Nokia, bestaat dat nog? Ja, juist! Dankzij patenten

Slepende patentruzies zijn al lang niet meer het exclusieve domein van smartphonefabrikanten en chipmakers. Dat meldde NRC laatst. Alles wat ‘smart’ is, kan inzet worden van juridische strijd. Dat schaadt de mededinging, vinden critici. De aloude patentendiscussie is terug, met een nieuw ICT-jasje want nu gaat het om ‘smart’ apparaten. Maar stiekem gaat het om macht in standaardisatie, en dat is volstrekt niet nieuw.

Wie deze blog al langer volgt, weet dat softwarepatenten erg gevoelig liggen in de ICT. Daar zijn vele redenen voor: jarenlang zijn zonder al te veel controle duizenden octrooien toegewezen in softwaregebied, volstrekte trivialiteiten werden ineens basispatenten, interoperabiliteit werd gehinderd en er was nul bewijs dat het überhaupt iets zou toevoegen. (En wie dat niet weet, leest mijn Puinhopen-artikel maar eens.)

Kern van het probleem zit hem volgens mij in het feit dat het octrooisysteem komt uit een wereld waarin uitvindingen op zichzelf staan. Ik heb de fiets uitgevonden, jij de step: wij gaan beiden de markt op en zien wie er wint, maar slaafse namaak kunnen we allebei weren. Jij vindt de bel uit, ik moet een licentie kopen bij jou of volstaan met een claxon.

In de ICT hangen alle diensten van de interoperabiliteit aan elkaar. Bestanden lezen uit andermans pakket, je uitvoer doorsturen naar andermans software of gewoon een pakket maken dat diverse dingen kan. Als op elk van die dingen een octrooi zit, dan moet je dus van héél veel mensen een licentie vragen. En als die dat niet willen, dan heb je gewoon een probleem.

Nu is er heel veel discussie (en sinds een paar jaar ook strenge grenzen) over wat voor software je mag patenteren. Maar dat dat mag bij telecomtechnologie, dat staat wel buiten kijf. En daar gaat het NRC-artikel dan ook over:

Nokia heeft de slag om de consument dan wel verloren, het bedrijf heeft een uitgebreide en nog altijd groeiende portefeuille van bijna 3.000 ‘patentfamilies’ op draadloze technologieën zoals 3G, 4G en 5G, blijkt uit het jongste jaarverslag. Licentievergoedingen voor gebruik van intellectuele eigendom zijn tegenwoordig zelfs de belangrijkste inkomstenbron van het bedrijf, […] Nokia behoort daarmee tot een relatief kleine groep multinationals die het overgrote deel van de octrooien bezitten op cruciale communicatie- en netwerktechnologieën, waaronder 3G, 4G, 5G en wifi.
Geld halen uit zulke octrooien is natuurlijk heel lucratief. Inbreuk hoef je niet te bewijzen, een alternatief kan men niet kiezen, dus mogen wij even vangen? Het aantal rechtszaken over patenten die betrekking hebben op cruciale communicatie- en netwerktechnologieën loopt inmiddels in de duizenden, aldus onderzoek. En dat komt dus weer vanwege al die ‘smart’ kastjes, die namelijk 3/4/5G of wifi nodig hebben om persoonsgegevens te lekken, pardon om toegevoegdewaardediensten te leveren. Wie daar patenten op heeft, kan dus flink binnenlopen. Of dwarszitten.

Moet dat bij zulke essentiële standaarden wel kunnen? De consensus is, nou nee eigenlijk niet. Een redelijke vergoeding is tot daar aan toe, maar die moet wel fair, redelijk en niet-discriminatoir zijn:

Het meest concrete voorstel dat op tafel ligt, komt van een onderzoeksgroep onder leiding van hoogleraar Rudi Bekkers. In opdracht van de Europese Commissie onderzocht die groep de haalbaarheid van een onafhankelijk instituut om te beoordelen welke patenten daadwerkelijk „essentieel” zijn voor technologische standaarden. Zo’n beoordeling is een monsterklus, gezien de onmetelijke lijst van patenten die onder de loep moeten worden genomen. Maar het kan, concludeerden Bekkers en zijn collega’s. En het is nodig.
In mijn ervaring is het zo goed als onmogelijk om die klus voor elkaar te krijgen, dus ik ben héél benieuwd wat de uitkomsten gaan zijn. Het zou ontzettend mooi zijn als die wél laat zien wat er essentieel is.

De volgende stap is natuurlijk vaststellen wat dan een eerlijk bedrag moet zijn. Hoe meet je de bijdrage van één octrooi in de 5G standaard? Welk bedrag koppel je daar aan? Daar zie ik vooralsnog geen antwoord op.

Arnoud

25 reacties

  1. Ik denk dat we ook hier de fundamentele vraag moeten beantwoorden of octrooien wel maatschappelijke meerwaarde hebben, en of zij niet uiteindelijk de snelheid van innovatie en verbetering van de welvaart beperken, in plaats van verbeteren. Ikzelf denk dat deze vraag stellen hem al beantwoorden is: het bewijs hiervoor moet worden geleverd door de hen die de beperkingen op de innovatievrijheid die het octrooisysteem met zich meebrengt willen handhaven, en zonder bewijs is er geen rechtvaardiging, en daarmee is het afdwingen ervan eenvoudigweg strijdig met de fundamentele rechten van de mens.

    Het is inderdaad lastig een prijs te zetten op een cruciaal onderdeel van standaard: als zonder dat onderdeel de hele standaard niet kan werken, zou je dus de het hele welvaartsverlies van het niet hebben van die standaard aan dat onderdeeltje toe kunnen schrijven. Als er echter duizend van dergelijke octrooien zijn, dan zou je dus duizend maal het welvaartsverlies moeten opbrengen, wat natuurlijk onzin is. Eenvoudigweg delen door duizend is ook geen optie: sommige uitvindingen zijn bijna triviaal, andere vloeien voort uit lang en kostbaar onderzoek.

    1. Ik ben octrooigemachtigde en dagelijks met dit soort dingen bezig. Ik zie het probleem wel, en ik zie ook wel dat het huidige systeem maar matig past op IT.

      Wat mij betreft is jou eerste alinea nog driedubbel zo hard van toepassing op auteursrecht. Bij een octrooi zit er (normaal gesproken) nog technisch denk- en ontwikkelwerk aan de basis van de bescherming. Een daadwerkelijke prestatie. Bij auteursrecht, daarentegen, is die toets, of er echt een prestatie is, marginaal.

      Ik ben het wel niet eens met ‘ het bewijs hiervoor moet worden geleverd door de hen die de beperkingen op de innovatievrijheid die het octrooisysteem met zich meebrengt willen handhaven, en zonder bewijs is er geen rechtvaardiging’.

      Juist het feit dat iemand anders die technologie wil gebruiken, en er zelfs nog voor zou willen betalen (al kun je twisten over de prijs), is al bewijs van het maatschappelijk nut van die technologie, en dus rechtvaardiging dat die technologie bescherming verdient.

      1. Waar je zegt dat “mensen willen betalen voor het gebruik van de technologie” dan zeg ik: Dat zijn vooral grote ondernemingen die kunnen betalen in de vorm van kruislicenties. Voor particulieren en kleine ondernemingen is alleen al een octrooionderzoek onbetaalbaar, het aanschaffen van een licentie onhaalbaar, het verkrijgen van een octrooi duur en het voeren van een octrooi-rechtszaak een onacceptabele aanslag op het budget.

        En dat is koren op de molen van de octrooitrollen die met veel liefde een “naheffingsaanslag” opleggen voor “gebruik” van een octrooi dat ze in een dertien-voor-de-prijs-van-twaalf-bundel hebben aangeschaft.

        1. Het ligt toch wel iets genuanceerder. Overigens, de quote die je zo netjes tussen aanhalingstekens zet heb ik niet geschreven.

          Natuurlijk hebben particulieren/kleine ondernemingen minder toegang tot bepaalde dingen, omdat ze duur zijn. Zo hebben particulieren ook, vanwege budgetredene, geen kans om een stand te hebben op CeBIT, kunnen zij geen electronenmicroscoop aanschaffen en kunnen zij geen boorplatform midden in de Noordzee zetten. So what?

          Waarom zou een particulier een octrooi-onderzoek nodig hebben? Wil hij soms een nieuw type 5G telefoon ontwikkelen en op de markt brengen? Eerlijk gezegd: dat octrooionderzoek zal dan het kleinste van zijn kosten en uitdagingen zijn.

          En ‘En dat is koren op de molen van de octrooitrollen die met veel liefde een “naheffingsaanslag” opleggen voor “gebruik” van een octrooi dat ze in een dertien-voor-de-prijs-van-twaalf-bundel hebben aangeschaft.’ Tja,… als iemand een Rembrand in de kringloopwinkel vindt, zeggen we ‘knap gedaan, goed gezocht, die anderen hebben zitten slapen’. En bij een octrooiportefeuille is het ineens verkeerd?

          1. Ik heb een tijdje in de apparatenbouw gewerkt, bij een bedrijf met ~50 medewerkers dat o.a. laboratoriumapparatuur ontwerpt en assembleert. Een groot deel van de ontwerpklanten zijn start-ups. Hoe duur is het om voor een laboratoriumapparaat dat o.a. gebruik maakt van beeldbewerkingstechnieken voor monsteranalyse een octrooionderzoek te doen?

            Als je dan een of twee octrooien tegenkomt die je wilt licentieëren voor je productie van 20 tot 100 apparaten per jaar, kan dat tegen een royalty van minder dan €10.000/jaar?

            Er is bij start-ups wel een budget en natuurlijk een marge op het product, maar dat is niet onbeperkt.

            1. ‘Hoe duur is het om voor een laboratoriumapparaat dat o.a. gebruik maakt van beeldbewerkingstechnieken voor monsteranalyse een octrooionderzoek te doen?’

              Met ‘octrooionderzoek’ bedoel je waarschijnlijk een onderzoek om te zien of je geen inbreuk maakt op iemand anders, of niet?

              Ik ben dan wel een professional op dit gebied, maar dit is een vraag als ‘hoe duur is een auto?’ Onbeantwoordbaar, want afhankelijk van zeer veel randvoorwaarden.

              En ook nog eens fundamenteel onbeantwoordbaar, want er kan altijd ergens een nog niet gepubliceerde octrooiaanvraag zijn, of eentje die in een minder courante taal opgesteld is, of een die fout geklasseerd is. Hoogstens kan je zeggen als octrooigemachtigde: Ik heb X uur gezocht en niets gevonden.

              Ook ligt het er helemaal aan: als een bedrijf met cutting-edge technologie bezig is, zijn er normaal minimaal 1 of 2 personen goed op de hoogte van wat er in dat vakgebied gaande is. Dat maakt een dergelijke studie al een stuk makkelijker. Heb je dergelijke personen niet, dan moet je niet klagen dat een octrooionderzoek duur is, maar dat het hebben en onderhouden van in-house technische expertise duur is.

              Ook ligt het er helemaal aan voor welke landen het onderzoek gedaan moet worden. Wereldwijd, of voor de hele wereld.

              Ook ligt het er helemaal aan hoe bang het bedrijf is voor inbreuk, hoeveel risico het bedrij wil aanvaarden.

              Als alles een beetje meezit komt je een heel eind met 15000€.

              ‘Als je dan een of twee octrooien tegenkomt die je wilt licentieëren voor je productie van 20 tot 100 apparaten per jaar, kan dat tegen een royalty van minder dan €10.000/jaar?’

              Dat ligt helemaal aan de andere partij. Als jullie grote concurrenten zijn waarschijnlijk niet, als hij op een ander technisch gebied commercieel actief is, waarschijnlijk wel. En er is ook nog wel een andere mogelijkheid: design-around.

              En bovendien: je hebt het over 10000€ per jaar, voor 20-100 apparaten. Dat is een paar honderd Euro per apparaat. Als het echt zo kritisch voor voor een dergelijk apparaat (dat waarschijnlijk voor tienduizenden of meer verkocht wordt), is dat dan echt de make-or-break?

              1. Ik kan hier niet in detail ingaan op producten van klanten van een ex-werkgever. Ik neem aan dat de “procesontwerpers” van de klant specialisten zijn op hun vakgebied, de specifieke analyse van het apparaat. (Wij zorgden voor mechanica een aansturing.) Een start-up accepteert een zeker risico en €15k is een bedrag dat binnen het R&D budget valt. Het is niet raar om een budget van een paar ton te plannen voor R&D, prototypes en ontwerp. (Daar zitten de personeelskosten van de specialist(en) bij inbegrepen.)

                Ik heb helemaal geen kaas gegeten van marktprijzen van dergelijke apparaten, maar ik neem aan dat een bedrijf zijn investering wil terugverdienen. Je wil het apparaat ook niet voor een te hoge prijs op de markt brengen en je hebt de kosten van verkoop en service. Ik reken een beetje voorzichtig met een serie van 250 apparaten, ontwikkelkosten €500k en inkoopprijs per apparaat van €10k (materiaalkosten, assemblage + marge producent). Dan heb je €2k per apparaat besteed aan ontwikkeling, je wilt €1-2k per apparaat om de kennis vast te houden, een budget voor verkoop, service, etc. Ik zie €100 aan royalty’s/apparaat (voor alle licenties bij elkaar) niet als een belemmering, €1000 per apparaat is een significant deel van de marge. €10k per apparaat maakt het onverkoopbaar.

          2. Octrooitrollen werken niet op basis van de maatschappelijke waarde van de “uitvinding” waar zij het octrooi hebben bemachtigd, die bestaan puur bij de gratie van de gigantische juridische kosten die gepaard gaan met het handhaven van, danwel het verdedigen tegen octrooi-inbreuk-claims. De “licentierechten” die zij claimen zijn meestal lager dan de kosten van rechtzaken. Als een partij een keer doorpakt en de claims wel laat uitzoeken en ongeldig verklaren, dan zijn de trollen meestal heel snel om hun zaak terug te trekken.

            Daarnaast, als iemand echt een keer een Rembrand in de kringloopwinkel vindt, dan heeft hij een zo bijzonder stuk cultureel erfgoed te pakken, wat naar mijn mening de verplichting met zich meebrengt het op een goede manier te beschermen en toegankelijk te maken voor kunst-historici. Eigenlijk hoort zoiets in een museum. Dat kunst nu veelal door zeer vermogende lieden wordt gebruikt als opslagmiddel van vermogen, waarmee de prijzen onwerkelijk hoog zijn, is ook weer een zeer verwerpelijk iets (zeker omdat zulke vermogens helaas vaak op oneigenlijke manieren tot stand zijn gekomen. Het zal je na dit niets verbazen dat ik pleit voor veel hogere vermogensbelasting voor grote vermogens, en hoge erfbelasting voor erfenissen: in een liberale samenleving horen geen dynastien thuis).

            1. ‘Octrooitrollen werken niet op basis van de maatschappelijke waarde van de “uitvinding” waar zij het octrooi hebben bemachtigd, die bestaan puur bij de gratie van de gigantische juridische kosten die gepaard gaan met het handhaven van, danwel het verdedigen tegen octrooi-inbreuk-claims. De “licentierechten” die zij claimen zijn meestal lager dan de kosten van rechtzaken. Als een partij een keer doorpakt en de claims wel laat uitzoeken en ongeldig verklaren, dan zijn de trollen meestal heel snel om hun zaak terug te trekken.’

              Klopt, dat zijn de echte trollen. Niemand is daar fan van, ik ook niet, maar eigenlijk bestaat dat alleen in de US, en eigenlijk alleen bij de gratie van een niet goed functionerend overall juridisch systeem.

              Kortom: ja ze zijn er, maar het probleem is niet zo groot dat het hele systeem op de schop moet. Er zijn ook mensen die het rechtsysteem misbruiken voor overdreven schadevergoedingen voor triviale verkeersongelukken. Moeten we alle verkeer dan maar verbieden?

              Die rembrand was wat overdreven, maar je hoort vaak genoeg dat mensen een winstgevende aankoop doen in de kringloopwinkel of op marktplaats. Is dat oneerlijk zakendoen, of kansen zien waar een ander ze niet ziet? Zeg het maar….

      2. @cg: ik denk dat je mijn stelling “het bewijs hiervoor moet worden geleverd door de hen die de beperkingen op de innovatievrijheid die het octrooisysteem met zich meebrengt willen handhaven, en zonder bewijs is er geen rechtvaardiging” verkeerd begrijpt: ik snap dat mensen willen betalen voor toegang tot een bepaalde specifieke uitvinding is een bewijs dat die specifieke uitvinding meerwaarde heeft, maar dat zie ik zeker niet als een bewijs dat het octrooisysteem (dat immers toegang tot die uitvinding beperkt, niet noodzakelijkerwijs bevorderd) als geheel een netto positief maatschappelijk resultaat heeft, waar ik om vroeg, dat wil dus zeggen dat de totale welvaart van een maatschappij met octrooien inderdaad groter is dan een maatschappij zonder dat octrooien. Dit is wat lastiger vast te stellen erken ik. Je zult dan de meeropbrengst van extra investeringen in onderzoek, plus de waarde van het openbaarmaken van de uitvinding moeten meewegen tegenover de administratieve kosten en andere marktinefficienties die door octrooien ontstaan (zoals bijvoorbeeld het blokkeren van vervolguitvindingen). Ik heb er een behoorlijk hard hoofd in. Historische studies laten zien dat octrooien meestal eerder remmend dan bevorderend werken (Voorbeeld: medicijnen in Italie voor 1978). Daarnaast, omdat met name die openbaarmaking via octrooi-claims de facto een wassen neus is (een vorige werkgever raadde ontwikkelaars zelfs af om octrooien te lezen om “triple damages” voor bewuste inbreuk te voorkomen) en bovendien die “openbaarmakingen” in een dusdanig eigen en onbegrijpelijk jargon gesteld zijn dat alleen octrooigemachtigden er nog een touw aan vast kunnen knopen om te bepalen waar de “grenspaaltjes” van het octrooi staan. Het heeft werkelijk geen enkele waarde meer om iets van te leren (zeker in de IT wereld). En dan heb ik het nog niet eens gehad op de gigantische schade die patenttrollen aanrichten (waardoor ik bijvoorbeeld een keer naar de VS moest vliegen om voor een werkgever uit te leggen waarom een bepaalde techniek niet inbreukmakend was).

        1. Ik denk dat jij 1 heel belangrijk aspect mist:

          het innovatie-bevorderende karakter van octrooien zit hem er niet in dat je eruit kunt leren en er op kunt voortbouwen. Dat schiet inderdaad niet op, met 20 jaar bescherming. Juist het feit dat het niet mag, en dat je techische manieren gaat bedenken om rond om bescherming van de ander heen te werken, daar zit het innoverende karakter in.

          ‘Als ik geen gloeilamp mag maken, dan bedenk ik misschien wel ineens een LED-lamp’

          Maar inderdaad, ik kan niet inschatten hoe de wereld zou zijn zonder octrooien, beter of slechter. Of zonder Auteursrecht. Of met een minder zware opleiding voor artsen (meer & goedkopere artsen, maar iets minder goed, zeg mij maar waar het optimum ligt…). Of zonder wens om de ruimte te ontdekken. Of met meer of minder belasting, op inkomen of vermogen of consumptie…

          1. Daarom is het dus zo’n probleem dat vooral in de VS en op software octrooien zijn verleend die feitelijk het idee afdekken en niet de specifieke implementatie. Daarmee zet je een markt op slot en rem je de innovatie, omdat alleen partijen met hele diepe zakken zich nog kunnen veroorloven om zich op die markt te begeven.

            Slide to unlock is een idee, Apple heeft dat geimplementeerd en klaagt de hele wereld aan die een eigen implementatie van dit idee maakt. Maar dat is een hele separate discussie. Mijn standpunt met software is namelijk dat als je een idee hebt en de hardware om dat te implementeren een bekwame programmeur de stap van idee naar implementatie kan maken en dus elk octrooi op alleen software niet toegekend zou moeten zijn.

          2. “het innovatie-bevorderende karakter van octrooien zit hem er niet in dat je eruit kunt leren en er op kunt voortbouwen. Dat schiet inderdaad niet op, met 20 jaar bescherming. Juist het feit dat het niet mag, en dat je techische manieren gaat bedenken om rond om bescherming van de ander heen te werken, daar zit het innoverende karakter in.”

            Het is voor het eerst dat ik deze argumentatie hoor, ik vindt hem nogal krom en hij is nogal in strijd met wat ik in het verleden altijd heb gehoord als rechtvaardiging voor octrooien (namelijk de “disclosure” in ruil voor tijdelijke bescherming.) Ik krijg een donkerbruin vermoeden dat dit bedacht is om after-the-fact te rechtvaardigen dat octrooien bestaan, nadat het oorspronkelijke argument volslagen naar het rijk der fabelen was verwezen, maar de waarheid vertellen, dat octrooien er gewoon zijn om nieuwe innovatieve partijen van de markt te weren, is waarschijnlijk net iets te bot, maar ik weet wel van een grote mulitnational dat ze er prat op gingen om alle octrooien op allerlei soorten pompen en pompjes op te kopen, zodat zij die markt konden blijven beheersen. Dat is de bekende “patent-thicket” — octrooistruikgewas, dat zo verschrikkelijk anti-innovatie is

            Daarnaast, het is helemaal niet innovatief om om allerlei kunstmatige beperkingen heen te moeten werken: de natuur is halsstarrig genoeg in zijn beperkingen dat we daar echt niet allerlei kunstmatige restricties bij nodig hebben (en wiskunde, waar veel ICT octrooien op gebaseerd zijn, is nog halsstarriger: daar kun je vaak gewoon bewijzen dat eromheen werken onmogelijk is). Een goed ontwerp maken is al lastig genoeg, en suboptimale oplossingen moeten gebruiken, omdat de route naar een optimale oplossing juridisch is afgesloten is niet alleen slecht voor onze economie, maar ook voor het milieu, en draagt daarin bij aan de versnelde verloedering van onze planeet — ja, octrooien staan zeer zeker in de weg bij het verbeteren van de duurzaamheid, zoals ze in de weg staan bij elke andere vorm van innovatie.

            Het is ook juist de kern van het probleem dat Arnoud hier aanhaalt: als octrooien essentieel zijn voor een communicatie-standard, dan is er geen manier om er omheen te werken, want dan voldoe je niet aan de standaard. Hij zoekt naar manieren om dit te repareren (en dat zou je kunnen doen door voor standaard-essentiele octrooien dwang-licenties uit te geven, plus de verplichting om als een standaard wordt aangenomen deze octrooien aan te melden) Mijn eigen standpunt is dat het hele octrooisysteem naar de prullenbak moet worden verwezen als maatschappelijk zeer schadelijk en contra-productief.

            Ik vrees dat er een revolutie nodig van hetzelfde caliber als de Franse Revolutie om van dit akelige gedrocht van een anti-liberaal systeem van door de staat afgedwongen privileges is af te komen, maar ik hoop dat een toekomstige generatie dit zal inzien. (En ook het proberen het systeem via internationale verdragen te verankeren moet gezien worden als een poging van een oudere generatie om over het graf heen te regeren en toekomstig rationeel bestuur onmogelijk te maken: als blijkt dat iets schadelijk is moet je het kunnen afschaffen. Doe eens het gedachteexperiment dat in de VS de burgeroorlog door de Confederatie was gewonnen, en slavernij nog steeds een legaal concept was, en dat ze dat via het recht op eigendom in allerlei internationale verdragen hadden afgedwongen — daarmee was het nog steeds niet moreel juist geweest, en was het nog steeds nodig zo’n systeem omver te werpen.)

            1. ‘Het is voor het eerst dat ik deze argumentatie hoor, ik vindt hem nogal krom en hij is nogal in strijd met wat ik in het verleden altijd heb gehoord als rechtvaardiging voor octrooien (namelijk de “disclosure” in ruil voor tijdelijke bescherming.)’

              Het is een verschijnsel dat ik in de praktijk regelmatig zie: dat een goed product beschermd is, en dat daarom iemand nog iets beters bedenkt. Dus niet iets sub-optimaals, een halfslachtige stap eromheen, maar een sprong er overheen, die hij niet genomen zou hebben als de noodzaak er niet was. Of dit bij de klassieke argumenten hoort weet ik niet en kan me eigenlijk ook niet schelen.

              JIj gooit het elke keer op een liberaal systeem. Daar ben ik ook voor, maar het moet geen wet-van-de-jungle worden.

              Als jij een huis bouwt, is het toch ook jouw eigendom, met alle bescherming van de wet? Als je een ‘intellectueel huis’ bouwt, waarom zou dat dan niet jouw eigendom mogen zijn?

              Er zal vast van alles doorgeschoten zijn in de implementatie van bescherming, maar het principe vind ik niet meer dan eerlijk.

              1. Dat weet je zelf ook wel.

                Omdat een huis een fysiek goed is waar er 1 van bestaat en als een ander het huis gebruikt kan jij het niet meer gebruiken. Slechts 1 persoon kan het hebben.

                Intellectueel eigendom is niets anders dan een monopolie op het gebruik van kennis. Dat het een eigendomsrecht is is een gekunsteld iets. Immers als jij het aan iemand anders vertelt heeft hij die kennis ook. Als iemand jouw product bestudeert heeft hij mogelijk die kennis ook. Als hij die kennis gebruikt is het niet zo dat jij die kennis niet meer hebt. Het is een verbod om jouw kennis en talenten te gebruiken en dat gaat veel verder dan beschermen van fysiek bezit. En naar mijn mening gaat het tegenwoordig zelfs veel te ver.

                1. Dat, precies, en bovendien, ook bij eigendom voor fysieke zaken ga ik er vanuit dat dat zo geregeld is omdat dat een manier is om de maatschappij ordentelijk te regelen, maar niet omdat het een “van God gegeven natuurlijk recht” is — er zijn grenzen aan: ik denk zelf bijvoorbeeld dat ieder mens maar een legitiem deel van de natuurlijke hulpbronnen mag bezitten/gebruiken: die zijn nou net niet de vrucht van eigen arbeid. Gegeven dat met hard werken de modale mens in zijn leven een kleine anderhalf miljoen kan verdienen, heb ik ook zeer ernstige vraagtekens bij personen die claimen meer dan het hondervoudige menen te kunnen bezitten: meestal is dat gebaseerd op controle van natuurlijke hulpbronnen, of, in de laatste 100 jaar of zo, op een door de overheid afgedwongen monopolie op kennis. Dat is ongezond.

                  Daarnaast, het huidige octrooisysteem bevoordeeld alleen de zeer grote spelers, die mee kunnen doen in het spelletje van aanvragen / rechtzaken voeren / portfolio’s kruislings uitwisselen, waar de kleine jongens niet tussen kunnen komen, en laat het nou net die kleine jongens zijn die vaak de echte innovatie in het bedrijfsleven aanjagen — terwijl de meer fundamentele uitvindingen en wetenschappelijke ontdekkingen meestal uit de koker van onderwijsinstellingen en research-instituten komen die grotendeels met overheidsgeld gefinancieerd zijn, en octrooien dus uit den boze zouden moeten zijn (ik erger me dan ook kapot aan die zogenaamde publiek-private samenwerkingen, waar de maatschappij effectief twee keer moet betalen voor innovatie).

                  Juist door de huidige opzet is het heel erg het recht van de sterkste (dwz, meeste advocaten en lobbyisten), en is een jungle van octrooien ontstaan waarin juist kleine bedrijven het onderspit delven.

  2. Misschien zou het een zinnige optie zijn, dat de eigenaar van zo’n patent moet aantonen, wat de ontwikkeling gekost heeft. Stel dan een redelijk percentage winst vast en dat bepaalt, hoeveel er moet worden betaald, voordat het patent wordt opgeheven. Let wel, dat een enkelvoudige koper, die dat bedrag of meer voor het patent heeft neergeteld, dan meteen het patent vrijmaakt. Dus patent trollen, die met veel geld een patent opkopen, om er nog veel meer aan te verdienen, zijn meteen uitgeschakeld.

    Alleen hoe je dat juridisch waterdicht krijg, laat ik graag aan de specialisten over.

    1. En waarom? Mag die eigenaar van het patent dan ook de ontwikkelingen die veel gekost hebben maar niet tot een goed product hebben geleid aftrekken? En wat doen we met de ontwikkelingen die veel gekost hebben, wel een technisch goed product hebben opgeleverd, maar dat nooit door de markt is opgepikt? Krijgt hij daar dan ook een vergoeding voor?

      Hij doet juist onderzoek om af en toe eens een winnaar te hebben en daar flink aan te verdienen. Maar dat moet ook, want hij moet ook al die verliezers betalen.

      Als jij een oliebron in je achtertuin vindt, of een winnend staatslot koopt, moet je dan ook maar een vergoeding krijgen die overeenstemt met je investering?

      1. Een oliebron in je achtertuin zou nooit van jou moeten zijn. In mijn visie zijn alle natuurlijk hulpbronnen van de aarde in principe van iedereen, en bepalen we gezamelijk hoe we die het beste kunnen toepassen. Hiermee ben ik er nog niet tegen dat jij een achtertuin mag hebben voor je prive-gebruik: dat is prima, maar omdat jij toevallig een claim hebt op het grondgebruik boven die oliebron zou je nooit de rechten op wat er diep onder zit moeten hebben (of is de maan misschien ook van mij als hij toevallig recht boven mijn achtertuin hangt?).

        Doe je heel veel moeite om een hulpbron te vinden en te ontginnen, dan is een redelijke vergoeding voor dat werk op zijn plaats, maar zelfs dan hoort het leeuwendeel van het genoten voordeel terug te vloeien naar de maatschappij (dat het nu zo is dat olieboorders veel verdienen aan claims, en de schade, CO2 uitstoot, op het publiek afwentelen nog terzijde.)

        Een staatslot een investering noemen — vreemde benadering, want bijna altijd met een negatief verwacht rendement, dus niet iets dat een rationeel persoon zal doen.

        1. ‘Doe je heel veel moeite om een hulpbron te vinden en te ontginnen, dan is een redelijke vergoeding voor dat werk op zijn plaats, maar zelfs dan hoort het leeuwendeel van het genoten voordeel terug te vloeien naar de maatschappij (dat het nu zo is dat olieboorders veel verdienen aan claims, en de schade, CO2 uitstoot, op het publiek afwentelen nog terzijde.)’

          En als je wel heel veel moeite doet om die hulpbron te vinden, en je vindt hem niet, krijg je dan ook een vergoeding voor je moeite, of moet je dat uit eigen zak betalen?

          1. In een liberale maatschappij gaan we uit dat een ondernemer een stuk risico neemt (beloning naar resultaat, niet naar inspanning), maar als er een groot maatschappelijk belang is dat iets gevonden wordt, dan gaat de maatschappij als geheel dat inderdaad betalen en het risico nemen.

            Kijk bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van het corona vaccin: dit is alleen maar zo snel gegegaan omdat overheden zich hierin hebben gemengd, en de afname van vaccins hebben gegarandeerd, en in feite dus een blanco cheque hebben geschreven (Wat ook weer aantoont dat eventuele octrooien op die vaccins gezien moeten worden als overbodig: zij kunnen op geen enkele wijze de ontwikkeling nog meer stimuleren).

            1. ‘maar als er een groot maatschappelijk belang is dat iets gevonden wordt, dan gaat de maatschappij als geheel dat inderdaad betalen en het risico nemen.’

              Bij een groot maatschappelijk belang, inderdaad. Bij een afspraak om op een bepaalde gestandaardiseerde manier te werken, moet de maatschappij dat allemaal trekken? De zoveelste standaard in een lange geschiedenis van standaarden die elkaar opvolgen en die over een paar jaar achterhaald zullen zijn? Dat kunnen de diverse industriele partijen ook wel zelf regelen.

              1. Precies, en dat zou een stuk makkelijker zijn als de overheid een keer ophoudt met (via octrooien) het toepassen van allerlei technieken in de weg gaat zitten.

                Het stuit me altijd tegen de borst hoe mensen die zeggen dat de industrie dingen zelf wel kan regelen niet thuis geven als het gaat om zeer grote overheidsinmenging in de vorm van octrooien of auteursrechten (of op een heel ander vlak: immigratie) die de vrije markt ernstig beperken. Vanuit een goed (klassiek) liberaal standpunt moet dergelijk overheidsingrijpen inderdaad een zeer goede rechtvaardiging hebben, en wat ik hier steeds bepleit is dat dat er niet is voor die monopolie-rechten in hun huidige vorm. (De achterliggende ideologie van de huidige politiek, de VVD inclusief, beschouw ik dan ook niet als liberaal, maar als neo-feodaal.)

                Tenslotte, het gaat wel degelijk vaak om standaarden die vaak decennia lang meegaan, en meestal (vanwege backwards compatibiliteit) steeds de oude moeten incorporeren. Tuurlijk kan iedereen zijn eigen manier om video te coderen bedenken, maar wil je het uitzenden, dan moeten al de ontvangers dat ook kunnen decoderen. Zelfs 25 jaar na het .gif octrooi-echec, waaruit het superieure .png formaat is voortgekomen, zijn gif bestandjes nog niet uitgeroeid (en nu is het minder urgent, omdat het octrooi is verlopen).

  3. Het is voor mij vanuit het oogpunt van bevordering en beloning van innovatie volstrekt onbegrijpelijk dat een algemene licentieverplichting, behoudens uitzonderingen, niet gewoon de inzet is. Er hangt voor mij dan ook de erg nare geur van onwil en uitstel rondom het voorstel om die aanpassing dan maar te beperken tot ‘essentiële’ standaarden in plaats van het octrooirecht naar zijn eigen doelstellingen te actualiseren.

  4. Het uitgangspunt dat een uitvinding “vroeger” iets geheel nieuws zou zijn en nu een kleine toevoeging aan een netwerk van kennis vind ik moeizaam. Om het voorbeeld te gebruiken: In de fiets worden allerlei specifieke vindingen – wiel, frame, stuur, krukas-zuiger – op een nieuwe manier samengevoegd. En daar zit dan ook nog een evolutie van loopfiets via velocipede naar iets wat op de huidige fiets lijkt tussen. De autoped is dan een andere aftakking van de loopfiets. Kortom kennis, waaronder technische kennis is een collectief bezit waaraan een individu of een bedrijf een toevoeging doet. Op een succesvolle toevoeging mag een serieuze beloning staan en dat is de reden om die met een patent te beschermen. Die beloning moet wel in verhouding zijn tot de inspanning, inclusief een zekere compensatie voor niet gelukte zaken, maar hij zou niet tot extreme en langdurige verrijking mogen leiden. Temeer ook daar in bedrijfsomgevingen de werkelijke uitvinder(s) daar veel te weinig van terug zien. En dat geldt ook, en misschien wel in versterkte mate, voor auteursrecht.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.