Van rare websites krijg je rare vergeetrechtzaken

Een arts die op de vingers is getikt door het tuchtcollege moet verwijderd worden uit de zoekresultaten van zoekmachine Google. Dat meldde Trouw vorige week. Waarmee ze overigens bedoelen dat een bericht over dat vingertikken verborgen moet blijven in de zoekresultaten, niet dat de arts geheel onvindbaar moet worden. De rechtbank Amsterdam had in december vorig jaar bepaald dat het ging om een irrelevant en tendentieus bericht, dat de arts niet hoefde te worden nagedragen ondanks de voorwaardelijke schorsing die hem door de tuchtrechter was opgelegd. Een baanbrekende zaak, aldus zijn advocaat, maar wat mij betreft is dit niets bijzonders en klopt het helemaal met de regels die we al hadden.

De arts had enkele jaren terug een operatie uitgevoerd en daarbij een fout gemaakt. Dat leidde tot een tuchtrechtelijke procedure onder de Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). De arts kreeg in eerste instantie een schorsing opgelegd, maar in hoger beroep werd dat een voorwaardelijke schorsing.

Wie nadien op de naam van de arts zocht, vond hoog in de resultaten de site zwartelijstartsen punt nl (die zelf zegt “Deze website is niet bedoeld als leedtoevoeging of schandpaal.” maar ik zie dat anders) met daarin naam, BIG nummer en foto van de arts, plus de tuchtrechtelijke uitspraak en een citaat uit een regionale krant over de kwestie.

De arts had nogal last van die vermelding, en vroeg Google om verwijdering uit zoekresultaten op zijn maam. Die weigerde dat, omdat het om zakelijke berichtgeving ging over zijn professionele activiteiten. De Autoriteit Persoonsgegevens was dezelfde mening toegedaan, mede omdat de arts nog in zijn proeftijd van de voorwaardelijke schorsing zat en de berichtgeving daarmee nog actueel was. Bovendien zou een gemiddelde patiënt niet bij het BIG register kijken of zijn arts een tuchtuitspraak tegen zich had, maar wel in Google.

Daarop stapte de arts naar de rechter, die hem in tegenstelling tot Google en de AP wél gelijk gaf. De rechtbank zet daarbij voorop – zoals de HR eerder bepaalde – dat bij Google’s zoekdienst de privacy van daarin opgenomen personen in principe wint, tenzij er bijzondere redenen zijn om de informatie wél te tonen. Normaal is de afweging van grondrechten gelijkwaardig (persvrijheid versus privacy), maar bij Google dus niet.

Dan is dus de vraag, wat zijn hier die bijzondere redenen. De site had aangedragen dat zij juist de openbaarheid met naam en toenaam kiezen omdat het publiek te lastig falende artsen kan vinden. Beroepsfouten door artsen zijn zeer kwalijk, dus logisch dat daar aandacht voor moet komen. En het huidige systeem vanuit de wet om dat te doen, voldoet niet genoeg.

Dat laatste ziet de rechtbank anders:

[dat] de wetgever in de wet BIG een uitgekiend wettelijk systeem heeft vastgelegd om bekendheid te geven aan beroepsbeoefenaren die een (voorwaardelijke) tuchtrechtelijke maatregel opgelegd hebben gekregen. Volgens de wet BIG wordt iedere tuchtrechtelijke maatregel in het BIG-register (www.bigregister.nl) gepubliceerd, met een zeer beperkte vermelding van de reden voor de oplegging. De tuchtrechtelijke maatregelen zijn vrij eenvoudig te vinden als in het (digitale) BIG-register wordt gezocht op de naam van de zorgverlener.

Wie dus echt wil weten of er wat speelde met zijn of haar arts, kan dat met een gerichte zoekopdracht achterhalen. Maar dat is heel wat anders dan gewoon je arts googelen en al dan niet verouderde of herroepen berichtgeving vinden, en op die basis concluderen dat je te maken hebt met een sjoemelarts (nog zo’n term van die site). Zeker als die site zich ook nog eens tooit met de toch tendentieuze term ‘zwarte lijst’, wat meer impliceert dan enkel een voorwaardelijke tik op de vingers. En het helpt al helemaal niet als blijkt dat die zwarte lijst kennelijk vrij willekeurig (met eigen, niet gepubliceerde criteria) sommige berispte artsen wel en andere niet publiceert, plus ook artsen die géén tuchtrechtelijke uitspraak tegen zich hebben.

Daar staat dan grote last voor de arts tegenover. Ik schrok er een beetje van wat de rechtbank zegt over het BIG register:

Bovendien heeft [verzoekster] diverse publicaties van de artsenfederatie KNMG overgelegd waaruit blijkt dat de publicatie van een tuchtrechtelijke maatregel in (enkel) het BIG-register – door de KNMG ‘naming and shaming’ of een ‘digitale schandpaal’ genoemd – voor de artsen die het betreft een zo grote invloed heeft, zowel persoonlijk als professioneel, dat ruim de helft van hen heeft overwogen te stoppen met werken.

Als alleen al de vermelding daar zó veel impact heeft, dan snap ik wel dat je zeker niet ook nog eens in een door willekeurige mensen opgezette zwarte lijst Dit alles bij elkaar maakt dat de rechtbank geen omstandigheden ziet om de privacy van de arts aan de kant te zetten, integendeel. Google moet dan ook binnen zeven dagen zorgen dat dit zoekresultaat niet meer wordt getoond als mensen de arts bij naam googelen.

Gezien deze feiten verbaast die uitspraak me niets. Baanbrekend zou ik hem ook weer niet noemen, de rechter past ‘gewoon’ het kader toe van alle vergeetrechtzaken. Dat het BIG register een eigen vergeet- of juist ‘herinner’-functie heeft, is wel een bijzonderheid maar ik zie die in het voordeel van de informatievrijheid. De relevante informatie over artsen is daar te vinden en wordt zorgvuldig beheerd. Wie wat wil weten of zijn arts, kan daar dus gewoon terecht. En als informatie niet meer relevant is, wordt dat door een onafhankelijke partij gescreend en weggehaald. Dat lijkt mij beter dan zelf googelen.

Arnoud

56 reacties

  1. Zie hier ook wel een duidelijk verschil in de Staat en de particuliere organisatie die zo’n lijst bijhoudt: De staat heeft doorgaans strengere beveiligings- en verantwoordings eisen. En meerdere wegen om bezwaar aan te tekenen. Daarom waarschijnlijk dat het BIG iets mag wat Google niet mag.

    Wel een kleine vraag die zich eigenlijk direct op jou richt Arnoud. Waarom deze notatiewijze?

    zwartelijstartsen punt nl
    Nu begrijp ik dat vanuit het Geenstijl arrest, het linken naar niet openbare bronnen een nieuwe openbaring is, en daarbij dus ook die verantwoordelijkheid hoort. Maar je refereert nu wel heel concreet naar een bepaalde twijfelachtige website. Is er een juridisch verschil in geenstijl punt nl en http://www.geenstijl.nl ?

      1. Je moet wel heel slecht lezen en/of een volslagen digibeet zijn als je iets als “de site iusmentis punt com” niet herkent als een link naar de site onder de naam “iusmentis.com”. Aanklikbaar als link is hij niet, nee. Maar iusmentis.com, http://www.iusmentis.com, https://iusmentis.com en https://www.iusmentis.com zijn evenmin aanklikbaar. Althans, zo zou het moeten zijn. Helaas hebben we ook te maken met software die “slim” probeert te zijn en links maakt waar hij links meent te ontwaren. Dat kan aan de server (content, content management, content conversie) kant gebeuren of aan de client (browser) kant.

        1. Je moet wel heel slecht lezen en/of een volslagen digibeet zijn als je iets als “de site iusmentis punt com” niet herkent als een link naar de site onder de naam “iusmentis.com”.

          Technisch gezien is dit gewoon geen link (en ook geen valide FQDN). Het is een uitgeschreven versie ervan. En ja, je kunt het als website-adres herkennen. Maar maakt dat dat het een link is? Zijn we weer terug bij de initiële vraag:

          Is er een juridisch verschil in geenstijl punt nl en http://www.geenstijl.nl ?

          1. En hoe lang voor iemand een browser addin maakt die opbasis van een simpele regex de tekst dot in een link omzet? Het enige verschil tussen de twee is gebruiksgemak. Maar het idee dat je juridisch ergens wel naar mag verwijzen in een beschrijving, maar dat dan een link opnemen iets anders is is ronduit absurd. Verwijzen is verwijzen, als je niet mag linken, dan mag je ook niet uitleggen waar je iets kan vinden.

            Ik kan het dan ook alleen maar begrijpen vanuit het oogpunt dat Arnoud de website in kwestie niet omhoog wil helpen in de search rankings (buiten de EU).

            Ik heb door deze onzin inmiddels een proxy addon in gebruik. Met een simpele klik denkt elke website dat ik uit een land naar keuze kom. Als ik door de overheid als een kleuter behandeld wordt, verwacht van mij dan geen medewerking/begrip meer.

  2. Ik wordt op alle punten droevig van deze blog post.

    Laten we beginnen met sancties voor artsen. Als een arts iets doet waardoor hij niet meer als arts kan functioneren moet hij permanent uit het beroep gezet worden. En dat moet openbaar zijn en nooit verouderen om te voorkomen dat hij toch op enige wijze weer aan het werk gaat.

    Zo niet dan voorwaardelijk beroeps verbod met proeftijd of een boete. Dat eerste absoluut niet openbaar, maar gezondheidscentra en ziekenhuizen zouden dat wel moeten weten voor men iemand in dienst neemt gedurende de proeftijd ivm bedrijfsrisico. Daarna zou het ook voor hen niet meer beschikbaar moeten zijn. Een boete gaat verder niemand wat aan. Met andere woorden, dit zou informatie moeten zijn waar google of die vage website niet aan zou moeten kunnen komen.

    Die hele wet BIG is al een privacy schendend gedrocht in de huidige vorm. Helaas mag de nederlandse rechter een wet niet aan de grondwet toetsen (wat soms ook wel weer fijn is om amerikaanse politisering van de rechtspraak te voorkomen).

    Maar als er op basis van de wet een publieke publicatie van een straf verplicht is en de straf of de proeftijd loopt nog, dan is nu mijn grootste angst met het recht om vergeten te worden uitgekomen: het is censuur geworden op het vinden van wel degelijk relevante informatie. Als het niet relevant was, was er geen publicatie plicht in de wet en aangezien de straf-/proeftijd nog loopt is het zeker niet achterhaald.

    Er is hier dus helemaal niets op een goede en fatsoenlijke manier gegaan, het hele verhaal is schandalig.

      1. Hij kreeg in eerste instantie een schorsing opgelegd. Een schorsing is een onzin straf voor een arts. Hij heeft of iets gedaan wat hem ongeschikt maakt als arts en dan slaat tijdelijk schorsen echt nergens op.

        Of hij functioneert wel als arts in welk geval schorsing een onnodige maatregel waarmee je alleen maar patientenbelangen schendt. Waarom een goede arts aan de kant zetten, geef een boete!

        In het geval dat een arts bijscholing moet doen op een bepaald punt, kan ik mij niet voorstellen dat hij dan meteen volledig niet meer inzetbaar zou zijn. Tijdelijk verbod op bepaalde handelingen tot bijscholing heeft plaatsgevonden lijkt mij niet iets dat openbaar gemeld moet worden noch iets dat een arts volledig aan de kant houdt.

        Helemaal als ik de berichtgeving over een tekort aan artsen en specialisten van de afgelopen paar jaar erbij neem snap ik niet dat schorsing als straf wordt gehanteerd ipv boetes.

      1. Zoals altijd zullen de sancties vast niet altijd helemaal naar tevredenheid zijn en beter kunnen, maar volgens mij zit het in de basis wel goed. Deze arts had een voorwaardelijke straf voor, zo te horen, één fout. Dat klinkt vrij plausibel. Hoewel het verschrikkelijk is als je het overkomt, blijft het mensenwerk. Een voorwaardelijke straf past daar perfect bij, want je wilt niet dat dit te vaak gebeurt.

      2. Dit is géén censuur. Deze man is duidelijk nog steeds vindbaar (in de BIG). Er is alleen een arbitraire schandpaal die niet meer vindbaar is op Google onder zijn naam. Hij is niet volledig vergeten. De website (ondanks de dubieuze content) is niet vergeten. Je kunt zelfs zijn entry nog op de site vinden. Ik kan hier geen censuur in zien.

      Het enige dat bijzonder treurig is, is hoe erg mensen eigen rechter lijken te willen spelen de laatste tijd. Je hoeft het echt niet altijd eens te zijn met rechtsspraak of overheid, maar mensen lijken allerlei mensen zelf te willen straffen omdat de instanties dat niet genoeg zouden doen. Erg zorgelijk.

      1. Als je mijn reactie nog eens terug leest geef ik al aan dat naar mijn mening een voorwaardelijke straf niet openbaar zou moeten zijn. Dan zou het hele zoekmachine probleem niet optreden en is er ook geen arbitraire schandpaal.

        En de de uitspraak dat iets moeilijker vindbaar maken niet gelijk is aan censuur ben ik niet met je eens. Wij hier weten van het bestaan van het BIG register, maar de meeste mensen weten dat niet. En daarmee maak je die informatie onvindbaar voor mensen die dit niet weten. En dat is censuur, zelfs al werkt deze niet 100%.

        1. Hoe is – via het daarvoor bedoelde kanaal – gepubliceerde informatie die voor een deel van bevolking wellicht onbekend is precies censuur te noemen? Volgt het register niet uit de wet? Men wordt geacht de wet te kunnen.

          1. Nee, men wordt niet geacht de wet te kennen. Dat is slechts een heel verkeerde manier van zeggen dat het niet kennen van de wet geen rechtvaardiging van het overtreden van de wet is.

            Het moeilijker vindbaar maken van informatie is wel degelijk een vorm van censuur. Je zorgt ervoor dat minder bekwame / niet ingewijde mensen de toegang tot die informatie verliezen.

            “Censuur is het gebruiken van de macht van de staat, een andere controlerende macht, een bepaalde groepering, of van bepaalde individuen, om informatie achter te houden of de expressie aan banden te leggen.”

            In dit geval dus expressie aan banden leggen voor zover dat nog niet duidelijk was 🙂

            1. Ik vind de term ‘censuur’ in deze context tendentieus. Het gaat hier om een situatie waarin informatievrijheid aan banden wordt gelegd om rekening te houden met een ander grondrecht, namelijk de privacy van de arts. Dat is een legitieme stap, grondrechten bestaan niet in een vacuum maar moeten met andere rechten rekening houden. Ook het grondrecht van de informatievrijheid.

              1. Die afweging van grondrechten is – als het goed is – al gemaakt toen de wet BIG werd opgesteld. En daarbij is blijkbaar besloten dat publicatie belangrijker is dan de privacy van de arts. Daar kan je het mee oneens zijn, dat ben ik ook, maar dat is zwart op wit de wet.

                Het stoort mij, net als Thomas hieronder, dat een rechter nu een afweging maakt die de wetgever al heeft gemaakt en dan ook nog eens tot een andere conclusie komt. De juiste weg om dit te corrigeren is via nieuwe wetgeving, niet een activistische rechter.

                Het gaat hier om een branche van de overheid die op wettelijke grondslag openbaargemaakte informatie minder toegankelijk maakt door de expressie van zoekmachines aan banden te leggen. Het is letterlijk censuur, daar is niets tendentieus aan.

                We verschillen wel van mening of deze censuur gerechtvaardigd is of niet.

                1. De rechter toetst niet of de vermelding in het BIG register rechtmatig is. De rechter toetst of het in Google op #1 zetten van die zwartelijstensite vanuit informatie-oogpunt zwaarder moet wegen dan de privacy en andere belangen van de arts. Dat vind ik heel wat anders. Op de voorpagina van de Telegraaf met grote kop en foto berichten over deze arts zou ik ook een heel andere kwestie vinden dan die BIG-vermelding over de voorwaardelijke schorsing. Of bij DWDD deze uitgebreid voorlezen. HEt is een ander publiek, andere insteek en bij deze site ook nog eens een tendentieuze beschuldiging, dát maakt het wezenlijk anders.

                  1. Maar dan is het probleem toch dat die zwarte lijst door zijn beschuldigende insteek de privacy schending doet.

                    Ik zou zeggen eerst daar aankloppen, is die site weg, dan is hij ook bij google weg. Het is een .nl site, dus als het SIDN zijn werk goed heeft gedaan is te achterhalen wie er achter zit en zo niet dan is de site door een Nederlandse rechter offline te krijgen.

                    1. Maar dan is het probleem toch dat die zwarte lijst door zijn beschuldigende insteek de privacy schending doet. Ik zou zeggen eerst daar aankloppen, is die site weg, dan is hij ook bij google weg. Het is een .nl site, dus als het SIDN zijn werk goed heeft gedaan is te achterhalen wie er achter zit en zo niet dan is de site door een Nederlandse rechter offline te krijgen.

                      SIDN doet zijn werk uitstekend, dat kan ik je verzekeren. Maar de gegevens die sIDN via de whois beschikbaar stelt zijn maar een beperkte set uit de registratie-database. Om meer gegevens te krijgen zul je beslagen ten ijs moeten komen. Maar waarom zo moeilijk gedaan? Op de zwartelijstartsen site zelf staat al wie daarachter zit: Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland (SIN-NL), plus een e-mailadres. Geen NAW-gegevens, maar die kun je desgewenst via kvk.nl achterhalen.

                      De site offline halen? Geen schijn van kans.

                      1. Stap 1 zou zijn te eisen dat de naming en shaming stopt als zijnde een inbreuk op de privacy. Als dat wordt toegewezen en genegeerd, zou offline halen een vervolgstap kunnen zijn.

                        Ik ging – onterecht – er vanuit dat er een anoniem groepje achter zat.

                    2. Er zit een wezenlijk verschil tussen een site of publicatie offline halen, en een URL uit persoonsgebonden zoekresultaten weglaten. In het eerste geval is informatie weg en niet meer te vinden. In het tweede geval vind je die informatie niet als je op de persoonsnaam zoekt (maar dus nog wél als je andere zoektermen gebruikt). Ik vind vanuit het oogpunt van proportioneel handelen het dus véél beter om dat laatste middel in te zetten.

                      Anders gezegd: je hebt openbaar en openbaar. Informatie kan ergens te vinden zijn maar slechts met moeite, en dus alleen voor doorzetters, of informatie kan met 1 muisklik zonder enige moeite voor iedereen te vinden zijn. Dat verandert alles.

  3. Ik zie in dit verhaal toch vele angsten rondom het vergeetrecht uitkomen, met name waar het omzeiling van andere wetgeving betreft.

    Om te beginnen horen klachten over de onnodig grievende aard van een website genaamd “zwarte lijst artsen” gewoon thuis aan het adres van die website, niet de zoekmachine die het resultaat verwerkt. Zeker als er een wettelijke basis voor die klachten bestaat is conform een uitspraak van de rechtbank Limburg het vergeetrecht niet bedoeld om die procedure te omzeilen. Dat gebeurt hier wel.

    Verder is de afweging tussen het publieke belang bij een medische fout en privacy van de arts gewoon wettelijk bepaald, maar de rechter gebruikt deze kans om die afweging doodleuk over te doen. Het feit dat deze afweging al democratisch op het hoogste niveau heeft plaatsgevonden laat hij gemakshalve in het midden.

    Dit alles doet de rechter met als impliciet argument dat het publiek via Google te makkelijk die informatie kan vinden. Het argument: ‘als ze het echt willen weten dan kijken ze zelf wel in het BIG’ vindt ik daarvoor als onderbouwing onvoldoende. Volgens mij strekt een Google zoekopdracht naar je arts zich namelijk echt wel impliciet tot de vraag naar medische fouten in ieder geval voor zover deze nog actueel zijn, zoals een nog lopende proeftijd.

    Ik wil hier niet de wenselijkheid van de bronpublicatie of de wet BIG verdedigen (daar valt genoeg over te zeggen), maar wat mij betreft was de beslissing van Google en de AP gewoon terecht. Ik hoop dan ook dat hier nog een succesvol hoger beroep aan zit te komen want wat mij betreft mag het vergeetrecht niet op deze manier gebruikt worden.

  4. Rare aan de hele discussie is dat het BIG register gewoon onder de reikwijdte van de WOB lijkt te vallen? Wat houdt me tegen de database integraal en doorzoekbaar te publiceren? Eigenlijk hadden ze vanuit Open Data het zelf al moeten doen…

  5. Ook hier geld dus, net als bij onderzoek naar potentiele tegenpartijen op marktplaats, vooronderzoek naar solicitanten, dat je bij het beoordelen van artsen via een VPN naar een buiten de EU gelegen zoekmachine moet gaan om een eenvoudig onderzoek te kunnen doen. Dat niet doen zou onverantwoordelijk zijn. Daarmee wordt het gebruik van VPN en proxy basiskennis, die iedere internetter in zijn bagage moet hebben. Zie als achtergrond ook: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/01/10/advies-aan-hof-vergeetrecht-op-internet-geldt-alleen-in-eu-a3382009

    Met dit soort achterdeurtjes is de gehele wetgeving dus niet effectief, en alleen daarom al zou die aangepast moeten worden.

    Verder zou Google bij het zoeken op persoonsnamen wat meer instructies kunnen geven om toch de resultaten te vinden die men zoekt. Een verwijzing naar een hulp-pagina die verwijst naar het BIG register, uitleg geeft over proxies en VPN’s, enz.

    1. Weet je wat, ik zeg het gewoon: ik vind het onverantwoord en zeer ongepast dat mensen zomaar mensen onderzoek naar mensen menen te kunnen doen, enkel omdat ze in de zoekgleuf van Google wat termen kunnen typen. Het beoordelen van persoonsgebonden informatie is moeilijk en al te lichtvaardig daarover denken, leidt tot grote schade bij die mensen. Naamgenoten. Trollen met fakeprofielen. Verouderde informatie waar je de datum van miste. Tendentieuze informatie van een boze ex of buurtgenoot. Context die ontbreekt. Iets dat allang opgelost is maar waarvan de oplossing achter een betaalmuur zit. Google die de helft maar toont omdat de rest ‘spam’ of ‘irrelevant’ is. En dat denk jij gewoon maar te kunnen handelen enkel omdat je mijn naam in Google in kunt typen?

      En dat nog los van het bezwaar dat resultaten nooit worden besproken met de sollicitant of werknemer. Dat is toch gruwelijk oneerlijk, dat je iets vindt waardoor je iemand raar vindt, en dat je hem dan stilletjes eruit bonjourt of weigert zonder te zeggen waarom?

      1. Weet je wat, ik zeg het gewoon: ik vind het onverantwoord en zeer ongepast dat mensen zomaar mensen onderzoek naar mensen menen te kunnen doen, enkel omdat ze in de zoekgleuf van Google wat termen kunnen typen. Het beoordelen van persoonsgebonden informatie is moeilijk en al te lichtvaardig daarover denken, leidt tot grote schade bij die mensen.

        Ja, inderdaad, maar…

        Wij mensen zijn nu eenmaal van nature geprogrammeerd om de veiligste weg te nemen. Als er iemand zegt ‘er zit een leeuw in dat bos’, dan laat je daar je kinderen niet zomaar spelen, er zijn genoeg andere bossen. Zelfs al weet je dat leeuwen in NL niet in het wild voorkomen.

        Dat is de survival-mode tegenover de rationaliteit.

        En vanuit de rationaliteit is het heel logisch dat je zegt: Publicatie leidt gemakkelijk tot persoonlijke schade, en daarom moeten we daar heel terughoudend in zijn.

        Maar de emotionele risicomijdende burger wil zoveel mogelijk info om zoveel mogelijk echte of vermeende risico’s af te dekken.

        Voor die risicomijdende burger is die arts gewoon een serviceprovider met een lagere rating. Maakt voor die burger niets uit, er zijn nog genoeg andere artsen. Die burger ziet die arts, in deze omstandigheid, niet als medemens met een terechte wens naar privacy.

        Ik denk dat daar het grote probleem zit: Mensen realiseren zich niet dat iedereen het risico loopt om, terecht of onterecht, aan de andere kant te staan.

        [Stel je eens voor dat die arts in de toekomst een paar fatale fouten maakt. Wat zullen de nabestaanden dan roepen: ‘De informatie dat die arts twijfelachtig was werd ons door de elite onthouden, ze willen ons dom houden, ze spelen allemaal onder een hoedje, die hoge heren (en dames).’ Dat is een vonk voor een revolutie].

        Ik heb er inhoudelijk niet echt een mening over, maar ik probeer wel beide kanten te begrijpen.

      2. Als ik met mijn bestaan/gezondheid/groot financieel belang afhankelijk ga worden van een persoon die ik verder niet ken, dan zal ik, in mijn eigen belang, onderzoek doen. Het is jammer voor de persoon die onder misinformatie te lijden heeft, maar ik kan het mij niet veroorloven zonder onderzoek potentieel levensveranderende keuzes te maken. Iedereen die mij belemmerd in dat onderzoek en niet bereid of in staat is daarvan de gevolgen te compenseren zal ik zien als onderdeel van het probleem, en dus omzeilen. Dit is onderdeel van mijn allerfundamenteelste belang op lijfsbehoud — iets wat je niet met zomaar een paar wetjes uitwist.

        Het antwoord op misinformatie is niet het lukraak onderdrukken van informatie, maar zorgen dat corrigerende informatie beschikbaar is, en minstens even makkelijk te vinden als die onjuiste informatie. Natuurlijk is dat lastig. Natuurlijk zitten we met eindeloze misinformatie, maar dat zien we ook in campagnes rondom bijvoorbeeld de gevolgen van roken, de link tussen autisme en vaccinaties, homeopathie versus echte gezondheidszorg, CO2 uitstoot en klimaatverandering, enz. Ook die discussie moeten we niet onderdrukken maar wel op hun plek zetten; mensen moeten gewoon leren kritisch om te gaan met informatie — uit lijfsbehoud.

        Wat is het alternatief? Iedere partij vooraf laten bewijzen dat er geen negatieve dingen over hem zijn te vinden? Vertrouwen op een overheid die op dat gebied zelf ook een heleboel missers heeft gemaakt? Een cultuur laten ontstaan waarin een soort van “code” ontstaat voor het reviewen van artsen (etc.) waarin bepaalde woorden aan de oppervlakte positief lijken, maar die in die context vernietigend zijn (zoals bij Duitse referenties van werkgevers: “hij heeft zijn uiterste best gedaan” staat voor “maar gefaald”).

        Nee, wat mij betreft is de persvrijheid zo essentieel in het beschermen van al die andere grondrechten dat je daar uiterst voorzichtig mee om moet gaan, en niet iets waar je mee kunt marchanderen. Je kunt niet zomaar een beetje persvrijheid inleveren om wat privacy te winnen, zeker niet als je daarmee de beunhazen en oplichters vrij spel geeft. Pak als het echt moet bovendien de bron aan, en niet de boodschapper.

        1. In dit geval is Google de bron, niet de boodschapper. Zij compileren een persoonsanalyse die ze op eigen verantwoordelijkheid uitgeven. Recherchebureau Jansen & Janssen kan ook niet zeggen dat ze slechts de boodschapper zijn als ze een rapport maken over jou.

          Niemand zegt overigens dat je geen onderzoek mag doen. Het gaat erom te voorkomen dat misinformatie kan winnen van juiste informatie, en dat is van groot belang wanneer ook andere grondrechten in het geding komen. Privacy en de goede naam zijn net zo belangrijk als de informatievrijheid. Van mijn reputatie blijf je af, en je blijft buiten mijn privé tenzij je een verdomd goede reden hebt om me aan de schandpaal te nagelen.

          In dit geval zie ik dus echt het probleem niet, er is een openbaar register waar je in kunt zoeken en dat register wordt beheerd door ter zake deskundige mensen die met een protocol bepalen wat erin en eruit gaat. Oké, je moet drie klikken meer doen dan enkel Google punt nl, maar wil je daarvoor écht alle zorgvuldigheidsnormen en bescherming tegen schandpaalsites opgeven? Is het zó veel gevraagd dat mensen naar dat register gaan in plaats van link 3 in Google aan te klikken?

          1. Dat is wat gemakkelijk: ‘Google is de bron’. Daar zal toch wat meer argumentatie aan te pas moeten komen.

            Een legitiem standpunt is ook: Een zoekmachine toont alle resultaten die ze hebben kunnen vinden, met een ‘voorstel’ van ranking. De consument moet daar zelf maar de juiste waarde aan toekennen.

            Het blijft natuurlijk ook een beetje een geval van ‘een goed gereedschap in verkeerde handen’.

            Is Google echt de booswicht? (uit vorige berichten van jou meen ik op te maken dat jij dat wel vindt, omdat enerzijds Google selecties/rankings maakt en anderzijds omdat mensen veel vertrouwen hebben in Google) Of is er misschien sprake van een gebrek aan kritisch vermogen bij de gemiddelde consument (ook wel bekend als combinatie in verschillende verhoudingen van laksheid en domheid).

            1. De resultaten die Google toont naar aanleiding van een zoekopdracht, zijn door Google gekozen op basis van haar analyse van de bronmaterialen. Zij bepaalt wat nummer 1 is, wat nummer 2 is et cetera en waarom. Dit zijn eigen keuzes (eigen algoritmes) van Google, en daarmee is haar zoekresultaatpagina een eigen redactionele uitgave van Google. Het is geen grep dat gewoon zegt “die term staat hier en hier op alfabetische volgorde, succes”.

              Het is geen voorstel van ranking. Het is een ranking, een publicatie. Dit is wat wij vinden dat belangrijk is. Net zoals de redactie van een krant besluit wat op de voorpagina komt en wat op pagina 9. Ik zou het absurd vinden om te zeggen dat dat een voorstel van de redactie is over wat belangrijk is. Natuurlijk moet je kritisch blijven lezen maar als de NRC iets voorpaginanieuws noemt, dan mag je als consument daar meer gewicht aan toekennen dan aan het kleine stukje in Cultuur, pagina 15. Waarom is dat bij Google anders?

              1. Waarom is dat bij Google anders?

                Heel simpel! Noch in een krant noch op een computerscherm kan alles op pagina 1 staan. Wat daar wel opkomt wordt bij een krant bepaald door wat de redactie belangrijk vindt (sport, financieel, lokaal nieuws of wereldnieuws, linkse propaganda, rechtse propaganda, noem maar op) en bij Google wat volgens Google het beste aansluit bij de verwachtingen van de zoeker .

                In die intentie (om een boodschap over te brengen, of om een zoeker optimaal (maar nog steeds imperfect) te bedienen) zit een groot verschil.

                1. De redactie van iedere krant die je het vraagt, zal zeggen dat ze kiest wat het beste aansluit bij de verwachtingen van de lezer. Je leest de krant immers om het belangrijkste nieuws te weten. Als het FD opent met een verslag van het Songfestival dan vind ik dat een slechte keuze, ook al ben ik misschien heel erg geïnteresseerd. Net zoals ik naar Google ga om de relevantste bron bij mijn zoekopdracht te leren kennen.

                  Ik zie het verschil dus niet echt. Google zegt “hier, dit resultaat is het belangrijkste voor jouw zoekopdracht”. De krant zegt “hier, dit bericht is het belangrijkste van vandaag”.

                  1. De krant zegt niet ‘hier, dit bericht is het belangrijkste van vandaag’. De krant zegt intern ‘met dit bericht op pagina 1 hebben we de meeste kans onze lezerkring uit te breiden binnen onze niche’ en extern ‘hier, dit bericht ga jij interessant genoeg vinden om onze krant te lezen/kopen’.

                    Een krant presenteert berichten die subjectief aansluiten bij de belevingswereld van mensen. Hun ‘bubble’, om het in moderne termen te zeggen.

                    Een zoekmachine presenteert, bubble-onafhankelijk, berichten die aansluiten bij de specifieke vraag om informatie.

                    Maar de vergelijking krant/zoekmachine heeft ook niet veel zin. Een zoekmachine dient ervoor om documenten over een bepaald onderwerp te vinden. Een krant dient ervoor om actueel te zijn en analyse te geven van de actualiteit.

                    Draai het eens om: Hoe zou een zoekmachine zich moeten gedragen opdat jij die NIET als primaire bron zou beschouwen?

                    De aanwezigheid van een ranking kan natuurlijk op zich nooit een criterium daarvoor zijn. Een ranking is een technische noodzaak, niet alles past immers op pagina 1.

                    1. De aanwezigheid van een ranking kan natuurlijk op zich nooit een criterium daarvoor zijn.

                      Nee, maar het proces van het genereren van die ranking wel. Dat is veel complexer dan ‘kijk eens dit woord komt zo vaak voor’ en objectief of niet, dat proces is waarmee Google feitelijk bepaalt wat wel en niet relevant is in relatie tot een bepaalde zoekterm. Vanaf pagina 3 lezen de meeste mensen immers al niet meer, en vanaf pagina >500 al helemaal niet. Daarmee bepaalt Google dus echt wel wat mensen al dan niet te weten komen over een bepaald onderwerp en lijkt daarmee verdacht veel op een ‘eigen’ publicatie.

                      1. Nee, maar het proces van het genereren van die ranking wel.

                        Ja, zo komen we natuurlijk niet verder. Als er een ranking moet zijn (en dat is zo) moet er natuurlijk ook een proces zijn om die te genereren, dus de aanwezigheid van een dergelijk proces is ook geen criterium.

                        Hier is de uitdaging: Ik wil een zoekmachine maken die technisch zo perfect mogelijk is, maar die wel in overeenstemming is met de wet. Een soort wereldomvattende index van alle on line raadpleegbare verzamelingen documenten. Zeg het maar: hoe moet ik de resultaten presenteren zonder als redacteur of bron te worden aangemerkt?

                        1. Je kan op geen enkele manier niet als bron aangemerkt worden lijkt me (en hoop ik). Op het moment dat jij besluit om iets te publiceren dan ben jij van dat stukje de bron. Of je dat nu doet op basis van een team van redacteuren, een aap die een banaan uit zoekt of een algoritme maakt helemaal niet uit. Het lijkt me helemaal niet wenselijk als de manier waarop je het doet uitmaakt.

                          Jij publiceert dát specifieke stukje en dus ben je daar verantwoordelijk voor.

                          Volgens mij heeft Google een redelijk goede zoekmachine die voldoet aan de wet. De wet stelt volgens mij ook niet dat je het nooit mag publiceren maar stelt dat als iemand het vraagt (en het is terecht) dat je het moet weghalen. Dus je kan prima een perfecte zoekmachine bouwen die voldoet aan de wet als je er maar voor zorgt dat je resultaten er uit kan filteren.

                          1. Dus je kan prima een perfecte zoekmachine bouwen die voldoet aan de wet als je er maar voor zorgt dat je resultaten er uit kan filteren.

                            Ja en dan is het dus geen goede zoekmachine meer. Dat is alsof je in de bibliotheek een boek in de kast laat staan maar uit de catalogus verwijdert. We hebben juist catalogi en zoekmachines om gemakkelijk primaire bronnen te raadplegen.

                            Ik had Arnoud’s argument begrepen als ‘het mag niet omdat de zoekmachine er een waardeoordeel(ranking) aan toekent’. Mijn tegenargument was: een waardeoordeel is technisch onvermijdelijk, dus het argument is een onbruikbaar argument.

                            Jij lijkt het met me eens te zijn dat een waardeoordeel onvermijdelijk is, en dan is de logische conclusie dat een perfecte zoekmachine wettelijk niet mag.

                            Ik vindt dat, in het kader van het toegankelijk maken van de gezamenlijke menselijke kennis voor de verdere ontwikkeling van iedereen, een onacceptable conclusie.

                            Al die bibliotheekmedewerkers die eeuwenlang wereldwijd boeken en krantenknipsel hebben lopen indexeren en catalogiseren waren dus in principe bezig met iets illegaals?

                            1. Natuurlijk hoort een waardeoordeel bij een zoekmachine en je hebt gelijk dat je wettelijk geen perfecte zoekmachine kan maken. Gelukkig maar zou ik zeggen.

                              Ik vind het niet wenselijk dat je met één zoekopdracht in Google een klein kind kan boeken om daar nare dingen mee te doen. Of hoe je het beste een aanslag kan plegen met zo veel mogelijk slachtoffers, of ….

                              In de maatschappij hebben we bepaalde dingen die we onwenselijk vinden. Voor iedereen ligt de lat ergens anders en er zijn vast mensen die vinden dat alles op internet mag en het recht van de sterkste het beste is. Ik ben het daar niet mee eens en ben dan blij dat er dingen gefilterd (moeten) worden.

                              De stap naar de illegaliteit van de bibliotheek medewerkers ontgaat me maar als we die analogie doortrekken dan zou het ook dáár niet wenselijk zijn als die medewerkers altijd als eerste beginnen over een oude zaak van iemand. Het komt bij mij dan in de buurt van smaad.

                              1. Ja, je kunt wellicht via Google gemakkelijk illegale dingen doen/kopen/laten doen. Maar er zijn ongetwijfeld ook wel duistere cafe’s in diverse steden waar dat kan.

                                De discussie gaat er niet over of illegale zaken gemakkelijker worden met Google, maar of Google zelf illegaal bezig is als Google primaire bronnen gemakkelijker beschikbaar maakt (en dan nog specifiek mbt privacy). En als uitloper daarvan: is het uberhaupt wel mogelijk een ‘legale’ perfecte zoekmachine te maken?

                                Wat je moet onderscheiden is de illegaliteit of onwenselijkheid van een daad of artikel zelf, en de illegaliteit of onwenselijkheid van het (neutraal) informeren dat zoiets bestaat, en waar dat misschien te vinden is aan mensen die alreeds zelf hebben aangegeven daar interesse in te hebben en blijkbaar bereid zijn de wet te overtreden om dat te verkrijgen.

                                En die bibliotheenmedewerkers: Door het maken van kaartenbakken op onderwerpen, en het bijhouden van krantenarchieven, maakten ook zij (potentieel gevaarlijke of privacy-schendende) kennis gemakkelijker beschikbaar.

                                Ik heb nog steeds geen serieus argument gezien dat aangeeft waar het fundamentele verschil zit tussen Google en een kaartenbak van een bibliotheek van 50 jaar geleden, waardoor het ene moet filteren en het andere niet. En zoals ik eerder al aangaf: het argument ‘er zit een ranking in’ vind ik niet een geldig argument. (Dat zat er in die kaartenbak ook: alfabetisch).

                                1. Die ranking is juist van belang. Als ik in de bibliotheek op cg zou zoeken zou ik een locatie krijgen van een map met alle knipsels over cg. In die map staat dan waarschijnlijk op chronologische volgorde alle knipsels over jou.

                                  Nu is het geval bij Google dat als ik op cg zoek, Google besluit om als een van de eerste resultaten vervelende dingen over jou te vertellen. Dus terug naar de bieb, de vervelende knipsels over jou worden vooraan gestopt door de medewerkers.

                                  Ook in een geval van een rectificatie zal het geen enkel probleem zijn als je de medewerker vraagt om die rectificatie vóór het andere bericht te plaatsen of even een post-it te plakken dat het originele artikel gerectificeerd is. Ik zie ook werkelijk 0,0 redenen waarom je dat niet zou willen doen. Ik kan me zelfs nog voorstellen dat het verkeerde artikel helemaal uit jouw map gehaald wordt. In de originele krant kan je het dan nog terug vinden maar niet meer in jouw map.

                                  Een perfecte zoekmachine zou het verkeerde artikel ook helemaal niet meer op moeten nemen want het is onjuist.

                                  Terug naar Google weer. Het is niet zo dat de zoekmachine nooit naar die pagina mag verwijzen. Als ik zoek op ‘nare dingen 1990 west-dorperveen’ dan krijg ik nog steeds de pagina te zien waarop staat wat jij allemaal hebt uitgespookt (ook als het niet waar is). Ik krijg het alleen niet meer te zien als ik op ‘cg’ zoek.

                                  Tot slot nog dit. Wat mij betreft kan je een online en geautomatiseerde variant niet snel vergelijken met een offline handmatige variant. Dat mijn lokale bakker weet dat ik standaard een halfje volkoren vraag, vind ik niet erg. Dat Google dat weet, samen met alle andere activiteiten van mij, vind ik wel erg.

                                  Dus dat je binnen 5s vanaf de bank in Google iets kan vinden, is voor mij niet vergelijkbaar met dat je datzelfde zou kunnen vinden door dagenlang in een archief te moeten spitten.

                                  1. In die map staat dan waarschijnlijk op chronologische volgorde alle knipsels over jou

                                    Ja, omdat de bibiotheek weet op basis van eeuwenlange ervaring dat je uit chronologisch gerangschikte bronnen het makkelijkst een totaaloverzicht krijgt (reviewartikelen daargelaten).

                                    Nu is het geval bij Google dat als ik op cg zoek, Google besluit om als een van de eerste resultaten vervelende dingen over jou te vertellen. Dus terug naar de bieb, de vervelende knipsels over jou worden vooraan gestopt door de medewerkers

                                    Niet helemaal: Google doet dit omdat Google denkt dat die resultaten jou het meest zullen interesseren, op basis van klikgedrag op hits, en tijd dat ze op die pagina’s bleven, van eerdere zoekers. In bibliotheekanalogie: De medewerker kijkt hoe de map georganiseerd is nadat bezoekers hem hebben geraadpleegd, en na verloopt van tijd trekt de medewerker daaruit een conclusie welke artikelen door de gemiddelde bezoeker het interessants gevonden worden.

                                    Een perfecte zoekmachine zou het verkeerde artikel ook helemaal niet meer op moeten nemen want het is onjuist.

                                    Daarin heb je (grotendeels) gelijk. Nu is juist/onjuist vaak ook weer subjectief, en is een onjuist artikel ook nodig om latere, feitelijk juiste maar wel door het onjuiste artikel beinvloede, artikelen te begrijpen, maar laten we niet te ver gaan.

                                    Terug naar Google weer. Het is niet zo dat de zoekmachine nooit naar die pagina mag verwijzen. Als ik zoek op ‘nare dingen 1990 west-dorperveen’ dan krijg ik nog steeds de pagina te zien waarop staat wat jij allemaal hebt uitgespookt (ook als het niet waar is). Ik krijg het alleen niet meer te zien als ik op ‘cg’ zoek.
                                    Je ziet toch zelf ook wel in dat het dan heel subjectief wordt bij welke zoekopdrachten een bepaalde hit wel gepresenteerd moet worden en bij welke niet?

                                    Tot slot nog dit. Wat mij betreft kan je een online en geautomatiseerde variant niet snel vergelijken met een offline handmatige variant. …Dus dat je binnen 5s vanaf de bank in Google iets kan vinden, is voor mij niet vergelijkbaar met dat je datzelfde zou kunnen vinden door dagenlang in een archief te moeten spitten.

                                    Gevoelsmatig geef ik je wel gelijk. Maar het is nu eenmaal menselijke vooruitgang dat alles steeds sneller/gemakkelijk/goedkoper kan. Op ieder ander terrein beschouwen we dat als wenselijk.

                                    En dan nog… waar ligt dan de grens? Hoeveel gemakkelijker mag een hulpmiddel het jou maken alvorens het hulpmiddel zelf privacyinbreuken pleegt? Mag Google je 1 treinreis naar een provinciearchief besparen? Of 10 autoreizen? En maakt het nog wat uit of dat (achteraf gezien) nutteloze reizen waren omdat er niets interessants gevonden werd in dat provinciearchief?

                                    1. Niet helemaal: Google doet dit omdat Google denkt dat die resultaten jou het meest zullen interesseren, op basis van klikgedrag op hits, en tijd dat ze op die pagina’s bleven, van eerdere zoekers. In bibliotheekanalogie: De medewerker kijkt hoe de map georganiseerd is nadat bezoekers hem hebben geraadpleegd, en na verloopt van tijd trekt de medewerker daaruit een conclusie welke artikelen door de gemiddelde bezoeker het interessants gevonden worden.

                                      Als ik jou op een conferentie ben tegengekomen en we een interessant gesprek hadden is er een kans dat ik je Google om te kijken wat je nog meer te vertellen hebt over dat onderwerp. Als ik dan vervolgens als eerste hit cg verdacht van.... tegen kom dan klik ik dat natuurlijk aan. Ik zou het clikcbait willen noemen. Maar het is niet waar ik naar op zoek was!

                                      Daarnaast zal je bij de handmatige verwerking waarschijnlijk ook medewerkers hebben die een artikel uit 1976 zien en zelf uit moreel oogpunt besluiten dat die misschien niet zo heel relevant is en die achterin zal stoppen.

                                      Je ziet toch zelf ook wel in dat het dan heel subjectief wordt bij welke zoekopdrachten een bepaalde hit wel gepresenteerd moet worden en bij welke niet?
                                      Natuurlijk is dat subjectief. Daarom hoeft Google er ook helemaal geen rekening mee te houden in z’n algoritme. Pas als iemand er iets over zegt moeten ze gaan wegen wat ze er mee moeten doen of een uitspraak van de rechter vragen.

                                      Juist dit lijkt me wenselijk. Als Google het in een algoritme gaat gieten wordt het pas lastig omdat je dan computer says no krijgt terwijl het altijd (althans voorlopig) mensenwerk moet blijven.

                                      En dan nog… waar ligt dan de grens? Hoeveel gemakkelijker mag een hulpmiddel het jou maken alvorens het hulpmiddel zelf privacyinbreuken pleegt? Mag Google je 1 treinreis naar een provinciearchief besparen? Of 10 autoreizen? En maakt het nog wat uit of dat (achteraf gezien) nutteloze reizen waren omdat er niets interessants gevonden werd in dat provinciearchief?

                                      Het is niet zwart/wit, net als dat het meeste in het leven niet zwart/wit is. Het gaat om een scala aan bijkomende zaken. Bij Google is het probleem dat het zo enorm veel gebruikt wordt, de mensen die het gebruiken vrijwel géén alternatief gebruiken, Google veel dingen al samenvat, mensen te veel geloven wat Google zegt, mensen alleen maar kijken naar de top 10 resultaten (of eigenlijk top 3), mensen soms niet eens de achterliggende pagina bekijken, etc.

                                      De impact van een verkeerd (of verouderd en niet meer relevant) resultaat is gewoon te groot.

                                      Niet alle dingen die technisch mogelijk zijn, zijn imo ook wenselijk.

                            2. Ik had Arnoud’s argument begrepen als ‘het mag niet omdat de zoekmachine er een waardeoordeel(ranking) aan toekent’. Mijn tegenargument was: een waardeoordeel is technisch onvermijdelijk, dus het argument is een onbruikbaar argument.

                              Een waardeoordeel is technisch onvermijdelijk, dus zul je als zoekmachine te allen tijde rekening moeten houden met fouten in je waardeoordeel. Ik zie dat niet als een probleem, niet meer of minder dan dat je apparatuur nat kan worden of door straling van buitenaf beïnvloed kan worden. Je moet daar wat mee. Dat Google dat niet wíl, is een ander verhaal. Maar zo werkt het niet.

                              1. En een zoekmachine die prominent een soort disclaimer laat zien: ‘Een ranking houdt geen waardeoordeel in. Dit overzicht van hits is automatisch samengesteld en geeft geen garantie van compleetheid of correctheid. Als je niet alle hits en andere primaire bronnen bestudeert krijg je mogelijk een verkeerd totaalbeeld’

                                Zou dat wat zijn?

                                1. Als je een probleem hebt en denkt dat een disclaimer de oplossing is, dan heb je daarna twee problemen 🙂

                                  Nee, dit werkt niet want disclaimen van aansprakelijkheid kan alleen in een contractuele relatie, en die is hier niet.

                                  Waarom vind je het wenselijk dat Google een ranking-algoritme kan loslaten op primaire bronnen en dan vervolgens ongeacht de uitkomsten vrij kan lopen van claims? Is het maatschappelijk aanvaardbaar voor jou dat Google vandaag mijn persoonlijk faillissement uit 1998 bovenaan zet, terwijl ik daar al jaren bovenop ben?

                                  1. Ik vind het wel maatschappelijk wenselijk dat primaire bronnen gemakkelijker en sneller geraadpleegd kunnen worden, door middel van betere indexering.

                                    Maar ik begrijp ook wel dat het onwenselijk is dat een faillisement van 20 jaar geleden elke keer weer naar boven komt.

                                    Maar het feit dat dat bovenaan staat, is dat ook niet omdat vele eerdere zoekers er blijk van hebben gegeven, daar daarop te klikken toen het nog maar op plaats 9 stond, dat ze dat een interessanter aspect van jou vinden dan het feit dat je derde bent geworden bij een tenniswedstrijd of dat je een prijs hebt gekregen voor je mooie blog?

                                    Ik heb geen echte oplossing. Oftewel gaan we naar volledige transparantie, maar dan moet iedereen nog heel wat meer getraind worden om relevante info van niet relevante info te kunnen onderscheiden, en ook zijn sensatiezucht laten varen.

                                    Oftewel we gaan naar censuur, maar dat is ook een hellend vlak.

                                    Waarom vind je het wenselijk dat Google een ranking-algoritme kan loslaten op primaire bronnen en dan vervolgens ongeacht de uitkomsten vrij kan lopen van claims?

                                    Zo zwart-wit gesteld vind ik het ook niet wenselijk. Maar als het een rankingalgoritme is dat weergeeft hoe belangrijk anderen die primaire bron vinden (en dat is bij mijn weten zo), kun je ook stellen dat Google slechts de boodschapper is.

                                    En wat ik ook vind rammelen is dat je de-facto Google verantwoordelijk maakt voor fouten van anderen, zoals de dubieuze artsenreviewsite waar deze blog over gaat, maar ook voor het gebrek aan kritisch vermogen van de lezers van de hits.

                                    Misschien is Google een te krachtig gereedschap voor veel mensen. Maar kun je dat Google verwijten?

                        2. hoe moet ik de resultaten presenteren zonder als redacteur of bron te worden aangemerkt?

                          Nou, niet dus. Zoals je zelf al aangeeft is dat onlosmakelijk verbonden met het goed functioneren van een zoekmachine.

                          Overigens zoals NP hierna ook aangeeft is het alternatief ook niet per se wenselijk. In de woorden van het Europese Hof van Justitie is het punt nou juist dat een zoekmachine informatie op zo’n manier beschikbaar stelt dat het een beeld verschaft (over een persoon in dat geval, maar hier ook in het algemeen) dat anders niet mogelijk was geweest. Is het dan niet logisch dat Google daar op zijn minst gedeeltelijk voor verantwoordelijk is?

                  2. Ik heb wel wat aanmerkingen op hoe kranten daarbij tewerk gaan.

                    Zo ken ik een voorbeeld van iemand die beschuldigd werd van misbruik. Dat vonden de (lokale) kranten belangrijk genoeg om uitgebreid op de voorpagina te vermelden … meerdere keren.

                    De bekentenis van de klager dat ze het had verzonnen omdat deze persoon haar haar zin niet had gegeven en ze zo haar zin probeerde te krijgen stond in een enkele krant ergens achterin!

                    Van een iets ander kaliber: rominent op de website van de telegraaf dat de knie van Meghan op het gezicht van haar nichtje lijkt. De krant is er om het belangrijkste nieuws te brengen? Of valt deze onder aansluiten bij verwachting van de lezers en is De Telegraaf van mening dat haar lezers randdebielen zijn?

                    Helaas komt een zekere heer Trump op de verkeerde gronden tot de juiste conclusie: een groot deel van de media is geen betrouwbare bron van informatie meer. Je krijgt alleen de informatie die kranten/reclames verkoopt en zichzelf corrigeren en verantwoordelijkheid nemen voor het affakkelen van een onschuldig persoon is niet goed voor de verkoop.

            2. “Of is er misschien sprake van een gebrek aan kritisch vermogen bij de gemiddelde consument (ook wel bekend als combinatie in verschillende verhoudingen van laksheid en domheid).”

              Eerder “geen vertrouwen”. Ik heb wel eens meegemaakt dat iemand zei “ik heb je gevonden op Facebook” en vervolgens linkte naar een familielid met dezelfde naam. Ik heb namelijk zelf helemaal geen Facebook. Maar denk je dat die persoon me geloofde? Nee. Stel je voor dat je werkgever zo handelt, dat ‘ie jou denkt te hebben gevonden, iets negatiefs ziet en vervolgens zegt “ik moet je niet”, terwijl jij dat helemaal niet was. Dus nee, er is gewoon geen vertrouwen.

              1. Toen ik die uitspraak neertypte bedoelde ik het zo dat die persoon die, verkeerdelijk, meende jou gevonden te hebben, of die werkgever die onterecht iets negatiefs aan jou toewijst, een gebrek aan kritisch vermogen hebben.

                Dat heeft niet veel met “geen vertrouwen” in Google te maken. Eerder met geen vertouwen in de medemens, in diegene die resultaten opgezocht en gebruikt heeft. Wat dat betreft zijn we het wel eens, denk ik.

                Maar wederom: kun je dat Google verwijten? Of die domme opzoekers? Het wordt bijna een mantra, maar misschien is Google wel een te krachtig instrument om zomaar door iedereen te laten gebruiken.

    1. Ik vind je reactie verwerpelijk en een juridische blog onwaardig. ‘Slager’. Echt? Je weet niet eens wat de fout was die de arts had gemaakt. ‘Maatje’? Een rechter die een onwelgevallige uitspraak doet zal wel corrupt zijn? Sorry. Ik val van mijn stoel en zet je onder moderatie vanaf nu. Ik vind dit écht niet kunnen.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.