Procederen over een bos bloemen en elf euro twintig

bos-bloemen.pngEigenlijk is het geen internetrecht, maar ik bespreek ‘m toch, want de oorzaak lijkt te liggen in een typisch gebrek van websites, namelijk dat ze neit duidelijk zijn wanneer je iets bestelt en wanneer dat definitief is. Dat moet wettelijk, maar sommige ontwerpers lijken zich daar weinig van aan te trekken. Denk je iets in een winkelwagentje te stoppen, blijk je het al gekocht te hebben. Of je krijgt pas achteraf de bezorgkosten te horen.

In deze zaak had de klant via internet een bos bloemen besteld, maar de bestelling werd vroegtijdig afgebroken volgens hem. Daarop belde hij met de bloemenwinkel, die meldde dat de bestelling via internet was mislukt, omdat zij geen opdrachtbevestiging per email hadden ontvangen. Vervolgens bestelde de klant dan maar telefonisch een boeket, en uiteindelijk bleek dat er twéé boeketten waren afgeleverd.

Klassiek gevalletje misverstand zou je denken, maar het afrekenen werd wat onhandig: de bloemenwinkel factureerde een hoger bedrag (€ 27,45) dan de klant had verwacht (” 16,25). De klant betaalde wat hij dacht dat hij moest betalen, en werd vervolgens na nog enig incassogedoe voor de rechter gedaagd: betalen die € 11,20, plus wettelijke rente, plus buitengerechtelijke kosten van € 37,00. Totaal € 48,46 dus.

Dat is op zich geen hoog bedrag om over te gaan procederen, en dat vindt de rechter ook. Hij concludeert dat die € 11,20 terecht gevorderd is omdat dat nu eenmaal de prijs van het boeket was, en ook de buitengerechtelijke kosten ad € 37,00 zijn terecht (want in overeenstemming met de richtlijnen). Maar de gevraagde proceskostenveroordeling wordt afgewezen:

De kantonrechter is van oordeel dat, nu geprocedeerd is voor een bedrag in hoofdsom van € 11,20, de kosten van een gerechtelijke procedure niet in verhouding staan tot het belang van de zaak. Gesteld noch gebleken is dat er geen andere – goedkopere – methode beschikbaar was om dit geschil tot een oplossing te brengen. De kosten van de procedure zijn daarmee onnodig gemaakt. Ieder van partijen dient daarom de eigen kosten te dragen.

Oftewel “wat dóet u hier met zo’n minimaal bedrag, u verspilt mijn tijd” als ik tussen de regels door lees.

Ik vraag me wel af welke goedkopere methoden er dan zouden zijn geweest. Als de klant die elf euro moet betalen maar dat niet doet, wat moet je dan? De vordering afschrijven omdat incasso kennelijk te duur is? Honderd incassomannetjes loslaten?

Arnoud

10 reacties

  1. Een aantal standaard brieven sturen lijk mij een beste oplossing, maar om naar een rechter te stappen voor 11 euro wel dat is een beetje overkill. De kosten die je kwijt ben aan reizen, procedure etc etc zijn duurder dan wat je er mee opschiet. De rechter heeft misschien vreemd gehandeld maar om voor zulke bedragen daar naar toe te gaan terwijl het meestal erg druk is in een rechtbank is het misschien wel een goede les voor iedereen die kennis neemt van deze rechtspraak.

  2. Ik vind het uberhaupt al een beetje rare gang van zaken. De winkel geeft zelf aan dat de bestelling via internet niet gelukt is (zo lees ik de tekst) en dus verwacht je ook geen tweede boeket. Iets betalen wat niet besteld is lijkt me ook niet dat je zou willen. M.a.w. beetje krom van de winkel en zou voor mij de laatste keer zijn daar te kopen…en voor slechts 11 euro..(en de negatieve mond op mond reclame die je kunt verwachten)…

  3. @sjoerd: er wordt door de winkel maar een boeket in rekening gebracht. Het lijkt er echter op dat het boeket aanzienlijk duurder is dan wat de klant verwachtte. Waarschijnlijk is er na het telefonische contact een veel duurder boeket besteld dan wat er oorspronkelijk op internet besteld was. Hoe zit dat eigenlijk juridisch bij onenigheid over een telefonisch gedane bestelling? Het is in dit geval natuurlijk niet meer terug te draaien.

  4. Lijkt mij anticiperende rechtspraak. De voorgenomen verhoging van de griffierechten is naast een kille bezuiniging gebaseerd op het argument dat niet over bagatelzaken geprocedeerd zou moeten worden. Ik vraag me verder af wat de rechter bedoelt met “een andere – goedkopere – methode”? Een paar sportschooljongens langssturen om de vordering te innen wellicht?

  5. Wat ik uit het bericht niet kan afleiden is of die ???27,45 dan wel voor één of twee boeketten zijn? Indien voor 2 werd de klant verkeerd geïnformeerd en begrijp ik waarom hij slechts ??? 16,25 wil betalen. Hij ging er tenslotte van uit maar één boeket te zullen ontvangen.

  6. En als je als bedrijf nu gewoon net zo lang doorgaat met incassobureau’s, deurwaarders, advocaten-blafbrieven, enzovoorts, totdat het bedrag aan buitengerechtelijke kosten zo hoog is opgelopen dat de kosten wel een gang naar de rechtzaal waard zijn?

  7. @Arnout(#5):

    Ik vraag me verder af wat de rechter bedoelt met ???een andere – goedkopere – methode???? Een paar sportschooljongens langssturen om de vordering te innen wellicht?
    Eigenrichting is in inderdaad wel de weg waar de overheid op lijkt aan te sturen.

  8. Zojuist gelezen en mijns inziens een moeilijk te verteren uitspraak, in ieder geval vanuit procesrechtelijk oogpunt. De wet biedt geen enkele grondslag voor het oordeel van de kantonrechter omtrent de kostenveroordeling. Het is niet aan de kantonrechter om grenzen te trekken waarover geprocedeerd mag en zou moeten worden en zo feitelijk aan te sturen op het introduceren van nog meer ontmoedigende drempels. Daarvoor betaalt eiser immers al griffierecht, het entameren van een procedure voor een dergelijk belang is toegestaan. De motivering is onbegrijpelijk. De kantonrechter stelt in haar visie enerzijds dat er daadwerkelijk buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en wijst deze nota bene toe, maar merkt vervolgens op dat door eiser geen andere, goedkopere methode is aangetoond om het geschil buiten de rechter om op te lossen. Dit lijkt mij innerlijk tegenstrijdig. Er is niet rauwelijks gedagvaard, er zijn klaarblijkelijk afdoende buitengerechtelijke werkzaamheden verricht nu de incassokosten zijn toegewezen, en zo ook een deel van de hoofdsom. De kantonrechter had de proceskostenvergoeding toe moeten wijzen op grond van 237 Rv, of haar oordeel met andere redenen moeten omkleden.

    In het verleden mocht ik ook eens principekwesties bepleiten bij de kantonrechter waarmee ook een beperkt financieel belang gemoeid was (lees: beneden 75 euro). Dit zou in de lijn met deze uitspraak dan ook maar moeten worden ontmoedigd? Gelukkig zijn niet alle (de meeste?) kantonrechters van de pot gerukt, maar mijn ervaring is dat sommigen – zeker wanneer cassatie of hoger beroep is uitgesloten – soms maar wat doen en niet altijd dat recht spreken wat men zou verwachten.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.