Hyperlinken naar inbreukmakend materiaal is soms auteursrechtinbreuk (zucht)

ketting-chain-link.pngVolgens het Europees Hof van Justitie is het linken naar auteursrechtelijk materiaal dat illegaal online is gezet niet toegestaan, mits dit gebeurt met een winstoogmerk en degene die de link plaatst weet dat het materiaal illegaal online staat. Dat meldde Nu.nl gisteren. Het arrest (zaaknr. C-160/15)

Dat hyperlinken onder het auteursrecht mag, wisten we al een tijdje. Maar als je die uitspraken strikt leest, dan gingen ze over situaties waarin het bronmateriaal (waarnaar gelinkt werd) legaal online stond. En dan kun je je afvragen hoe dat uitpakt bij zaken die niet (of twijfelachtig) legaal online staan.

Dat deed onze Hoge Raad ook in de zaak GeenStijl/Sanoma over de gelekte naaktfoto’s van BN’er Britt Dekkers. GeenStijl had gelinkt naar die foto’s, terwijl ze nog niet officieel gepubliceerd waren. (Nieuws, dat lek? Zeker. Maar nieuwswaarde maakt niet dat je zomaar de auteurswet mag schenden.)

Juridisch gezien komt de vraag neer of hier sprake is van een “nieuwe openbaarmaking”, oftewel of je een nieuw publiek het werk aanbood met je link. Het Hof van Justitie had bij die eerste hyperlinkzaken gezegd van niet, omdat een link naar een internetpagina geen “nieuw publiek” aanboort. Heel internet kón al bij die pagina, en na die link nog steeds. Dus geen nieuw publiek.

Maar hoe zit dat bij illegaal materiaal? Ik meen dat dat niet uitmaakt: het werk stáát online en is dus voor heel internet beschikbaar. Maar het Hof van Justitie ziet dat echt anders. Dat er geen aanvullende toestemming nodig is voor een link naar legaal materiaal, impliceert dat die wél nodig is voor illegaal materiaal:

Integendeel, deze beslissingen bevestigen het belang van een dergelijke toestemming voor de toepassing van die bepaling, aangezien deze laatste nu juist bepaalt dat voor elke handeling bestaande in een mededeling van een werk aan het publiek toestemming moet worden verleend door de auteursrechthebbende.

Dat voelt lichtelijk als een cirkelredenering: het is een mededeling aan een nieuw publiek, dus er is toestemming nodig, want er is toestemming nodig omdat het een nieuw publiek is. Eh.

Vervolgens introduceert het Hof nóg weer een nieuw criterium, of eigenlijk twee. Allereerst: wist je of moest je weten dat je linkte naar iets illegaals?

Wanneer daarentegen vaststaat dat een dergelijke persoon wist, of moest weten, dat de door hem geplaatste hyperlink toegang geeft tot een illegaal op internet gepubliceerd werk, bijvoorbeeld doordat hij daarover gewaarschuwd is door de auteursrechthebbenden, moet ervan uitgegaan worden dat de verstrekking van die link een „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 vormt.

En daarbij maakt het uit of je handelt met winstoogmerk, een begrip dat de Auteurswet eigenlijk niet kende:

Bovendien kan, wanneer het plaatsen van hyperlinks geschiedt met een winstoogmerk, van de hyperlink-plaatser worden verwacht dat deze de nodige verificaties verricht om zich ervan te vergewissen dat het betrokken werk op de site waarnaar die links leiden niet illegaal is gepubliceerd, zodat moet worden vermoed dat die plaatsing is geschied met volledige kennis van de beschermde aard van dat werk en van het eventuele ontbreken van toestemming van de auteursrechthebbende voor de publicatie op internet.

(De motivatie voor deze conclusie is uiteindelijk de standaardregel uit het auteursrecht: als het vervelend is voor de rechthebbenden dan is het verboden.)

Als ik het mag samenvatten: als je weet of moest weten dat je linkte naar iets illegaals, dan zit je fout – en als bedrijf heb je een onderzoeksplicht over de status van waar je naar linkt. Je moet bewijs leveren dat je wist dat het légaal was, en kun je dat niet dan overtreed je het auteursrecht. Inderdaad, ik ga nu ook extra voorzichtig zijn met outbound linkjes.

Een particulier heeft minder te vrezen. Daarvan wordt niet (snel) verondersteld dat hij weet dat hij linkt naar iets illegaals. Dat is immers voor gewone mensen lastig te zien, particulieren hebben geen verstand van licentieovereenkomsten, sublicenties en dat soort zaken. Dus daar ligt de bewijslast bij de rechthebbende én ligt de lat hoog. Wat weinig rechthebbenden er van zal weerhouden om particulieren aan te spreken alsof het GS Media is.

Maar Arnoud, is dat nou écht zo erg? We wisten al dat je niet mag hyperlinken naar illegaal aanbod, dat is immers maatschappelijk onzorgvuldig. Klopt, maar die jurisprudentie was altijd beperkt tot grootschalig linken, en deze uitspraak gaat ook over één hyperlink. Plus, bij een auteursrechtinbreuk kun je meer als rechthebbende: je kunt een ex parte verbod krijgen (een vonnis zonder wederhoor) én de hyperlinker moet jouw volledige advocaatkosten betalen. Ook kun je bij een tussenpersoon (zoals je hoster) nu eisen dat hij de pagina met link offline haalt. Dat heb je niet bij de oude Nederlandse situatie. Dus nee, ik vind dit érg zorgelijk.

Arnoud

26 reacties

  1. Een particulier heeft minder te vrezen.

    Is dat zo ? Hangt dat niet af van de vraag wanneer er sprake is van een winstoogmerk ? Is dat bijvoorbeeld al het geval als je wat advertenties op je hobby-site hebt staan ? En wat als je een gratis blog-site gebruikt die gefinancierd wordt door advertenties ? Dan heb je misschien wel ‘winst’ omdat je door die advertenties niet hoeft te betalen voor die dienst. Overigens ook nog een listige : wie zegt dat de pagina waar ik vandaag nog legaal naar kan linken morgen nog een legale inhoud heeft ?

  2. Volgens mij ben je wat te kort door de bocht met de conclusie over bedrijven. Als je het doet met winstoogmerk, staat er. Als de bakker op de hoek, wiens winst toch echt uit het maken en verkopen van brood komt, op zijn website linkt naar illegale content om maar een mooi plaatje te hebben, moet je toch knap redeneren om dit een ‘winstoogmerk’ te noemen.

    Als je natuurlijk de aandacht trekt naar je website met illegale content in de hoop bezoekers, en daardoor advertentieinkomsten binnen te halen, is het een ander verhaal.

    Ik denk dus niet dat je je meteen zorgen hoeft te maken over uitgaande links.

  3. In het EU recht worden begrippen wel eens anders gebruikt dan in onze taal, zeker als het gaat om vertalingen. Zo is winstoogmerk niet 1 op 1 te vertalen met positief resultaat uit economische activiteiten. Zeker niet als het om iets anders lijkt te gaan dan zuivere economische activiteiten, zoals hier waarbij het bereiken van (meer) publiek de (kennelijke) activiteit is.

    De gehanteerde redeneringen geven een duidelijk signaal dat de opvatting “beschikbaar = gepubliceerd = herbruikbaar” genuanceerd moet worden vanuit het oogmerk van de rechthebbende. In geval van (bewust) ongegeneerd herpubliceren geldt dan per definitie dat niet is voldaan aan niet meer dan een fatsoenlijke zorgplicht

      1. De uitspraak ontbeert elke logica, maar is toch in lijn met waar de content industrie zwaar voor lobbyt in de EU. If it walks like a duck and talks like a duck … zal je erg overtuigend moeten zijn om mij te laten geloven dat het geen duck is.

        Deze uitspraak is niet het gevolg van de anti-EU lobby, maar van de lobby werkzaamheden van de content industrie.

        Een groot nadeel van de EU is dat de lobby industrie nu veel effectiever kan werken. In plaats van ieder land apart hoeft men alleen nog in Brussel de neuzen de gewenste kant in te krijgen. Het is een miljarden industrie met 30.000 lobbyisten in Brussel. Als bedrijven, die medewerkers ontslaan om een grijpstuiver te besparen, miljoenen uitgeven aan lobbyen dan verwachten ze daar iets voor te krijgen. De regels zouden een stuk strenger moeten, maar helaas. Degene die de regels strenger kunnen maken, zijn degenen die er nu van profiteren. Reken er dus maar niet op dat er iets verandert.

        1. Ik vrees dat de EU deze boodschap in het geheel niet zal oppikken, ook na de Brexit niet, en ook niet als binnen een paar jaar, na rechts-populistische verkiezingswinsten er nog een paar landen uitvallen (Frankrijk, mogelijk een paar Centraal-Europese landen), en het geheel als een kaartenhuis in elkaar stort. Helaas zal dat de verhouding lobbyist-wetgever niet verbeteren. Integendeel: de landen afzonderlijk zijn stuk voor stuk makkelijker te manipuleren dan de grote moloch die de EU nu is. De voorstanders van TTIP zullen gejuigd hebben na het Brexit referendum, want Engeland is veel makkelijker te manipuleren dan de EU.

          Wat mij betreft moet het hele systeem van auteursrechten radicaal herzien worden, met als expliciete doelstelling het beschikbaar krijgen van een ruime selectie van werken tegen de laagst mogelijke kosten voor de consument, maar dat gaat in het huidige politieke systeem niet zo snel gebeuren. Dan is het maar beter dan het niet goed gehandhaafd wordt (en kan worden), en we de regels zoveel mogelijk maar negeren en weglachen. Er is geen enkele morele verplichting om je aan regels te houden die geen algemeen maatschappelijk doel dienen, en tot stand zijn gekomen door corruptie of incompetentie.

    1. Iedereen heeft tegenwoordig een lobbyist in Brussel, ook de consumentenorganisaties. In beginsel is daar niets mis mee: als er ergens regels gemaakt worden is het immers belangrijk dat degene die het voorwerp van die regels zijn hun mening daarover kunnen geven. Het is essentieel dat belangengroepen geconsulteerd worden. Het alternatief is de bekende ivoren toren. Het wordt een probleem als een bepaalde lobby groep te veel invloed heeft.

      Om te stellen dat lobby groepen ook een te sterke invloed hebben op het Europese Hof van Justitie gaat nogal ver. Dat durven er toch niet veel te beweren.

      Je lijkt trouwens te suggereren dat het EU Hof bij het doen van een uitspraak rekening zou moeten houden met de gevolgen van die uitspraak voor het imago van de EU. Lijkt me niet waar rechters voor zijn.

      1. Afgeschoten door wie? De eerste kamer? Een Nederlandse rechter? Een Europese rechter? Hoe hard is de precedentwerking van deze uitspraak? Kunnen we in de toekomst niet gewoon zeggen “nee, dit is een gestoorde uitspraak, het moet anders”?

          1. Als er een aangepaste wet komt in Nederland waarin wordt besloten dat dit voortaan anders moet dan verwacht ik niet dat een rechter dit gaat afschieten. Een rechter toetst de wet en als de wet veranderd, dan veranderd de rechtspraak mee. In het meest extreme geval wordt er door een rechter getoetst (of legt hij een vraag voor) of het niet in strijd is met Europese regelgeving (zoals hier gebeurt is). Zoals Corné aangeeft is het maar de vraag of wij met een aangepaste implementatie van de richtlijn hier niet gewoon mee weg kunnen komen. Alhoewel de expliciete tekst die door Corné wordt geformuleerd volgens mij de Giegeltoets niet doorkomt in het kader van de richtlijn.

  4. Maar wat nou als ik als hobbyist bijvoorbeeld een blog heb zonder winstoogmerk, daar een hyperlink opzet naar materiaal dat inbraak doet op auteursrechten en Geen Stijl vervolgens naar mijn blog linkt (al dan niet vanwege mijn link). Dan is mijn site legaal (want: geen winstoogmerk) en dus de link van Geen Stijl ook? Maar het resultaat is nog steeds dat er naar illegaal materiaal wordt verwezen.

  5. Deze uitspraak geeft richtlijnen over hyperlinken naar inbreukmakend materiaal. Het is jammer dat het hof geen terloopse opmerking heeft gemaakt over insluiten/iframen. Het is de vraag of hierbij een nog stringentere toets moet worden aangelegd. Ik zie niet waarom dit het geval zou zijn, maar het hof kon hier eenvoudig duidelijkheid over verschaffen.

    Sommige beheerders zullen wel schrikken van het stukje “wanneer het plaatsen van hyperlinks geschiedt met een winstoogmerk”. Ik denk even specifiek aan een gemodereerde website met banners en user-generated content.

  6. Ik kan het “plaatsen van hyperlinks met winstoogmerk” op twee manieren lezen. Wat ik in de reacties lees is het plaatsen van hyperlinks op een site met winstoogmerk (laten we de vraag of een hobbysite met advertenties een winstoogmerk heeft even buiten beschouwing). Als ik naar de taal (ook in de Engelstalige versie van de uitspraak) kijk dan moet het plaatsen van de hyperlink zelf een winstoogmerk hebben. In het specifieke geval moge duidelijk zijn dat de hyperlink een belangrijk onderdeel van het (met winstoogmerk geplaatste) drietal van artikelen was. Het feit dat er drie versies (met verschillende links) zijn maakt dat nog eens duidelijk.

    Wat in de uitspraak ook een rol lijkt te spreken (maar niet direct terugkomt in de uitleg paragraaf is het feit dat the locaties wellicht vindbaar waren maar bepaald niet gemakkelijk, en er daardoor feitelijk een veel groter publiek bereikt werd. Binnen het Amerikaans recht zou het waarschijnlijk “contributory infringement” zijn, ongeveer gelijk tot het aanzetten tot auteursrechtinbreuk. Hoe dat precies uitkomt weet ik niet, maar het is duidelijk een onrechtmatige daad waar in principe op zijn minst schadevergoeding voor moet worden betaald.

    1. Maar zou het ook gezien moeten worden als een inbreuk op auteursrecht? Zoals Arnoud aangeeft in zijn laatste alinea heeft dat een aantal belangrijke juridische consequenties wanneer weggezet tegen ‘slechts’ onrechtmatige daad.

  7. Het Hof van Justitie had bij die eerste hyperlinkzaken gezegd van niet, omdat een link naar een internetpagina geen “nieuw publiek” aanboort. Heel internet kón al bij die pagina, en na die link nog steeds. Dus geen nieuw publiek.

    Zonder URI kun je niet bij een pagina. Pas als je een URI hebt kun je een pagina benaderen. Publicatie van content op het internet vereist dus altijd een URI.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.