Europees Hof: embedden auteursrechtelijk beschermd materiaal is toegestaan

embed.jpgHet Europese Hof heeft geoordeeld dat het embedden van content geen schending van het auteursrecht inhoudt als de rechthebbende zelf de content al vrijelijk op het internet verspreidt, meldde Tweakers. Dit bepaalde het Hof in de Bestwater-uitspraak, die geen verrassing zou moeten zijn na de Svensson-uitspraak die ditzelfde ook al zei (maar dan meer over linken en framen, oké). De uitspraak is nog steeds niet officieel online, mogelijk omdat men dit een evident gevalletje vindt gezien de Svensson uitspraak. Maar goed, het is mooi nog eens expliciet bevestigd te zien dat embedden écht mag.

The embedding in a website of a protected work which is publicly accessible on another website by means of a link using the framing technology … does not by itself constitute communication to the public within the meaning of [the EU Copyright directive] to the extent that the relevant work is neither communicated to a new public nor by using a specific technical means different from that used for the original communication.

In de Bestwater-zaak hadden twee gedaagden promotievideo’s van het bedrijf op de website van een concurrent gezet, geëmbed vanuit YouTube. De Duitse rechter had vragen gesteld aan het Hof van Justitie of dit een inbreuk op auteursrechten opleverde, en het Hof zegt nu dus kort maar krachtig ‘nee’. Embedden is geen inbreuk zolang je geen nieuw publiek aanboort.

Dat criterium van nieuw publiek kennen we al uit eerdere zaken. Het is waarom de Svensson-zaak zo beslist werd: als je zelf iets op internet zet, dan is het hele internet je publiek en maakt framen of hyperlinken dat publiek niet groter.

Maar wat nu als je embedt, linkt of framet naar een bron die het niet legaal online heeft? Een Nederlandse rechter heeft bepaald dat dat wél inbreuk oplevert, omdat het publiek dan nieuw is ten opzichte van wat de rechthebbende. Maar in de Bestwater-zaak stond de video ook zonder toestemming op Youtube en toch zegt het hof “legaal”. Wellicht dat men bedoelde “ja áls je geen nieuw publiek aanboort dan is het legaal” omdat niets gevraagd was over de status van de Youtube-publicatie.

In de nog te verwachten C More-zaak (C-279/13) wordt wél nadrukkelijk nagevraagd hoe het zit bij linken naar iets dat niet legaal online staat. Dus dat blijft nog even een open vraag.

Arnoud

46 reacties

  1. In de vragen van die ‘C More-zaak (C-279/13)’ zaak zie ik nergens iets over een illegale bron. Lees ik dat soms verkeerd?

    Juridisch Engels zou wel wat meer interpunctie mogen hebben “measures to make available on a website open to the public a clickable link to a work”. Moet je twee keer lezen om “open to the public” bij de website te plaatsen, in plaats van niet door te hebben waarom de zin niet loopt.

    1. In de vragen zelf niet, maar de achterliggende casus is dat er wordt gelinkt naar streams van sportwedstrijden die achter een paywall zitten. De paywall was niet perfect want met de juiste dieplink kreeg je direct de video te pakken. De vraag was nu, is het inbreuk op auteursrechten om een link te publiceren die een paywall omzeilt?

      Dit is net niet hetzelfde als “als ik een dvd rip en op Youtube/torrents zet, is de torrent of de youtu.be link inbreuk” maar het komt best wel in de buurt.

    1. Niets verbaast me meer in de rechtspraak. Maar of je nu een legale of een illegale link embed, de embedder boort geen nieuw publiek aan op het internet. Degene die iets illegaal plaatst creert wellicht wel een nieuw publiek. Tenzij hij het origineel ergens anders van het internet heeft gehaald. Maar dan loop je tegen verveelvoudiging aan in plaats van openbaarmaking zonder toestemming.

      Logisch zou zijn dat alleen de persoon die het opo het internet plaatst het openbaar maakt; de embedders niet. Voor de handhaving is dat ook logisch. Immers, als je de bron die embed wordt verwijderd, is het overal waar het embedded was ook weg. Duidelijker kan het niet zijn dat embedden nooit een nieuwe openbaarmaking is.

      Overigens heeft dit geen gevolgen voor die nutteloos verboden websites, aangezien die niet zozeer zijn verboden omdat de links die er staan illegaal zijn, maar omdat ze met het verzamelen en masaal plaatsen van links naar illegaal geplaatste content auteursrechten inbreuk ‘faciliteren’.

      Dit zal naar mijn mening dan ook weinig veranderen aan deze zaken. Maar iemand die via embedden op een forum een keer een foto van Getty heeft geplaatst (let wel via embedden!) heeft hier wellicht wel iets aan. Een foto van Getty op het internet zal immers nooit evident illegaal zijn aangezien je niet kan controleren wie wel en wie niet hebben afgedragen.

      Over Getty gesproken, het vriest blijkbaar in de hel: http://arstechnica.com/tech-policy/2014/10/getty-images-says-its-trying-to-be-more-understanding-when-enforcing-copyright/

      1. Maar of je nu een legale of een illegale link embed, de embedder boort geen nieuw publiek aan op het internet.

        Daar hadden we het al over. Het Hof definieert het oorspronkelijke publiek dus als het publiek waarmee de rechthebbende rekening hield toen hij toestemming gaf voor de oorspronkelijke publicatie op internet. En als hij daar nooit rekening mee heeft gehouden… We moeten voorlopig geduld hebben tot het Hof hier echt over heeft te beslissen.

        Overigens heeft dit geen gevolgen voor die nutteloos verboden websites, aangezien die niet zozeer zijn verboden omdat de links die er staan illegaal zijn, maar omdat ze met het verzamelen en masaal plaatsen van links naar illegaal geplaatste content auteursrechten inbreuk ‘faciliteren’.

        Tja… ik weet het niet. Stel dat het Hof toch jouw uitleg kiest (of daadwerkelijk toestemming is gegeven is niet relevant), dan zijn al die links legaal. Kan het dan echt nog illegaal zijn om zulke links te verzamelen en de verzameling op een website te zetten? Ik vraag het me af. Komt toch een beetje neer op het via een omweg uitbreiden van de bescherming van het auteursrecht. Want onrechtmatig jegens wie? Toch alleen jegens de rechthebbenden. En welke belangen van hen worden geschonden? Toch alleen hun auteursrechtelijke belangen.

        Het Hof zal in de C More-zaak ongetwijfeld oordelen dat lidstaten geen bredere uitleg mogen geven dan voorzien in art. 3(1) van de richtlijn. Daar zullen Nederlandse rechters zich waarschijnlijk niets van aantrekken, maar op dit punt lijkt toch enige beweging te komen.

        Een foto van Getty op het internet zal immers nooit evident illegaal zijn aangezien je niet kan controleren wie wel en wie niet hebben afgedragen.

        Ik denk niet dat kennis van of evidentie van de illegaliteit van de bron relevant is voor de vraag of linken ernaar een inbreuk op het auteursrecht oplevert (maar waarschijnlijk wel voor de gevolgen van een eventuele inbreuk). Overigens is de onmogelijkheid de legaliteit te controleren in de regel geen excuus om iets illegaals te doen (vgl. art. 3:11, tweede volzin, BW: “Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.”).

        1. Maar wanneer heb je goede reden van twijfel? Als jij een plaatje embed (wat dus legaal is) van een legitiem ogende website heb je geen goede reden tot twijfel en kom je niet voorbij die horde en wordt je dus niet aangemerkt als iemand die de feiten hoort te kennen.

    1. Hoe ga je dat handhaven dan? Dit lijkt mij hetzelfde als bij downloads: evident illegale bron mag niet meer, maar als je reden hebt om aan te nemen dat het legaal is dan valt het onder thuiskopie regeling.

      1. maar als je reden hebt om aan te nemen dat het legaal is dan valt het onder thuiskopie regeling.

        Waar baseer je dat op?

        Onder de thuiskopieregeling vallen alleen kopieën vervaardigd uit rechtmatige bronnen. Uit C-435/12:

        35 Indien het de lidstaten vrij zou staan al dan niet een wettelijke regeling vast te stellen op grond waarvan reproducties voor privégebruik ook mogen zijn vervaardigd uit een ongeoorloofde bron, dan zou dit duidelijk afbreuk doen aan de goede werking van de interne markt.
        Er staat niet dat het wel mag als je ten onrechte dacht dat de bron legaal was.

        Kopiëren is dus op eigen risico. In beginsel moet je zelf uitzoeken of het mag of niet. Laat je dat na, dan komen de gevolgen voor jouw rekening.

        Voor linken geldt dit wellicht ook, maar laten we hopen van niet.

          1. Wie heeft het steeds over evident illegale bron in plaats van illegale bron?

            Die term lijkt te hebben gespeeld in een inmiddels achterhaalfde discussie over een downloadverbod. Na C-435/12 weten we dat we altijd al een verbod hebben gehad op het downloaden uit ongeoorloofde bron (evident of niet).

            Dat downloaden uit ongeoorloofde bron een inbreuk op het auteursrecht oplevert, betekent dat de downloader verantwoordelijk is voor het controleren van de rechtmatigheid van de bron. De eventuele onmogelijkheid om die rechtmatigheid te controleren levert geen rechtvaardiging op.

            1. Weer zo’n fine situatie dus waarbij je geacht wordt dingen te weten die je vaak niet kunt weten. En dan vinden ze het vreemd dat er zo weinig vertrouwen is in de rechtspraak. (Ook al kunnen die er natuurlijk ook niet altijd iets aan doen, deze kromme situatie ontstaat door de politiek die niet gehinderd door gebrek aan kennis wetten maakt.)

                1. Het internet is een heel grote open vlakte, waar vrijwel nergens bordjes “privéterrein” staan. Iedereen loopt overal, zelden tot nooit leidt dat tot problemen en meestal geeft het juist hele mooie resultaten. En nu zeg jij, je kunt ook gewoon stil blijven staan. Dat is formeel juist maar past totáál niet bij hoe het internet in de praktijk werkt. Dát is het probleem met auteursrecht.

                  1. Je mag surfen zoveel je wilt, maar als je een bestand downloadt waarvan je niet weet of het legaal wordt aangeboden neem je een risico. Ik zie de kern van het internet niet in downloaden wat je maar downloaden kunt.

                2. Toen ik op de lagere school zat en eerste deel middelbare school kopieerden we LPs en Singles op Compact Casette.

                  Later op de middelbare school stemden we met vrienden af wie welke VHS band of CD origineel kocht en we kochten lege VHS banden en CD-R in het groot in. Toen DVD-R betaalbaar werd deden we het met films ook zo.

                  Ik ken werkelijk niemand van mijn generatie die nooit wat met Napster of Kazaa of van Usenet heeft gedownload. En mijn vrienden groep hebben (net als ik) daarnaast in al die jaren ook nog eens een gigantische verzameling gekochte CDs, DVDs en Blurays aangelegd. En daarmee waren wij niet de uitzondering.

                  Toen mijn vader overleed erfde ik een gigantische verzameling casettes met opnames uit de jaren 50 en 60, dus wat we deden was niet eens nieuw.

                  Die andere maatschappelijke context waar jij het over hebt bestaat alleen in de gedachte van de grote media ondernemingen en welicht een wereldvreemde politicus hier of daar.

                  Wat wel bestaat vandaag de dag is alles omvattende surveilance, cameras overal, ministeres die de politie wilen laten hacken en media ondernemingen die het verbod op omzeilen van ‘kopieerbeveiliging’ gebruiken om zichzelf rechten toe te kennen die ze nooit hadden. Zo maakt bij games always online drm het onmogelijk om je gekochte media door te verkopen. ind je het gek dat mensen dat masaal negeren en omzeilen? Een kleine groep rijke bedrijven ‘koopt’ wetten met een peperdure lobby en dat is dan in het maatschappelijk belang?

                  Zo kocht ik vandaag een Bluray waarop werd geadverteerd dat ik hem nu overal kon kijken met ‘ultraviolet’ op mijn telefoon en tablat of op de PC. Sinds wanneer is dat een verkoop argument? Vroeger konden we altijd onze cd’s en lps kopieren en op de walkman afspelen. En ik wordt bijkans misselijk van de suggestie dat dat nu een gunst is of een extra verkoop argument. (Overigens overal is relatief, mijn linux pc weigert 😉 )

                  1. Wat ik daar altijd aan toevoeg, is, dat er iets mis is met het begrip ‘illegaal’, wanneer misschien niet iedereen een crimineel, maar wel uit een criminele familie zou komen. In elke familie zitten er wel een aantal, die ‘illegaal’ kopiëren. De muziekindustrie heeft een kleine eeuw geluk gehad, dat de geluidsdrager fysiek gekoppeld was aan de muziek en hierdoor begin XXe eeuw veel rondreizend artiesten brodeloos gemaakt. Nu echter is hun verdienmodel niet meer vol te houden. Overigens hebben we van 1950 tot 2000 de muziek ook gratis via de (commerciële) radio gekregen en daar ook niemand over horen zeiken.

                  2. En waarom denk je dat die vervelende kopieerbeveiligingen zijn aangebracht? Die smerige lui willen geld aan je verdienen! Hoe durven ze geld te vragen, het is je reinste diefstal!

                    Tja, ik weet het, het publiek van deze blog is in meerderheid van mening dat het immoreel is om GELD, jouw duur verdiende centen, te vragen in ruil voor creatieve werken terwijl ze toch potverdorie dankbaar en trots moeten zijn dat jij ernaar wilt luisteren of kijken. Dat moet toch meer dan genoeg zijn om een ECHTE kunstenaar van binnen warm te laten worden!

                    1. Voor de anderen kan ik natuurlijk niet spreken, maar wat mij betreft is dat in elk geval niet waar. Het enige dat ik ook getorrent heb, is een linuxdistro.

                      Wat mij wel heel erg dwars zit, is dat het grootste deel van het geld dat ik aan entertainment uit zou geven, bij de platenmaatschappijen aan de strijkstok blijft hangen. Door allerlei ingewikkelde constructies rondom de verschillen tussen cd’s en online diensten bijvoorbeeld, schijnen (dat heb ik me laten vertellen door mensen die er meer verstand van hebben dan ik) artiesten van cd-verkoop 50% te krijgen, maar van online verkoop zoals spotifiy krijgen ze nog geen 5%. Vul dat aan met de vele bewijzen van verhalen rondom hollywoodaccounting en andere smerige trucs, en je zult snappen waarom ik mijn muziek e.d. alleen nog op sites als bandcamp koop, omdat er daar hopelijk wat meer bij de artiest zelf terecht komt en wat minder bij de tussenpersonen. Jaja, ook als artiest n***** de grote corporaties je waar je bij staat. Die grote corporaties/platenmaatschappijen/filmmaatschappijen/watdiesmeerzij snij ik er dus liever tussen uit, zodat mijn geld rechtstreeks naar de artiest gaat die het echte creatieve werk heeft gedaan.

                      Verder is de termijn van het auteursrecht mijns inziens onnodig lang: decennia na de dood van de auteur? Waarom is dat nodig? Een dooie auteur schrijft geen nieuwe werken meer. En zijn of haar kinderen kunnen best zelf een vak leren en hun eigen brood verdienen. Dat moeten die van mij en miljarden anderen ook.

                    2. Het zijn meestal niet eens de mensen die het werk verzet hetten om hun mooie creatie te maken die zo hard op te rem staan. De meeste auteurs schrijven nog altijd om gelezen te worden, en willen het liefst gewoon doen waar ze goed in zijn. Het zijn vaak de tussenpersonen die in hun kortzichtige hebzucht al dit soort akelige dingen bedenken, en zich proberen vast te klampen aan hun oude model, waarbij informatie nog redelijk vastgeplakt zat aan fysieke dragers, en reproductieapparatuur duur was, en dus makkelijk te controleren. De moderne technologie verwoest de zakelijke modellen die op dat model gebaseerd waren, en pogingen om de status quo te handhaven (via DRM of met draconische wetgeving) zijn gedoemd te mislukken (maar richten ondertussen wel gigantische schade aan). Gelukkig biedt de moderne techniek tegelijkertijd ook oplossingen hiervoor. Als het abonnement voor een service als Spotify maar goedkoop genoeg is, zal niemand meer de moeite willen doen alles te downloaden, en kun je, al is het met centjes tegelijk, toch een groot publiek bereiken. Voor het niche publiek zijn oplossingen als kickstarter een potentieel goed alternatief. Hiermee kun je geheel zonder auteursrecht in te roepen projecten gefinancierd krijgen.

  2. Maar als je nu een kopie van een Youtube-filmpje op je eigen site host, in plaats van het embedden van het Youtube-filmpje zelf, dan boor je toch ook geen nieuw publiek aan?

    Het enige verschil dat ik me kan voorstellen is dat de auteursrechthouder bij embedden meer controle over het werk houdt, doordat bij het verwijderen van het Youtube-filmpje alle embedded “versies” ook verdwijnen, maar de gekopieerde versies niet. Alleen: gaat deze controle niet in tegen de geest van de wet, aangezien het auteursrecht op een gegeven moment uitgeput moet zijn? Een auteur van boeken moet ook niet zomaar alle legaal uitgegeven exemplaren van zijn boeken in beslag kunnen nemen.

    De kopimist in mij zegt dat kopiëren juist beter is, juist om het werk vrij te maken van de grillen van een individu, en er zeker van te zijn dat het werk beschikbaar blijft.

    1. Auteursrecht geeft naast het recht om openbare vertoning te controleren (waarbij dus publiek van belang is) ook het exclusieve recht op vermenigvuldiging aan de auteur. Embedden is geen reproductie, dus kom je bij een criterium of je het aan een nieuw publiek openbaar maakt. Als je een kopie host van schend je het exclusieve recht op vermenigvuldiging.

      1. Op het internet lijkt het er dus op dat het (EU) openbaarmakingsbegrip nutteloos is op het moment dat een werk vrij toegankelijk en zonder beperkingsmaatregelen online staat. Dit in tegenstelling tot in de ‘fysieke’ wereld waar dat principe van een nieuw publiek niet op eenzelfde manier geldt. Dat betekent dat de hoop alleen op het verveelvoudigings- reproductierecht kan worden gevestigd of wellicht op een onrechtmatige daad, wat weer indruist tegen het idee van EU harmonisatie op gebied van auteursrecht. Verwarrend.

        1. Verwarrend.

          Ik ben het met je eens dat dit raar is. Als je iets op internet zet dat al vrij op internet staat (of heeft gestaan, misschien is dat zelfs al voldoende), dan lijk je je alleen schuldig te hebben gemaakt aan het vervaardigen van een enkele kopie. Het lijkt mij dat de rechthebbende dan hooguit de schade kan vorderen die die kopie hem heeft opgeleverd, niet de schade die de (hernieuwde) publicatie heeft opgeleverd.

          Verder is dit een punt waarop de (naar mijn weten) “gebruikelijke” toepassing van de Nederlandse Auteurswet een ander resultaat oplevert. Door een werk naar je webserver te kopiëren en daarmee op internet aan te bieden, maak je het werk mijns inziens openbaar. Jij,als beheerder van de webserver, biedt dan het werk zelf aan het publiek aan.

          Maar hier maak ik misschien de fout om openbaarmaking te zeer in verband te willen zien met het communiceren van het werk zelf? In mijn opvatting zou het publiceren van een geheime dieplink naar een beveiligd werk, waarmee de beveiliging van dat werk wordt doorbroken, geen openbaarmaking door de persoon die de dieplink aan de openbaarheid prijsgeeft opleveren. De openbaarmaker is nog steeds de beheerder van de webserver (of de persoon verantwoordelijk voor het kopiëren van het werk naar die server). Maar dan zou uploaden van een privékopie naar “de cloud” dus illegaal zijn en wordt je slechts beschermd door het feit dat de rechthebbende, zolang je cloud niet gekraakt is, niet kan bewijzen dat je dat hebt gedaan…

          Ik denk dat het heel lastig is om een “openbaarmakingstheorie” op te stellen die wel de gewilde maar niet de ongewilde resultaten heeft (waarbij ik maar even in het midden laat wat gewild en wat ongewild zou zijn).

      2. Mee eens met het argument dat je een kopie maakt, wat niet (zonder toestemming) mag van het auteursrecht; ik denk alleen dat dat stukje wet geen doel meer dient, en dus een nutteloze vrijheidsbeperking is: de auteur heeft er niets aan.

        Nu een ander scenario:

        Stel, je hebt een legaal verkregen kopie van een een filmpje, bijvoorbeeld op een DVD. Dit is NIET een kopie die je zelf hebt gemaakt (die zijn alleen voor persoonlijk gebruik): het is een exemplaar dat je ergens legaal hebt gekocht.

        Nu is het scenario zo dat dat zelfde filmpje OOK legaal ergens op het internet is gezet, waar het door het hele internet is te bekijken. Wat nu als je jouw eigen legaal verkregen exemplaar gaat hosten, door de DVD in de web-server te stoppen en de web-server zo te configureren dat het filmpje direct van de DVD wordt gelezen? Je maakt nu geen kopie (afgezien tijdelijke kopieën die noodzakelijk zijn voor het technische functioneren, zoals in het RAM en in de caches van netwerk-adapters), en je boort ook geen nieuw publiek aan. Mag dit? Zo niet, waarom niet?

        Ik zoek hiermee natuurlijk de grenzen op, met afnemende praktische relevantie. Ik hoop hiermee de onderliggende argumentatie duidelijk te krijgen.

        1. Leuk voorbeeld. Ik verwacht dat je het dan niet gaat redden. Immers jouw DVD heeft een beperkt publiek, dus hem embedden in je webpage is een nieuwe openbaarmaking van die kopie. Die andere kopie is een duidelijk ander exemplaar. Immers als je die verwijdert zijn jouw ‘embedded’ bestanden nog beschikbaar.

          Distinctie dat twee kopieen distinct zijn en dus ieder afzondelijk openbaar gemaakt kunnen worden, terwijl bij embedden geen nieuwe bron wordt gemaakt of aangeroepen. Degenen die via jou bij de bron komen, komen bij dezelfde bron uit als jij.

        2. Ik zou niet weten waarom het niet zou mogen (van het HvJ EU). Het gaat om hetzelfde werk dat op dezelfde technische wijze aan hetzelfde publiek wordt medegedeeld. Dat valt dan niet onder een “mededeling aan het publiek” in de zin van art. 3, lid 1, van richtlijn 2001/29.

  3. Ik vind het ‘nieuw publiek’-criterium nog niet helemaal helder. Aangenomen, de oorspronkelijke uploader heeft de video als ‘private’ gemarkeerd. Dat is bijvoorbeeld denkbaar wanneer de video voor een specifiek doeleind wordt gebruikt, zoals een presentatie. Ook in dat geval is een video publiek beschikbaar in zoverre de link achterhaald wordt. Naar mijn mening zou dat dus in principe niet mogen, als men de ratio van het Hof volgt. Immers, er wordt, vanuit oogpunt van de uploader, een nieuw publiek toegevoegd buiten de bedoelingen om. Toch verandert het technisch aspect niet wezenlijk, omdat ook hier embedding in principe niet onmogelijk is (ik weet even niet of dat bij YouTube kan). Er is thans nog steeds sprake van embedding via een andere, niet-afgeschermde website.

    Dit punt is echter van belang als het gaat om potentieel inbreukmakend materiaal. Immers kunnen videos dan op de originele website verborgen en op andere websites geëmbed worden. Ook in dat geval zou de verantwoordelijke voor laatstgenoemde dus in principe niet aansprakelijk zijn voor dat materiaal, terwijl het een stuk lastiger wordt om de video op de originele website op te sporen (als men gemakshalve aanneemt dat deze website niet de geavanceerde opsporingsfuncties van YouTube heeft). Schermt dat niet dergelijke websites en uploaders onnodig af?

    1. Een Bittorrent-website schendt het auteursrecht niet zelf, toch bleken ze aan te pakken via de “onrechtmatige daad”. Datzelfde kan hier ook gelden: Linken en embedded schendt het auteursrecht niet, maar als je het doelbewust doet om illegaal materiaal vindbaar te maken, dan is het toch onrechtmatig.

  4. Het is jammer dat zowel het HvjEU als het BGH niet duidelijk in is gegaan op de plaatsen waar het filmpje, al dan niet met toestemming, geplaatst is. Op de site van Bestwater zelf lijkt het er op dat het filmpje vanaf hun eigen servers is gehost (de videoplayer is geen YouTube videoplayer), WEL staat onder het filmpje een deeplink naar de HD versie op YouTube (zie http://bestwater-vertrieb.eu/de/videoberichtede/227-die-erschreckende-wahrheit-ueber-die-weltweite-wassersituation.html). Deze uploader op YouTube waarnaar wordt gelinkt heeft meerdere Bestwater filmpjes geupload en daarmee lijkt het logisch dat het de maker van de filmpjes is(?). Na enig zoekwerk blijkt dat het filmpje door meerdere gebruikers op YouTube is geupload en daarmee dus waarschijnlijk zowel met als zonder toestemming. Na deze uitspraak en die van Svensson kan op twee manieren geredeneerd worden. 1) Zolang een werk vrij toegankelijk beschikbaar is voor een ieder maakt het voor het openbaarmakingsbegrip niet uit of een embedded link verwijst naar het ‘originele’ werk of naar het zonder toestemming geplaatste werk, denk daarbij aan twee verschillende websites, een waar een werk zonder toestemming is geupload en een waar het werk met toestemming online staat. 2) OF het Hof redeneert op een manier dat wanneer binnen EEN website, bijvoorbeeld YouTube, een werk zowel met als zonder toestemming is geupload. Dit blijkt helaas niet duidelijk uit de uitspraak. In situatie 1 is het ook nog denkbaar dat een website framed link naar haar content blokkeert maar dat een werk op haar website wel vrij toegankelijk is, hoe zit het dan wanneer dit werk zonder toestemming op bijvoorbeeld YouTube zou staan en iemand plaatst hier een embedded link naar toe. Ik ben benieuwd wat het BGH uiteindelijk zelf gaat beslissen, het lijkt mij dat het nodig is om echt goed naar de feiten (waar staat wat en wat is met en wat is zonder toestemming geplaatst) te kijken.

  5. Ik blijf het vreemd vinden dat de overweging helemaal niet meespeelt dat als ik dingen van anderen in mijn pagina’s inbed (in plaaats van ernaar link), het voor veel bezoekers kan lijken alsof het (onderdeel van) mijn content is: ik gebruik het werk als onderdeel van een ander werk, en daarmee raak je aan het auteursrecht op het origineel. (Of dit zo lijkt hangt af van hoe je de inbedding precies doet. Als ik een verzameling ingebedde YouTube-video’s van een kadertje voorzie met de tekst “dit zijn YouTube-video’s” is daar geen sprake van – maar bijvoorbeeld als ik er een HTML5-mashup van maak meestal wel.)

    Ook vind ik het flauwekul dat er geen nieuw publiek wordt aangeboord. Dat kun je eenvoudig weerleggen door de webserverlogs naast elkaar te houden.

    Bovendien is het raar dat er nu een groot juridisch verschil is tussen een ingebed origineel en een ingebedde kopie, terwijl er allerlei tussenvormen mogelijk zijn. (Wat als ik inbed via een proxy-server die de URL herschrijft en waarvan het van de instellingen afhangt of hij een kopie van het materiaal maakt of niet?)

    1. Omdat het zo makkelijk is ongewenst embedden tegen te gaan, lijkt het me onzin hiervoor dwingende wetgeving te maken. Je kunt het zelf oplossen en hebt daarbij het geweldsmonopolie van de overheid niet nodig.

    2. Het gaat er niet om of je webserverlogs harder groeien, het gaat erom of je rekening had kunnen houden dat als je iets naar het hele internet openbaar maakt dat de betreffende bezoekers dan komen. Volgens het hof heb je daar rekening mee kunnen houden.

      Zoals Jeroen zegt, er is geen probleem. Met een sessiecookie kun je afdwingen dat alleen bezoekers van je eigen website het geëmbedde kunnen bekijken. Dan is er gelijk ook geen openbaarmaking meer naar het hele internet en kun je een website die wil embedden gewoon geld vragen.

      Je kunt alleen niet meer eerst de boel voor het hele internet toegankelijk maken, en als er iemand eens een keer een goed lopende embed zit hem alsnog geld afpersen. Mijn indruk is dat het die praktijk is die het Hof liever niet ziet.

      1. Dat snap ik, maar er zijn twee kanten aan deze kwestie.

        De kant waar jij het over hebt is dat mensen hun materiaal voor het hele internet toegankelijk maken en dan gaan zeuren als het door anderen op een manier toegankelijk wordt gemaakt die ze van tevoren niet hadden ingecalculeerd. Ze zeggen dan: jij doet iets met mijn materiaal dat ik niet zo had bedacht, en het is mijn materiaal dus dat moet categorisch verboden zijn, en stappen naar de rechter om te horen dat dieplinken en embedden categorisch verboden zijn. Ik ben het daar altijd al niet mee eens geweest, en ik ben dus ook heel blij dat ook rechters het daar niet mee eens zijn, en duidelijk zeggen dat dieplinken en nu ook embedden wel degelijk toegestaan zijn.

        Aan de andere kant: het blijft wel degelijk het gebruiken van het materiaal van iemand anders, en dus moet dit hergebruik ook weer niet categorisch toegestaan worden, maar wel degelijk getoetst worden aan het auteursrecht (en andere rechten), waarbij het technische criterium of er een kopie gemaakt wordt niet het enige zou moeten zijn – en ik heb de indruk dat deze vonnissen suggereren dat dat wel zo is.

        Ik denk dat je inbedden kunt vergelijken met het publiceren van het beeld van een op een werk van kunst en/of literatuur gerichte camera. Dat is niet het maken van een kopie, maar het mag niet zomaar.

    3. Ook vind ik het flauwekul dat er geen nieuw publiek wordt aangeboord. Dat kun je eenvoudig weerleggen door de webserverlogs naast elkaar te houden.

      Het Hof analyseert “het publiek” op een wat abstractere manier (zie bijv. de punten 21 en 22 van Svensson: de potentiële ontvangers, de potentiële bezoekers). En het is uiteindelijk slechts een test om vast te stellen of een bepaalde handeling auteursrechtelijk relevant is of niet.

      Overigens ben ik het eens dat, nadat het Hof eenmaal de stap had gezet om een link naar een werk aan te merken als een communicatie van het werk, er logischerwijze niets aan in de weg zou hebben gestaan om vrijwel iedere nieuw gepubliceerde link aan te merken als een communicatie van het werk aan een nieuw publiek, namelijk aan “het publiek van de site” waarop die link te vinden is (net zoals het Hof eerder heeft geoordeeld dat de gasten van een hotel een ander publiek vormen dan het publiek dat thuis TV kijkt). Maar dat had het internet per direct (binnen de EU) om zeep geholpen. Het Hof heeft er dus wijselijk voor gekozen om het publiek van iets dat vrij op internet staat gelijk te stellen aan alle internetgebruikers. Een andere keuze is logisch houdbaar, maar realistisch gezien volstrekt geen optie.

      Wel had het Hof m.i een andere weg kunnen kiezen: communicatie van een link naar een werk is geen communicatie van het werk. Wat ik denk dat het Hof probeert te bereiken, is dat het publiceren van een link precies dan kwalificeert als het publiceren van het werk als die link op het moment van zijn publicatie de nog ontbrekende schakel was om het werk bereikbaar te maken. Dat het werk ter beschikking komt aan het publiek kan dan redelijkerwijs worden toegerekend aan de persoon verantwoordelijk voor de publicatie van die link. Maar of het Hof dit precies zo bereikt zonder onbedoelde bijeffecten, daar heb ik twijfels over.

      De redenering van het Hof proeft ook een beetje naar “eenmaal openbaar blijft openbaar” (in ieder geval op internet). Dat lijkt mij niet juist: zet je iets zonder toestemming op internet, dan maak je het voortdurend openbaar. Er is dan sprake van een voortdurende inbreuk op het auteursrecht. De rechthebbende kan daarom ook vorderen dat je daarmee stopt. Uitgaande van “eenmaal openbaar blijft openbaar” zou alleen op het moment van “op internet zetten” inbreuk worden gemaakt en vervolgens niet meer en zou de rechthebbende niet kunnen vorderen dat je het werk van internet afhaalt. (Goed, het Hof zal het vast niet zo bedoeld hebben.)

      Ik blijf het vreemd vinden dat de overweging helemaal niet meespeelt dat als ik dingen van anderen in mijn pagina’s inbed (in plaaats van ernaar link), het voor veel bezoekers kan lijken alsof het (onderdeel van) mijn content is: ik gebruik het werk als onderdeel van een ander werk, en daarmee raak je aan het auteursrecht op het origineel.

      Dat “kan lijken alsof” heeft juist niet veel te maken met het auteursrecht. Zoals het Hof het uitlegt: het verandert niets aan het publiek. Het zou merkwaardig zijn om plots factoren als “kan lijken alsof” te betrekken bij de vraag of een bepaalde handeling auteursrechtelijk relevant is. Auteursrecht heeft niets te maken met het voorkomen van misleiding.

      1. OK, ik liet hier twee dingen door elkaar lopen:

        1. Doen alsof een werk iemand van iemand anders van jou is.
        2. Een nieuw werk maken waar het werk van iemand anders een onderdeel van is.

        Het eerste mag niet, maar is geen schending van het auteursrecht. Het tweede moet wel degelijk worden getoetst aan het auteursrecht.

        1. Dat neem ik niet heel serieus. De WHO is geen rechtsprekende macht. Het uiterste gevolg kan weliswaar zijn dat dat lichaam concludeert dat de EU-wetgeving niet in lijn is met dat verdrag, eventuele inbreukclausules in werking zetten. In het alleruiterste geval moet de wetgeving dan aangepast worden, dan zijn we minstens een decenium verder, maar dan geldt ook de politieke macht. De EU is bij de totstandkoming van verdragen ook een cruciale verdragspartner en onderhandelt voortdurend over nieuwe verdragen. ALAI moet dan ook rekening houden de politieke macht niet tegen zich in het harnas te jagen.

          1. Het dreigement van ALAI lijkt mij ook niet veel voor te stellen, maar vooral omdat de kans mij bijzonder klein lijkt dat een WTO-lidstaat een procedure zal opstarten. Ik kan me bijvoorbeeld niet voorstellen dat een Amerikaanse rechter het internet in de VS om zeep zal helpen door linken-zonder-toestemming (naar legale bron) illegaal te verklaren. Dat gebeurt gewoon niet, welke weg de Amerikaanse rechter ook zal kiezen. Dus geen reden voor de VS, of voor andere landen, om te klagen over de EU.

            Het DSB is inderdaad geen hogere instantie dan het HvJ EU en kan dus ook geen uitspraak van het Hof vernietigen. Maar het Hof kan zich wel degelijk genoodzaakt voelen om zijn rechtspraak aan te passen na een “veroordeling” door het DSB. (En zo bezien valt te begrijpen waarom ALAI ook klaagt over een onjuiste interpretatie van artikel 3 van de richtlijn 2001/29: de richtlijn en de Berner Conventie zeggen natuurlijk vrijwel hetzelfde, en de richtlijn is er om de Berner Conventie op een geharmoniseerde wijze ten uitvoer te leggen. Als het DSB zegt dat de EU de Berner Conventie niet nakomt, is dat in feite een direct signaal aan het Hof dat het de richtlijn niet goed begrijpt.) Hoe dan ook, met een wetswijziging kan het natuurlijk ook en zoiets zal zeker geen 10 jaar duren als er een duidelijk uitspraak van het DSB ligt.

            1. Tegen ISDS hebben we een eenvoudige grondwetswijziging nodig: eentje die stelt dat de grondwet boven internationale verdragen gaat, en dat de hoogste rechter daarop mag toetsen. Dan nog een bepaling in de grondwet dat verdragen maximaal voor een periode van 30 jaar mogen worden geratificeerd, en daarna opnieuw, door een volgende generatie bekrachtigd moeten worden, opnieuw voor maximaal 30 jaar.

              In de Duitse context, met zijn “vastgeklonken” grondwet bestaat al iets dergelijks, als het gaat om het aantasten van grondrechten: ook een internationaal verdrag kan daar niet omheen, wat nog niet betekend dat de ISDS voor Duitsland onschadelijk zijn. Wel heb je natuurlijk rechters met ruggengraat nodig…

              In dat kader zou ik het liefst in Nederland de hoge raad opgeheven zien worden, en vervangen door een constitoneel hof met twee kamers, die beiden alle wetten en verdragen naar de prullenbak kunnen doorverwijzen. Een club van 12 juristen met goede staat van dienst, voor langere tijd benoemd, en een club van 100 door het lot gekozen burgers (voor een korte periode, zeg een jaar) met dezelfde bevoegdheid, bij meerderheid van stemmen. Kunnen we gelijk de eerste kamer opdoeken.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.