Onrechtmatig verkregen camerabeelden toch bruikbaar als bewijs

dome-camera.jpgIs een stiekem gemaakte verborgencameraopname bruikbaar als bewijs? Wie veel Amerikaanse rechtbankseries kijkt, weet het antwoord: nee. Maar het Nederlands (burgerlijk) recht werkt anders, zo blijkt maar weer eens uit een recent vonnis (via) waarin dergelijke verborgencamerabeelden gewoon als bewijs gebruikt mochten worden.

De werknemer was op staande voet ontslagen wegens (zo te lezen) het vernielen van computersystemen en ander ongepast gedrag. Dit was (grotendeels) vastgesteld door beelden van een verborgen camera. De aanwezigheid van de camera of zelfs maar de mogelijkheid van verborgencameratoezicht was niet gemeld, en ook een reglement was er niet. Een klassiek geval van hoe het niet moet met cameratoezicht op het werk.

Kan de werknemer zo dat bewijs van tafel krijgen, en vervolgens zijn staandevoetje ongedaan maken? Nee:

Echter, de omstandigheid dat de camerabeelden onrechtmatig zijn verkregen, brengt niet zonder meer mee dat die beelden in deze zaak buiten beschouwing moeten blijven en niet als bewijs mogen worden gebruikt.

Bewijs in rechtszaken tussen burgers onderling is eigenlijk zelden tot nooit onrechtmatig. Ook niet bij privacyschendingen. De Hoge Raad oordeelde al in 1987 dat voor uitsluiting van bewijs sprake moet zijn van een “rechtens ontoelaatbare inbreuk op de privacy, zulks op basis van bijkomende omstandigheden die deze conclusie rechtvaardigen”. Oftewel: een inbreuk op zich is niet genoeg, het moet wel een hele erge zijn.

In een zaak uit 2013 overwoog de rechter dat het stiekem maken van geluidsopnames ook als bewijs telde, maar dit handelen van de werkgever zou wel mee kunnen wegen bij het bepalen van de hoogte van de ontslagvergoeding. En in een zaak over inbreken op e-mail van de werknemer moest de werkgever € 7500 schadevergoeding betalen aan de werknemer – maar het ontslag gebaseerd op de uit inbraak verkregen informatie bleef wel in stand.

Ik weet dat mensen moeite hebben met deze uitspraak, want zo keur je impliciet dus strafbaar handelen goed. Je beloont mensen door hun illegaal verkregen informatie te gebruiken. Maar ik zie het anders: de informatie toont de waarheid aan, en daarom moet deze gebruikt worden. Anders krijg je van die rare situaties uit het Amerikaanse recht dat je wéét dat iemand fout zat, maar het bewijs van tafel moet en daardoor de zaak stuk. Nee, dan liever de werkgever een boete laten betalen lós van de status als bewijs. Zo worden beide partijen gestraft.

Arnoud

15 reacties

  1. Ik kan me heel goed voorstellen dat je als werkgever niet ineens slapende honden wakker wil maken. Stel je hebt het volste vertrouwen in je personeel maar op een gegeven moment heb je aanwijzingen van fraude. Je wil een verborgen camera ophangen om diegene te betrappen maar je hebt geen reglement. Je zou dus voorafgaand aan het ophangen van de verborgen camera ineens moeten gaan melden dat er ergens een verborgen camera komt te hangen…

  2. Kortom, les voor alle werkgevers: gewoon verborgen camera’s blijven gebruiken. Zodra je iets ziet dat een staandevoetje rechtvaardigt, dan hang je aangekondigde camera’s op. Als daarmee het gedrag verdwijnt, bon. Als daarmee het gedrag doorgaat, heb je zo weer een reden om iemand alsnog (legaal) te ontslaan.

    De verborgen camera wordt gewoon een middel om te toetsen waar je uiteindelijk je niet-verborgen camera’s moet gaan ophangen 🙂

    En dan heb je natuurlijk altijd nog de werkgevers die menen dat de boete voor foutief cameratoezicht, de voorkomen schade door malafide werknemers kan rechtvaardigen.

    1. Dan reken je er als werkgever wel op dat je je camera’s zo goed kan verbergen dat niemand ze ziet. Zodra een medewerker ze ziet en er een zaak van maakt, heb je alsnog die boete aan je broek zonder dat je iemand gesnapt hebt.

    2. Je kan er ook voor kiezen om als werkgever een stevige selectie bij indienstneming te hanteren en vervolgens een goede bedrijfscultuur te stimuleren. Dat voorkomt 99,9% van alle ellende. Dat vind ik persoonlijk een wat meer positieve benadering dan ‘repressie’. Nochtans de kern van de uitspraak is duidelijk: feiten maken het recht.

      1. Preventie is op vrijwel alle gebieden het beste, maar het is een utopie te denken, dat mensen zich “dus” zullen gedragen. Begin dus met preventief integriteitsbeleid, maar wees ook consequent en handel repressief als het nodig is. Kies in dat geval bewust voor een zorgvuldige en professionele uitvoering. Als het leidt tot succes, dan gaat daar ook weer een preventieve werking van uit.

  3. Alsnog behoorlijk verspilde moeite aangezien er nauwelijks iets te zien was op de beelden en op basis daarvan iemand te ontslaan. Wie zit er nou niet soms aan de kabel te rommelen als iets niet helemaal goed werkt? En dan nog een spelletje candy crush, terwijl ze niet het op dit blog al vaker genoemde reglement voor computergebruik hebben. Dit klinkt toch vooral alsof ze een stok zochten om mee te slaan, maar dit het beste was wat ze konden vinden.

    1. Dat het verspilde moeite was lijkt me inmiddels duidelijk, de zaak was niet sterk genoeg om ontslag op staande voet te rechtvaardigen. Ik denk niet dat op zoek waren naar een ‘stok om mee te slaan’, het contract liep immers nog maar een paar maanden. Ik denk dat dit gewoon een ondoordachte actie was van de werkgever, een beeld dat nog versterkt wordt door het niet vastleggen van het cameragebruik en gedragscode op IT gebied.

      1. Inderdaad, daar moeten behoorlijk wat persoonlijke dingen tussen werknemer en leidinggevenden hebben gespeeld lijkt me. Gezien de hele gang van zaken, al helemaal bezien tegen de bijzonder kale beleidsachtergrond, hebben ze er maar mooi een zooitje van gemaakt. Houden ze toch mooi een phyrrusoverwinning aan over ;).

  4. “Zo worden beide partijen gestraft.”

    Dat impliceert dat het doel van civiel recht is om partijen te straffen.

    “Oftewel: een inbreuk op zich is niet genoeg, het moet wel een hele erge zijn.”

    Als de inbreuk leidt tot ontslag, is het toch een hele erge?

    1. In de eerste instantie wordt er mijns inziens door Arnoud duidelijk gedoeld op het feit dat beide partijen de consequenties van hun handelen dragen. In dit geval dus negatieve consequenties, namelijk ontslag dan wel een schadevergoeding. In de context van het burgerlijk recht is de term “straffen” niets meer dan een ongelukkige woordkeuze. Er is immers geen sprake van leedtoevoeging.

      De stelling dat wanneer de inbreuk een erg gevolg heeft, namelijk ontslag wat sociaal maatschappelijk als zeer bezwaarlijk wordt ervaren, dit een erge inbreuk maakt is uiteraard foutief. Immers de ernst die hier betoogd wordt moet betrekking hebben op de aard en wijze van de inbreuk, niet op de gevolgen daarvan. Deze hebben immers geen betrekking op een eventuele ernst van de daad van het inbreuk maken zelf.

      Vergelijk bijvoorbeeld een werkgever die heimelijk camera’s ophangt bij de werknemer thuis. Zelfs op de toiletten, badkamers en in de echtelijke slaapkamer. Dit zou, even in absurdum, verdedigd kunnen worden als een dusdanig ernstige inbreuk op de privacy van de werknemer door de werkgever dat het beeldmateriaal niet toelaatbaar is. Een dergelijk middel kan in de arbeidsrelatie immers mijns inziens nooit proportioneel zijn dan wel te rechtvaardigen met betrekking tot het te dienen doel. Om jouw stelling te volgen, zou een werkgever dergelijke maatregelen kunnen treffen, maar zolang er geen ernstige consequenties uit voort vloeien dit geen erge inbreuk is (hierbij even daargelaten dat dergelijke surveillance al erg is op zich, los van of er iets mee gedaan wordt).

      Het tegenovergestelde is bijvoorbeeld het simpel meekijken met iemand zijn e-mail wanneer hij deze open laat staan op een onvergrendelde PC. Ook een inbreuk op iemand zijn privacy. Wanneer dit bijvoorbeeld leidt tot ontslag, of bijvoorbeeld ernstige gevolgen in de werknemer zijn privésfeer zou dit een hele erge inbreuk zijn met die lijn van redeneren.

      In beide gevallen heeft de consequentie echter niets te maken met de ernst van de inbreuk op iemands privacy (respectievelijk zeer ernstig en zeer gering). Scheidt de aard en ernst van de inbreuk dan ook altijd goed van de aard en ernst van de gevolgen van de inbreuk. Hoezeer deze de zaak ook mogen kleuren.

  5. Er zijn vele organisaties waar geen reglement bestaat resp. geen bekendheid is gegeven inzake het ophangen van (verborgen) camera’s (met opnamemogelijkheid). de praktijk leert, dat mits zorgvuldig en legitiem wordt gehandeld, deze middelen worden geaccepteerd als bewijs. Hieronder dient in ieder geval te worden verstaan: 1. Legitieme doelstelling inzet camera’s 2. Proportionaliteit (weegt het middel op tegen het vergrijp) 3. Subsidiariteit (is een andere minder ingrijpende manier mogelijk om hetzelfde resultaat te behalen) 4. Tijdsduur opnamen (1 – 4 weken is algemeen geaccepteerd) 5. Plaats camera’s (niet op plekken waar mensen geacht worden zichzelf te kunnen zijn, zoals kleedkamers of toiletten). 6. Analyse beelden (vertrouwelijk – laten – analyseren van beelden, waarna relevante opnamen worden bewaard en de rest wordt vernietigd). 7. Opstellen rapport, waarin aanleiding, aanpak, uitvoering, bevindingen en integriteit aan de orde komen.

  6. In civilibus is het inderdaad zo dat de omstandigheid dat bewijsmateriaal dat op onrechtmatige wijze is verkregen, door een ander dan de procespartij die het wil gebruiken, nog niet met zich mee brengt dat de rechter er geen acht op mag slaan.

    1. Echter zie hiervoor r.o. 5.2.3 van ECLI:NL:HR:2014:942: “Art. 152 Rv bepaalt dat bewijs door alle middelen kan worden geleverd en dat de waardering van het bewijs aan het oordeel van de rechter is overgelaten, TENZIJ DE WET ANDERS BEPAALT. In een civiele procedure geldt niet als algemene regel dat de rechter onrechtmatig verkregen bewijs geen acht mag slaan. In beginsel wegen het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid aan het licht komt, alsmede het belang dat partijen erbij hebben hun stellingen in rechte aannemelijke te kunnen maken, welke belangen mede aan art. 152 Rv ten grondslag liggen, zwaarder dan het belang van uitsluiting van bewijs. Slechts indien sprake is van bijkomende omstandigheden, is terzijdelegging van dat bewijs gerechtvaardigd (HR, 7 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0500, NJ 1993/78 en HR 12 februari 1993, ECLI:NJ:HR:1993:ZC0860, NJ 1993/599) “

    Dus de tekst van Arnoud is inderdaad juist. Echter mocht je te maken krijgen met onrechtmatig bewijs, dan is het dus zaak om zelf op zoek te gaan naar EEN WET, die het voor jou opneemt in het burgerlijk procesrecht, dat is altijd weer afhankelijk van de casus. Hierbij is bijvoorbeeld heel erg van belang de Wet Bescherming Persoonsgegevens, of Art. 8 en Art. 14 EVRM. Maar ook is er bijvoorbeeld een “Gedragscode” afgesproken bij bv. Particuliere Recherchebureaus of Verzekeraars en wat zeggen die? Er zijn zeker wel uitvluchtmogelijkheden die het voor je mogelijk maken om in het burgerlijk procesrecht een uitvlucht te vinden voor het onrechtmatig verkregen bewijs. Het recht is namelijk wel zo dat men dan eerder kijkt naar het feit “Moet men wel beloond worden voor het aandragen van onrechtmatig bewijs”. De rechter vraagt namelijk ook eigenlijk van je dat je met eerlijke rechtvaardige gegevens naar voren komt. Naïef soms, mijns inziens wordt in de rechtszaal altijd weer een nieuwe waarheid gerealiseerd. Dus ook met leugens of onrechtmatig verkregen bewijs. Dus als het je overkomt moet je goed zoeken naar een Wet die je daar tegen beschermt en wat jurisprudentie. Die ligt er inmiddels over het laatste jaar genoeg. Want het belangrijkst in deze zijn inderdaad de “bijzondere omstandigheden” maar meer nog DAARBIJ “tenzij de wet anders bepaalt. Met behulp van het aantonen van schending zal de rechter zich toch moeten buigen over dit onrechtmatig verkregen bewijs. Ik zie nu te vaak dat men in de rechtszaal het art. 152RV te gemakkelijk laat liggen

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.