Kan open source in eigendom overgaan?

Gisteren verscheen in Computable een artikel over open source in de standaard inkoopvoorwaarden van het Rijk. Daarin werd ik geciteerd als:

Engelfriet vertelt dat bij softwareleveringen aan de overheid het eigendom vaak overgaat naar de overheid, zeker als het maatwerk betreft. Bij opensourceproducten kan dat echter niet.

en meteen kreeg ik wat bezorgde mails of ik nu echt bedoelde dat je het eigendom niet over kunt laten gaan bij opensourceproducten.

Nee, natuurlijk niet. Als je software schrijft, heb je daar het auteursrecht op en dat houd je ongeacht de licentie die je erop plakt. Je kunt dat auteursrecht gewoon overdragen aan wie dan ook.

Wat niet kan, is het eigendom overdragen op ándermans software. En dat is waar ik op doelde. Bij maatwerk wordt standaard geëist dat alle eigendom overgaat naar de klant. Maar opensourceleveranciers maken ook in maatwerk gebruik van open source. Je kunt dan niet het eigendom op het maatwerk overdragen, want het maatwerk is dan niet 100% van jou.

Je kunt alleen de rechten op jouw toevoegingen overdragen. Of dat zinvol is, weet ik niet: als het werk als geheel GPL is, dan maakt het niet heel veel uit of de auteursrechten bij jou of bij de klant liggen. De klant zal bij herdistributie de GPL moeten respecteren. Hij kan natuurlijk de bestaande GPL code eruit knippen, maar dat lijkt me niet zo zinvol.

Een interessante vraag is nog wel wat er gebeurt met een reeds verstrekte opensourcelicentie nadat het auteursrecht is overgegaan. Ik denk dat die gewoon in stand blijft, de nieuwe rechthebbende zal deze moeten respecteren.

Arnoud

55 reacties

  1. Een reeds verstrekte open source licentie is toch voor die versie van het product niet meer achteraf in te trekken?

    Je kunt een nieuwere versie van het product als nieuwe rechthebbende niet meer onder die open source licentie uitgeven, maar de oude versie blijft onder GPL/BSD/.. en daar kunnen enthousiastelingen een fork van maken. Zie bijv Snort.

  2. Ik denk van niet nee, maar het staat nergens. En het is naar Nederlands recht in principe mogelijk een duurovereenkomst (onbepaalde tijd) op te zeggen met een redelijke opzegtermijn, tenzij dat in strijd met redelijkheid & billijkheid zou zijn. Ik kan dus niet uitsluiten dat er situaties zijn dat een licentiegever de licentie naar een licentienemer opzegt.

  3. Op basis van de Nebula-jurisprudentie zou betoogd kunnen worden dat een curator in faillissement de herdistributierechten van een voor het faillissement door de boedel verstrekte open source licentie in kan trekken. Dit heeft zich tot nog toe niet voorgedaan, maar werpt wel interessante (en voor de praktijk dus vervelende) vragen op.

  4. Ik vind het een beetje verwarrend worden met eigendom en licenties.

    Als ik een opensource pakket download en bewerk. En het nieuwe pakket conform de regels weer opensource uitgeef. Wie is dan eigenaar van het nieuwe pakket?

    En een stap verder: wat als de eerste auteur de opensource licentie intrekt, wat gebeurt er dan met het nieuwe pakket, en de opensource regels die er op golden?

    Ik zou denken dat IK de eigenaar ben van het nieuwe pakket. En dat als de vorige zijn licentie intrekt, het nieuwe pakket dan volledig van mij is… Of zoiets.

    Nogmaals; verwarrend. Ik zou zeggen dat het per definitie niet redelijk of billijk zou zijn om opensource licenties in te trekken, omdat het anderen uitnodigt om er in te investeren.

  5. Vergeet de term “eigendom” wanneer het gaat om software. Er is all??n de vraag wie de auteursrechten heeft en de vraag wie een licentie heeft.

    Als je eigen originele bijdragen toevoegt aan een werk, dan heb je daarop auteursrecht. Dat laat onverlet het auteursrecht op het origineel. Oftewel je mag je eigen bijdrage pas exploiteren na toestemming van de maker van het origineel. In geval van GPL krijg je die toestemming meteen als je maar zorgt dat je eigen bijdrage bij herdistributie ook GPL is.

  6. Je weet dat ik zo’n licentie, net als Bona fides, niet zie als overeenkomst maar eenzijdige rechtshandeling. Een testament is een document dat door een partij eenzijdig wordt geschreven. Uit dit document kunnen voor bepaalde partijen bepaalde rechten komen. Maar een testament is aan te passen zodat dit niet meer opgaat. Een (open source) licentie is dat met software wordt meegeleverd heeft daarmee overeenkomsten met een testament.

  7. Ja, als je in je licentie zegt dat die eeuwigdurend (perpetual) is, dan heb je jezelf de mogelijkheid tot intrekken ontnomen. Als ik zelf zoiets opschrijf, zet ik er altijd wel bij “behoudens in geval van schending”. Anders krijg je de maffe situatie dat iemand contractbreuk pleegt en wel de licentie behoudt. Oftewel wel de rechten, niet de plichten.

  8. Dan lijkt het me goed zitten met de meeste open source licenties, een snelle check: * GPL “2. Basic Permissions.”: “All rights granted under this License are granted for the term of copyright on the Program, and are irrevocable provided the stated conditions are met.” * title=”Apache license”>Apache 2.0 license “2. Grant of Copyright License.”: “Subject to the terms and conditions of this License, each Contributor hereby grants to You a perpetual, worldwide, “[…].

    Bij de derde die ik controleerde, de BSD-style licentie, vond ik geen irrevocable of perpetual, alhoewel het wel sterk gesuggereerd wordt staat het er niet.

    Dus in ieder geval bij GPL lijkt het me een non-issue.

  9. @Alex 8 Dat lijkt mij toch niet. Bij een testament begint de handeling, met de partij die in het testament staat, op het moment dat de partij die het testament opmaakt en hoeft de andere partij deze niet te zelf te accepteren voordat er een overeenkomst is volgens mij. Bij een overeenkomst in de vorm van een licentie ligt het aanbod er maar moet de andere partij deze wel accepteren voordat er een overeenkomst is.

  10. @Nick(8): Je gaat de fout in omdat je alleen denkt in overeenkomsten. Hier is altijd spraken van een meerzijdige rechtshandeling. Bij een testament is er spraken van een eenzijdige rechtshandeling en derhalve komt er geen overeenkomst tot stand.

    Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. (art. 6:217 BW) Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. (art. 3:33 BW) Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil. (art. 3:35 BW) Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt. Nochtans heeft ook een verklaring die hem tot wie zij was gericht, niet of niet tijdig heeft bereikt, haar werking, indien dit niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van zijn eigen handeling, van de handeling van personen voor wie hij aansprakelijk is, of van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt. (3:37 lid 3 BW)

    Ik heb een programma geschreven genaamd SameSame. Dit programma is te downloaden door jan en alleman en rechts bovenin zie je een BSD licentie. Ik zou zeggen dat ik hier bij wel voorbaat toestemming geeft tot het verspreiden van de software, maar ik hier geen voorstel doe om te komen tot een overeenkomst.

  11. @Alex: volgens mij doe je mij het aanbod dat ik de rechten uit de BSD licentie kan verkrijgen (oftewel je software mag gebruiken, aanpassen en verspreiden) mits ik me maar houd aan de voorwaarden (licentietekst intact houden en jou niet aansprakelijk stellen voor wat dan ook). Ik aanvaard dat aanbod graag, en doe je bij deze mededeling daarvan. 🙂

    Hebben wij nu een overeenkomst of niet?

  12. Nee, hierboven staat er geen voorstel is gedaan om te komen tot een overeenkomst. Hoeveel duidelijker wil je het hebben?

    Zeg je nu even geen aanvaarding stuur en dit alles toch doet. Vervolgens sleep ik jou voor de rechter. Wie wint er dan jij of ik? Jij kunt er op wijzen dat er duidelijk in de licentie staat dat het mocht. Er is ook geen voorbehoud gemaakt dat je de licentievoorwaarden eerst moest accepteren.

  13. Als jij mij voor de rechter sleept, dan zou dat zijn omdat ik je auteursrecht schendt. Dat is namelijk je enige grond. Mijn verweer is dan dat ik een licentieovereenkomst heb waarin staat dat ik dit mag (aangenomen dat ik binnen de grenzen blijf).

    Jij doet hierboven iets dat er best wel uitziet als een aanbod. Ik mag dat (3:35 BW) dan opvatten als een aanbod, ook al heb jij dat feitelijk niet zo bedoeld. En omdat ik dat aanvaard heb, zitten we er allebei aan vast.

    Als ik je geen mededeling van aanvaarding heb gestuurd, dan heb jij de juridische escape dat je het aanbod mag intrekken voordat ik alsnog aanvaard (6:219 lid 2 BW). Waarbij ik kan betogen dat een aanbod in de vorm van een opensourcelicentie naar zijn aard niet intrekbaar is (6:219 lid 1).

    In jouw aanpak zou ik niet weten hoe ik moet betogen dat ik gerechtigd ben je software te gebruiken. Op een eenzijdige rechtshandeling kan ik geen beroep doen, hij is niet tot mij gericht. Hoe zie jij dat voor je? Welke juridische stappen doorlopen we om tot de conclusie “Arnoud schendt het auteursrecht van Alex niet door SameSame in aangepaste vorm te verspreiden”?

  14. Yep, dat is mijn grond. Jouw verweer is dan dat je toestemming had. Op het moment dat ik die toestemming intrek mag je het product niet meer openbaren of verspreiden. Om mijn software te gebruiken heb je geen licentie nodig. Zie art. 45j Aw.

    Op een eenzijdige rechtshandeling kan ik geen beroep doen, hij is niet tot mij gericht.

    Dat is natuurlijk onzin. Een aanbod is net zo goed een eenzijdige rechtshandeling. Als een toestemming niet tot jou gericht is, dan gaat dat net zo hard op voor een aanbod en is er dus helemaal geen overeenkomst tot stand gekomen.

  15. Je hebt gelijk op je laatste punt, ik bedoelde “ongerichte” rechtshandeling. Een aanbod richt zich tot mij en ik kan het dus aanvaarden.

    Maar het hoofdpunt blijft: waarom denk je dat mijn beroep op een overeenkomst via 3:35 BW (ik mocht erop vertrouwen dat jij een aanbod deed) niet zal slagen?

    Ik vind overigens de uitkomst langs jouw weg onaanvaardbaar, omdat het zou betekenen dat je als opensourceauteur zomaar te allen tijde licenties kunt gaan intrekken. Dat vind ik volstrekt onwenselijk. Met de overeenkomst-weg speelt dat probleem niet.

  16. Omdat jij niets hoeft te doen. Je hebt de toestemming al. Wie dat onaanvaardbaar vind kan mij een aanbod doen of het gewoon niet gebruiken.

    Mijn werk wordt door Duitsers als Japaners aanbevolen. Er zijn dus best een flink aantal mensen die het gebruiken. Dat is ook te zien aan de downloads. Nog geen een van deze mensen heeft mij een bericht gestuurd waarin staat dat ze mijn aanbod aanvaarden. In jouw uitleg plegen deze dus allemaal inbreuk op mijn auteursrecht, met alle gevolgen van dien. En dat vind jij wenselijk?

  17. Ze plegen geen inbreuk, ze hebben een licentieovereenkomst met jou. Goed, hun mededeling van aanvaarding heeft jou niet bereikt, maar ik zou daarvoor op 3:37 lid 3 BW willen wijzen en zeggen dat dat komt omdat deze werkwijze nu eenmaal gebruikelijk is bij verspreiding van open source en jij daar willens en wetens voor kiest door een opensourcelicentie op je werk te plakken.

    De vraag “waarom gaat 3:35 BW niet op” blijft staan.

  18. Ik heb daar dus al twee keer op geantwoord, maar je vind mijn antwoord kennelijk niet overtuigend. De licentie tekst komt in essentie neer op: “Dit is toegestaan (permitted) mits aan dat wordt voldaan.” Daarnaast betekent Licentie, dat afkomstig van het Latijnse woord licere dat, toestemming. Ik beroep me niet op 3:35 BW, dus het lijkt me zinniger dat jij onderbouwd waarom jij er in mag lezen dat ik een overeenkomst wil sluiten. Ik zie het namelijk niet.

    Mijn e-mail adres staat op de site, dus ze kunnen mij benaderen. Dat de gebruikers er niet voor kiezen om hier van gebruik te maken is niet iets dat voor mijn rekening zou moeten komen.

  19. Bona fides kwam met dit citaat uit Groene serie privaatrecht op Kluwer Plaza:

    Een toestemming tot een bepaalde gedraging geeft op zichzelf nog niet een bevoegdheid tot die gedraging tegenover iedereen. Vergelijk ook hieronder aant. 192. Zo’n toestemming heeft met andere woorden geen zakenrechtelijk karakter. Zij bewerkstelligt slechts een persoonlijke rechtsband in dier voege dat, als degene aan wie de toestemming werd verleend zich dienovereenkomstig gedraagt, dit tegenover de toestemmer geen onrechtmatige daad kan opleveren. Die persoonlijke rechtsband kan in een overeenkomst zijn neergelegd zodat de toestemming onderdeel uitmaakt van een overeenkomst (vergelijk HR 21 juni 1996, NJ 1997, 327). Meestal is echter de toestemming – hoezeer ook gericht tot een of meer bepaalde personen – eenzijdig. Zie de rechtspraak en literatuur, vermeld in Onrechtmatige Daad I (oud), nr. 201 sub 1 en 2, alsmede Bloembergen, Toestemming, p. 5 e.v.
  20. Ik snap dat jij het ziet als een eenzijdige toestemming, waar ik me slechts op kan beroepen zolang dat jou behaagt. Mijn stelling is echter dat ik me op 3:35 kan beroepen en daarmee jouw als eenzijdige toestemming geformuleerde licentietekst mag opvatten als een aanbod in de zin van 6:217 BW, welk aanbod ik vervolgens aanvaard.

    Door dat beroep verkrijg ik hetzelfde resultaat (ik mag doen wat er in jouw licentietekst staat) met het bijkomstig voordeel dat jij niet zomaar kan zeggen “ach weet je wat, ik trek de toestemming in, haal je even de software offline”.

    Waarom gaat dat beroep op? Nou, omdat het volstrekt gebruikelijk is in Nederland dat licenties als overeenkomst worden verleend, en het volstrekt onwenselijk is dat licenties zomaar kunnen worden ingetrokken bij partijen die op basis daarvan gingen doorontwikkelen en verspreiden.

  21. Je hebt twee argumenten: 1. het is gebruikelijk 2. ik vind het onwenselijk. Ik vind beiden argument zwak. Bij het eerste argument wijs je enkel en alleen op wat anderen doen, terwijl het juist gaat om mijn gedragingen en verklaringen. Er bestaat ook nog zo iets als contractuele vrijheid. Als ik geen overeenkomst wil, maar wel toestemming wil geven staat mij dat vrij. Als jij het dat dan onwenselijk vind dan staat het jou vrij om daar geen gebruik van te maken. Ik ben dus niet overtuigd.

    Heb je ook nog jurisprudentie waarbij iemand in een verklaring een ander toestemming gaf tot iets, en die ander hier toen in slaagde? Want de tekst van Bona fides (inclusief arrest) doet iets anders vermoeden.

  22. Ik snap dat jij het ziet als een eenzijdige toestemming, waar ik me slechts op kan beroepen zolang dat jou behaagt.

    Alex schrijft volgens mij nergens “zolang dat mij behaagt” of iets van die strekking.

    Jij krijgt toestemming. Daar kun jij je op beroepen. Wat is het probleem? Je hoeft slechts te bewijzen dat die toestemming je heeft bereikt.

    Als die toestemming inhoudt dat zij onherroepelijk is, dan valt er veel voor te zeggen dat de toestemming niet later meer kan worden herroepen. Wel kan de toestemming nog worden ingetrokken als die intrekking je eerder of gelijktijdig met de toestemming bereikt (art. 3:37 lid 5 BW).

  23. @Piet: Alex zegt hierboven “Op het moment dat ik die toestemming intrek” en ik interpreteer dat als “dat kan ik op elk moment”.

    @Alex: “Het is gebruikelijk” is geen ongebruikelijk argument, je kunt niet in je eentje volstrekt afwijken van de norm en dan jouw gedrag laten prevaleren. Als jij in koeien gaat handelen op de markt, dan heb je de koe verkocht zodra je handjeklap doet – ook al zeg je honderd keer dat je iets op schrift wil. Zo is het gebruik nu eenmaal in de koehandel.

    Art. 3:35 is ook bedoeld voor situaties waarin de gever geen aanbod wilde doen. Het beschermt de wederpartij die erop mocht vertrouwen dat de gever dat wel wilde doen. Vraag je nu om jurisprudentie die zegt dat art. 3:35 op kan gaan tegen de wil van de gever? Dat is precies waar dit artikel voor is. Zie de tekst & commentaar hierover. Anders begrijp ik niet wat voor rechtspraak je zoekt.

  24. Het kan niet zo zijn dat artikel 3:35 BW de betekenis van woorden veranderd. Toestemming betekend toestemming en geen aanbod. Als alle anderen in de sloot springen kan ik afwijken van die norm en dat niet doen.

    Als ik koeien ga verkopen op de mark en voor ik handje klap doet, daarbij aangeeft dat hiermee geen overeenkomst tot stand komt dan is dat zo. Dat een licentie soms gekoppeld wordt aan een overeenkomst, betekend niet dat ik dit ook moet doen en dat als ik dat niet doe anderen maar mogen handelen alsof dit wel zo is.

    De wisselwerking tussen 3:33 en 35 BW ken ik, dus nee daar vraag ik niet naar. Ik vraag naar jurisprudentie waaruit volgt dat de licenties, zoals die op mijn website, naar Nederlands recht een aanbod inhouden in plaatst van toestemming.

  25. Ik ken geen jurisprudentie die draait om een constructie van eenzijdige toestemming. Alle rechtszaken over software die ik ken, gaan uit van licenties als overeenkomsten. Dat is ook nooit een discussiepunt. Het gaat vaak veeleer over wat er overeengekomen is en of dat nagekomen wordt.

    Je verklaring kan wel degelijk anders worden opgevat dan jij met je woorden mededeelde. Er is een bekende zaak van een man die boos “ik neem ontslag” riep tegen zijn werkgever, waarna die hem de toegang weigerde na het weekend. Dat werd teruggedraaid, want de werkgever had het niet zo mogen opvatten. Dus de letterlijke tekst “ik neem ontslag” werd ge?nterpreteerd als “ik neem geen ontslag maar ik ben gewoon boos”. (En ja hier werkte 3:35 de andere kant op maar het gaat om het punt dat een verklaring niet alleen door zijn letterlijke bewoordingen uitgelegd mag worden.)

  26. In dat geval werden alle gedragingen van de meegenomen. Het is echt niet zo dat alle werkgever moeten aannemen dat werknemers boos zijn als ze zeggen ontslag te nemen.

    Ik heb het sterke vermoed dat “licentie als overeenkomst” onjuist is, maar dat aangesloten moet worden bij wat in #23 staat. Er kan een overeenkomst worden gesloten waarbij iemand een licentie krijgt, dit is ook wel bekent als licentieovereenkomst.

    Hier een

    LJDN: AA3056: Bij een op 31 januari 1985 tussen belanghebbende en A B.V. (hierna: A) gesloten overeenkomst, waarvan de te dezer zake van belang zijnde bepalingen zijn weergegeven in de uitspraak van het Hof, (hierna ook: licentieovereenkomst) heeft belanghebbende van A voor onbepaalde tijd het niet-exclusieve gebruiksrecht verkregen van door A ontwikkelde software. A heeft tijdens de duur van de overeenkomst met belanghebbende dezelfde soort software eveneens aan een derde in gebruik afgestaan op grond van een vergelijkbare overeenkomst. Deze software bestond uit acht zogenoemde programma’s, voor het gebruik waarvan belanghebbende exclusief omzetbelasting een bedrag ineens van ?? 513.000,– en een jaarlijkse vergoeding van ?? 75.100,– werd verschuldigd. Bij de aangifte vennootschapsbelasting voor het onderhavige jaar (1985) heeft belanghebbende aanspraak gemaakt op een investeringsbijdrage ter zake van het bedrag van ?? 513.000,–, welke bijdrage door de Inspecteur is verleend.

    Ik lees hier: er is een overeenkomst gesloten tussen A en B. De prestatie van A is om een licentie af te geven aan B. De hof noemt dit een licentieovereenkomst. De redenatie is niet er is een licentie afgegeven, dus er is een overeenkomst. De reden waarom A een overeenkomst wil lijkt me duidelijk. Maar misschien kun je er met eentje komen waarin een hof die redenatie wel heeft?

    Hier een voorbeeld van zo’n licentieovereenkomst.

  27. Inderdaad, de licentie als zodanig is iets dat de rechthebbende geeft aan een ander. Net zoals ik het eigendom op een zaak kan overdragen aan een ander. Maar om die licentie effect te laten hebben, moet hij worden aanvaard. Ik kan jou ook geen eigendom geven zonder dat jij dat goedvindt; schenking is ook een overeenkomst.

    Dus inderdaad “licentie = overeenkomst” is onjuist, maar “een licentie kan worden afgenomen en ge?ffectueerd zonder overeenkomst” is ook onjuist. De licentie geven is een prestatie die krachtens overeenkomst verricht moet worden, precies zoals in de door jou aangehaalde zaak gebeurt.

    Nogmaals, ik ken geen jurisprudentie waarin iemand zich op een licentie beroept zonder zich tevens op een overeenkomst te beroepen. Ik twijfel ten zeerste of die er is, ik vermoed sterk van niet. Als je die vindt, graag.

  28. Arnoud@7, je had het eerst niet over verspreiding, maar over exploitatie. Volgens mij is dat in normaal Nederlands een ruimer begrip, maar helaas spreken juristen geen normaal Nederlands, dus als exploitatie in het recht een enge betekenis heeft, zul je dat even moeten uitleggen.

    Het eenvoudige gebruik van software valt vreemd genoeg en zeer spijtig ook onder het auteursrecht, en het lijkt me dat dat recht niet per se vervalt op het moment dat je inbreuk maakt. Tenminste, als jij gelijk hebt dat een licentie een contract is. Bij contractbreuk vervalt immers ook niet automatisch het hele contract.

  29. Lees in plaats van “exploitatie” “het verspreiden van aangepaste versies van de GPL software”. Ik was daar wat onzorgvuldig inderdaad.

    Bij contractbreuk kan de wederpartij de overeenkomst ontbinden (art. 6:265 BW), maar dat gaat niet automatisch. De wederpartij moet wel een mededeling daarvan doen aan de wederpartij (art. 3:33 en 37 BW). En bij een geringe schending (bv. een typefout in de copyrightvermelding of vergeten een wijziging te documenteren) mag hij niet ontbinden.

    Bij de constructie met eenzijdige toestemming zonder contract pleeg je per direct inbreuk op auteursrechten zodra je de toestemming 1 letter te buiten gaat. Immers daar is geen toestemming voor gegeven.

  30. @Arnoud(31): Bij mijn voorbeeld wilde ik een overeenkomst sluiten omdat ik een verklaring op mijn website heb staan met de titel ‘licentie’. Nu we er over uit zijn dat licentie een verklaring is van de auteur waarin hij toestemming geeft tot een bepaalde gedraging aan een ander, zijn we weer terug bij dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. Als deze verklaring geen betekenis heeft zonder overeenkomst, dan betekent dat weer dat de halve wereld inbreuk op auteursrechten plegen.

    Gelukkig beschrijft de literatuur wel dergelijk dat verbintenissen ook kunnen ontstaan uit eenzijdige rechtshandelingen. zie hier. O.a. dit citaat is relevant:

    Ook uit een zogenaamde eenzijdige toezegging kan een verbintenis voortvloeien. De toezegging die door een particulier wordt gedaan, zal daartoe steeds moeten worden herleid tot een (eenzijdige) rechtshandeling: slechts indien de door de wederpartij kenbare intentie bestaat dat de toezegging rechtsgevolg heeft (art. 3:33 jo. 3:35) is deze bindend. (Bronnen van verbintenissen door Prof. mr. J.M. Smits)
  31. @Arnoud(#27): Ik zie het nu ook. Ik ben het met je eens dat niet iedere gegeven toestemming op ieder willekeurig moment kan worden ingetrokken. Dat zal afhangen van de inhoud van die toestemming, net zoals de geldigheid van een aanbod (ook een eenzijdige gerichte rechtshandeling) afhankelijk is van de inhoud van het aanbod (met in dat geval art. 6:219 BW als regelend recht, zie art. 6:217 lid 2 BW).

    Art. 3:35 BW is van toepassing op alle gerichte rechtshandelingen, dus speelt hier altijd een rol.

    Inderdaad, de licentie als zodanig is iets dat de rechthebbende geeft aan een ander. Net zoals ik het eigendom op een zaak kan overdragen aan een ander. Maar om die licentie effect te laten hebben, moet hij worden aanvaard. Ik kan jou ook geen eigendom geven zonder dat jij dat goedvindt; schenking is ook een overeenkomst.

    Ik kan je eenzijdig toestemming geven om mijn huis binnen te komen. Daar is geen overeenkomst voor nodig. Die toestemming is ook geen goed dat onderdeel wordt van je vermogen.

    Ook een aanbod voor een overeenkomst heeft al een juridisch effect door het enkele ontvangen van het aanbod. Een aanbod tot schenking stelt de ontvanger van het aanbod gedurende de geldigheid van het aanbod in staat met een eenzijdige rechtshandeling de schenkingsovereenkomst tot stand te brengen.

  32. Ik kan je eenzijdig toestemming geven om mijn huis binnen te komen. Daar is geen overeenkomst voor nodig. Die toestemming is ook geen goed dat onderdeel wordt van je vermogen.

    Dat is dus precies de discussie 🙂 Op het moment dat ik je huis betreed na dit gehoord te hebben, aanvaard ik dan niet een aanbod tot binnentreden? Waarom is dat geen overeenkomst?

    Je opmerking over “geen goed” snap ik niet. Je kunt overeenkomsten sluiten zonder dat daar een zaak of vermogensrecht bij komt kijken.

  33. @Alex: uit het feit dat jij “Licentie” op een website zegt, mag je niet concluderen dat er dus geen overeenkomst tot stand komt. Nogmaals, mijn stelling is dat je een licentie slechts kunt verlenen krachtens een overeenkomst. Dat hoeft niet op je website te staan. Ik hoef ook niet te zeggen dat je op deze blog een overeenkomst tot plaatsen van reacties onder mijn huisregels aangaat. Ik zet gewoon een invulvakje neer, en als jij daar iets typt dan heb jij een overeenkomst met mij gesloten krachtens welke ik een licentie krijg om jouw reactie openbaar te maken in het kader van deze blog (en deze conform mijn huisregels aan te passen of te verwijderen).

    Dit snap ik niet:

    Als deze verklaring geen betekenis heeft zonder overeenkomst, dan betekent dat weer dat de halve wereld inbreuk op auteursrechten plegen.
    Het deel van de wereld dat jouw software downloadt en gebruikt krachtens jouw licentie, heeft een overeenkomst met jou. Jij hebt hun aanvaarding niet ontvangen, maar dat is een omstandigheid die voor jouw rekening moet komen. Oftewel die overeenkomst is er gewoon.

  34. Sorry Arnoud maar jou stelling klopt gewoon niet. Ik heb daar ook geen onderbouwing bij gezien.

    Ik heb je gewezen op litteratuur waarin te lezen staat dat verbintenissen wel degelijk tot stand kunnen komen bij eenzijdige rechtshandelingen. En daar heb jij verder niets tegen overgezet. Je hebt erkent dat toestemming geven niet het zelfde is een overeenkomst. En toch wil jij er aan vasthouden dat op het moment dat je iemand toestemming geeft je dus ook een overeenkomst aangaat.

    De inhoud van de tekst is zodanig dat men redelijkerwijze niet mag aannemen dat ik een overeenkomst met ze wil sluiten. Bovendien is het de verantwoordelijk van de downloader om een aanvaarding naar mij toe te sturen. Dat zij dit niet doen komt niet door mijn eigen handelen, maar door hun handelen. Er is dus geen overeenkomst.

  35. Ik heb gezegd dat de licentie an sich geen overeenkomst is. Net zo min als eigendomsoverdracht geen overeenkomst is. Dat wil echter nog niet zeggen dat je eigendom kunt overdragen zonder overeenkomst. De eigendom, en ook de licentie is het onderwerp van de overeenkomst.

    Als jij iets online zet dat aangekleed is als een aanbod, ruikt als een aanbod en waarvan de inhoud gewoonlijk bedoeld wordt als aanbod, dan vind ik het heel moeilijk om dat anders te zien dan een aanbod. De afwezigheid van het woord “overeenkomst” maakt dat niet anders: bij de bakker staat ook nergens dat hij een overeenkomst wil sluiten.

    De reden dat ik grote moeite heb met deze licentieconstructie is omdat hij door niemand gebruikt wordt, niet in de literatuur besproken wordt en niet in jurisprudentie getest. Ik kan de constructie dus niet weerleggen bij afwezigheid van enige bron over het onderwerp. Maar net zo min kun jij aantonen dat je constructie juist is bij afwezigheid van bronnen. Een algemene bron over toestemming is nog geen bron over softwarelicenties.

    Maar goed: schrijf eens een gastpost waarin je uitlegt hoe die constructie werkt, wat de rechtsgevolgen zijn en hoe partijen ermee om moeten gaan. Die gaat dan hier online, en dan ben ik benieuwd naar de reacties.

  36. Bij de bakker is spraken van een overeenkomst, omdat beide partijen een handeling moeten verrichten. De bakker in de wijze van een aanbod “1 brood voor 2 euro”. En de koper in de zin van aanvaarding “daar stem ik mee in”. Als de koper er niet mee instemt krijg hij immers het brood niet.

    Ook als een download wordt aangeboden met daarin een document waarin staat dat de gebruiker het mag verspreiden indien hij 5 euro betaald op rekening x is er een aanbod dat aanvaard moet worden. Weer moeten beiden partijen iets doen.

    Dat speelt bij mij allemaal niet.

    De reden dat ik grote moeite heb met deze licentieconstructie is omdat hij door niemand gebruikt wordt, niet in de literatuur besproken wordt en niet in jurisprudentie getest.

    Jens Schweikhardt doet precies het zelfde.

    Er was een rechtzaak tussen de eigenaren van UNIX en de universiteit van Californi? Barclay. De rechtzaak was aangespannen door Barclay met als eis om alle documentatie terug te halen, de mensen van UNIX hadden de BSD licentie op hun sys-v systeem niet goed nageleefd. De universiteit spande de rechtzaak aan om daarmee te voorkomen dat ze naar New York zouden moeten afreizen. Uit eindelijk hebben beide partijen geschikt.

    Een algemene bron over toestemming is nog geen bron over softwarelicenties.

    Dit argument zie ook nog wel een terug komen bij leken, die bij vraagstelling van non-conformiteit bezwaar maken tegen een arrest waarbij een oven centraal staat, op het moment dat in dat concrete geval het hier gaat om een computer. Toestemming = toestemming zou ik zeggen. Een concreet voorbeeld ben ik in de litteratuur niet tegengekomen, maar op abstractie niveau wordt dit wel goed door gesproken.

    De gastpost is misschien iets voor in de toekomst.

  37. USL vs. BSDi is Amerikaans recht, dat is op dit punt echt wezenlijk anders. Naar Amerikaans recht heb je zonder consideration geen contract. Beide partijen moeten iets van waarde inbrengen: een schenking is geen overeenkomst naar Amerikaans recht. In Nederland is een schenking een overeenkomst, want er is een aanbod en dat wordt aanvaard (7:175 BW).

    Je kunt dus niet zomaar een Amerikaanse zaak over licenties in Nederland toepassen. (Artikelen van Eben Moglen die ook dit punt betoogt, gaan om dezelfde reden niet zonder meer op in Nederland.)

  38. @Arnoud(#36):

    Op het moment dat ik je huis betreed na dit gehoord te hebben, aanvaard ik dan niet een aanbod tot binnentreden? Waarom is dat geen overeenkomst?
    Waarom wel? Je gaat binnen, en dat mag want je hebt toestemming gekregen. Er is geen enkele noodzaak om dit een overeenkomst te noemen. Het is niet nodig dat ik een aanvaarding van het “aanbod” heb ontvangen.

    In jouw optiek zou je, ondanks mijn toestemming, mij dus eerst een aanvaarding moeten mailen of sms-en of iets dergelijks.

    Je opmerking over ???geen goed??? snap ik niet. Je kunt overeenkomsten sluiten zonder dat daar een zaak of vermogensrecht bij komt kijken.

    Jij gebruikte schenking als argument. Ik weerleg het argument.

    Als je een auto geschonken krijgt, brengt dat allerlei verantwoordelijkheden met zich mee. Vandaar dat een schenking geen eenzijdige rechtshandeling is. Bij het verlenen van toestemming om inbreuk te maken op een recht (eigendomsrecht, auteursrecht, etc.) speelt dit niet.

    @Alex:

    Ik heb je gewezen op litteratuur waarin te lezen staat dat verbintenissen wel degelijk tot stand kunnen komen bij eenzijdige rechtshandelingen.
    Het verlenen van toestemming doet zelfs geen verbintenis ontstaan.

  39. @Piet In jouw optiek zou je, ondanks mijn toestemming, mij dus eerst een aanvaarding moeten mailen of sms-en of iets dergelijks.

    Een overeenkomst is vormvrij, in het geval van Arnoud ontstaat deze doordat hij mondeling toestemming heeft gegeven om zijn huis binnen te treden en hij dan diegene in het huis ziet zonder dat de ander dit mondeling heeft gezegd.

  40. @Nick: een overeenkomst is vormvrij, maar ontstaat pas door aanbod en aanvaarding. Waar is de aanvaarding? Wat als Arnoud niet thuis is, mag ik dan niet naar binnen ook al heb ik toestemming gekregen maar die nog niet “aanvaard”?

    De constructie dat toestemming altijd zou moeten worden “aanvaard” is onnodig en onnatuurlijk.

  41. @Piet: deze aanvaarding blijkt uit de handeling van het naar binnen gaan (3:37 lid 1 BW). Denk aan de tram, waar je je toch echt akkoord verklaart met de overeenkomst tot vervoerd worden inclusief de huisregels door in te stappen. Jij moet betalen en zij moeten jou vervolgens vervoeren naar de gewenste bestemming.

  42. Geen sprake van. Je aanvaardt het aanbod om vervoerd te worden zodra je instapt, want daarmee geef je te kennen dat je vervoerd w?l worden. Dat is een verklaring van je wil, en die wil is gericht op een rechtsgevolg.

    Dat je moet betalen, is een verbintenis die voortvloeit uit de overeenkomst tot vervoerd worden. De trammaatschappij kan zwartrijders dus voor de kantonrechter slepen en betaling van de vervoersprijs eisen, inclusief de in algemene voorwaarden gemelde verhoging.

  43. Dat je moet betalen is ook een verbintenis, maar het is ook een gedraging waarin de aanbieder kan lezen dat het aanbod aanvaard is. Als ik bij de NS een kaartje koop en betaal kan ik het vervoer afdwingen.

    Algemene voorwaarden moeten van toepassing worden verklaard. Dat heb ik bij een trammaatschappij nog nooit meegemaakt. Dat is zeker niet het geval bij iemand die zwart rijd.

  44. Als je in de tram gaat zitten, dan wil je vervoerd worden. Dat is toch ook een wilsuiting?

    Die uiting kan twee dingen betekenen: je wilt gebonden worden aan een vervoersovereenkomst, of je wilt graag zwartrijden. Die tweede uitleg lijkt me nogal onredelijk, jij hebt er geen enkele legitieme reden voor om je te laten vervoeren zonder te willen te betalen. De vervoerder mag jouw gaan-zitten gezien de omstandigheden dus redelijkerwijs opvatten als een verklaring van aanvaarding (3:35 BW).

    Als je een tram in stapt, hangt daar een bordje met de huisregels. Dat bordje is d?nk ik conform art. 6:234 sub 1(b) BW tijdig opgehangen, maar ik ben daar niet heel erg van overtuigd en kan me goed voorstellen dat vervoersmaatschappijen vaak de fout in gaan en hun AV niet juist aanbieden. Dat neemt echter niet weg dat er een overeenkomst tot stand komt.

  45. Via de kant bekent maken dat je algemene voorwaarden wijzigen is onvoldoende, omdat de wederpartij van de gebruiker die niet zou kunnen lezen. Zo’n bord is eveneens niet een mededeling gericht aan de wederpartij maar aan het publiek.

    Bovendien kun je een abonnement afsluiten of via zo’n chipknip betalen. ALS je het bord ziet, zal dit altijd daarna zijn. Ik zou voor OV verwachten dat er een wet is die voorziet in een boete.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.