen voor een publiek is inderdaad een openbaarmaking van het werk van Annie MG Schmidt. Gelukkig voor de juf staat er een uitzondering in de auteurswet:

    Onder een voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar wordt niet begrepen die welke uitsluitend dient tot het onderwijs dat vanwege de overheid of vanwege een rechtspersoon zonder winstoogmerk wordt gegeven, voor zover de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling deel uitmaakt van het schoolwerkplan of leerplan voor zover van toepassing, of tot een wetenschappelijk doel.
  27. Stel: ik beluister de nieuwste CD van Bill Champlin op mijn mp3-speler (geen iPod, maar ik ga er van uit dat ‘iPod’ wordt gebruikt als ‘pars pro toto‘) en ik doe dat in een coup? van de NS. Niemand kan meeluisteren, want ik wordt niet graag als asociaal gezien. Toevallig komt Jerney Kaagman naast me zitten. Ze ziet dat ik mijn linker voet beweeg op de maat van de muziek en met vonnis ‘LJN: BH4922, Rechtbank Zwolle , 151633 / KG ZA 08-563‘ in de hand wordt de NS bevolen de rechten van de artiest af te dragen. En wat voor de NS geldt, geldt dan natuurlijk ook voor RET, GVB, KLM, ga maar door. Sterker nog: wordt de Gemeente Rotterdam gedaagd als ik op de stoep van het stadhuis op de Coolsingel in een jolige bui via de koptelefoon van mijn mp3-speler naar De Toppers luister?

    Overigens: ik heb begrepen dat de termijn voor hoger beroep inmiddels verstreken is. Zijn er nog andere mogelijkheden iets tegen dit vonnis te doen?

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.