Nederland mag internetgokken verbieden en doet dat ook

Het monopolie dat de Lotto heeft op online-kansspelen in Nederland is volgens de Hoge Raad niet in strijd met de wet, las ik bij Webwereld. De Lotto heeft in Nederland als enige op grond van de Wet op de kansspelen een vergunning voor het organiseren kansspelen, zoals lotto’s, sportprijsvragen en instantloterijen. Dat botst met het vrij verkeer van diensten, maar dat blijkt legaal volgens de Hoge Raad – én volgens de Europese rechter. Maar raar blijft het.

Het vrij verkeer van diensten mag worden beperkt door een land in specifieke situaties. Eentje daarvan is het beschermen van de volksgezondheid, en in dit geval is dat gokverslaving natuurlijk. Ook kan het bestrijden van de misdaad een reden zijn, denk aan witwassen van zwart geld met gokken. Het is dan ook legitiem om een nationale wet te hebben die “is gericht op de beteugeling van gokverslaving en het tegengaan van fraude”, zoals het Europese Hof van Justitie dat formuleert.

Alleen, die wet moet dan wel vergezeld gaan van beleid dat “daadwerkelijk bijdraagt” aan het gestelde doel. Je moet dus wel echt bezig zijn met het beteugelen van gokverslaving en gokfraude. Oftewel, gáát het Nederlands kansspelbeleid daadwerkelijk wel gokken tegen? Als je het tryout-pakket van Holland Casino (plaatje) hiernaast bekijkt, dan vraag je je af of we juist niet worden verlokt om te gaan gokken bij het staatscasino.

In dat verband citeerde ik destijds de uitspraak van de Europese rechter:

Indien mocht blijken dat het Koninkrijk der Nederlanden een beleid van sterke expansie van de kansspelen voert door de consument op buitensporige wijze te stimuleren en aan te moedigen om hieraan deel te nemen met als hoofddoel gelden in te zamelen, en dat om die reden de financiering van sociale activiteiten uit een deel van de opbrengsten van de toegestane kansspelen niet een bijkomend gunstig voordeel vormt, maar de daadwerkelijke rechtvaardiging voor het door deze lidstaat gehanteerde restrictieve beleid, moet worden geconcludeerd dat een dergelijk beleid de activiteiten met betrekking tot weddenschappen niet op samenhangende en stelselmatige wijze beperkt en dus niet geschikt is ter bereiking van de doelstelling, gokverslaving bij de consument te beteugelen.

Oftewel, als ons beleid er vooral om gaat om mensen aan te zetten tot gokken en niet primair om gokken te beteugelen, dan kan dat beleid niet door de teugel, eh, beugel.

Onze Hoge Raad kijkt nu naar de stukken uit de eerdere zaken, en ziet dat daarin is aangedragen dat de Nederlandse regering bedacht heeft dat een beperkt legaal aanbod beter is dan volledige repressie, omdat het aanbod dan ondergronds gaat en je dus geen zicht meer hebt op gokverslaafden. En -de aanleiding voor deze zaak- als er nieuwe gokkanalen bijkomen, zoals internet, dan mag dat legale aanbod daar ook naar worden uitgebreid.

Maar daar komt bij dat er wel nadrukkelijk beleid wordt gevoerd op beperking van het gokaanbod:

Op p. 12 van deze brief benadrukt de minister dat het kabinetsbeleid erop is gericht de vraag naar kansspelen niet te stimuleren, en wijst hij in dat verband onder meer erop dat de uitbreiding van het aantal goede doelenloterijen en de privatisering van Holland Casino van de baan zijn, en dat ook niet meer de intentie bestaat om de ruimte voor kansspelaanbod in de bestaande vergunningen te verruimen.

Ook heeft de minister aan Holland Casino gevraagd om samen met de andere vergunninghouders een gedrags- en reclamecode tot stand te brengen. Die moet ervoor zorgen dat er geen al te grote wervingskracht van die reclame uitgaat.

En om die redenen concludeert de Hoge Raad dat ons kansspelbeleid inderdaad als hoofddoel heeft het tegengaan van internetgokken, en niet op het binnenhalen van kansspelbelasting of vergunningstaksen. Daarmee past het beleid binnen de kaders die het Europese Hof heeft gesteld, en onze wet mag dus blijven bestaan en worden gehandhaafd.

Directe consequentie is dat het verbod voor Ladbrokes op het online en telefonisch aanbieden van kansspelen aan Nederlanders van kracht blijft. Indirect kan het ook betekenen dat Justitie kan gaan optreden tegen buitenlandse goksites die zich expliciet richten op Nederland, bijvoorbeeld met Nederlandstalige advertenties en/of het accepteren van betalingen via iDeal. En dan voorzie ik zomaar weer discussies over door internetproviders te introduceren pokersitefilters. Immers als ze The Pirate Bay kunnen blokkeren dan toch ook illegale poker- en kansspelsites?

Arnoud

12 reacties

  1. De overheid probeert het beeld van een “avondje uit” op te werpen als het om Holland Casino gaat, terwijl het doel primair is het aanvullen van de staatskas; niet het faciliteren van een paar gokverslaafden. Daarbij strookt het ook niet met het feit dat men meestal een gokverslaving ontwikkelt door het gokken zelf, dus waarom zou je mensen werven? Enige reden die ik dan kan bedenken is voldoende aanwas te hebben bij “zieke” mensen die periodiek een deel van hun inkomsten via Holland Casino afstaan.

  2. en dat ook niet meer de intentie bestaat om de ruimte voor kansspelaanbod in de bestaande vergunningen te verruimen.

    Dat lijkt me toch wel haaks te staan op de Staatsloterij die met een nieuwe wekelijkse versie begint (het Miljoenenspel).

  3. Ik vind dan uberhaupt de staatsloterij dubieus te noemen, daar deze van de staat is en tot doel heeft de staatskas te vullen en qua werving…tja al die jackpot reclames staan vooral rond oud en nieuw overal, dus ze werven wel veel. Ik heb eigenlijk nog amper reclame gezien van Holland Casino of Lotto. Dus de staatsloterij maar verbieden dan? 😉

  4. Een reclamecode? Als ze echt serieus zouden omgaan met het ‘verminderen van gokverslaving’, zou reclame maken verboden zijn. Ik denk dat de HR hier veel te gemakkelijk op de loze beloften van de regering ingaat, terwijl de HR ook gewoon naar de feitelijke activiteiten van de regering had kunnen kijken (waaruit zou blijken dat het de regering helemaal niet om gokverslaving gaat).

    Overigens ben ik het er volledig mee eens dat een staatsmonopolie hier zinnig is, maar zeker niet op deze manier.

  5. Wat ik niet snap, is hoe de Nederlandse overheid iets te zeggen denkt te hebben over buitenlandse goksites. Als een Nederlander gokt op een buitenlandse site, dan verricht hij/zij die handeling in het buitenland. Dat is net zo iets als wanneer die Nederlander daadwerkelijk fysiek naar het buitenland zou reizen om daar te gaan gokken. Dat kan de Nederlandse overheid toch ook niet tegenhouden?

    Ik voel er veel voor om de “intellectuele ruimte” buiten de jurisdictie van overheden te laten vallen. Die “intellectuele ruimte” bestaat uit alle informatie die we bezitten en uitwisselen: de ideeën in ons hoofd, de informatie die op onze computers is opgeslagen, de programma’s die op onze computers draaien, en de communicatie tussen al die elementen.

    Ik weet dat er tegenvoorbeelden zijn waar dit geen goed idee is, en ik ken een soort tegenvoorbeeld waarbij ik zelf ook moeite heb met de consequenties van dit idee, maar het lijkt me niet gek om dit idee toch als basis-uitgangspunt te nemen. Daarnaast wordt dit toch min of meer afgedwongen door de aard van het internet, dus we kunnen maar beter een manier vinden om goed met de consequenties van dit idee om te gaan.

  6. Wat ik niet snap, is hoe de Nederlandse overheid iets te zeggen denkt te hebben over buitenlandse goksites. Als een Nederlander gokt op een buitenlandse site, dan verricht hij/zij die handeling in het buitenland. Dat is net zo iets als wanneer die Nederlander daadwerkelijk fysiek naar het buitenland zou reizen om daar te gaan gokken. Dat kan de Nederlandse overheid toch ook niet tegenhouden?

    Ik voel er veel voor om de “intellectuele ruimte” buiten de jurisdictie van overheden te laten vallen. Die “intellectuele ruimte” bestaat uit alle informatie die we bezitten en uitwisselen: de ideeën in ons hoofd, de informatie die op onze computers is opgeslagen, de programma’s die op onze computers draaien, en de communicatie tussen al die elementen.

    Ik weet dat er tegenvoorbeelden zijn waar dit geen goed idee is, en ik ken een soort tegenvoorbeeld waarbij ik zelf ook moeite heb met de consequenties van dit idee, maar het lijkt me niet gek om dit idee toch als basis-uitgangspunt te nemen. Daarnaast wordt dit toch min of meer afgedwongen door de aard van het internet, dus we kunnen maar beter een manier vinden om goed met de consequenties van dit idee om te gaan.

  7. @Corné: Het is de vraag of je wel mag spreken van een “buitenlandse” goksite. Als een site fysiek in Malta gehost wordt maar een Nederlandstalige interface heeft en iDeal betalingen accepteert, plus uitgebreide bannercampagnes op Nederlandse sites, dan zou ik hem een Nederlandse goksite noemen. Het is dan in ieder geval evident dat die site Nederlanders wil laten gokken.

    Het zou goed zijn als de EU gewoon eens regels maakt op dit punt, dan zijn we van deze discussie af.

  8. Het zou goed zijn als de EU gewoon eens regels maakt op dit punt, dan zijn we van deze discussie af.

    Onzin: dan worden de servers gewoon buiten de EU neergezet. Zelfs bij grotere internationale samenwerking blijven er altijd wel een paar eilandstaatjes over. Tenzij je met die EU-regels bedoelt dat de EU alles legaal maakt in alle lidstaten. Dan ben je, binnen de EU, inderdaad van de discussie af.

    En ik heb nog steeds moeite met het argument dat een site Nederlands zou zijn als die helemaal op Nederlanders is gericht. Het zelfde geldt voor allerlei vakantie-gelegenheden in het buitenland (‘Nederlandse’ campings in Frankrijk, allerlei Ibiza-achtige Nederlander-kolonies aan de Middellandse zee, enz.). Die vallen toch ook allemaal onder de lokale wetgeving, en niet onder de Nederlandse wetgeving?

    Als een aantal Nederlanders naar het buitenland gaat om daar allerlei dingen te doen die in Nederland illegaal zijn, dan kan en mag de Nederlandse overheid daar niets aan doen. Hooguit kunnen de lokale autoriteiten van het andere land geïnformeerd worden, zodat die zelf kunnen besluiten of ze er iets aan willen doen.

  9. En ik heb nog steeds moeite met het argument dat een site Nederlands zou zijn als die helemaal op Nederlanders is gericht.

    Dat is dan ook helemaal niet het argument. De leverancier biedt diensten aan aan Nederlanders en die vallen onder de Nederlandse wet. In jouw argument valt het Spaanse vakantiepark onder de Spaanse wet, maar het reisbureau dat er vakanties naar toe verkoopt onder de Nederlandse, ook als dat een volledige zuster van het vakantiepark is. Zo is het ook met gokken. Als je in Las Vegas gokt, dan val je onder de kansspelwet van Nevada, doe je het in Nederland achter je computer, dan val je onder de Nederlandse wet.

    Als een aantal Nederlanders naar het buitenland gaat om daar allerlei dingen te doen die in Nederland illegaal zijn, dan kan en mag de Nederlandse overheid daar niets aan doen.

    Nee hoor, zie artikel 4 van het Wetboek van Strafrecht (ik wist het niet, want ik ben geen jurist, maar ik had het zo gegoogled.)

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.