Wat als IBM haar softwaredivisie nooit had ontbundeld? #itlawWhatIf

jambulboy / Pixabay

Deze en volgende week ben ik met vakantie. Daarom de komende dagen eens een bijzondere terugblik naar het internetrecht.

In oktober vorig jaar maakte IBM bekend haar services-divisie af te splitsen, zodat IBM als een pure cloudservicedienstverlener verder kon gaan. Dit is opmerkelijk, omdat IBM juist een van de grootste dienstverleners is (of was) op het gebied van enterprise IT. En het deed me denken aan een oude, vrij fundamentele ontwikkeling. In 1969 was het namelijk eveneens IBM die haar hardware en softwaredivisies ontbundelde. Maar wat nu als ze dat niet hadden gedaan?

Tot 1969 was de IT markt eigenlijk vooral een hardwaremarkt. Bedrijven kochten grote dikke kasten in het kader van automatisering, en kregen de software er vaak gratis bij. Er waren ook hele actieve groepjes gebruikers die software onderhielden of zelfs verbeterden. Wat niemand erg vond, want daar kochten alleen maar meer mensen hardware van. (En je had niets aan de software zonder die hardware, die je alleen bij de leverancier kon kopen.)

De ontbundeling door IBM was het gevolg van een aanklacht van het ministerie van Justitie: al die gratis software die zo ontstond (en waarbij men afhankelijk was van IBM) was een inbreuk op de vrije mededinging, IBM speelt vals. De aanklacht werd jaren later ingetrokken, maar IBM had zich al bedacht en een aparte markt voor software gecreëerd. (Andere bronnen leggen de overwegingen voor de ontbundeling eerder bij de kosten van software.)

Wat nu als ze dat niet hadden gedaan? Stel die aanklacht was er nooit gekomen, en IBM kon omgaan met de kosten van marktspecifieke software. Dan was het dus véél lastiger geweest voor concurrenten om met enkel software de markt te betreden (dat is dus het antitrust-argument) en hadden we naar alle waarschijnlijkheid ook niet snel algemene personal computers gezien. Juridisch gezien: het had bevestigd dat bundelen van hardware en software géén misbruik van je machtspositie is en had dus leveranciers grote macht over die software gegeven (let op: dit was pre-auteursrecht op software).

De meest logische extrapolatie zou zijn dat IBM zelf was gaan inzetten op kleinere computers, omdat de grote mainframe markt (waar dit met name speelde) al aan zijn eind leek te zijn. IBM had dan het model van “software er gratis bij” gekopieerd, zodat ook die kleinere computers meer op slot hadden gezeten. Concurrenten hadden dan met eigen hardware moeten komen, wat natuurlijk velen enkele decennia later deden: de Commodore, Amiga en natuurlijk de Mac. Maar die markt had dan veel later en kleiner ontstaan.

Ondertussen was er weinig behoefte geweest aan bescherming van software, dus de kans wordt een stuk kleiner dat er auteursrechtelijke bescherming komt voor computerprogramma’s. En dat had weer mooie ripple effecten gehad op zaken als open source.

Wat denken jullie dat er zou zijn gebeurd in dit scenario?

Arnoud

2 reacties

  1. Volgens mij had het niet veel uitgemaakt. De doorontwikkeling van chips maakte de productie van hardware steeds goedkoper waardoor steeds duidelijker werd dat software het betere verdienmodel had. En het software aanbod bepaalde het succes van het hardware platform dat met de IBM PC een open alternatief had gekregen dat zich als marktstandaard ontwikkelde. Inmiddels zijn we het software tijdperk voorbij en zitten we in het (cloud) services tijdperk. Zie ook https://www.oreilly.com/pub/a/tim/articles/paradigmshift_0504.html

  2. Zelf denk ik vooral aan de Arduino bordjes die de laatste 15 jaar zo populair zijn geworden. Deze zijn vooral gebaseerd op open source code en op open source hardware. IBM verkocht dan wel grote kasten vol hardware maar er waren genoeg avonturiers die in hun garage aan de slag gingen met wat processoren en andere kleine onderdelen om zo allerlei Mac-achtige computers te ontwerpen. Je zag in die tijd ook vooral de opkomst van home computers zoals de ZX-81, ZX-Spectrum, MSX, Commodore, Amiga, Tandy en nog veel meer. Kleine hardware voor kleine gebruikers die graag zelf verder knutselden.

    Ik verwacht dan ook dat we veel meer variatie in hardware zouden hebben gehad indien deze markt niet los was van de software markt. Immers, met software zou dan weinig te verdienen zijn maar een beetje leuke hardware in een mooi kastje verkoopt dan lekker en de hobbyisten ontwikkelen dan zelf wel verder de rest.

    Ik vermoed dat die hardware-markt voor thuis-computers dan veel eerder was begonnen, en niet later. Want die eerste ZX-81 en andere computers hadden de software van IBM niet nodig. Want als ik kijk naar de History of general-purpose CPUs dan zie ik IBM wel als een grote speler, maar al snel werden processoren door andere fabrikanten ontwikkeld en verkocht. Waaronder dus Intel en Motorola. Maar ook de invloed van Bell Labs speelde een grote rol. Mede ook omdat veel fabrikanten eenvoudige rekenmachines wilden maken en daar dus simpelere processoren voor nodig hadden.

    De aanklacht tegen IBM kwam eigenlijk rond dezelfde tijd als de eerste Commerciale microprocessoren. Intel begon in 1968 wat dus voor die aanklacht was. Ze hadden toen dus al de mogelijkheid om te concurreren en daarbij hun eigen software te gebruiken. En vergeet niet dat Bell Labs in die tijd ook hun eigen hardware produceerde en daarbij ook hun eigen besturingssysteem heeft opgezet. Want UNIX begon niet bij IBM!

    Ik vermoed dan ook dat IBM dan een kleinere speler was gebleven en Bell Labs met hun Unix systeem meer van de markt had veroverd. Dat er dan geen MS-DOS zou zijn geweest maar dat we een meer universeel BSD systeem gehad zouden hebben. IBM was dan wat kleiner gebleven en Bell Labs wat groter.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.