Is het verboden te schrijven over voedingssupplementen?

codex-alimentariusDiverse lezers vroegen me bezorgd of het écht waar is dat je sinds kort niet meer mag schrijven over de vermeend geneeskrachtige werking van voedingssupplementen. De Codex Alimentarius (“Voedselboek”) zou als stiekem ingevoerde Europese censuurwet alle publicaties verhinderen waarin wordt gesuggereerd dat een levensmiddel of voedingssupplement gezond zou zijn. Dus als ik zeg dat ik me beter voel met pepermunt, dan ben ik strafbaar. En die claims zie ik niet alleen op alternatieve sites maar ook bij een toch respectabele club als Villamedia.

Die term “Codex Alimentarius” klinkt heel dreigend Latijn, en mogelijk dat de term “Codex” ergens resoneert met ouderwetse termen voor wetten of regels. Maar het is geen wet, niet Europees en niet Nederlands. Het is een lijst met normen over voedingsmiddelen. Wel is het zo dat deze lijst in de praktijk sterk overeenstemt met wél geldende wetten over voeding, vitamines en medische claims.

De Warenwet verbiedt in Nederland (art. 20) het aanprijzen van levensmiddelen met medische claims wanneer je dat “in de uitoefening van een beroep of bedrijf” doet. Een verkoper van vitamines mag dus niet zeggen dat deze verkoudheid verminderen, bijvoorbeeld. Maar iemand die twittert “voel me een stuk beter met een megadosis vitamine C” schendt de Warenwet niet. (Tenzij hij betaald wordt door die vitamineverkoper om dit te zeggen, natuurlijk.)

Ook is er Europese Verordening Nr. 1924/2006, die in Nederland geldend recht is. Deze verwijst (zie overweging 6) naar die omineuze Codex:

De definities en voorwaarden van de Codex-richtsnoeren worden naar behoren in aanmerking genomen.

Wellicht dat daardoor mensen zijn gaan denken dat de Codex zelf dus wet is. Maar dat is niet zo, ook niet via deze Verordening. De Codex stemt volgens de NVWA grotendeels overeen met de Europese en Nederlandse regelgeving, maar dat is geen automatisme. Uiteindelijk geldt alleen de tekst van de Verordening zelf. En ook deze is duidelijk over het beperkte toepassingsbereik:

Deze verordening is van toepassing op voedings- en gezondheidsclaims die in commerciële mededelingen worden gedaan, hetzij in de etikettering en presentatie van levensmiddelen, hetzij in de daarvoor gemaakte reclame (…) Zij is niet van toepassing (…) op niet-commerciële mededelingen en informatie in de pers en in wetenschappelijke publicaties.

Het moet dus gaan om commerciële mededelingen, reclame dus. En hoewel ook reclame valt onder de uitingsvrijheid, is het algemeen aanvaard dat reclame eerder aan banden mag worden gelegd dan een ‘gewone’ uiting, zoals een journalistiek stuk.

Aanvullende Verordening 432/2012 bevat een lijst met toegestane claims, waardoor het nog eenvoudiger is om onbewezen (niet-wetenschappelijk onderbouwde) claims aan te kunnen pakken. Maar het werkingsgebied wordt niet uitgebreid, de regels zijn en blijven beperkt tot commerciële mededelingen.

Dat is ook wat de NVWA schrijft onder het boze Villamedia-artikel. De discussie daar gaat vervolgens over de vraag wanneer iets journalistiek is of wanneer iets commercieel wordt: stel een artikel zegt wat over darmflorabacteriën en verderop in het tijdschrift staat een advertentie van Yakult. Maakt dat de uiting commercieel? Maakt het dan uit of het een gesponsord huis-aan-huisblad is of een ‘gewoon’ betaald tijdschrift waarbij redactie en advertentieafdeling strikt gescheiden zijn? Helaas komt er geen concrete uitspraak uit, maar het lijkt mij dat de bewijslast bij de NVWA ligt dat de journalistieke inhoud een direct verband met de advertentie/adverteerder heeft.

Iemand die op zijn eigen blog wil schrijven over hoe geneeskrachtig hij bepaalde vitamines of andere stofjes ervaart, kan dat gewoon blijven doen. Ook als er toevallig Google-advertenties bijkomen. Echter, is het doel van die blog het verkopen van die preparaten (bv. via affiliatelinks naar een online drogist) dan overtreedt hij de wet.

Arnoud

40 reacties

    1. Reclame met gezondheidsclaims voor levensmid­delen is verboden, tenzij de Commissie daarvoor overeen­komstig die verordening een vergunning heeft verleend en de claim is opgenomen in de lijst van toegestane claims.

      Je mag dus wel wetenschappelijk publiceren dat voedingsmiddel X werkt tegen de griep maar niet alvast producten op de markt brengen met daarop “Goed tegen griep!”

      1. Mag het commerciële bedrijf met een webshop op diezelfde website ook een wetenschappelijk onderzoek publiceren met bewijs voor medische resultaten over het product welk verkocht wordt door de webshop

  1. Dus de spotjes op mijn favoriete Portugese internetradiostation, die tot mijn verbazing ook in 2013 worden uitgezonden, voor de waterfles van Hoken, die zouden wel in strijd zijn met Europese Richtlijnen? http://www.hoken.com.br/ en http://www.hoken.pt/ .

    Die magnetische fles zou zogenaamd de watermoleculen beter ordenen waardoor het water een heilzame werking krijgt. Lijkt mij wetenschappelijk kul. Dat is nog tot daaraantoe, maar ze claimen letterlijk (op de radio) dat het helpt tegen o.a. suikerziekte en hoge bloeddruk. Medische claims dus.

    Gericht op mensen die het economisch niet makkelijk hebben, ik kan me er echt kwaad over maken. Maar ja, gezien de spamwetgeving mag ik ze niet mailen dat die spotjes eraf moeten en dat ik anders voor straf niet meer zal luisteren?

    1. Maar ja, gezien de spamwetgeving mag ik ze niet mailen dat die spotjes eraf moeten en dat ik anders voor straf niet meer zal luisteren?

      Die is hier niet van toepassing, aangezien je ‘klant’ bent.

      Overgens gaat het in de wet die bij deze blogpost hoort om uitingen van Hoken die dus niet mogen, niet de uitingen van het radiostation. Let wel dat deze Hoken mogelijk opereert uit Brazilië (gezien je eerste link), iets wat aanpakken in de praktijk wellicht lastig kan maken.

    1. Een claim is een boodschap waarmee “de indruk gewekt of geïmpliceerd wordt dat een levensmiddel bepaalde eigenschappen heeft”. En specifiek een gezondheidsclaim is een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid. De laatste soort claims zijn (net als claims over voedzaamheid) verboden tenzij.

      Het lijkt mij dat het verbeteren van intelligentie een gezondheidsclaim is. Beter leren, tentamenstress onderdrukken en dergelijke valt onder gezondheid.

      Maar let wel, het moet dus gaan om claims in reclame of op producten. “Als ik geen koffie heb ’s ochtends kan ik niet nadenken” is géén verboden claim. Nou ja, tenzij het woord “koffie” een affiliatelink is naar een koffiebestelpagina.

  2. Maar het een radiostation in Portugal, dus EU. En de kulverhaaltjes worden soms voorgelezen door personen die ook programma’s presenteren. En als een blogmaster verantwoordelijk kan zijn voor uitingen van reaguurders, is een radiostation dat dan niet voor uitingen van adverteerders, als ze die bewust toestaan om op hun station te adverteren en het geld ervoor aanpakken?

    Is toch weer anders dan Adsense op je site, waarbij je niet zelf kiest wat er verschijnt (maar wel bepaalde adverteerders kan blokkeren).

  3. Stel ik verkoop een zelf gemaakt zalfje op internet. Ik mag dus niet meer zeggen waar dit zalfje tegen kan werken (eczeem, verjonging, etc). Maar als er nu reviews op m’n site verschijnen waarbij klanten vertellen hoe veel jonger ze er uit zien en veel complimenten krijgen of dat hun eczeem na 1 week al verdwenen was. Mag dat dan wel?

  4. zaken zijn nooit wat het lijkt. Toine de Graaf, auteur van het aangehaalde boze artikel op de journalistensite villamedia, vergeet te melden dat hij samen met supplementenadept gert schuitemaker, ook producent van vitaminepotten, boeken heeft geschreven over hun vitaminegeloof. Biased, biased, biased. Belangen, belangen, belangen,

  5. Hallo Arnoud,

    Is het toegestaan om een product in de winkel te kopen en aan de hand van de ingredienten een wetenschappelijk onderbouwde review van het product te schrijven? Hierbij worden geen voedingsclaims gemaakt en is er geen profijt voor de schrijver.

    Bij sommige producten kan de review zelf negatief uitpakken voor de aanbieder van het product.

    Is dit toegestaan?

    Bvd,

    Bram

    1. Een wetenschappelijk artikel over een algemeen verkrijgbaar product is eigenlijk altijd toegestaan. Het is dan zelfs toegestaan gezondheidsclaims te maken, omdat je dan onderzoeksresultaten publiceert ipv reclame maakt. Uiteraard moeten die claims dan wel op wetenschappelijke wijze bewezen worden in je artikel.

  6. Is het toegestaan om op een commerciële site in het geval van een lichaamseigen stof bijvoorbeeld arginine in plaats van medische of gezondheid claims van het product te schrijven over de functie en de werking van die lichaamseigen stof in het lichaam?

    1. Een wetenschappelijk of zakelijk artikel mag, reclame (commerciële mededelingen) mogen niet. De vraag is dus wat de strekking van het artikel gaat zijn, en in hoeverre het artikel samenhangt met elders gedane “Koop nu arginine-supplementen”-reclames. Op plek A zeggen dat arginine een hele belangrijke lichaamseigen stof is met gezondheidsfunctie X en op plek B dat je je tekort kunt aanzuiveren met dit doosje pillen, maakt dat A+B een verboden reclameuiting is.

  7. Er wordt verder alleen een stofnaam, prijs en essentiële informatie gegeven zoals “dit is een voedingssupplement en geen substituut” etc die verplicht op de verpakking moet worden vermeld gegeven.

    1. Het riekt me ergens toch naar een poging om supplementen te verkopen met die stof erin. En als dat je intentie is dan ga je nat hoe mooi je het ook camoufleert met neutrale teksten en de verkoop-pagina duidelijk apart van de pagina met tekst.

      Melden wat de stof doet, kan een gezondheidsclaim opleveren: je komt al snel uit bij “en dat is goed/slecht voor je lijf”. En dát is een gezondheidsclaim.

  8. De Europese claims wetgeving staat niet langer toe om voor een voor een groot aantal voedingssupplementen informatie te verstrekken in de vorm van gezondheids- en/of medische claims. In de praktijk komt dit er op neer dat er alleen nog maar een product/stofnaam, prijs en verplichte informatie zoals THT etc mag/moet worden vermeld. Maar hoe zit dat dan met de informatieplicht vwb. de belangrijkste kenmerken van het goed of de dienst die een ondernemer heeft bij verkoop op afstand? Een product of stofnaam is daarbij toch geen voldoende kenmerk?

    1. Iets dat niet bewezen is, lijkt me niet ‘essentieel’ in de zin van consumentenwetgeving om te noemen. De redenering is dat de medische claim/gezondheidsclaim van die supplementen niet voldoende is aangetoond. Dan toch die claim noemen is dan problematisch, je zou dat zelfs misleidende handelspraktijken kunnen noemen.

      Verder is er in het recht de regel dat een specifieke wet het wint van een algemene wet. De ene wet is hier “geen onbewezen gezondheidsclaims noemen” en de andere wet “alle essentiële kenmerken noemen”. Volgens mij is die eerste specifieker over de situatie waar het om gaat, een kenmerk dat onbewezen is. Dus dan wint die wet het als zijnde de specifiekere.

  9. Van vitamine C zijn een aantal claims geaccepteerd en gepubliceerd in de Europese Verordening (EU) nr. 432/2012. Is daarom het volgende toegestaan? Kraakbeen Het lichaam maakt een bijzonder bindweefsel aan. Het is een water absorberende synoviaal vloeistof (gewrichtssmeer) in de vorm van een soort gel bestaande uit water, collageen, eiwitten en lange ketens van aan elkaar gekoppelde suikermoleculen (Glycos Amine Glycanen of GAG’s) Deze synoviale vloeistof voorziet de gewrichten van een verend waterkussentje in de vorm van kraakbeen. Onze XXX capsules zijn speciaal ontwikkeld om de normale werking van het kraakbeen te ondersteunen door toevoeging van vitamine C, wat onder andere bijdraagt tot de normale collageenvorming en de toevoeging van koper en mangaan die bijdragen bij tot de normale vorming en instandhouding van bindweefsel.

    1. Ik twijfel. De claims over vitamine C, koper en mangaan zijn op zich in overeenstemming máár wel onder het voorbehoud dat er dat “het product minimaal een significante hoeveelheid bevat zoals vastgesteld in de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG“. Dat lijkt te doelen op de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (adh) op p10 van die pdf, dus de eerste vraag is of er per capsule minimaal de adh van die drie stoffen in zit.

      Daarbij wekt de tekst bij mij de indruk dat één capsule (per dag) genoeg zou zijn om mijn kraakbeen in gezonde conditie te houden, wat net even wat breder is dan dat vitamine C bijdraagt aan een normale collageen en koper/mangaan bijdragen aan mijn bindweefsel. “Bijdragen” is minder sterk dan “houdt gezond”. Wat moet ik nog méér slikken om het kraakbeen gezond te houden? Dit omdat de tekst me vertelt dat die gel meer bevat dan collageen en bindweefsel.

      En verder geven de eerste zinnen mij de indruk dat die synoviale vloeistof heel belangrijk is. De XXX capsules komen daarna, en door implicatie heb ik nu de indruk dat die capsules me synoviale vloeistof gaan geven, mijn natuurlijke voorraad daarvan gaan versterken, of iets in die geest. Maar het stáát er niet. Ik word daar dan cynisch van en denk: je maakt me bang met “je synoviale vloeistof moet aangevuld” en daarna vul je mijn aldus gewekte behoefte aan synoviaal-vloeistof met een vitamine C-pil met wat extra koper en mangaan. Maar misschien mis ik een stuk tekst.

  10. Excuses dat ik niet duidelijk was. Aan de adh wordt voldaan. De actieve stof XXX is in dit geval Chondroitine aangevuld met vitamine C, koper en mangaan. Synoviaal vloeistof is een onderdeel van het lichaam. Geen stof die in een capsule zit. Om de functie en de werking van de synoviale vloeistof duidelijk aan te geven kopieer ik hier een tekst van Wikipedia.
    “Omdat er tijdens het bewegen grote krachten op sommige gewrichten komen te staan (bijvoorbeeld in de knie), zijn de bot uiteindes in elk gewricht beschermd door middel van kraakbeen. Om de beweging tussen de botten soepel te laten verlopen bevindt zich in de gewrichtsholte een stroperige vloeistof: het synoviaal vocht, wat omgeven is door slijmvlies: het synovium”

    1. Die stof chondroitine zie ik niet op de lijst, dus dat maakt de capsule ongeschikt voor een gezondheidsclaim. Je kunt niet zeggen dat een capsule met X gezond is door er vitamine C aan toe te voegen en dan een gezondheidsclaim gebaseerd op vitamine C te doen.

      Mijn punt over het synoviaal vocht is dat als je vertelt over een stof en daarna met een capsule komt, de indruk wordt gewekt dat die capsule op een of andere manier goed is voor die stof. In dit geval dus dat die capsule iets gaat doen om mijn synoviaal vocht te versterken of zo. Waarom anders uitleggen wat dat vocht is?

      Ik denk dat je het bedoelt als algemene uitleg, om vervolgens specifiek voor het kraakbeen en bindweefsel uit te kunnen leggen waarom ik je capsules moet kopen. Maar de indruk dat je specifiek dat vocht versterkt/verbetert/versoepelt wordt gewekt, en ik zie bij vitamine c noch bij koper noch bij mangaan een gezondheidsclaim voor synoviaal vocht. Dus dat mag niet.

      1. Stel voor je hebt een natuurlijke supplement die ervoor zorgt dat er bv vitamine C aangemaakt wordt in het menselijke lichaam (wat wetenschappelijk niet mogelijk is). Indien je hiervoor een wetenschappelijke studie en bewijs voor hebt, kun je dan dit vermelden op je commerciele website waar je dit supplement verkoopt? vraag 2: ind?ien ja, kun je dan de medische werkingen van vitamine C op deze website vermelden

        1. Die gezondheidsclaim staat niet op de Codex-lijst, dus mag niet worden gedaan. Verder lijkt het me zeer dubieus dat je bewijs hebt voor iets dat wetenschappelijk niet kan. Maar het systeem is: overtuig de wetenschap, dan overtuig je de politiek om die lijst aan te passen en dán mag het op je product.

  11. Er is een direct en wetenschappelijk goedgekeurd verband van Vitamine C en callogeen dus ook met kraakbeen en dus ook met de synoviale vloeistof . Ik neem daarom ook het volgende op: Vitamine C levert een belangrijke bijdrage aan de normale vorming van het eiwit collageen. Dit eiwit is een zeer belangrijk onderdeel van het bindweefsel en draagt bij tot het goed functioneren van de bloedvaten, het skelet, kraakbeen, tandvlees, huid en tanden die voornamelijk uit callogeen bestaan. Is het dan wel toegestaan??

    1. Die tekst over vitamine C is op zich juist. Waar het mij om gaat, is dat je de indruk wekt dat die capsules goed voor de gezondheid zijn, terwijl daar méér in zit dan alleen vitamine C. Wat voor gezondheidsverbetering krijg ik als ik jouw capsules slik ipv een vitamine C-pil en een koper/mangaan-pil?

      (En zou je willen reageren op mijn reacties ipv een nieuwe losse reactie te plaatsen? Dan blijft alles netjes onder elkaar.)

    2. Dat is volgens mij het probleem. Ik mag aan de ene kant niet over enige gezondheidsverbetering schrijven anders dan die zijn toegestaan voor vitamine C en koper/mangaan. Maar het is aan de andere kant wel verplicht essentiële informatie zoals kenmerken van Chondroitine te noemen. Daarom wringt deze verordering m.i. met “kopen op afstand”.(maar dat heb je al toegelicht). Ik kan dus alleen schrijven over de toegestane kenmerken die een afgeleide zijn van vitamine C en koper/mangaan. In dit geval dus de positieve invloed van vitamine C op callogeen dus bindweefsel dus kraakbeen dus synoviaal vloeistof. Die op zich positief ook worden beïnvloed door Chondroitine. Maar dat mag ik niet schrijven omdat de honderden gepubliceerde wetenschappelijk verhandelingen over deze stof niet worden geaccepteerd.

      1. Daar zit ‘m inderdaad de kern van het probleem. Je mag best noemen dat er chondroitine in zit (en ik denk dat dát ook wel moet van koop op afstand/handelspraktijken) maar je mag niet zeggen of suggereren dat chondroitine een gezondheidseffect heeft.

        En ik blijf ermee zitten dat je teksten ergens laten doorschemeren dat dat stofje toch enige invloed heeft. Je zet het op één lijn met wel toegestane gezondheidsmiddelen. “Voor uw lijf is synoviaal vocht heel belangrijk. Vitamine C beïnvloedt callogeen positief, en callogeen is een bouwstof voor dat vocht. Koop nu chondroitine-capsules en verbeter uw synoviaal vocht.” Dat wekt de indruk dat dat chondroitine óók iets doet.

        1. Nog even een vraag over een ander aspect van voedingssupplementen. Al worden de claims in het algemeen niet erkend omdat er niet voldoende bewijs is aangeleverd, zijn er wel indicaties en contra indicaties bij deze onderzoeken aangetoond. Daar mag ik natuurlijk ook niet over waarschuwen (want medische termen) op een commerciële site. Maar wie wordt er aansprakelijk gehouden wanneer er een “ongeluk” gebeurt?

    1. De Warenwet verbiedt in Nederland (art. 20) het aanprijzen van levensmiddelen met medische claims wanneer je dat “in de uitoefening van een beroep of bedrijf” doet.
      Of je blogger bent of niet maakt niet uit; wat wel van belang is of jij er geld mee (aan) verdient en of jij gezondheidsclaims maakt.

  12. Het echte probleem is natuurlijk dat moderne artsen helemaal geen opleiding krijgen over voeding, en dat mensen dus op andere bronnen moeten afgaan. Ook zijn alle medische bijscholingen volledig gesponsord door de pharmaceutische industrie. Het is me al jaren een doorn in het oog: het kost zo’n 80.000 euro om een arts op te leiden. Waarom niet 2 trajecten voor artsen: een opleidingstraject betaald door de maatschappij, maar dan gericht op methodes waar in principe geen geld mee te verdienen valt, zoals voeding, bewegen, enzvoort, en die dus een maatschappelijk belang dienen,

    en daarnaast de mogelijkheid voor een traject dat gebaseerd is op, en volledig gesponsord is door de pharmaceutische industrie. Dan is het tenminste direct duidelijk dat het om winst gaat. Prima natuurlijk, maar daar hoeft de maatschapij geen tienduizenden euro’s aan uit te geven, lijkt me.

    1. Lang niet álle bijscholingen zijn volledig gesponsord door de farmaceutische industrie, dat ten eerste. Het tweede plan dat je oppert laat zien dat je niet echt begrijpt hoe het opleidingstraject van artsen eruit ziet. Feitelijk is die opleiding tot arts heel simpel: Je begint als student geneeskunde met je bachelor (3 jaar), doorloopt die hopelijk zonder vertraging en vervolgt je weg met de master geneeskunde (3 jaar). Daarna leg je het artsenexamen af en ben je arts. Na deze opleiding noemt men je doorgaans ‘basisarts’ of ‘arts-niet-in-opleiding’, om aan te geven dat je arts bent zonder medisch specialisme. De opleiding tot medisch specialist (alles van huisarts tot hersenchirurg en wat daar al niet tussen ligt) duurt ook weer een aantal jaar. Huisarts en Verpleeghuisarts zijn de kortst durende specialistenopleidingen met 3,5 jaar, andere specialistenopleidingen duren langer. Gedurende de tijd dat je in opleiding bent tot medisch specialist werk je als ‘Arts in opleiding’ (aios) en krijg je gewoon betaald. Niet naar het aantal gewerkte uren natuurlijk, maar naar hetgeen in de CAO is afgesproken. Dit hele traject wordt door de ziekenhuizen bekostigd. Doorgaans een perifeer ziekenhuis in samenwerking met een academisch ziekenhuis. Als je de specialistenopleiding hebt afgerond ben je medisch specialist. Je titel blijft ongewijzigd (MSc of drs, al naar gelang je voorkeur).

      Dan komen we even bij iets anders, en dat is het punt van promotieonderzoek. Ook hier zie je dat die niet volledig worden betaald door de farmaceutische industrie, maar dat het een mengsel is van publieke en private gelden. Doorgaans zullen promovendi zowel onderzoeken draaien voor farmaceuten en hun eigen promotieonderzoeken draaien. Met het draaien van onderzoeken voor de farmaceutische industrie wordt geld ingezameld zodat de promovendi zijn/haar eigen promotieonderzoek kan draaien. Doorgaans brengt dat echter niet genoeg op en moet er dus bij de Rijksoverheid en de EU gebedeld worden om zogeheten ‘grants’. De kans op zo’n grant is dusdanig klein dat vernieuwend promotieonderzoek doorgaans gedwongen is om samen te werken met de farmaceutische industrie. Dat is eigenlijk voor niemand prettig, want daardoor komen databases en ideeën die in principe vanuit gemeenschapsgeld worden bekostigd in handen van de industrie, maar door een gebrek aan wil bij de Overheid zit er niks anders op. Veel innovatieve en complexe promotieonderzoeken zijn dus gedwongen om bij de industrie aan te kloppen omdat het geld door de maatschappij simpelweg niet wordt gegeven. Deze weigering om voldoende fondsen beschikbaar te stellen voor wetenschappelijk onderzoek zie je ook in het aantal promovendi dat niet de volledige 4 jaar krijgt, maar slechts 3 jaar de tijd krijgt voor het promotieonderzoek. Dit betekent in de praktijk dat veel promovendi na dat derde jaar in eigen tijd, naast de specialistenopleiding, door zullen moeten gaan met hun promotieonderzoek. Een ander teken aan de wand dat wij als maatschappij weinig belang hechten aan wetenschappelijk onderzoek is dat de promovendi en post-docs vrijwel zonder uitzondering op jaarcontracten zitten en minder betaald krijgen dan een arts-niet-in-opleiding of een arts in opleiding. Goed, ik dwaal af. Nadat je je promotieonderzoek hebt afgerond, moet je je boekje met publicaties (officieel 3 of 4 publicaties, officieus minimaal 5-6) inleveren bij de ‘leescommissie’. Dit is een commissie van professoren en zij bepalen of je afgeleverde werk goed genoeg is om te mogen verdedigen. Krijg je die goedkeuring, dan moet je je werk gaan verdedigen. Dit gebeurt in een zitting en dan is het één promovendus tegenover een aantal (meestal 4) professoren uit het vakgebied waarop de promovendus zijn/haar promotieonderzoek heeft gedaan. Mocht de promovendus het vragenvuur doorstaan dan is hij/zij uiteindelijk gepromoveerd. Je mag dan de titel ‘dr.’ voeren.

      Dan nog het punt over ‘voeding, bewegen, enz’: Daar wordt ook onderzoek naar gedaan, maar doorgaans niet door artsen. Dat soort onderzoek wordt gedaan door andere min of meer medische professionals, zoals gezondheidswetenschappers en voedingsdeskundigen.

      Ik hoop dat het zo een beetje duidelijker is hoe het opleidingstraject en promotieonderzoekstraject eruit ziet.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.