Amerikaanse zedendelinquent heeft recht op sociale media

De Amerikaanse staat North Carolina mag mensen die zijn veroordeeld wegens een zedendelict niet verbannen van de sociale media zoals Facebook. Dat meldde Nu.nl vorige week. De verbanwet is in strijd met de free speech-artikelen uit de Amerikaanse Grondwet, waaronder (net als bij ons) ook het recht valt om kennis te nemen van informatie. Een categorisch socialmediaverbod -ook indien beperkt tot social media waar kinderen komen- is dan ook in strijd met dat grondrecht.

De betreffende wet was aangenomen in de Amerikaanse staat in 2008, met als doel kinderen te beschermen tegen sex offenders die immers via social media gemakkelijk contact zouden kunnen leggen. Letterlijk luidt het verbod:

It is unlawful for a sex offender who is registered in accordance with Article 27A of Chapter 14 of the General Statutes to access a commercial social networking Web site where the sex offender knows that the site permits minor children to become members or to create or maintain personal Web pages on the commercial social networking Web site.

Daar is weinig juridisch aan: als een social media site (“Facilitates the social introduction between two or more persons for the purposes of friendship, meeting other persons, or information exchanges”) minderjarigen toelaat, dan mag je er niet komen. Gewoon nooit niet, ongeacht of je in de buurt komt van die minderjarigen of alleen maar -zoals de eiser in deze zaak- op je Facebook roept dat je blij bent dat je verkeersboete wordt kwijtgescholden.

Maar dat gaat dus zomaar niet, dat is véél te lomp en ongenuanceerd omdat we het hier hebben over een zeer belangrijke bron van kennis, informatie en uitwisseling van gedachten. Het Supreme Court formuleert het zo in haar beslissing de wet ongeldig te verklaren:

Social media allows users to gain access to information and communicate with one another about it on any subject that might come to mind… By prohibiting sex offenders from using those websites, North Carolina with one broad stroke bars access to what, for many, are the principal sources for knowing current events, checking ads for employment, speaking and listening in the modern public square, and otherwise exploring the vast realms of human thought and knowledge. These websites can provide perhaps the most powerful mechanisms available to a private citizen to make his or her voice heard.

Mooie grote woorden altijd in zo’n arrest, maar er zit natuurlijk wel wat in. En het algemene principe erachter -je kunt niet zomaar iemand toegang tot een belangrijke informatiebron ontzeggen- geldt ook bij ons. Een wet in Nederland van diezelfde strekking zou zonder twijfel in strijd zijn met artikel 10 EVRM, de informatievrijheid.

Een socialmediaverbod kán wel, maar moet dan op de persoon toegesneden zijn. Een voorbeeld is deze zaak uit 2013, waarin een meneer op straffe van dwangsommen werd verboden nog socialmediaprofielen aan te maken, omdat hij maar bleef doorgaan met zijn ex-partner zwart te maken en te belagen met allerhande teksten. Eerdere contactverboden en dergelijke hadden geen effect. En ja, dat was dus een buitengewoon grof middel dat hier werd ingezet maar meneer had het er kennelijk naar gemaakt.

Arnoud

Eén reactie

  1. Toch nog 1 comment op deze post, vlak voor 2018! 🙂 Prettige jaarwisseling! :)</p?

    Dit is natuurlijk wel een mooi voorbeeld van hoe de wetgeving achter loopt op techniek. Zo’n 15 jaar geleden was het Internet nog lang niet zo belangrijk als tegenwoordig en het zou toen mogelijk niet onevenredig geweest zijn. Maar nu zit iedereen op Facebook te Tweeten en zo, en is Internet ons leven helemaal binnen gekropen. Een verandering in technologie die deze wet uiteindelijk de nek om draait…

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.