Staat Georgia eist verwijdering van online wetboek

wetboek-strafvordering-2009-2010.pngDe Amerikaanse staat Georgia gaat de beheerder van public.knowledge.org aanklagen vanwege het publiceren van de Georgiaanse wetgeving, meldde The Register onlangs. In de aanklacht wordt hij een terrorist genoemd, dit naar aanleiding van een blog waarin hij zich een “standards terrorist” noemt. Georgia stelt dat zij auteursrecht heeft op de geannoteerde wetgeving zoals door haar via een betaalsite toegankelijk gemaakt.

Zowel in Nederland als in de VS geldt dat wetsteksten publiek domein zijn. Ons eerste geschil op internet daarover dateert uit 1998: in de zaak Vermande/Bojkovski zette de laatste wetsteksten online van een CD-ROM van de uitgever Vermande. Die maakte bezwaar op grond van haar auteursrecht op de kopjes en dergelijke rond de wetsteksten, maar ook geschriftenbescherming (wat toen nog bestond). De rechtbank wees dat af, omdat Bojkovski alleen de wetsteksten zelf had overgenomen en daar geen rechten op zitten. Enige tijd later heeft Nederland besloten alle wetten zelf online te zetten – wetten.overheid.nl.

Ook in Georgia staan wetten online. Het ligt daar alleen iets complexer dan bij ons. Amerikaans recht bestaat namelijk niet alleen uit wetten in het wetboek. Uitspraken van rechters zijn een minstens zo belangrijk deel van de wet. Daarom heeft de lokale overheid de wetsteksten laten voorzien van annotaties, die verwijzen naar relevante uitspraken. Alleen zo kun je effectief de gehele wet lezen en plaatsen. En het zijn die annotaties waar Georgia auteursrecht op claimt.

Voor de duidelijkheid, het gaat wel om iets meer dan enkel een zaaknummer van een vonnis:

Dit soort samenvattingen vergen zeker wel creatieve inspanningen, dus juridisch-theoretisch klopt het: er zit een auteursrecht op, en omdat het door een private partij is geschreven (het ingehuurde LexisNexis) geldt niet de Amerikaanse regel dat het een overheidswerk betreft dat publiek domein is.

Echter, volgens Public Knowledge zou het wel publiek domein moeten zijn. De reden is simpel: Georgia gaat er vanuit dat mensen de geannoteerde versie kennen, en baseert overheidsbeslissingen en beleid op dingen die in die annotaties terug te vinden zijn. Dat doet een beetje denken aan onze discussie over auteursrecht op normen die vanuit de wet worden voorgeschreven. Onze Hoge Raad bepaalde dat dat legaal is, omdat de norm dan formeel geen wet is. Dat je de norm móet kennen in voorkomende gevallen, doet daaraan niet af.

Georgia lijkt dezelfde insteek te kiezen, en met ongeveer dezelfde motivatie: het kost geld om normen te maken, en ook om annotaties te maken. Dat geld moet worden terugverdiend, en men vindt het dan logischer dat de gebruikers dit betalen dan dat het omgeslagen wordt naar alle belastingbetalers. Dat is een heel praktisch argument, waar dan alleen het principiële “iedereen moet de wet kunnen kennen” argument tegenover staat.

Een verschil met onze normen is dat die vooral voor professionals bedoeld zijn, en dat je van professionals eerder mag verwachten dat die betalen voor kennis of kunde dan een gemiddelde burger. Die moet de basisregels gewoon gratis kunnen opzoeken. Dat je voor complexe technische installaties of goedkeuringen moet betalen, is dan acceptabel omdat dat slechts een beperkte groep raakt. Daarmee zou de Georgiaanse situatie niet billijk meer zijn: men verbiedt nu immers iedere burger om de betaalde annotaties gratis af te nemen, en daarmee om de wet te kennen zonder ervoor te betalen.

Arnoud

11 reacties

  1. Een verschil met onze normen is dat die vooral voor professionals bedoeld zijn, en dat je van professionals eerder mag verwachten dat die betalen voor kennis of kunde dan een gemiddelde burger. Die moet de basisregels gewoon gratis kunnen opzoeken. Dat je voor complexe technische installaties of goedkeuringen moet betalen, is dan acceptabel omdat dat slechts een beperkte groep raakt.

    Eh, nee. Ook in Nederland is deze situatie compleet onacceptabel, en dit moet zo snel mogelijk veranderen.

    Zelfs als je de manier van denken aanhangt dat een kleine groep minder rechten heeft dan een grote groep (wat ik een afschuwelijk slechte manier van denken vind; het ontkent bijvoorbeeld dat het individu rechten heeft tegenover het collectief van de maatschappij), zelfs dan moet je zien dat we met zijn allen verbonden zijn, en dat het schenden van de rechten van één persoon ons allemaal raakt. Die ene persoon zou wel eens een heel belangrijk persoon kunnen zijn, die, als hij/zij voldoende vrijheid krijgt, het leven van ons allemaal kan verbeteren. Dat geldt zeker voor “professionals”(*), en ook als die geen geld over hebben om toegang tot de normen te kopen.

    Het argument dat het geld kost om normen te maken vind ik ook niet echt kloppen. Als dat echt een significante hoeveelheid werk kost, dan doe je waarschijnlijk iets verkeerd, en ben je de norm te ingewikkeld aan het maken. Nieuwe normen zijn sowieso alleen nodig als reactie op innovatie, en wellicht als een oude norm na decennia patch-werk enorm bloated is geworden, of fundamentele fouten blijkt te bevatten. Meestal zullen er voldoende belanghebbenden te vinden zijn die gratis mee willen schrijven aan normen; het enige wat je als norm-maker hoeft te doen is voldoende expertise hebben om de door eigenbelang gedreven onzin weg te filteren, en een redactie uit te voeren over het aangeleverde materiaal. Dat hoeft toch niet zo veel belastinggeld te kosten?

    (*) Voor deze discussie heeft dit woord blijkbaar een brede definitie: niet alleen mensen die vanuit hun beroep met een norm te maken hebben, maar iedereen voor wie de norm relevant is.

    1. Volgens mij wordt nergens gesteld dat de ene groep meer rechten heeft dan de andere. Ik ben niet voldoende op de hoogte van de normen om er een gefundeerde uitspraak over te doen maar wat ik lees is dat het gratis inzichtelijk is bij de NNI. Dat zou voldoende moeten zijn.

      Ik ben het met je eens dat een rechtenvrije versie waarbij de markt mee zou kunnen helpen beter en goedkoper kan zijn. Het wordt echter wel makkelijker om loopholes in de teksten te introduceren. Maar nogmaals, ik weet niets van de normen dus misschien is dat geen probleem.

      In bredere zin, ben ik er voorstander van om alles wat de overheid laat maken (of maakt) rechtenvrij is. Wellicht op enkele hele specifieke dingen na (ontwerp paspoort/rijbewijs, bankbiljetten, etc).

      1. Volgens mij wordt nergens gesteld dat de ene groep meer rechten heeft dan de andere. Ik ben niet voldoende op de hoogte van de normen om er een gefundeerde uitspraak over te doen maar wat ik lees is dat het gratis inzichtelijk is bij de NNI. Dat zou voldoende moeten zijn.

        Arnoud schrijft dat de “gemiddelde burger” de basisregels gewoon gratis moet kunnen opzoeken, maar dat van een “professional” verwacht mag worden dat ‘ie betaalt. Dat is een verschil in rechten.

        Het is mooi als alle verplichte normen gratis te zijn in te zien bij het NNI, maar kan je daar in de praktijk ook wat mee? Als je een product ontwikkelt (ook al is het non-profit of zelfs op een nul-budget) waarvoor een norm relevant is, dan zul je in het algemeen de norm continu naast je willen hebben bij het ontwerpen. Mag je bij het NNI ook kopieën maken en mee naar huis nemen? En waarom staan die normen niet gewoon vrij toegankelijk op het internet?

        1. Nee dat zegt Arnoud niet, hij zegt dat voor bepaalde informatie verwacht kan worden dat je daar voor moet betalen. De rechten van de professional en de burger is exact hetzelfde. Voor dezelfde informatie moeten ze beide betalen of is het voor beide gratis.

          Het verschil zit er in of je kiest voor de vervuiler betaalt of iedereen betaalt. Ik bouw niet, heb nooit gebouwd en zal nooit gaan bouwen. Waarom moet ik daar de kosten dan indirect voor betalen? Ik weet dat er veel meer zaken zijn waar ik geen gebruik van maak en toch voor betaal maar ook daar ben ik veelal tegen, tenzij het een groot maatschappelijk nut dient. Een bouwvergunning bij de gemeente hoeft m.i. ook niet gratis te zijn en is toch ook verplicht.

          Ik vermoed dat je bij de NNI geen kopieën mag maken maar ik denk dat je met je telefoon best foto’s er van mag maken als thuiskopie. Tenzij ze natuurlijk een huisregel hebben dat fotograferen of mobiele telefoons verbied 🙁

          1. Nee dat zegt Arnoud niet, hij zegt dat voor bepaalde informatie verwacht kan worden dat je daar voor moet betalen. De rechten van de professional en de burger is exact hetzelfde. Voor dezelfde informatie moeten ze beide betalen of is het voor beide gratis.

            Goed punt. Beide hebben een “veel gebruikte” vrijheid wel, en een “weinig gebruikte” vrijheid niet. Maar als de redenering voor de “veel gebruikte” vrijheid ook op gaat voor de “weinig gebruikte” vrijheid, waarom zou je die redenering dan niet ook daar toepassen? Ik vermoed dat dat is omdat er geen democratische meerderheid te vinden is die last ervaart van het gebrek aan de “weinig gebruikte” vrijheid. Maar als je 90% van de rechten ontvangt die je verdient, neem je daar dan genoegen mee, of blijf je strijden voor de resterende 10%?

            Het verschil zit er in of je kiest voor `de vervuiler betaalt` of `iedereen betaalt`. Ik bouw niet, heb nooit gebouwd en zal nooit gaan bouwen. Waarom moet ik daar de kosten dan indirect voor betalen? Ik weet dat er veel meer zaken zijn waar ik geen gebruik van maak en toch voor betaal maar ook daar ben ik veelal tegen, tenzij het een groot maatschappelijk nut dient.

            In het algemeen ben ik het wel met je eens, en met het idee ‘de vervuiler betaalt’. Maar wie is hier de vervuiler? Een bouwer kiest er zelf niet voor om een norm te gebruiken: dat is hem/haar verplicht. Die norm is o.a. verplicht om gebruikers van gebouwen te beschermen. En dan komen we bij jou terug: jij bent misschien geen bouwer, maar je bent wel een gebruiker van gebouwen, en daarmee effectief ook een gebruiker van bouw-normen. Als er iets mis is met een gebouw dat jij gebruikt, dan moet jij de normen kunnen raadplegen om aan te tonen dat de bouwer er niet aan heeft voldaan. Een norm is een ‘interface’ tussen verschillende partijen, en beide partijen moeten de norm kunnen kennen.

            En dan is de bouw nog een sector waar de intrinsieke kosten (bouwmaterialen e.d.) zo hoog zijn dat je zou verwachten dat zulke administratieve kosten in het niet vallen. Toch was het juist een bouwbedrijf dat het nodig vond een rechtszaak te beginnen. Als het in de bouw al zo speelt, kan je je voorstellen wat verplichte kosten doen in een sector als software-ontwikkeling, waar de intrinsieke kosten erg laag zijn? Dat is niet het verschil tussen “duur” en “duurder”: het wordt het verschil tussen “mogelijk” en “onmogelijk”.

            1. In de professionele sfeer is vaak sprake van heel kleine bedrijfjes. Voor iemand die een bedrijfje voor zich zelf will beginnen als bijvoorbeeld zelfstandig architect of bouwkundig ingenieur, is een uitgave van vele honderden, zo niet enkele duizenden euro’s aan normbladen en -boeken en niet te verwaarlozen investering.

          2. Je bouwt niet, maar je maakt wel gebruik van gebouwen. Je bent maar wat blij dat je niet in de roltrap verdwijnt (de horror!), dat er geen hijskranen op je dak vallen en dat de chemische fabriek naast jou wijk niet explodeert.

            Nu ben jij wel niet verantwoordelijk voor de uitvoer van die normen, maar je hebt er wel voordeel van. Wij allen hebben er voordeel van, al was het maar omdat het over het algemeen goed is voor de economie als er geen ongelukken gebeuren. Het is daarom ook zeer twijfelachtig om drempels op te werpen voor het naleven van de normen, bekend zijn met de norm lijkt mij toch wel de eerste stap in hem naleven.

  2. Het is niet zo dat alles dat van mij als burger verwacht wordt, ook per se gratis is. Zo moet ik een legitimatiebewijs hebben, maar dat kost wel geld. Daarom gaat het argument dat omdat de burger de wet moet kennen, het dus gratis moet zijn, mijns inziens niet zonder meer op.

    Natuurlijk kun je beargumenteren dat een identificatiebewijs ook gratis zou moet zijn, maar in ieder geval is het nu niet zo dat je je als burger kunt beroepen op een recht op gratis overheidsdiensten, wel?

  3. Georgia lijkt dezelfde insteek te kiezen, en met ongeveer dezelfde motivatie: het kost geld om normen te maken, en ook om annotaties te maken. Dat geld moet worden terugverdiend, en men vindt het dan logischer dat de gebruikers dit betalen dan dat het omgeslagen wordt naar alle belastingbetalers.

    De gebruiker betaalt… maar is het niet zo dat iedereen gebruiker van de wetgeving (inclusief annotaties) is?

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.