Gastpost: Grenzen aan de informatievrijheid?

onlinegokken.jpgDeze week ben ik met vakantie. Traditiegetrouw deze week dan ook een aantal gastposts. Vandaag trappen we af met Lourens la Roi over het blokkeren van internetsites op last van de overheid.

Het blokkeren van internetsites op last van de overheid: is dat een bedreiging van de goede werking van het internet? Of is het juist terecht dat de overheid grenzen kan trekken in het onbegrensde aanbod van informatie op internet, bijvoorbeeld omdat dat aanbod inbreuk maakt op de rechten van anderen of om consumenten te beschermen tegen malafide kansspelaanbieders?

Vlak voor het zomerreces van de Tweede Kamer werd een besluit genomen over het wetsvoorstel “Kansspelen op afstand”. Voor de fijnproevers: wetsvoorstel 33 996, Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand . Kansspelen op afstand dus oftewel online gokken. Het wetsvoorstel werd aangenomen. Een mijlpaal, mag je wel zeggen.

Een eerder voorstel om kansspelen via internet mogelijk te maken (in de vorm van een soort proef) strandde op 1 april 2008 in de Eerste Kamer. Het nummer “Valerie” van Amy Winehouse en Mark Ronson stond op dat moment hooog in de top 40, het Nederlands elftal deed nog gewoon mee aan een EK (en won ruim van achtereenvolgens Italië en Frankrijk om vervolgens in de kwartfinale van Rusland te verliezen) en WhatsApp moest nog beginnen.

De grondslag van het net aangenomen wetsvoorstel (waarover de Eerste Kamer dus nog moet beslissen) bestaat eruit dat de overheid (de Kanspelautoriteit) een vergunning kan geven voor online gokken. In de wetgeving aangeduid als “het verlenen van een vergunning voor kansspelen op afstand”.

De wetgever realiseert zich dat er al veel Nederlanders online gokken. De bedoeling van dit wetsvoorstel is om die Nederlandse gokkers een betrouwbaar aanbod te bieden. De betrouwbaarheid van de aanbieders en van hun dienstverlening wordt getoetst bij de vergunningaanvraag en daarna wordt daarop doorlopend toezicht gehouden. De bedoeling van wet en van vergunningverlening is om consumenten uit te nodigen om gebruik te maken van dat ‘legale aanbod’. Daar staat dan tegenover dat het illegale aanbieders van online kansspelen zo moeilijk mogelijk moet worden gemaakt. Voor dat doel heeft de Kansspelautoriteit de beschikking over handhavingsinstrumenten. Eén van die instrumenten is het geven van een ‘bindende aanwijzing’, een nieuwe bevoegdheid. Die bindende aanwijzing kan gericht zijn op het staken van het verlenen van betaaldiensten aan aanbieders van online kansspelen. Maar die aanwijzing kan ook zijn gericht op aanbieders van een ‘openbare elektronische communicatiedienst’ tot het ontoegankelijk maken van gegevens.

Dat laatste onderdeel van de aanwijzingsbevoegdheid stuit op verzet omdat dit in de praktijk een internetfilter zou betekenen. De Kansspelautoriteit zou de bevoegdheid hebben om providers te dwingen het internetverkeer ‘te vervalsen’waarmee de betrouwbaarheid van het internet wordt aangetast. Bovendien zou zo’n aanwijzing niet effectief zijn. Een motie van D’66 met de strekking dat zo’n aanwijzing niet mag betekenen dat een ISP wordt gedwongen tot “het manipuleren, blokkeren of filteren van internetverkeer, waaronder DNS-verkeer”, werd aangenomen.

Wat ik in de berichtgeving niet heb gelezen, is dat de Kansspelautoriteit verplicht is om zo’n aanwijzing aan ISP’s eerst voor te leggen aan de rechter-commissaris van de rechtbank Rotterdam. Een onafhankelijke, rechterlijke toets dus. Van “Noord-Koreaanse” toestanden is daarom volgens mij geen sprake – of het moet zijn dat er in zo’n toets van de rechterlijke macht geen vertrouwen bestaat.

Wat het gebrek aan effectiviteit betreft: eerder is in verschillende uitspraken aangegeven dat het enkele feit dat een (internet)blokkade kan worden omzeild, de maatregel nog niet ineffectief maakt. Ik realiseer me maar al te goed dat er altijd mogelijkheden zijn om zo’n blokkade te omzeilen. Maar het gaat er om dat het gebruikers moeilijk wordt gemaakt bepaalde sites te benaderen of bepaalde content te dowloaden.

Dat er weerstand bestaat tegen overheidsbemoeienis op internet begrijp ik. Maar in de basis heeft de wetgever juist gekozen voor die overheidsbemoeienis. De overheid gaat immers een oordeel geven over online (kansspel) dienstverlening. Dat heeft logischerwijs tot gevolg dat het aanbod waarvoor geen vergunning is gegeven, illegaal is.

De letterlijke onbegrensdheid van het internet is een groot goed. Dat beseft ook de Europese Commissie en die spant zich daarom in om eventuele grenzen bij online dienstverlening tegen te gaan. Maar de vrijheid van informatie en het gemak dat heel veel informatie voor iedereen (met een apparaat dat toegang heeft tot internet) altijd beschikbaar is, maakt het lastig te accepteren dat er grenzen zijn aan die informatievrijheid. Bepaalde informatie is illegaal, bijvoorbeeld omdat de verspreiding ervan leidt tot een inbreuk van belanghebbenden op hun auteursrecht. Of omdat de overheid van mening is dat bepaalde informatie niet aangeboden zou mogen worden – bijvoorbeeld omdat die informatie niet betrouwbaar genoeg is zoals bij illegale goksites.

Al met al heb ik een dubbel gevoel over de huidige tekst van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand. Dat dubbele gevoel zit ‘m er in dat ik de enorme voordelen van de ontwikkeling van het internet zónder overheidsbemoeienis – en daarmee de flexibiliteit ervan – heel goed zie. Tegelijkertijd behoort het tot ons werk als Kansspelautoriteit om effectief op te kunnen treden tegen illegale content, tegen illegale gokwebsites om precies te zijn. Het optreden tegen illegale gokwebsites door middel van het opdracht geven tot IP- en DNS blokkades is volgens het huidige wetsvoorstel niet mogelijk. Alle reden dus om op zoek te gaan naar alternatieve manieren van de aanpak van illegale gokwebsites. Voor goede ideëen op dat gebied sta ik altijd open.

Lourens la Roi, senior-handhavingsjurist Kansspelautoriteit. Deze blog is op persoonlijke titel geschreven.

28 reacties

  1. In het geval van internetgokken draait het volgens mij bij de aanbieders met name om geld binnenhalen. Is het niet een stuk eenvoudiger voor de Nederlandse autoriteiten (of specifiek de Kansspelautoriteit) om juist de geldstroom te blokkeren? Als het de Nederlandse Banken, Creditcard maatschappijen en PayPal e.d. verboden is om geld van Nederlanders naar die “illegale gokbedrijven” te sturen, dan lijkt me dat persoonlijk effectiever?

    Je internetverkeer via een buitenlandse proxy laten lopen zie ik meer mensen doen dan het geld wat ze overmaken via zo’n proxy te doen.

      1. Zelfs dat hoeft niet er zijn ook al voldoende proxies die in het buitenland loten voor je kopen voor een alleszins redelijke provisie. Natuurlijk zitten daar ook oplichters tussen en daar doet dit beleid dus helemaal niets tegen. Dit beleid zal alleen al daarom net zo hard falen als het tot nu toe geldende beleid.

      2. Nu is 80% van de Nederlanders een absolute digibeet, dus dat zet al lekker aan. De handel in bepaalde chemicaliën is ook gereguleerd omdat je er drugs of bommen mee kan maken. Als je iets van chemie weet, is dat nauwelijks een beletsel, maar je voorkomt er wel erg veel labs in garages en op zolders mee.

        1. Kortom: voor mensen die echt gemotiveerd zijn om bommen te maken is dit nauwelijks beletsel, maar hobbyisten die wat praktijkervaring met chemie willen opdoen ervaren wel hinder. Misschien voorkomt dit wat persoonlijk letsel bij klungelaars die onveilig experimenteren, maar ik wil hier ook wel vraagtekens zetten bij regulering. Misschien reizen er tegenwoordig wel geen mensen meer naar de maan omdat we tegenwoordig mensen niet meer toe staan om in garages en op zolders te innoveren.

  2. Eerstens: Ik ben blij dat de overheid blijkbaar afstapt van het hypocriete standpunt dat ze een gokmonopolie hebben om gokverslaving tegen te gaan. Iets wat alleen al lachwekkend was vanwege de vele reclames voor Holland Casino die voorbij kwamen.

    Nochthans verwacht ik ook van deze vergunning weinig soelaas. Zouden de powerball en Mega Millions loterijen in de VS de moeite nemen om hier een vergunning aan te vragen om via internet loten te verkopen? En wat willen ze er tegen doen dat ik gewoon een derde in de VS een lot laat kopen in mijn naam?

    Als ze de consument willen beschermen, geef dan een keurmerk voor loterijen, zonder de illusie te maken dat ze enige invloed hebben op wat via het internet aangeboden wordt, en behyandel ons niet als babies.

    Als wij mee doen aan een loterij die niet of slecht uit zo’n keuring komt is dat eigen verantwoordelijkheid. Ik wordt zo langzaam aan een beetje moe van die overheid die denkt dat wij allemaal dom zijn en alles voor ons geregeld moet worden.

    Filmkeuring is prima, maar of je kind naar een film kan moeten ouders zelf verantwoordelijk voor zijn. Een rokersruimte in je bedrijf invoeren mag niet meer? Waarom? Geen enkel bezwaar zolang niet rokers maar nooit in deze kamer hoeven te komen. Overheid zegt nee! Detailhandel mag niet met horeca vermengd worden. Verhoging van de alcohol leeftijd. Ik vraag mij of hoe lang nog voor wij in navolging van Duitsland geen anonieme pre-paid kaart meer hebben. In europa het verwerpelijke ‘recht om vergeten te worden’ dat ook nog eens via dreiging met boetes aan andere landen gepoogd wordt op te leggen. Success daarmee in de VS zou ik zeggen!

    Het is allemaal zo betuttelend. En hoewel deze wet een stap vooruit is, blijft de betutteling.

  3. Geld stromen moeilijker maken lijkt mij een belangrijke eerste stap. Combineer het met voorlichting en vervolgens bv standaard brieven die door acces providers worden gestuurd aan klanten die toch een dergelijke site bezoeken. Tot slot zou het moeilijker maken om te adverteren voor dit soort diensten nog kunnen.

    In dit stukje zie ik niet of al naar deze stappen gekeken is.

  4. Wat ik me toch afvraag (en misschien kan de blogger dat bentwoorden): Er zijn allerlei betrouwbare en onbetrouwbare aanbieders van allerlei zaken op internet. Over het algemeen is er wat consumentenbescherming (maar daar heb je in de praktijk niet veel aan bij een aanbieder in een ver buitenland) en wat keurmerken, maar toch is daar de heersende tendens: Laat de markt zijn werk maar doen en de goeden van de slechten scheiden.

    Waarom is er de overheid zoveel aan gelegen om bij goksites een andereaanpak te kiezen? Als ik win, en mijn winst niet uitgekeerd krijg, of als ik nooit win terwijl dat statistisch wel zou moeten, kortom als ik het niet langer vertrouw, kies ik wel een andere goksite. Ook hier zal de makt zijn werk wel doen.

    Waarom toch dat verschil?

        1. Daar is best kan op. De Nederlandse site voldoet aan de wetgeving die de Nederlandse overheid heeft opgesteld om gokken te ontmoedigen, waardoor bepaalde als zeer schadelijk ervaren vormen van gokken bijvoorbeeld niet zijn toegestaan. Handhaving hiervan wordt door de Nederlandse overheid gecontroleerd. Verder betaalt de legale goksite belasting, gedeeltelijk bedoeld om gokken te ontmoedigen, gedeeltelijk om te betalen voor de gevolgen van de schade door gokken voor de Nederlandse maatschappij.

          1. Ik zie in de originele blogpost niets over betalingen en belastingen. Er staat ‘De betrouwbaarheid van de aanbieders en van hun dienstverlening wordt getoetst bij de vergunningaanvraag en daarna wordt daarop doorlopend toezicht gehouden.’

            En ook is dit een isolationistisch nationalistisch argument: De Nederlandse overheid controleert de websites die zich NL richten voor de Nederlandse consumenten. De Belgische overheid controleert de websites die zich op Belgie richten voor de Belgische consumenten, De Duitse overheid… enfin, je begrijpt me wel.

            Maar natuurlijk moeten we de Duitse en de Belgische overheid niet vertrouwen in hun controle. Net zoals zij de NL overheid niet moeten vertrouwen.

            Neeeeee, want wat risicovol is voor een Belg of Duitser is niet risicovol voor een Nederlander, en andersom.

            Gokken geeft een risico op verlaving, akkoord. Sommige soorten gokken geven een hoger risico dan andere. Ik ben geen deskundige, maar wil dit van je aannemen.

            Maar zolang een verstandige, redelijke, rationele, overheid daar toezicht op houd en grenzen aan stelt, is het prima. Of dat nu de Nederlandse, Belgische, Duitse, Canadese, Australische of Maleisische overheid is maakt in principe niets uit, dat is slechts een nuance.

            Het getuigt van arrogantie om aan te nemen dat de NL overheid, beter dan welke andere overheid in de wereld, in staat is om de juiste grens te trekken tussen ‘goed gokken’ en ‘slecht gokken’.

            Ik geloof sowieso al niet dat het de overheid te doen om de bescherming van de bevolking, eerder om het beschermen van een monopolie,

            Maar zelfs als het voor de overheid primair gaat over het voorkomen van verslaving, is een vergunning een lapmiddel. Die die-hard gokjunkies zullen toch wel de beveiligingen omzeilen, of naar illegale sites gaan die zich helemaal aan het zicht van de overheid onttrekken, en voor de anderen maakt het weinig uit. Alleen levert het beperkingen op, en levert het een last op voor de aanbieder, en moeten we er een paar ambtenaren voor aannemen,

            Allemaal dingen die in principe negatief zijn, en hoogstens gezien kunnen worden als een noodzakelijk kwaad: te vermijden tenzij het echt niet anders kan.

            ‘Alles kan en mag’ is niet aan mij besteed er zijn wel degelijk grenzen, en verslaafden moeten tegen zichzelf in bescherming worden genomen, maar zolang de overheid gokautomaten (met een hoog risico op verslaving) in staatscasino toestaat (ja, daar is ongetwijfeld pro-forma een werknemer die zich met probleemgokken bezig houdt, en ja, daar kun je vrijwillig een toegangsverbod aanvragen, maar uiteindelijke is dat slechts make-up), moet je bij mij niet aankomen met ‘als de NL overheid het controleert is het goed’.

            Waarom zou je niet op een door de Duitse overheid goedgekeurde gokwebsite mogen? Is de Duitse overheid minder betrouwbaar dan de Nederlandse?

          2. De Nederlandse overheid heeft geen beleid om gokken te ontmoedigen, ze maken zelfs reclame voor gokken, Holland casino, staatsloterij… Kan dat sprookje alsjeblieft de prullenbak in!

            Als ze echt om gokverslaving gaven, dan zorgden ze voor voldoende psychologische hulp voor gokverslaafden in de basis verzekering. En nam men adequaat actie op meldingen van gokverslaving. Wat je niet doet is iedereen het gokken verbieden, behalve bij partijen die de overheid geld geven. Daar heeft nog geen gokverslaafde ooit zich door laten tegenhouden.

          3. Het probleem ligt er juist in dat dit zogenaamde ontmoedigingsbeleid enkel en alleen is terug te vinden op papier. Feitelijk is de gokwetgeving en zeker het gevoerde beleid erop gericht om gelden binnen te halen.

            Het bovenstaande is in strijd met de Europese regelgeving omdat je je niet op beide tegenovergestelde doelen mag richten.

            Daarom bevreemt het mij ook zo dat de Nederlandse overheid met het online gokken er zo openlijk voor uit is gekomen dat het werven van fondsen een doel opzich is, zie hiervoor de afspraken die zijn gemaakt bij de coalitievorming van dit kabinet.

            Mijns inziens kan het nu vigerende beleid dan ook geen stand houden in het licht van de Europese regelgeving.

  5. De regulering van online gokken betreft een zeer lastig vraagstuk zolang de Nederlandse overheid ervoor kiest om het online gokken te gebruiken als een melkkoe. Het wettelijk reguleren van online gokken draagt dan ook meer bij aan een toename van online gokken dan aan de bescherming van de consument. De kansspelautoriteit vormt daarbij een verlengstuk van de Nederlandse overheid.

    Het online gokken is sinds geruime tijd al toegestaan door de kansspelautoriteit onder het mom van ‘e-commerce’. Zie bijvoorbeeld de toto waarbij men rechtstreeks op bijvoorbeeld voetbalwedstrijden kan wedden. Ook indien er geen enkele basis is, welke ik toch al twijfelachtig vind, staat de kansspelautoriteit het nog toe om gebruik te maken van internetverkoop, dit betreft met name krasloten. De kansspelautoriteit heeft hierover aangegeven dat zij geen prioriteit zien in de handhaving, van wat notabene geldende wetgeving is, dat u krasloten ook via internet kunt kopen is dus geheel op het conto van de kansspelautoriteit toe te schrijven.

    Deze club moet nu ons, lees de consument, gaan beschermen… Althans zij dienen de inkomsten van de staat zoveel mogelijk te garanderen door het opleggen van boetes voor ‘illegale’ online gokaanbieders.

    Prioriteit nummer 1 zou moeten zijn het beschermen van de consument en de samenleving tegen de negatieve gevolgen van (online) gokken. Gezien het duidelijke beeld in de parlementaire geschiedenis en het daadwerkelijk uitspreken dat de Nederlandse overheid gokken als geldkoe ziet en de kansspelautoriteit slechts een verlengstuk vormt hiervan zie ik slechts hoop in de Europese commissie om een oordeel te vellen over het inconsistente en illegale beleid van de Nederlandse overheid.

    Men kan zich niet richten op de inkomsten en de bescherming van de consument. De peilers van het Nederlandse gokbeleid lijken dan ook onder het geheel uit geslagen te worden,,,alles voor het geld zullen we maar zeggen.

  6. Eerdere internet blokkades waren altijd op DNS niveau en alleen bij internettoegangproviders.

    Een blokkade wordt voor eenvoudige gebruikers al een stuk effectiever als A) de blokkade ook op IP adres plaatsvind en B) de blokkade ook door hostende partijen moet worden ingesteld.

    En als daarnaast ook de finaciele wereld een blokkade instelt zodat betaalverkeer met de betrokken goksite en/of aanverwante bedrijven onmogelijk wordt gemaakt.

    Het omzeilen van een betere intenetblokkaade en ook een financiele blokkade maakt het gebruik van dit soort internetdiensten toch een stuk lastig en dat maakt het voor veel mensen minder aantrekkelijk.

  7. Het enige dubbele gevoel dat ik heb is dat ik het enerzijds goed vind dat de overheid “betrouwbare” gok-sites als zodanig herkenbaar maakt voor consumenten, maar anderzijds het een ontzettend slecht idee vind om de integriteit van het vrije, open internet aan te tasten, zeker voor zo’n klein issue als het bestaan van onbetrouwbare goksites. Waarom kunnen we het internet niet zien als een ruimte die bestaat uit uitingen, en accepteren dat we zoiets als uitingsvrijheid hebben? Ik ben extreem argwanend naar elke beperking van de uitingsvrijheid, en voor zover problemen niet opgelost kunnen worden zonder beperking van de uitingsvrijheid, heb ik in veel gevallen nog liever dat problemen dan maar niet worden opgelost. Dat geldt zeker in dit geval: illegale goksites veroorzaken alleen problemen bij die paar mensen die zo onverstandig zijn om met die sites in zee te gaan; internetcensuur treft iedereen. “Bepaalde informatie is illegaal” is iets waar ik me niet in kan vinden. Auteursrechten (in de huidige vorm) kan ik me om die redenen ook niet in vinden.

    Wat ik trouwens nog vind ontbreken is goede voorlichting van het publiek dat gokken misschien leuk is, maar financieel gezien onverstandig, zelfs bij de meest betrouwbare aanbieders. Misschien ben ik te cynisch, maar heeft de overheid misschien, via de overheids-casino’s en -loterijen, een perverse incentive om dit soort voorlichting niet te geven?

    Ik heb ook niet zo’n vertrouwen in die “toets van de rechterlijke macht”. Normaal is in een rechtszaak sprake van hoor en wederhoor, waardoor de rechter beide kanten van een verhaal te horen krijgt. Is dat niet het geval, dan leert de enige overgebleven partij al snel hoe ‘ie een verzoek moet verwoorden om zijn zin te krijgen bij de rechter, en kan de rechter al snel reduceren tot een handtekeningenzetter. Worden alle partijen in dit geval gehoord? Gaat de rechter aan mensen vragen “wat vindt u er van als we deze website voor u blokkeren”?

    Slechte censuur is zinloos, en goede censuur is niet te controleren. Hoe kan je als burger controleren of een website terecht is geblokkeerd, als je die website niet kunt bezoeken? Een censuur-systeem is kwetsbaar voor misbruik door de autoriteiten, en zelfs bij afwezigheid van misbruik is het kwetsbaar voor feature creep. Eergisteren was het kinderporno, gisteren was het file sharing, vandaag is het goksites. Wat is het morgen? Ongewenste politieke/religieuze organisaties? Moet je echt willen dat censuur een middel is dat de overheid mag en kan toepassen?

    1. Het beleid van de Nederlandse overheid is er niet op gericht om alleen betrouwbare websites beschikbaar te maken voor het publiek, er zijn immers genoeg aanbieders welke in een ander land reeds een vergunning hebben verkregen onder soms nog strengere voorwaarden. Deze aanbieders zijn illegaal voor zover zij zich op de Nederlandse markt richten, om het simpele feit dat zij in Nederland geen vergunning hebben (lees: niet betalen…).

      Zolang dit het hoofddoel blijft zal een adequate bescherming van het volk nooit tot de opties behoren.

    2. We hebben het over het aanbieden van (kans-)spelen. Dat vind ik wezenlijk anders dan het plaatsen van uitingen. Een spel aanbieden is een dienst, en ik vind het een stuk normaler om dienstverlening aan het publiek te reguleren. Wil jij roepen dat sinaasappelsap kanker geneest, dan is dat één ding; het verkopen met die aanprijzing is heel wat anders. Ik zie dit dus fundamenteel niet als een probleem binnen de uitingsvrijheid. Er wordt geen informatie illegaal verklaard, maar een dienst. Dit valt binnen het grondrecht van ondernemen en vanuit volksgezondheid e.d. mag daar eerder ingegrepen worden. Het raakt andere belangen.

      1. Die service bestaat voor een deel uit handelingen op het internet, en dat deel bestaat uit uitingen. Uitingen gaan heen en weer in de trant van “I wil de pagina op deze URL” -> “Dit is de pagina op die URL”, enzovoort. Het voorstel is blijkbaar dat internetaanbieders moeten inbreken op dat deel van het proces, en dat is een inbreuk op de uitingsvrijheid. Al is het maar de uitingsvrijheid van de internetprovider: die moet gewoon eerlijk kunnen zeggen “upstream DNS geeft dit IP-adres terug”, en “ik kreeg de volgende response van de server”.

        Er is nog een ander deel van de service: server-side draait er software die het proces van de spellen, loterijen en dergelijke uitvoert, met random number generatoren, evaluatie van de spelregels enzovoort. Hoewel ik ook daar in principe tegen een verbod ben, is het verbieden van dat deel (dus het hosten van het aangeboden proces) minder ingrijpend, geen inbreuk op de uitingsvrijheid en, zolang we accepteren(*) dat aanbieders in het buitenland, op hidden services en dergelijke vrij spel hebben, geen gevaar voor het open internet. Volgens mij is dit de bestaande situatie.

        (*) Waarom dat accepteren? Omdat de maatregelen die nodig zouden zijn om dat aan te pakken wel een bedreiging zouden vormen.

        1. Dat is me te geconstrueerd. Zo kun je alles namelijk wel een mening noemen. Als ik jou doodsteek, dan is dat ook een meningsuiting want ik roep “Sterf!”. Dat er bij dienstverlening wordt gepraat, geloof ik graag maar maakt de aard van het recht nog niet ineens een meningsuiting. Net zo min als een onderhandeling over privacy gaat omdat ik mijn bodemprijs niet wil vertellen. Alles heeft wel aspecten van iets anders. Maar in de kern is dienstverlening dienstverlening, ik doe iets omdat jij betaalt/advertenties kijkt. Dát reguleren is wat anders dan uitingen reguleren.

          Je punt over waar de blokkade moet liggen zie ik. Dat is alleen een heel andere discussie, die gaat over proportionaliteit en effectiviteit. Die voer ik graag maar ik vind nu even de vraag interessanter waarom alles een meningsuiting is en derhalve nimmer gereguleerd mag worden.

          1. Iets is een uiting als het puur bestaat uit informatie-overdracht. Niet elke uiting is trouwens een meningsuiting, maar uitingen zouden eigenlijk vrij moeten zijn ongeacht of ze wel of niet uit meningen bestaan.

            Als je mij dood steekt, dan doe je meer dan alleen informatie-overdracht: je steekt ook een mes in mijn lichaam. Mijn lichaam is mijn eigendom: daar mag je niet zonder mijn toestemming dingen in steken, en je mag niet zonder mijn toestemming schade aanrichten. Jouw recht om met je mes te steken houdt op waar mijn eigendom begint (afhankelijk van waar je steekt zou dat al bij mijn kleding beginnen). Dat jij dan “Sterf!” roept is irrelevant: dat deel (het roepen) is toegestaan, maar het doodsteek-deel niet.

            Verder is de discussie over proportionaliteit en effectiviteit volgens mij erg belangrijk. Waarom scheer ik alle uitingen over één kam? Omdat je anders ofwel verliest op proportionaliteit, ofwel op effectiviteit. Om effectief te zijn moet je bij elke uiting (zeg maar, elk IP-pakketje) kijken of ‘ie door de beugel kan. Daarvoor moet je naar de inhoud van de uiting kijken. Je bent nog steeds ineffectief als niet-toegestane inhoud niet onderscheiden kan worden van toegestane inhoud, bijvoorbeeld door gebruik van proxies, encryptie en/of steganografie. Zulke middelen moeten dus ofwel gekraakt worden, ofwel heel moeilijk gemaakt worden, ofwel worden verboden. Je begrijpt dat de proportionaliteit dan ver te zoeken is.

            1. Ik zie “ik wil graag dat meerzadenbrood” gevolgd door “dat kan, 2.99 alstublieft” niet het soort uiting waar de uitingsvrijheid over gaan. Het zijn technisch uitingen maar ze zijn zó onbeduidend dat ik ze laat samenvallen met wat er eigenlijk gebeurt: een handelstransactie. Daarom vind ik het dan niet gepast om je daar op uitingsvrijheid te beroepen wanneer je bijvoorbeeld blijkt die prijs zonder btw te noemen. Dat soort uitingen reguleren raakt niet aan de uitingsvrijheid.

              Die discussie over proportionaliteit en effectiviteit staat los van of alles een uiting is. Als een maatregel raakt aan een grondrecht, dan ga je onderzoeken of sprake is van proportionaliteit en effectiviteit. Daarbij is de vraag van onderscheid inderdaad van belang, dat bepaalt immers grotendeels de effectiviteit. Maar niet proportionaliteit: je móet niet elke maatregel invoeren als je een activiteit verboden hebt. Moord is verboden maar toch doen we niet alles dat theoretisch denkbaar is om moord te verhinderen.

            2. Je bent nog steeds ineffectief als niet-toegestane inhoud niet onderscheiden kan worden van toegestane inhoud, bijvoorbeeld door gebruik van proxies, encryptie en/of steganografie.

              Volgens die logica moet je ook de maximumsnelheid maar afschaffen, want die kan je ook alleen echt effectief handhaven door alle auto’s op de Nederlandse wegen consequent te monitoren. De overgrote meerderheid van alle wet- en regelgeving in niet volledig te handhaven. Als het maar goed genoeg helpt. Voor zoiets als gokken is dat vrij gemakkelijk, want als er niet genoeg gokkers zijn, omdat illegaal gokken lastig is gemaakt, dan is het voor criminelen niet interessant zich daar op te richten.

              Verder is vrijheid van meningsuiting niet een doel op zich, maar een middel om via open discussie tot de beste samenleving te komen. Als je een illegale goksite ziet als een ‘uiting’, dan is het wel een uiting die de via dat democratische proces tot stand gekomen regelgeving actief ondermijnt. Dat kan je dus net zo goed zien als een inbreuk op de hele filosofie achter vrijheid van meningsuiting en de rol daarvan in een democratische rechtstaat.

              1. Ik zie je punt: dat je een regel hebt hoeft nog niet te betekenen dat je die regel effectief moet handhaven. Alleen: ik heb het argument al wel vaak langs zien komen: “we moeten dit of dat doen, want dat is nodig om deze regel effectief te handhaven”. Het argument klopt niet, maar wordt wel vaak gehanteerd. Het invoeren van de regel is in mijn ogen een eerste stap op weg naar een wereld waarin de effectieve handhaving wel wordt toegepast. Dan denk ik: denk bij het invoeren van de regel meteen na over wat er nodig is voor effectieve handhaving, en of dat gewenst is. Zo niet, waarom zou je het verbod dan nog invoeren?

                In dit geval gaat het wetsvoorstel al meteen te ver op het gebied van handhaving: dit mag nooit een taak van internetproviders worden; die moeten nooit gaan filteren. Dat is waar ik over struikel.

                Vrije meningsuiting is inderdaad een middel om via open discussie tot de beste samenleving te komen, maar is daarnaast ook een onderdeel van vrijheid als geheel, dat ook een middel is dat mensen in staat stelt het leven van zichzelf en anderen te verbeteren. Vrije meningsuiting is nodig voor democratie, maar het is niet ondergeschikt aan democratie; democratie is ook maar een middel. Voor zover ik weet is democratie (dat trouwens betere en slechtere vormen kent) de beste manier om tot collectieve beslissingen te komen. In mijn ogen moet je beslissingen alleen collectief nemen als dat echt noodzakelijk is, en is het, als het maar even mogelijk is, beter om mensen vrij te laten individueel beslissingen te nemen. In mijn ogen is democratie dan ook niet het heilige einddoel.

                Misschien zijn de “uitingen” die gepaard gaan met het opereren van een goksite niet de meest maatschappelijk relevante (behalve misschien als de site-operator politiek is gemotiveerd en dit doet als “burgerlijke ongehoorzaamheid”, maar dat terzijde). Het zijn alleen wel uitingen, en om ons verre te houden van het blokkeren van maatschappelijk relevante uitingen, is het het beste om alle uitingen te beschermen. Zoals ik eerder schreef: effectieve censuur is niet te controleren. Hoe kan ik controleren of een geblokkeerde site terecht is geblokkeerd omdat er gok-spellen werden aangeboden, en niet vanwege een maatschappelijk relevante inhoud? Houd je gewoon verre van elke censuur, dan krijg je dit soort vragen niet.

                Dat betekent niet dat je goksites, op basis van uitingsvrijheid, niet zou mogen verbieden. Maar: je moet dat dan aanpakken op het end point van de communicatie: de site operator en/of hoster. Van de communicatie moet je afblijven. Een verbod van zulke goksites zal niet effectief zijn, want ze opereren meestal gewoon vanuit het buitenland. Dat is op zich al een argument om zo’n verbod niet te moeten willen. Je ziet nu precies gebeuren wat ik eerder beschreef: om dit niet-effectieve verbod te handhaven worden buitenproportionele maatregelen voorgesteld. Ik leef dan liever in een land waar zo’n verbod gewoon niet effectief wordt gehandhaafd, of, beter nog, wordt afgeschaft. Dit is immers iets wat op individueel niveau kan worden opgelost: mensen kunnen zelf beslissen om niet aan zulke gokspellen mee te doen, en 99.9% van de mensen is zo verstandig. De resterende 0.1% moeten we ook een humaan leven gunnen, maar daarvoor is het echt niet nodig om het internet van elke Nederlander te filteren.

    3. “Waarom kunnen we het internet niet zien als een ruimte die bestaat uit uitingen” Omdat dat het niet is. Internet is combinatie van verschillende technologische oplossingen, een manier om data uit te wisselen tussen computers. Je bekijkt ook alles heel erg van één kant, die van mogelijke beperking van vrijheid. Er is ook een andere kant: die van het ondermijnen van de democratisch tot stand gekomen Nederlandse wetgeving.

      1. “data uitwisselen tussen computers” zie ik als het zelfde als “uitingen maken”. Als ik mijn computer de opdracht geef om bepaalde data te versturen naar jouw computer, dan is dat een uiting van mij naar jou, ongeacht het niveau van automatisering, en ongeacht hoe triviaal die uiting is.

        Ik ben mij bewust van het spanningsveld tussen technologie en democratie. Ik ontwikkel zelf graag technologie waarvan ik hoop dat die de wereld verbetert, mogelijk op manieren die democratisch niet zou zouden worden gedaan. Aan de andere kant is technologie niet heilig: ik zie ook zeer schadelijke ontwikkelingen, en ik probeer me daartegen te verzetten, al is het maar door schadelijke technologie niet te gebruiken.

        Democratie heeft een air van legitimiteit, doordat zij die (in theorie) de beslissingen maken de stem hebben gekregen van een meerderheid van de stemmers. Maar hoe ver gaat die legitimiteit? Als kiezer kan je eens in de vier jaar een stem uitbrengen op één persoon. Op basis waarvan kan je die keuze maken? Dat kan toch alleen op basis van de meest belangrijke punten waarop kandidaten verschillen? De minder belangrijke punten, en de punten waarop kandidaten niet verschillen, kan je niet in je stem meenemen. Hebben de gekozen volksvertegenwoordigers op die punten dan wel legitimiteit?

        Zou het beter gaan in een directe democratie, met referenda? Misschien wel. Maar als Duitsland een referendum uitschrijft met de vraag of Nederland bij Duitsland moet worden ingelijfd, en alle Duitsers stemmen voor en alle Nederlanders stemmen tegen, geeft de meerderheid van voor-stemmers dan legitimiteit aan een inlijving van Nederland bij Duitsland? Democratie blijft de dictatuur van de meerderheid. In de verhouding tussen de democratische beslissing en een minderheidsgroep of een individu is de democratische beslissing niet per sé legitiem.

        Technologie kan democratische wetgeving ondermijnen; dat kan gewenst of ongewenst zijn. Praktisch gezien moet de wetgever gewoon rekening houden met o.a. technische mogelijkheden en onmogelijkheden bij het bepalen van de effectiviteit van wetgeving, en mogelijke neveneffecten van wetgeving of van handhaving. Sommige wetgeving is gewoon dom of schadelijk; ik denk dat dat hier het geval is. Of onze volksvertegenwoordiging hier nu voor of tegen stemt verandert daar niets aan.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.