Bestaat er goede trouw bij de aankoop van illegale software?

hardware-software-computer-gollem-huh.jpgEen lezer vroeg me:

Stel dat iemand mijn fiets steelt en die doorverkoopt tegen een reële prijs. Dan is de fiets officieel van de koper en krijg ik hem niet terug. Maar hoe werkt dat nu met software? Als iemand mijn software gaat doorverkopen zonder dat dat mag, wanneer is de koper dan tóch eigenaar?

Als een zaak (een ding, zoals een fiets) door diefstal wordt verkregen, dan kan de dief deze juridisch gezien niet doorverkopen. Hij is immers geen eigenaar. Echter, wat nu als de koper te goeder trouw meende echt een legale fiets te kopen? Dan zou het wel zuur zijn als hij die vervolgens moest inleveren omdat deze tóch gestolen blijkt. Daarom bepaalt de wet dat een particulier die koopt bij een winkel (en tegen een normale prijs) beschermd wordt: hij wordt eigenaar, ook als de fiets gestolen was. (Oké, dit is óók zuur want de bestolen eerste eigenaar heeft nu het nakijken. Maar je moet íets.)

Bij software ligt dit anders. Software is geen zaak en kan niet worden gestolen. Bovenstaande regel geldt dus niet, behalve als we het hebben over standaardsoftware tegen een reële prijs (die kon je immers wél kopen) en deze dus in een winkel wordt doorverkocht. Maar een website is geen winkel. En bovendien is “doorverkoop van een licentie buiten de grenzen van de Usedsoft-uitspraak” niet hetzelfde als diefstal, maar alleen auteursrechtinbreuk.

Meestal zal er bij softwareverkrijging sprake zijn van licentieverlening. (Ik hoor nu hAl tussendoor: “Nee hoor, meestal is er sprake van welbewuste piraterij.” En ja, oké, maar daar ging deze blog even niet over.) In die situatie kan er ook sprake zijn van een vorm van goede trouw. Wat je dan namelijk aan de hand hebt, is een beweerdelijke vertegenwoordiging: de ‘doorverkoper’ van de software (de licentienemer) doet alsof hij bevoegd is namens jou een licentie te verlenen aan zijn wederpartij (de doorkoper?). En daar is een wetsartikel voor:

Is een rechtshandeling in naam van een ander verricht, dan kan tegen de wederpartij, indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend, op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep worden gedaan.

De vraag is dus of de rechthebbende de indruk heeft gewekt dat de licentienemer de licentie mocht doorverhandelen of nieuwe licenties mocht uitdelen. Bij gewoon doorgeven van een verkregen licentie zal daar geen sprake van zijn, maar wanneer iemand op de site van de rechthebbende als ‘certified partner’ of iets dergelijks vermeld staat dan zou ik die indruk wel durven aannemen. De rechthebbende zit dan vast aan die licentie, ook al mocht die eigenlijk niet worden verleend.

Ik vraag me af hoe vaak dit voorkomt. Vaker dan je denkt, denk ik (ahem). Wie durft er te zeggen dat ‘ie écht de licentiestructuren van de bekende softwarereuzen doorgrondt?

Arnoud

11 reacties

  1. ik representeer Sony. Pijnlijk vonnis voor ons, op deze manier kunnen we het beschermen van onze rechten in Nederland net zo goed opgeven. Ik verleen hierbij iedereen in Nederland een gratis, onbeperkte licentie op al onze content.

    (is de giecheltoets het enige wat dit verhindert?)

    1. De uitspraak is van het Europese Hof, dus dat is iets moeilijker weg te wuiven dan de Hoge Raad (hoewel ook die het gezegd hebben, Beeldbrigade-arrest).

      En Sony heeft niets gedaan waaruit kan blijken dat jij hen vertegenwoordigt. Daarmee is jouw claim op vertegenwoordiging van hen niet geloofwaardig. Zó giechelig is het nou ook weer niet.

  2. De laatste blockquote zie ik als zaak tussen rechthebbende en (‘vals’ of niet) verstrekker. De rechthebbende kan volgens dat artikel de verstrekker dan niet aanklagen.

    Maar ik zie niet waarom de rechthebbende vervolgens de licentie maar moet accepteren, als er sprake is van oneerlijk handelen. Laat die verstrekker dat dan maar op zich nemen. Hadden ze maar geen licenties moeten verkopen wat ze niet mochten.

    1. Dat is een politieke keuze. Wie wil je benadelen: de rechthebbende, die ineens een valse licentie moet honoreren, of de derde die te goeder trouw rekent op zijn licentie?

      De keuze is “de rechthebbende, mits hij kan worden verweten dat hij de indruk wekte dat de licentie echt is”. En daar vind ik wel wat voor te zeggen eigenlijk. Als jij iemand “officieel dealer” noemt en hij gaat jouw spullen verkopen, dan zou het gek zijn dat jij dan mag zeggen “nee nee dat had ik niet bedoeld, dat telt allemaal niet”.

    2. Nee, het gaat hier om de situatie tussen rechthebber en ontvanger. Het artikel zegt niets over de situatie tussen rechthebber en verstrekker. Je kunt als rechthebber niet tegen ontvanger zeggen “verstrekker was niet gerechtigd jou die licentie te verlenen, dus ik voel me daar niet aan gebonden.” Je kunt als rechthebber niet de verantwoordelijkheid overdragen aan verstrekker. Wat wel kan, is stellen dat de verstrekking door verstrekker een onrechtmatige daad was, en op grond daarvan een schadevergoeding te eisen.

  3. Mag ik, wanneer ik software download bij een als betrouwbaar bekend staand Open Source project (bijvoorbeeld debian.org), die de software aanbiedt als “GPL” gebruik maken van “ik vertrouwde erop dat de leverancier gevolmachtigd was” en de software behandelen als GPL software. Dat ik een lange neus mag maken tegen iedere derde partij die claimt (kuch SCO kuch) auteursrecht te hebben op softwaremodules die ik van de projectsite gedownload heb. (En dat op vergelijkbare wijze dag tegen een Getty scrabble claim gezegd kan worden als je aannemelijk kunt maken dat je de foto’s van een gratis site met goede reputatie gehaald hebt.)

    1. Wat heeft SCO gedaan om de indruk te wekken dat Debian hun supergeheime en intellectuele software onder de kwaadaardige GPL mocht verspreiden? Of wat deed Getty waardoor je mocht denken dat die stockfotosite gratis licenties mocht uitdelen?

      Het gaat erom of de achterman iets deed waaruit jij mocht concluderen, ja die tussenpersoon die mag dit.

  4. Dit artikel maakt het sowieso enorm interessant voor eenieder die een nieuwe laptop koopt met daarop Windows en Office voorgeinstalleerd, omdat je er ’te goeder trouw’ vanuit mag gaan dat je daar een geldige licentie voor meekrijgt. Als vervolgens blijkt dat de webwinkel niets aan Microsoft heeft betaald voor de licenties maar gewoon “illegale” Windows/Office versies meelevert dan is het wel een beetje zuur maar het is wel goed om te weten dat je dan als koper geen probleem hebt.

    Ware het niet dat Microsoft dan vervolgens in hun administratie de betreffende software gewoon als “illegaal” markeert en je alsnog een nieuwe licentie moet kopen, omdat Windows anders je er steeds aan herinnert dat je een illegale versie gebruikt.

    Dus, stel dat je te goeder trouw software koopt en deze een maand zonder problemen gebruikt. De software voert echter regelmatig controles uit via een web service om de geldigheid te controleren en de fabrikant heeft de betreffende licentie als ‘illegaal’ bestempeld. Heb je eigenlijk wel een poot om op te staan om dit weer terug te draaien zonder een nieuwe licentie te hoeven kopen? En dan gaat het mij vooral om de duurdere software zoals de duurdere versies van Visual Studio, Embarcadero’s RAD Studio en andere software pakketten die vaak een prijs hebben van enkele stevige maandsalarissen…

    1. Er wordt vaak gezegd dat de consument alleen te maken heeft met de verkoper, niet de producent (de verkoper moet bv zelf de garantie e.d. afhandelen en mag je niet naar de producent doorsturen). Waarom heeft in dit geval de producent dan wel met de verkoper te maken?

      1. Dit gaat eigenlijk over iets anders. De vraag is, als X namens Y zegt “dit mag”, wanneer is Y daar dan aan gehouden. Dus wanneer sluit jij een contract met Y door toedoen van X. In jouw situatie koop je bij X een product gemáákt door Y maar je sluit daarbij geen contracten mét Y. Dat is wel een verschil.

        Natuurlijk, de producent Y kan fabrieksgarantie geven op de producten die X verkoopt. X kan certificaten daarvan uitdelen of tegen geld verstrekken. En in die situatie kan Y best eens gebonden zijn aan meer fabrieksgarantie dan hij bedoeld had, omdat je van een dealer mag verwachten dat hij garanties kan uitdelen dus elke redelijke garantie die hij uitdeelt, is dan al heel snel rechtsgeldig en bindend.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.