Embedden van Instagram-foto’s is in Europa legaal, ongeacht wat dat bedrijf beweert

Instagram zegt dat foto’s die via een embed op sites worden geplaatst niet automatisch voldoen aan het auteursrecht. Dat meldde Tweakers afgelopen weekend. De embed-api valt niet onder de sublicenties die het bedrijf afgeeft voor het rechtmatig delen van foto’s, aldus moederbedrijf Facebook. Dat gaf enige consternatie want hele hordes mensen gebruiken die embedfunctie om foto’s te kunnen tonen op hun site, en dat zou dus nu ineens inbreuk op het auteursrecht van de fotograaf (meestal de Instagram-plaatser) zijn die dan dus een factuur kan sturen. Maar laten we even helder blijven: in Europa is dit een betekenisloze uitspraak van Facebook, aangezien embedden gewoon in het geheel geen inbreuk is. Kan me niet schelen wat Facebook of de TOS van Instagram zegt.

De discussie werd aangezwengeld door Ars Technica in het verlengde van een rechtszaak tussen een fotograaf op Instagram en een gebruiker van een van diens foto’s. Die laatste had eerst toestemming gevraagd om de foto te mogen herplaatsen, en toen die werd geweigerd dan de foto maar geëmbed met de daarvoor beschikbaar gestelde functie van Instagram. De fotograaf was not amused en stapte naar de rechter.

Nou dacht de gebruiker goed te zitten, maar dat viel dus vies tegen. Allereerst had hij in de terms of service van Instagram gelezen dat fotografen die daar foto’s neerzetten, een sublicentieerbare licentie verlenen door dat te doen. Oftewel, Instagram mag anderen toestemming geven om die foto te hergebruiken – en dat omvat dus ook het laten embedden van de foto. En ten tweede had in april een rechter bevestigd dit is hoe de TOS werkt.

De rechtbank waar zijn zaak diende, dacht er echter anders over: dat staat helemaal niet zo letterlijk in die TOS, dus geen onmiddellijke afwijzing van de claim (summary judgment). Dat was even schrikken, vandaar dat Ars Technica het navroeg. En wat zegt Instagram (of eigenlijk haar overlord Facebook) dan:

“While our terms allow us to grant a sub-license, we do not grant one for our embeds API,” a Facebook company spokesperson told Ars in a Thursday email. “Our platform policies require third parties to have the necessary rights from applicable rights holders. This includes ensuring they have a license to share this content, if a license is required by law.”

Met deze achtergrond is het natuurlijk een stuk lastiger om vol te houden dat er sublicenties zijn verleend. (Voor de fijnproevers, er staat sublicenseable in de TOS, oftewel Instagram mág sublicenties uitdelen aan bijvoorbeeld embedders. Maar dat hebben ze dus niet gedáán, tenzij je zegt, door die functie te maken ging je stilzwijgend akkoord met een sublicentie voor die context. En dat is dus lastig als Instagram hardop zegt dat men dat niet ging.

Afijn. Ook Europese embedders van Instagram-content maken zich nu zorgen. Dat is geheel ten onrechte: embedden van legaal gepubliceerde foto’s is volstrekt legaal want geheel geen inbreuk op het auteursrecht. Dat volgt uit de Svensson- en Bestwater-zaken die het Hof van Justitie een paar jaar terug wees. (Bij onrechtmatige bronpublicaties ligt dat wellicht anders, dankzij het Geenstijl-arrest). Die zegt gewoon keihard dat je mag linken en mag framen oftewel embedden.

Een discussiepuntje dat ik laatst in een Nederlandse zaak zag, is of het dan uitmaakt of je nog kunt zien dat er wordt geëmbed. Dat is niet perse het geval (helemaal niet bij wat vroeger inline linken heette), en die rechter bepaalde dus dat daarom embedden/inline linken wél inbreuk was. Dat is dus onjuist. In de woorden van het Svensson arrest:

Deze vaststelling wordt niet op losse schroeven gezet indien de verwijzende rechter zou vaststellen – hetgeen niet duidelijk blijkt uit het dossier – dat wanneer de internetgebruikers op de betrokken link klikken, het werk verschijnt en daarbij de indruk wordt gewekt dat het wordt getoond op de website waar de link zich bevindt, terwijl dit werk in werkelijkheid afkomstig is van een andere website.

Het maakt dus geen ene bal uit of je kunt zien of de foto van Instagram is geëmbed of dat het 100% lijkt of je hem hebt gekopieerd. Als je feitelijk de foto laat oproepen vanaf een Instagram-server, dan is het legaal.

Arnoud

38 reacties

    1. Dit komt wel dicht in de buurt van kopiëren, maar alsnog extra verkeer genereren voor de originele server. Helemaal als je het inline doet, maar kennelijk maakt het niet uit of je de originele API gebruikt hiervoor of dat je die omzeilt en het inline doet. Nog dichterbij komt het in mijn ogen als je dit combineert met een hash-check om situaties te voorkomen zoals Alain hieronder omschrijft, waarbij je je cache niet refreshed of de foto weghaalt als de foto veranderd. Dan gebruik je de originele server meer als hoster van de foto’s die op jouw site staan. Volgens mij deden verschillende fora dat vroeger ook, als je een plaatje wou laten zien, dan moest je dat doen via imgur zodat het geen bandbreedte van het forum kost.

  1. Bij “embedden” moet je dan ook niet zeuren als de foto’s/beeld ineens een andere wordt.

    Ik heb daar standaard “rules” voor klaarzitten op mijn server, alsook enkele “leuke” beelden.

  2. Dank je, Arnoud, voor deze samenvatting. Zat toch anders dan ik dacht. (En dan blijkt die 2010 editie van je boek in mijn kast toch echt verouderd, en er geen artikel over embedden op iusmentis.com).

    Ik blijf het verschil tussen copieren en embedden kunstmatig vinden, maar ja, wat wil je in een samenleving waarvan een van de belangrijkste activiteiten is het leveren van (1) een perfectie kopie, die (2) instantaan, (3) vrijwel gratis gemaakt en verspreid kan worden. Daarin moet je kunstmatig onderscheid gaan maken.

  3. Klopt als een bus wat betreft Instagram. Maarre, Svensson heeft het over AANKLIKBAAR tonen (embedded hyperlinken). Het dient te verwijzen naar de bronpublicatie die vrijelijk beschikbaar moet zijn op internet, dan geldt het niet als nieuwe openbaarmaking. Dat embedded ei, dat linkte niet naar de bronpublicatie. De foto was ingesloten met een afbeeldingsURL. Een bestand op een server is geen publicatie. Als je zo een foto insluit, dan is ie niet aanklikbaar. Sterker, je steelt dan bandbreedte zonder ook maar enige credits te geven. GeenStijl-arrest, onrechtmatig doet er niet toe volgens Bestwater. GeenStijl linkte niet naar een publicatie die vrijelijk beschikbaar was. Je moest de exacte URL weten. Het doel van GeenStijl was onrechtmatige content verspreiden

    1. Svensson spreekt inderdaad steeds van “aanklikbare links”, omdat het daar ging om een frame-omgeving waarbinnen content van eiser werd geladen. Maar in Bestwater werd gewoon een Youtubevideo geëmbed, daar is geen aanklikbare link meer. Ik citeer een onofficiële vertaling:

      Het embedden van een beschermd werk dat vrijelijk toegankelijk is op een (andere) website door middel van een framed (inline) link zoals in deze zaak aan de orde is op zichzelf geen mededeling aan het publiek in de zin van de Auteursrechtrichtlijn, aangezien dat werk aldus noch weergegeven wordt voor een nieuw publiek, noch op een andere technische wijze.

      Ik kan dat echt niet anders lezen dan dat gewoon embedden in zijn algemeenheid ook onder deze interpretatie valt. Niet alleen maar wanneer de bezoeker eerst moet klikken.

      Verder had in de ei-zaak de rechter het totaal niet over die afweging of interpretatie, maar gewoon de ouderwetse opvatting:

      gedaagde] voert aan dat zij de foto en het recept heeft embedded van de website [internetsite] en die website ook als bronvermelding heeft genoemd, maar dat helpt haar niet. Het gaat erom dat de foto te zien is geweest op de website van [gedaagde] . Dit volgt onder meer uit productie 1 van [gedaagde] : daarop is een screenshot te zien van de website [internetsite] met daarop de foto en het bijbehorende recept.

      “Te zien is geweest” is gewoon niet het criterium uit Svensson of Bestwater.

      1. Wat ik mij nu wel afvraag is wat Svensson betekent voor onze vrienden van Getty Images. Voor zover ik begrijp gebruiken die screenshots van de websites als bewijs van inbreuk. Aan een screenshot kan je echter niet zien of iemand de afbeelding gekopieerd heeft of hem embed vanaf een site van iemand die gewoon netjes een licentie heeft.

        Of zou Getty een vooruitziende blik hebben gehad en ook de source van de websites hebben opgeslagen om dit uit te kunnen sluiten?

        1. Elroy : Erger, het kan zijn dat de oorspronkelijke site slechts een “beperkte” licentie heeft. Het is heel courant dat een licentie beperkend wordt gegeven, het bekenste is waarschijnlijk “editorial use only”. De kostprijs kan zeer fors verschillend zijn.

          Arnould: Wie mag dan betalen voor de bijkomende licentiekosten? De oorspronkelijke site die dit moest voorkomen, wat technisch effectief kan. Of de site die het beeld “embed”. Nu vind ik het wel verregaand dat embedden zonder dat het zichtbaar is voor de eindgebruiker mag, een link vermelden naar de oorspronkelijke pagina is een totaal ander verhaal. Ik praktijk komt dit er op neer dat het auteursrecht voor internet elementen quasi onbestaande wordt.

      2. “Youtubevideo geëmbed, daar is geen aanklikbare link meer” Jawel hoor, als je een youtube-video insluit met de insluitingscode kun je altijd door klikken naar youtube. Én het filmpje verdwijnt op de ingesloten plaats als het bij youtube verwijderd wordt. Het filmpje is vrijelijk beschikbaar op youtube. Het filmpje wordt op dezelfde manier getoond als op YouTube. Een bestand insluiten met een afbeeldingsURL is weliswaar embedden, maar je verwijst niet aanklikbaar naar een publicatie ÉN je weet niet of dat bestand vrijelijk beschikbaar is op internet. Het is niet voor niets dat bij inbreuken geëist wordt dat het bestand van de server af moet, omdat het anders nog zichtbaar kan zijn via de afbeeldingsURL op andere plaatsen. Ik weet dat er een dame kwettert dat zolang je een bestand niet aanraakt (de afbeeldingsURL gebruikt) je geen inbreuk pleegt. Maar dat is echt niet zo. Het is zelfs vervelender omdat je ook nog eens bandbreedte steelt. De bezoeker kan niet zien dat een afbeelding van een andere server komt. Overigens had de rechter de zaak van het embedded ei natuurlijk gewoon moeten afwijzen omdat Eiser de exclusieve rechten niet heeft. Eiser is BeeldigBeeld die 4 beeldbanken opgekocht heeft en een claimbot erop gezet heeft. De foto duikt al in 2008 naamloos op, een moment dat BeeldigBeeld nog niet bestond. Bovendien rekent BeeldigBeeld iets van €40,- voor een licentie. Maar ja, deze “inbreukmaker” zal gedacht hebben dat ze veilig zat, omdat ze de afbeeldingsURL gebruikt had.

        1. In zowel Svensson als Bestwater staat dat je niet eerst hoeft te klikken om de content te zien. Wél dat de content aanklikbaar moet verwijzen naar de bronpublicatie. Elke link naar de bronpublicatie vergroot de vindbaarheid ervan, meestal zijn de uitgever (Instagram, Youtube) én de maker daar alleen maar blij mee. Een bestand op een server is geen publicatie. Behalve dat je inbreuk pleegt steel je ook nog eens bandbreedte.

          1. Beste Martine

            In het geval van foto’s is daar toch een heel andere geschiedenis/kijk op/geplogenheden/licentiemodel. Als er iemand een foto “selecteert uit een artikel” en deze ter illustratie gebruikt, zullen er slechts zeer weinigen daar op “klikken”. Ik betwijfel of er mensen daar “bewust” op gaan klikken.

            Dit is dus een zeer grondige aanpassing, de diverse licentiemodellen worden betekenisloos.

            1. Beste Alain, ik maak de regels niet :-). Insluiten met afbeeldingsurl kun je geeneens klikken. Da’s dan ook gewoon een keiharde inbreuk. Zelfs als het onder citaatrecht valt, want ook dan moet je aan bronvermelding doen. Klikbaar verwijzen naar de bron daar zullen bezoekers inderdaad niet altijd op klikken maar het levert wel punten op bij Google.

          2. Waar zie je dat als eis staan in Bestwater? Ik zag daar een Youtubevideo geëmbed, en embeds zijn niet aanklikbaar. (Er zit vaak wel een link-knop naar de bron in, “Open in Youtube”, maar dat is geen link op de embed als zodanig). Dus in de feiten van Bestwater zat geen aanklikbare bron.

            1. “Er zit vaak wel een link-knop naar de bron in, “Open in Youtube”, maar dat is geen link op de embed als zodanig”. Nou spreek je jezelf tegen. Er zit wel een link-knop in, maar dat is geen link als zodanig? Svensson zegt embedded hyperlinken geldt niet als nieuwe publicatie. De hyperlink dient daarbij naar de bronpublicatie te gaan en het werk mag je volledig insluiten (tonen alsof het op je eigen website staat). De credits komen door de verwijzing naar de bronpublicatie bij de maker terecht. Als de maker het werk weghaalt, verdwijnt het overal waar het ingesloten is. Lijkt me zo klaar als een klontje en is heel redelijk. Een bestand op een server is echter geen publicatie. Insluiten van zo’n bestand door de afbeeldingsURL is een nieuwe publicatie, je verwijst immers niet naar de bronpublicatie. Iedereen (ja werkelijk iedereen!) gaat er maar vanuit dat embedden en hyperlinken hetzelfde is. Dat is niet zo. Embedden is insluiten. Hyperlinken is klikbaar verwijzen (naar de bronpublicatie). Die hyperlink zorgt voor een betere waardering bij Google o.a.. Die klikbare verwijzing ontbrak bij het embedded ei. Bij Bestwater ontbrak die klikbare verwijzing niet. Het enige wat Bestwater heeft toegevoegd is dat de bronpublicatie niet rechtmatig hoeft te zijn, als ie maar vrijelijk beschikbaar is. Ook heel logisch, want een onrechtmatig filmpje moet je verwijderen op youtube, dan verdwijnt het overal waar het ingesloten is. (NB. ik deed steeds netjes returns en lege regels voor de leesbaarheid, ben er maar mee opgehouden.)

              1. 2x bewerkt maar wordt niet doorgevoerd. Embedden = insluiten. Hyperlinken is aanklikbaar verwijzen. Bij YouTube-filmpjes kun je altijd doorklikken naar de bronpublicatie, bijvoorbeeld als je wilt reageren. Bestand op een server is geen publicatie.

                1. In vervolg op deze discussie: je bent heel stellig dat embedden en hyperlinken door de rechter verschillend worden beoordeeld, maar dat haal ik niet uit de Svensson- en Bestwater-uitspraken.

                  In beide zaken oordeelt het Hof dat de in die casus gebruikte methode (hyperlinken & embedden door middel van een link met gebruik van de framing-techniek) geen nieuwe openbaarmaking vormt en dus geen inbreuk vormt. Het Hof stelt expliciet dat haar oordeel overeind blijft als het werk wordt getoond alsof het onderdeel uitmaakt van de website waar de bezoeker zich bevindt, en dat de relevante criteria zijn of het werk aan een nieuw publiek wordt geopenbaard, of op een nieuwe, onderscheidende technische wijze wordt geopenbaard. Nergens stelt het Hof een eis dat de bezoeker naar de originele website moet kunnen navigeren. Het embedden van een afbeelding via inline linking is in dat opzicht niet anders dan het embedden van een document in een inline frame.

                  • Het helpt wellicht niet dat het woord ‘link’ wat ambigu is en zowel op een inline link als op een aanklikbare hyperlink kan slaan. In paragraaf 17 van de Bestwater-uitspraak wordt echter expliciet gesproken over een “embedded/inline link” en niet over een aanklikbare hyperlink:
                  Dieser Umstand ist im Wesentlichen das Charakteristikum der Framing-Technik, die im Ausgangsverfahren streitig ist und darin besteht, dass eine Internetseite eines Webauftritts in mehrere Rahmen unterteilt wird und in einem dieser Rahmen mittels eines „eingebetteten“ Internetlinks (Inline Linking) ein einer anderen Website entstammender Bestandteil angezeigt wird, damit den Nutzern dieses Webauftritts die ursprüngliche Umgebung dieses Bestandteils verborgen bleibt.

                  Natuurlijk ben ik het wel met je eens dat op een dergelijke wijze inline linken eigenlijk ‘not done’ is, en dat het het netst is om te verwijzen naar een internetpagina waar inhoud origineel gepubliceerd is. Maar dat is een andere vraag dan of het ook strafbaar is.

              2. Ik zie niet in waarom het insluiten van een plaatje in een img-tag een nieuwe mededeling zou zijn. Je stelt dat de hyperlink naar de bronpublicatie (ik lees dit als: de oorspronkelijke mededeling aan het publiek) moet gaan, maar dat staat niet in Bestwater. Dat er via “Open in Youtube” doorgeklikt kon worden naar de originele mededeling blijkt niet uit het arrest of de uitspraken die daaraan vooraf gingen (OLG München, BGH, HvJ EU). Ook het BGH noemde die link niet, terwijl de feitelijke situatie toch heel uitgebreid werd besproken. Het BGH verkeerde zelfs in de veronderstelling dat er wel een inbreuk op het auteursrecht was, omdat je niet kon zien dat de video van een ander afkomstig was:

                Auch derjenige, der – wie im vorliegenden Fall – ein auf einer fremden Internetseite öffentlich zugänglich gemachtes fremdes Werk im Wege des “Framing” zum integralen Bestandteil seiner eigenen Internetseite macht, erleichtert Nutzern seiner Internetseite nicht nur den Zugang zu dem auf der ursprünglichen Internetseite vorgehaltenen Werk. Vielmehr macht er sich das fremde Werk durch eine solche Einbettung in seine eigene Internetseite zu eigen. Er erspart sich damit das eigene Bereithalten des Werkes, für das er die Zustimmung des Urhebers benötigte. Ein solches Verhalten ist nach Ansicht des Senats bei wertender Betrachtung als öffentliche Wiedergabe im Sinne des Art. 3 Abs. 1 der Richtlinie 2001/29/EG einzustufen, die einer gesonderten Erlaubnis des Urhebers bedarf.
                Telkens ging de rechter er dus vanuit dat de video werd getoond als ware het een onderdeel van de pagina zelf (vergelijkbaar met het insluiten van een plaatje met een img-tag). Sterker nog, ik betwijfel dat een link naar YouTube destijds aanwezig was. Tot 25 september 2018 kon je die namelijk heel makkelijk weghalen door de optie ‘showinfo=0’ te gebruiken. Helaas noemt het arrest geen URL, anders had ik via archive.org even controleren of die optie werd gebruikt

                1. Leshy en lezer: Een bestand op een server is geen publicatie. Pas op het moment dat je een foto insluit wordt het bestand gepubliceerd. Als je linkt naar de bronpublicatie wordt het niet als nieuwe publicatie gezien volgens Svensson-arrest (aanklikbaar verwijzen naar de bronpublicatie). Een ingesloten YouTube-filmpje is geen bestand op een server, je gebruikt insluitingscode van een op YouTube GEPUBLICEERD filmpje. Bestwater-arrest geeft aan dat je illegale PUBLICATIES mag embedden, een embedded YouTube filmpje verdwijnt als YouTube het verwijdert. Ik heb de duitstalige arresten niet doorgeploeterd verder, ben ook geen jurist, ik beredeneer dit gewoon en begin onderhand de indruk te krijgen dat er met opzet geroepen wordt dat je mag embedden zodat er weer wat sommatiebrieven verstuurd kunnen worden. Of al die juristen wauwelen elkaar na.

                  1. Ik ben het eens met “Een bestand op een server is geen publicatie. Pas op het moment dat je een foto insluit wordt het bestand gepubliceerd.” Maar na publicatie is dat bestand medegedeeld aan een nieuw publiek (bestaande uit alle internetgebruikers), en mag iedereen dat bestand vervolgens embedden. Door het te embedden (bv. via een img-tag) doe je zelf een mededeling aan het publiek, maar niet aan een nieuw publiek, en is er dus geen inbreuk op het auteursrecht.

                    Een ingesloten YT-filmpje kan best een bestand op een server zijn. Nergens blijkt dat de insluitingscode van Youtube zelf was gebruikt. Je kunt prima een eigen player bouwen. Kijk bijvoorbeeld naar Plyr: zoals het voorbeeld achter de link laat zien, kun je niet doorklikken naar het origineel. Zoals ik in mijn vorige bericht al zei kon je de YT-player tot 2018 ook op die manier laten werken.

                    Ten aanzien van het verwijderen: je kunt het bestand op de server toch ook verwijderen? (Arnoud kan bijvoorbeeld https://blog.iusmentis.com/wp-content/themes/iusmentis/images/arnoud-engelfriet.jpg verwijderen).

                    1. “bestaande uit alle internetgebruikers” Nee, nee, nee en nog eens nee. Ik weet dat iedereen dat roept maar dat is net zoiets als “alle krantenlezers”. Het is “bestaande uit alle bezoekers van die website”. En alleen als je aanklikbaar verwijst naar die website is het geen nieuw publiek (je versterkt dmv linkbuilding de bronpublicatie). Je kunt aan een bestand op een server toch niet zien of het nog gepubliceerd staat bij de bron en vrijelijk beschikbaar is? Misschien zit er inmiddels een slotje op of is de publicatie offline en is de afbeelding op de server blijven staan. Ik kan overigens wel doorklikken naar het origineel bij Plyr, er staat een aanklikbare verwijzing onder het filmpje.

                        1. Deze materie is liefdewerk oud papier. Het is een hele poos geleden dat ik (delen van) die arresten heb gelezen en “embedded hyperlinken” interpreteer als “insluiten en aanklikbaar verwijzen naar de bronpublicatie”. Ik zou er dan opnieuw in moeten duiken en dat vind ik een beetje zonde van mijn tijd, sorry. Misschien dat ik het nog wel een keertje doe, of een artikel tegenkom, dan zal ik het laten weten.

                          1. Voor mij is dit ook liefdewerk oud papier, maar uit interesse lees ik de uitspraken wel. En ik kom niet de discussie in met “Nee, nee, nee en nog eens nee” voor iets dat terug te lezen is in r.o. 16 van BestWater:

                            Ist dies nicht der Fall, insbesondere weil das Werk bereits auf einer anderen Website mit Erlaubnis der Urheberrechtsinhaber für alle Internetnutzer frei zugänglich ist, kann die betreffende Handlung nicht als „öffentliche Wiedergabe“ im Sinne von Art. 3 Abs. 1 der Richtlinie 2001/29 eingestuft werden (vgl. in diesem Sinne Urteil Svensson u. a., EU:C:2014:76, Rn. 25 bis 28).
                            Vertaling:
                            Indien dat niet het geval is, met name omdat het werk met toestemming van de auteursrechthebbenden reeds vrij beschikbaar is voor alle internetgebruikers op een andere website, kan de betrokken handeling niet worden aangemerkt als “mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 (vgl. Svensson e.a., EU:C:2014:76, r.o. 25 tot en met 28).

                            De link bij Plyr onder de video is daar trouwens handmatig neergezet en kan makkelijk worden weggelaten (zie bijvoorbeeld hier in het paneel rechtsonder). Dát is hoe het embedden van Youtube tot 2018 er ongeveer aan toe ging: geen klikbare link naar het origineel.

                            1. Je ziet het niet zoals ik het zie. Dat mag. Uit jouw vertaling: “reeds vrij beschikbaar is voor alle internetgebruikers op een andere website” Ik zie daar toch echt staan OP EEN ANDERE WEBSITE. Je zult toch moeten vastleggen op een manier die te controleren is waar dat bestand op die ANDERE WEBSITE staat? Met enkel een afbeeldingsURL weet je dat toch niet? Dat nee, nee, nee komt voort uit de verbijstering dat er juristen bestaan die beweren dat embedden mag, zolang je het bestand maar niet aanraakt en de bronserver gebruikt om het bestand in te sluiten. Volgens die theorie zou je dan afbeeldingen mogen hotlinken vanaf Google, Facebook, Pinterest, Flickr. Zoals https://i.pinimg.com/236x/f6/45/aa/f645aa6272a97cce611db8a304ef9184.jpg Dat is echt niet zo. Daar krijg je gewoon een “prent” voor van de rechter (en de juristen die als hardste roepen dat embedden mag sturen er inbreukbrieven voor) https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2020:1721 En nu ga ik reacties volgen uitzetten 😉

                              1. MArtine: hier staat een heel mooi overzichtje http://ipkitten.blogspot.com/2016/09/linking-after-gs-media-in-table.html

                                Als die afbeeldingen vrij toegankelijk zijn, en als je geen winstoogmerk hebt (dus privepersoon bent voor een hobbyblog) en niet weet dat het er staat zonder toestemming van de rechtenhouder, dan mag je gewoon linken/embedden. Als je natuurlijk gewaarschuwd bent, dan mag het niet meer.

                                En als het er met toestemming van de rechtenhouder staat en vrij toegankelijk is, dan mag linken gewoon altijd.

                                In het geval van de uitspraak die je aanhaalt was de foto niet openbaar gemaakt met toestemming van de rechthebbende. Als ik het snel bekijk lijkt het me dat het argument ‘geen winstoogmerk’ doorslaggevend had moeten zijn ten gunste van de websitehouder.

                                Ik zie niet direct in waarom dat niet gebeurd is (misschien niet nadrukkelijk genoeg naar het GEEN STIJL arrest verwezen, misschien niet voldoende bewijs geleverd/onder de aandacht gebracht dat de afbeelding een embedded link was?)

                              2. Je zult inderdaad moeten stellen en zo nodig moeten bewijzen dat de afbeelding op een eerder moment al op een andere website openbaar is gemaakt. In het geval van de ‘gevulde eitjes’ is dat niet zo moeilijk omdat de foto op de oorspronkelijke website nog steeds beschikbaar is. Die uitspraak is veel bekritiseerd (door Arnoud hierboven en hier door een hoogleraar intellectueel eigendomsrecht). Het probleem is – en dat heb je zelf ook ervaren – dat procederen een vak apart is, en je het vaak niet redt wanneer je in persoon procedeert. De gemiddelde rechter heeft geen idee wat embedden inhoudt, dus dat zul je op een bondige maar duidelijke manier moeten uitleggen, zodat de wederpartij dat op de zitting niet kan pareren met een simpel ‘dat embedden klinkt technisch en zal allemaal wel, maar het gaat erom dat de afbeelding gewoon op de website van gedaagde te zien was, kijk maar naar productie 1’.

                                De aantijging dat ik inbreukbrieven stuur voor het embedden van foto’s laat ik voor jouw rekening, en maakt dat ik verder niet meer op jou zal reageren.

                          2. Oké, dus je vindt het zonde van de tijd om op een juridisch blog te discussiëren met juridische onderbouwing. Dan vind ik het zonde van mijn tijd nog op je te reageren. Wil je vanaf nu alsjeblieft hier niet meer reageren met jouw stellingen over embedded linken? Je kunt deze immers niet onderbouwen en ik wil niet dat vraagstellers hier niet-onderbouwde juridische uitspraken meekrijgen, dat is gevaarlijk want een inbreukzaak verliezen kost ze geld.

                              1. Het essentiele punt is, Martine, dat een link slechts een referentie is. Het is nogal twijfelachtig om een referentie als inbreuk te zien (je kunt de foto vinden op p.5 van het boek in de gemeentelijke bieb van Helmond, plank kast 12, plank 3 is natuurlijk geen inbreuk), maar aan de andere kant komen door de moderne IT een referentie en een echte kopie dicht bij elkaar, dus dat verschil dat 30 jaar geleden nog superduidelijk was, is dat nu niet meer. Svensson probeert hier toch een zinvolle lijn in aan te geven, maar natuurlijk is dat moeilijk.

                                1. Vorige maand heeft de A-G van het HvJ EU conclusie gewezen in zaak C-392/19 (VG Bild-Kunst / Stiftung Preußischer Kulturbesitz). Het insluiten van een plaatje via een img-tag wordt daarin aangeduid als inline linking. De A-G vindt dat daarvoor toestemming van een auteursrechthebbende vereist is (overweging 137). Het is wachten op de uitspraak, maar het lijkt erop dat embedden toch niet zonder meer is toegestaan.

  4. Arnoud, jouw stukken blinken, vind ik, altijd uit door beknoptheid en helderheid. Compliment.

    In dit artikel verlies ik echter een beetje het overzicht door de mix van juridische – en ICT-begrippen. De arrest-citaten dragen daaraan bij. Misschien dat je mij en andere lezers een helpende hand kunt bieden door de verschillende termen /begrippen eens nauwkeurig te willen definiëren. En dan heb ik het over de termen: ‘embedden / legaal gepubliceerde foto’s / onrechtmatige bronpublicaties / inline linken / … is geëmbed of dat het 100% lijkt of je hem hebt gekopieerd’.

    Alhoewel ik weet wat ‘embedden’ en ‘inline linken’ is, voorts denk te weten wat men verstaat onder legaal gepubliceerde foto’s vraag ik bij wel af hoe ik dat moet zien tegenover onrechtmatige bronpublicaties en hoe e.e.a. zich vertaalt in kopieerhandelingen. Dank je bij voorbaat.

  5. Wat een uitermate vermoeiende discussie, die totaal voorbij gaat aan wat er technisch gebeurd. Een server stuurt een bericht met een referentie naar een werk dat publiek beschikbaar is op een andere site. Op geen enkele manier is dus dat werk ingesloten in het bericht dat die server beschikbaar maakt. De ontvanger (met behulp van zijn browser) die leest dat bericht, en gebruikt de ingesloten referentie om het oorspronkelijke werk van de oorspronkelijke bron op te halen. (Dat dit geheel automatisch gebeurd doet hier niet ter zake: je kunt in principe een “browser” maken die referentie naar plaatjes (href tag) veranderd naar embedded plaatjes (img tag), of vice versa: hoe om te gaan met ontvangen informatie is een keuze van de ontvanger), en de server van de oorspronkelijk bron geeft (legitiem, want met toestemming van rechthebbende) het gerefereerde werk terug aan de ontvanger. In deze heeft de refererende partij dus nooit het gerefereerde werk aangeraakt, dus kan geen sprake zijn van inbreuk. Bovendien is er geen enkele noodzaak om hier een exclusief recht van te maken. Het is triviaal voor de oorspronkelijke bron om het plaatje niet te verspreiden als de verzoeker niet aan bepaalde voorwaarden voldoet. De wetgeving complexer maken dan nodig, en vervuilen met wazige onderscheiden vanwege de incompetentie en luiheid van bepaalde partijen lijkt me geen verstandig beleid.

    1. Ik wilde iets gelijks posten.

      Wat is het verschil tussen een link en een embed? De HTML tag? Lijk mij niet je kan met css een link naar een plaatje omzetten in een embedded plaatje of omgekeerd. Idem met javascript. Wat al die methoden overeen hebben is dat het op de client gebeurt, niet op de server.

      Daarnaast kan je met browser plugins eigen JS of CSS op websites loslaten die deze vervanging doen. Of iets inline linken is (zoals blijkbaar recent geoordeeld) hangt dus volledig af van browser implementatie en plugins. Als dit stand houdt, betekent dat dan dat als dit soort plugins gemeen goed zou worden linken ook niet meer mag?

      Als je die uitspraak leest, ik richt me even op de drie punten uit de conclusie: 1. Automatisch openen van embedded zonder handeling van de client is een mededeling. De client een plugin laten installeren die de links automatisch opent, of éénmalig bij eerste keer openen van de pagina vragen of hij plaatjes wil openen (“Wilt u de links naar afbeeldingen op deze site vervangen door de afbeeldingen?”), dit in een cookie of account vastleggen en vervolgens dmv JS of een link of een embed plaatsen is toch al een handeling, zodat niet meer zonder toedoen van de gebruiker gesproken kan worden?

      1. en 3. hebben het over embed waarbij maatregelen tegen deeplinking worden omzeild, dat is een heel specifiek geval dat je dus niet algemeen kan trekken.

      Kortom met een browser plugin of browser instelling waarin de client aan moet geven of hij wil dat die links geopend worden is er al geen sprake meet van “zonder verder toedoen van de gebruiker”.

      Embedden verbieden zal altijd rammelende wetgeving blijven omdat men aan server side probeert te reguleren wat aan client site gebeurt en daar heeft de server in zijn geheel geen controle over.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.