Linkedin versus het relatiebeding

linkedin-connecties-contacten.pngEen lezer mailde me:

Linkedin lijkt in veel opzichten op het visitekaartjesboek dat iedere commerciële man vroeger bijhield. Niets zo handig als je klanten en relaties daarin bijhouden. Maar wat nu als je weggaat bij je huidige bedrijf, moet je dan je Linkedin-profiel opschonen? Of kan je baas zelfs eisen dat je het profiel moet opheffen?

Veel arbeidscontracten hebben een zogeheten relatiebeding, een clausule die je verbiedt om gedurende een zekere tijd met relaties (klanten of opdrachtgevers) van je werkgever in zee te gaan. Hier zitten grenzen aan, maar in principe mag een werkgever zo’n eis stellen. Wel moet het relatiebeding schriftelijk afgesproken zijn (art. 7:653 BW).

Het lijkt mij dat als je afspreekt je “oude” relaties niet meer te benaderen na ontslag, je dat ook niet via Linkedin (of Hyves of Xing of Facebook) mag doen. Het technisch middel doet er niet toe, waar het om gaat is wat jij als ex-werknemer doet: probeer je oude relaties mee te nemen naar je nieuwe werk? Zo ja, dan overtreed je het relatiebeding. Update het Hof Arnhem vindt dat ook:

zal het hof de gedeeltelijke schorsing van het concurrentiebeding zo formuleren dat het [A] verboden is (blijft) zakelijk contact te onderhouden met klanten van Smeba. Daarbij maakt het niet uit van wie dat contact uitgaat en waarover het contact gaat, zodat ook het hebben van contact via een zakelijk netwerkmedium als LinkedIn onder dat verbod valt. Alleen contact dat zuiver in de privésfeer ligt valt niet onder het verbod.

Natuurlijk wil contact via Linkedin niet automatisch zeggen dat je ze weghaalt bij je ex-werkgever of opdrachten bij ze probeert los te krijgen. Koen Roozen wijst er bij Ikki bijvoorbeeld op dat “een online profiel updaten iets heel is anders dan het “actief en stelselmatig benaderen van zakelijke relaties’.” Je status aanpassen bij Linkedin, of je nieuwe werkgever in je profiel zetten, lijkt me nog geen overtreding.

Maar afhankelijk van hoe het beding is geformuleerd, kan zo’n contact toch een overtreding van het relatiebeding zijn. Iedereen een mailtje sturen met de mededeling dat je weg bent maar bij je nieuwe werk dezelfde kwaliteit werk wilt leveren zou ik bijvoorbeeld riskant vinden. De ondertoon is “kom met me mee” en dat is nu net wat een relatiebeding bedoelt tegen te houden.

Bouw je dus tijdens een dienstverband een Linkedin-netwerk op, en heb je een relatiebeding in je arbeidscontract, ga dan goed na of dat netwerk daaronder valt. En zo ja, dan zou ik daar expliciete afspraken over maken met je werkgever. Je zou bijvoorbeeld tegen het einde van je dienstverband kunnen aanbieden dat hij door je netwerk heen mag lopen en zijn belangrijke klanten eruit kan laten halen, zodat hij gerustgesteld wordt dat jij die niet meteen zult benaderen. En als je dat op schrift zet, kan hij achteraf moeilijk nog protesteren als je de rest van je netwerk gaat benaderen.

Update (21:09) in het Financieel Dagblad staat een stuk van Astrid Helstone en Eva Visser (advocaten bij Stibbe) waarin ze onder andere betoogt dat het enkele updaten van een Linkedinprofiel geen schending van een relatiebeding is onder Nederlands recht. Importeren van de CRM-database naar je Linkedinprofiel is daarentegen wel verboden.

Arnoud

Opzegtermijn van een dienstverlening op afstand (2)

Een lezer had via internet een telefonieabonnement afgesloten, maar na het lezen van de bevestigingsbrief wilde hij er toch maar weer vanaf. Geen punt zou je zeggen, bij diensten op afstand kun je binnen zeven werkdagen opzeggen immers. Dat deed de lezer dan ook, maar het bedrijf accepteerde dit niet:

De wettelijke herroepingstermijn is zeven werkdagen vanaf de dag dat u de overeenkomst sloot, oftewel de dag dat u op “Bestellen” klikte op onze website. U bent daar zeker een week overheen, dus u kunt hier geen gebruik meer van maken.

De klacht dat hij de brief pas na die zeven werkdagen in huis had gekregen, mocht niet baten. Volgens de wet is het zeven werkdagen na klikken op “bestellen”, en wanneer de brief komt maakt niet uit. Aldus het bedrijf.

Nou, dat is dus fout.

In art. 7:46i BW staat: “[bij een dienst op afstand] lopen de in art. 46d lid 1, 1e en 2e volzin, bedoelde termijnen vanaf het sluiten van de overeenkomst”. Die twee zinnen gaan over de hoofdregel van het herroepingsrecht bij een koop op afstand: zeven werkdagen na ontvangst van het bestelde.

De hoofdregel is bij diensten dus: zeven werkdagen vanaf het sluiten van de overeenkomst. En dat zie je ook overal terug: in voorlichtingsbrochures over koop op afstand en in vonnissen (zoals deze of deze).

Maar 7:46d lid 1 kent nog een derde volzin, en die lijkt niemand ooit gelezen te hebben:

De eerste zin is van overeenkomstige toepassing vanaf de voldoening binnen de in tweede zin bedoelde termijn aan alle in art. 46c lid 2 gestelde eisen.

En deze volzin is ook van toepassing op diensten op afstand. Eén van de eisen uit art. 7:46c lid 2 BW is dat er een brief gestuurd moet worden met daarin informatie over het herroepingsrecht. Vanaf het moment van ontvangst van die brief loopt er dus ook een zevenwerkdagentermijn!

Oftewel, een dienstverlener kan het herroepingsrecht niet weigeren als iemand binnen zeven werkdagen na de bevestigingsbrief aangeeft de overeenkomst te willen annuleren.

Het zou ook wel een beetje raar zijn als verkopers wel en dienstverleners niet gestraft zouden worden voor het laat sturen van de bevestigingsbrief.

Arnoud

Gebruiksvergoeding bij ontbinding koop op afstand verboden

Als je een koop op afstand annuleert, mag het bedrijf geen gebruiksvergoeding of andere kosten in rekening brengen voor de periode dat je het product hebt kunnen gebruiken. Alleen de kosten van het terugzenden (zeg maar de postzegels) kan hij voor jouw rekening laten. Dat bepaalde het Europese Hof van Justitie in haar arrest in zaak C-489/07 vorige week.

In deze uit Duitsland afkomstige zaak had een consument een (tweedehands) laptop gekocht bij een bedrijf. Na zo’n acht maanden(!) bleek deze kwalitatief onder de maat. De consument beriep zich op zijn herroepingsrecht, en dat mocht omdat het bedrijf vergeten was de brief met informatie daarover mee te sturen. Bij ons heb je dan drie maanden vanaf de datum van koop, in Duitsland is die periode oneindig totdat die brief eindelijk eens komt.

Het bedrijf accepteerde op zich wel dat ze de laptop terug moest nemen, maar rekende wel een vergoeding van 316,80 EUR voor de acht maanden gebruik van de laptop (let wel: aanschafprijs 278 euro). De consument stapte daarop naar de rechter, die het Europese Hof erbij haalde omdat de wet immers zegt

Aan de consument kunnen, voor de uitoefening van zijn herroepingsrecht, ten hoogste de rechtstreekse kosten voor het terugzenden van de goederen worden aangerekend.

Net als in het Quelle-arrest uit 2008 (over gebruiksvergoeding bij reparatie) oordeelt het Hof hier dat er geen gebruiksvergoeding mag worden gevraagd wanneer iemand een wettelijk recht tot ontbinding inroept. Een recht is een recht, en geld vragen als iemand dat uitoefent is -ongeacht de reden voor dat geld- in feite een beperking van dat recht. Daarom oordeelt het Hof:

Ook zou afbreuk worden gedaan aan de doeltreffendheid en effectiviteit van het herroepingsrecht, wanneer de consument enkel vanwege het feit dat hij het middels een overeenkomst op afstand verworven goed heeft gekeurd en uitgeprobeerd een compenserende vergoeding zou moeten betalen. Aangezien het herroepingsrecht nu juist tot doel heeft de consument deze mogelijkheid te bieden, mag het feit dat hij hiervan gebruik heeft gemaakt niet tot gevolg hebben dat de consument dit recht enkel kan uitoefenen op voorwaarde dat hij een vergoeding betaalt.

Het Hof laat de deur op een klein kiertje staan: als blijkt dat de consument bijvoorbeeld te kwader trouw zaken koopt bij webwinkels of zich schuldig maakt aan ongerechtvaardigde verrijking, dan zou een compensatie voor de webwinkel wel kunnen. Denk bijvoorbeeld aan situaties dat een consument zegt: “oh, ik wil alsnog korting anders ontbind ik het contract” of als iemand op zijn Hyves zet dat hij gratis een week in een dure jurk heeft kunnen lopen.

Op zich een terecht vonnis, hoewel ik me wel afvraag hoe relevant het voor Nederland is. Omdat de meeste webwinkels wel zo’n brief meesturen, zal het in de meeste gevallen gaan over zeven werkdagen gebruiksrecht. Wat voor vergoeding zou je daarvoor kunnen vragen? Bij de driemaandentermijn (als er geen of geen kloppende brief is meegestuurd) is het iets waarschijnlijker maar nog steeds vraag ik me af wat een reële vergoeding zou kunnen zijn.

Arnoud

Aansprakelijk voor de website van je kind?

U herinnert zich misschien nog de Cruijffclaim-zaak, over een vijftienjarige voetbalenthousiasteling die een foto van Johan Cruijff op zijn site opnam en uiteindelijk ” 2.420 schadevergoeding en ” 1.647,93 aan proceskosten moest betalen. Nou had deze jongen dat geld niet, en gesprekken over een mogelijke betalingsregeling liepen ook op niets uit. De jurist van de fotograaf, Luc Verkoren, nam toen een opmerkelijke stap: klaag de ouders aan.

Immers, ouders zijn toch aansprakelijk voor wat hun kinderen doen? Nou ja, ongeveer. De wet (art. 6:169 BW) zegt dat als iemand minstens veertien maar nog geen zestien jaar is, de ouders aansprakelijk zijn voor zijn handelen

tenzij [de ouders] niet kan worden verweten dat hij de gedraging van het kind niet heeft belet.

Dat wil zeggen, je bent als ouder van een veertienplusser niet per definitie aansprakelijk (voor een veertienminner wel). Je bent pas aansprakelijk als blijkt dat jij als ouder in had moeten grijpen maar dat hebt nagelaten. En de bewijslast ligt bij jou als ouder: jij moet bewijzen dat je niet in had moeten grijpen, oftewel dat dit gedrag van het kind binnen zijn normale vrijheid valt en daarom alleen de schuld van het kind is.

De kantonrechter legt in het vonnis (PDF, 1.8MB) uit waarom hij dat niet het geval acht bij een website die het kind zelf onderhoudt:

Het gaat kennelijk om een handige jongen – zoals zoveel kinderen tegenwoordig zeer handig zijn in het omgaan met internet en alles wat met computers te maken heeft – die op deze wijze zijn liefhebberij mede vorm geeft. Dat is tegenwoordig niets bijzonders. Er zijn veel kinderen van (ongeveer) deze leeftijd die een website hebben. Het onderwerp van de site -voetbal- is onschuldig: volstrekt normaal voor een jongen van 15 jaar.

Nu bleek de site een KvK-registratie te dragen. Dus toch commercieel, zou je zeggen. Dit was echter het gevolg van sponsoring door een enthousiaste kennis die de site (“leuk initiatief”) via zijn bedrijf wilde steunen.

Daarna las ik nog een voor veel vaders herkenbare verzuchting:

[De vader] heeft verklaard dat zijn zoon veel meer van computers afweet dan hij en dat hij geen bemoeienis met de site had en heeft.

Mede gezien die omstandigheid ziet de rechtbank geen reden om de ouders aansprakelijk te houden voor deze inbreuk. De vrijheid om een website te bouwen is voor een vijftienjarige “normaal” en de ouders zijn “niet tekort geschoten in hetgeen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze van hen kon worden gevergd.”

De claim richting de vijftienjarige blijft gewoon staan; de komende twintig jaar (de verjaringstermijn voor vorderingen uit vonnissen) zal dat geld er dus moeten komen – uit zijn zakgeld, wel te verstaan.

Arnoud

United Breaks Guitars (gastpost)

united_breaks_guitars.jpgDave Carroll is een artiest in de Verenigde Staten van Amerika die countrymuziek maakt. In de lente van 2008 reisde hij met United Airlines. Op een tussenstop in Chicago riep een vrouw achter hem “O mijn God, ze gooien daar met gitaren”. David Carolls dure Taylor gitaar bleek bij aankomst in twee stukken gebroken. Aan de laatste persoon die zijn verzoek om schadevergoeding afwees, deed hij de belofte dat hij niet één, niet twee, maar liefst drie liedjes over deze gebeurtenis zou schrijven en die op YouTube zou plaatsen.

Zijn eerste nummer heet ‘United Breaks Guitars’ en bleek al gauw een grote hit op het internet te zijn. En daarmee is het wereldnieuws geworden. In Nederland heeft o.a. de NOS er aandacht aan besteed. Daarop hebben ongetwijfeld een aantal kijkers verontwaardigd “SMAAD!!!” geroepen. Daarom deze keer een stukje over wat smaad is en vooral wat het niet is.

Het delict smaad wordt strafbaar gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht:

  1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
  2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
  3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.

Het zwaartepunt van dit wetsartikel ligt bij de term ‘bepaald feit’. Hierbij moet het gaan om een concrete historische gebeurtenis die bovendien nog eens de goede eer of goede naam kan aantasten van de ander. Daarvan kan alleen spraken zijn in het geval dat het feit een misdrijf betreft of een daad betreft die strijdig is met de heersende moraal. Wordt iemand beschuldigd van een overtreding, dan levert dat in beginsel geen smaad op.

Dave Carroll beschuldigde de vliegmaatschappij United Airlines van het vernielen van zijn gitaar, en dat is een misdrijf. De wet vereist echter dat aangegeven wordt waar en wanneer het feit gepleegd zou zijn. 1

Dave geeft in het nummer aan dat zijn gitaar het slachtoffer is geworden van een gruwelijke daad die opzettelijk gepleegd was op het vliegveld van Chicago, O’Hare Airport. Dave legt de achtergrond van het liedje uit en meldt daarin dat het feit plaats gevonden heeft in maart 2008. Hiermee voldoet het aan alle eisen en toch pleegt Dave hiermee geen smaad.

Primair omdat, als dit zich voor zou doen in Nederland, hij zich zou kunnen beroepen op het derde lid. Hoe een bedrijf om gaat met zijn klanten is in het algemeen belang van de burger. Als dan ook nog eens ter goede trouw mag worden aangenomen dat het feit waar is, dan mag daaraan ruchtbaarheid gegeven worden. Bovendien verdedigt de band hiermee de belangen van de consument.

Daarnaast beschermt de zanger met zijn clips de goederen van toekomstige klanten. Een gewaarschuwd mens geldt immers voor twee. Dat de vliegmaatschappij daarbij een negatief stempel krijgt op gedrukt is spijtig, maar kan niet redelijkerwijs voorkomen worden.

Secundair omdat hij dan beschermd zou worden door artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit beschermt meningen, feiten die meningen vormen, of informatie verzameling over publieke en commerciële aangelegenheden. Echter komt deze vrijheid wel met plichten en verantwoordelijkheden. Daarvan is voor deze column alleen de goede naam van het bedrijf van belang.

Wanneer de vrijheid van meningsuiting centraal staat en het publieke debat in gevaar is, dan gunt het Hof gunt de lidstaten weinig ruimte om zelf afwegingen te maken. En gezien de opvattingen van het hof, zal een veroordeling voor smaad in dergelijke gevallen niet snel stand houden.

Daarbij geldt dat publieke personen meer moeten kunnen verdragen dan niet-publieke personen. Maar ook dat beschuldiging ergens op gebaseerd moeten zijn. Als dit het geval is dan zullen waardeoordelen niet snel als een strafbare belediging kunnen worden opgevat.

Kan daarentegen worden aangetoond dat de bewering onwaar is of verzonnen, dan is een veroordeling voor smaad goed mogelijk. En als je de bewering niet kunt staven, dan kom je er natuurlijk niet mee weg door een bepaalde daad dan maar te insinueren.

Tot slot geldt dat bij ernstige beschuldigingen verwacht mag worden dat er ‘hoor en wederhoor’ is toegepast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een beschuldiging van misbruik van kinderen of moord.

Maar goed ik dwaal af. In het geval van onze artiest gaat het om een relatief licht misdrijf dat waar hij zelf getuige van is geweest. Met het maken van de clips waarschuwt hij anderen voor misstanden bij United Airlines. Niet alleen informeert de clip over de beroerde kwaliteit van dit bedrijf, het draagt ook bij aan het publieke debat. Immers wordt hier het politieke vraagstuk aangesneden of bedrijven hun aansprakelijkheid (onbeperkt) zouden mogen uitsluiten.

Alex

Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

  1. ^  De vliegmaatschappij United Airlines heeft geen misdrijf gepleegd, maar is daar naar Nederlands recht wel civiel aansprakelijk voor. Het is een onbekende medewerker die de daad heeft verricht. Voor de lopende discussie doe net alsof het rechtspersoon is die schuld draagt voor het breken van de gitaar, in plaats van slechts verantwoordelijkheid, omdat ik anders snel klaar ben.

Kosten bij acceptgiro onredelijk bezwarend

acceptgiro.jpgIntrigerend. Steeds meer dienstverleners vragen om betaling via automatische incasso. Wie toch graag zelf wil overmaken of een acceptgiro vraagt, krijgt vaak te maken met administratiekosten. En daar maakt de Haarlemse kantonrechter nu een einde aan: in een recent vonnis merkt hij administratiekosten bij acceptgiro’s als onredelijk bezwarend aan.

Wie geld moet betalen, mag dat volgens de wet (art. 6:114 BW) altijd via een bankoverschrijving doen. Zitten er aan zo’n overschrijving kosten, dan moet jij die betalen als schuldenaar. Logisch ook, want jij kiest voor de overschrijving als betaalmiddel. Maar onder zulke “kosten” mag je de administratiekosten van de schuldeiser niet rekenen:

Dat Stadsverwarming Purmerend voor het administreren van inkomende betalingen kosten moet maken ligt voor de hand. Dergelijke kosten behoren echter tot de algemene bedrijfskosten die zij via haar tarieven terug moet zien te verdienen.

Van deze wettelijke regeling kun je afwijken, en dat kan in principe ook in de algemene voorwaarden. Maar dan geldt wel een bijzondere regeling: een algemene voorwaarde mag immers niet onredelijk bezwarend zijn. Is hij dat toch, dan kan de rechter deze ongeldig verklaren. En dat is precies wat hier gebeurt:

Het is immers onredelijk bezwarend te achten om consumenten op straffe van een kostenopslag feitelijk te dwingen tot het afgeven van een machtiging tot automatische afschrijving.

De truc voor veel dienstverleners is nu dus om mensen die voor automatische incasso kiezen, een korting te geven die gelijk is aan de voormalige administratiekosten. 🙂

Arnoud

Mininova moet filteren en forums moeten uitkijken

mininova-logo-categories.pngJa, Mininova heeft een probleem. De torrentzoekmachine moet binnen drie maanden haar databank schonen. Als er “gegronde twijfel” bestaat bij bepaalde torrents, moeten die eraf – en volgens TNO/BREIN-onderzoek zou dat 80 à 90% van de inhoud van Mininova zijn. Dat vonniste de Utrechtse rechter gisteren in de bodemprocedure die stichting BREIN vorig jaar had aangespannen. Het vonnis bevat een paar opmerkelijke wendingen die ook elders door kunnen werken (nee, niet FTD).

Allereerst stelt de rechter vast dat Mininova geen auteursrechten schendt door torrents aan te bieden. Dat zijn immers slechts links om een download te starten, en dat is wezenlijk iets anders dan het zelf doorgeven van de betreffende werken. Oftewel: hyperlinken is geen openbaar maken – daar zullen BREIN’s buren van de BUMA blij mee zijn. Bijkomstig voordeel voor Mininova is dat zij nu geen volledige proceskostenvergoeding hoeft te betalen, want dat is de regel bij inbreukzaken. Omdat ze alleen op onrechtmatige daad onderuit gaat, geldt het gewone tarief.

Maar vervolgens wordt het verweer van Mininova verworpen dat zij een tussenpersoon is in de zin van artikel 6:196c BW en daarmee niet aansprakelijk voor wat haar gebruikers uploaden. Mininova vult de site immers niet zelf met torrents: dat doen gebruikers. Mininova categoriseert en modereert, net zoals menig forum of blog. En daarmee heeft ze bemoeienis met de inhoud, inderdaad dus net zoals menig forum of blog. De zorgwekkende trend waarover ik laatst in Tijdschrift voor Internetrecht publiceerde zet dus door: reken dus niet op uw notice & takedown procedure tenzij u 4chan of puur passieve hoster bent.

En omdat Mininova dus ten volle aansprakelijk wordt gehouden voor wat haar gebruikers uploaden, gaat ze onderuit omdat volgens door TNO en BREIN uitgevoerd onderzoek 80 à 90% van de torrents op de site verwijzen naar illegaal aanbod. Mininova levert namelijk “welbewust een actieve bijdrage aan de verspreiding en ontsluiting van auteursrechtelijk beschermd materiaal.” En

Door deze handelwijze worden de gebruikers beter in staat gesteld om bestanden met auteursrechtelijk beschermd materiaal met elkaar te delen.

Dit alles acht de rechtbank onrechtmatig, omdat het in strijd is met de ongeschreven “maatschappelijke zorgvuldigheid” die mensen jegens elkaar in acht moeten nemen. Vandaar dat de rechtbank Mininova verplicht tot het nemen van maatregelen. Tijdens de zitting gaf dat al de nodige discussie: moet BREIN gaan vinken of moet Mininova gaan filteren? Het laatste, want het zou te duur zijn om BREIN te laten vinken en bovendien is uiteindelijk Mininova onzorgvuldig bezig volgens de rechtbank.

Mininova moet dus alle torrents gaan filteren en ervoor zorgen dat alles dat riekt naar “commercieel vervaardigde” audio en video er gewoon niet meer doorkomt. Immers, het “is algemeen bekend dat op commercieel vervaardigde films, games, muziek en tv-series auteursrechten rusten, en dat die werken slechts bij uitzondering rechtenvrij zijn.” Het filter moet torrents naar dergelijk materiaal gaan tegenhouden, waarbij het criterium wordt dat er “gegronde twijfel” bestaat over de legaliteit van dat materiaal.

En zoals ik al voorspelde komt het stuk over false positives hier terug: het is niet erg dat Mininova dan af en toe een legale film weggooit, want die kunnen zo worden teruggezet. De rechtbank suggereert zelfs een “notice and put back” procedure waarmee plaatsers bezwaar kunnen maken tegen een onterechte verwijdering.

Mininova heeft al aangekondigd in hoger beroep te willen gaan, en ik hoop van harte dat ze dat ook werkelijk doorzetten. Ik vind het erg zorgelijk dat de bescherming van tussenpersonen zo ver uitgekleed wordt. Het wil er bij mij gewoon niet in dat die wettelijke regeling echt alleen bedoeld zou zijn voor puur passieve partijen, want die bestaan nagenoeg niet. Als een webhoster een extremistische site verwijdert bij een klant, is hij dan ineens geen provider meer? Nee, daar moet echt een beter criterium voor geschreven worden.

Maak ik me nu trouwens zorgen over de zaak van FTD tegen BREIN? Nee, helemaal niet. FTD en Mininova bieden geheel verschillende diensten en ook nog eens ten aanzien van technisch volstrekt verschillende systemen. Mininova is een zoekmachine voor Bittorrent, FTD is een ontmoetingsplek voor Usenet-gebruikers. Bij Mininova kun je torrents (een soort hyperlinks) vinden naar legaal en illegaal aangeboden bestanden. Bij FTD tippen mensen elkaar over downloadbaar materiaal, maar dat is zonder hyperlinks.

Verder moet je bij gebruik van Bittorrent altijd zowel uploaden als downloaden, terwijl je bij Usenet niet hoeft te uploaden als je wilt downloaden. Daarmee valt Usenet binnen de wettelijke regels over de thuiskopie; je kunt dus altijd legaal downloaden van Usenet. De redenering hierboven over “gebruikers beter in staat stellen om werken met elkaar te delen” (wat auteursrechteninbreuk zou zijn) gaat daarmee niet op voor FTD. FTD komt pas in zicht als een upload al gebeurd is, en FTD verbetert daarmee niets aan het uploaden/delen van werken.

Als u overigens nog tips heeft naar aanleiding van BREIN’s eis in reconventie (PDF, 20MB!) in de FTD zaak dan hoor ik dat graag.

Arnoud

Vergelijkingssites en vergelijkende reclame

balans-vergelijken.jpgHet bedrijf van een lezer bleek op een vergelijkingssite te staan. Dat was op zichzelf geen probleem: als je een goede deal aanbiedt, dan mogen mensen die best vergelijken met de concurrent nietwaar? Maar wat wel vervelend was, was dat er op zijn bedrijfspagina advertenties stonden van concurrenten. Is daar juridisch iets aan te doen?

Als je “wij zijn de goedkoopste” zet bij een pagina over een concurrent, dan lijkt me dat vergelijkende reclame. Je wekt immers de suggestie dat je goedkoper bent dan die concurrent. Op zich mag dat sinds een aantal jaar, mits je je maar houdt aan de voorwaarden uit art. 6:194a BW. Zo moet de vergelijking objectief juist zijn. Een pure prijsvergelijking is dus rechtmatig, mits natuurlijk de juiste prijzen met elkaar vergeleken worden. (Iets waar KPN, Tele2 en andere telecomoperators regelmatig met elkaar over in de clinch liggen).

De vergelijkingssite zelf maakt echter geen vergelijkende reclame. Het is namelijk geen vergelijkende reclame om bedrijven op een rijtje te zetten en onderling te vergelijken. Dat blijkt uit de Memorie van Toelichting bij de wet die vergelijkende reclame legaliseerde:

Het onderzoek dat wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld een consumentenorganisatie waarin verschillende bedrijven of producten onderling worden vergeleken en met name de publicatie van een dergelijk onderzoek valt evenwel niet onder de definitie van vergelijkende reclame. Weliswaar is sprake van een vergelijking waarin merken, namen of andere onderscheidingsmiddelen worden genoemd, maar bij de publicatie van een dergelijk onderzoek door een consumentenorganisatie ontbreekt het element van reclame voor eigen waren of diensten en is geen sprake van mededelingen over (de producten of diensten van) een concurrent (van de consumentenorganisatie).

Een site als bijvoorbeeld ISPGids.com of de onderzoeken van de Consumentenbond zijn dus geen vergelijkende reclame. Maar citeer je als bedrijf uit hun bevindingen, dan is jouw reclameuiting weer wél vergelijkende reclame. Je profileert je dan immers met informatie over je concurrent.

De reclames die op zulke sites worden getoond, zijn vaak algemene reclames met hooguit de bekende algemene overdrijvingen als “Wij zijn de goedkoopste” of “Supersnel internetten”. Zulke ‘vergelijkingen’ zijn zelden tot nooit onrechtmatig. Maar als je nu specifiek advertenties laat zien waarin je zegt dat je goedkoper bent dan het bedrijf waar de advertentie bij verschijnt, dan kan dat wel eens anders worden.

Is iemand toevallig bekend met adverteren op zulke sites? Kun je uitkiezen waar je advertenties zullen verschijnen?

Arnoud

Mogen Hyvesfoto’s zomaar in de krant?

verkeerde-karst-tates.pngEen lezer vroeg zich af:

Mag een krant, omroep of weblog zomaar foto’s van een Hyves profiel halen als degene van wie het profiel is in het nieuws is. Bij voorbeeld de foto van de verkeerde Karst Tates op de voorpagina van het AD en het gebruik van Hyves foto’s door Geenstijl.

Ook op “amateurfoto’s” zoals op Hyvesprofielen, Flickr-pagina’s en weblogs zit auteursrecht. Wil een krant of ander medium die foto publiceren, dan hebben ze in principe toestemming nodig van de fotograaf. Er zijn wettelijke uitzonderingen zoals het (beeld)citaatrecht. Als de foto nieuws is, dan mag deze worden getoond bij het nieuwsbericht, maar uiteraard wel met bronvermelding.

In het Karst Tates-voorbeeld denk ik dus dat het wel had gemogen, hoewel de verplichte bronvermelding lijkt te ontbreken. En natuurlijk had men wel de goede foto moeten pakken. Je ziet het vaker, ik herinner me een voorbeeld van langer geleden van een meisje dat onder de trein was gekomen. Een foto van haar Hyve stond bij het artikel.

De Hyves-voorwaarden bepalen alleen dat je Hyves en haar hulppersonen een licentie geeft, en die is beperkt tot gebruik door Hyves zelf. Zo mag Hyves je foto’s laten zien in een reclamefilmpje, en misschien ook wel als illustratie bij een artikel over Hyves aanleveren. Maar daar gaat het hier niet om: de persoon op de foto is in het nieuws en dus leent de krant maar even een foto van iemands Hyves.

Wel heb ik sterk het gevoel dat er hier met twee maten gemeten wordt door de betreffende media. Kranten nemen foto’s over omdat het materiaal er is en “wij de pers zijn”. Maar neem je een foto uit diezelfde pers over voor je weblog, dan krijg je binnen de kortste keren een hoge rekening wegens auteursrechtschending.

Arnoud

Moet piloten laseren echt apart strafbaar gesteld worden?

lasergun.pngEen lezer vroeg me:

Ik las net Piloten willen laserstraal strafbaar stellen bij Nu.nl en vraag me dan af of er nu echt voor elke vandalistische actie een compleet nieuwe wet verzonnen moet worden alvorens het strafbaar is? Er zijn toch zeker wel algemene wetten (“gij zult het leven van anderen niet onnodig in gevaar brengen”) van toepassing op dit soort zaken?

Nee, er zal toch echt een apart wetsartikel moeten komen dat zegt “Het is verboden bestuurders van een vliegtuig met een laserstraal aan te stralen” voordat de politie hiertegen kan optreden. Het uitgangspunt van strafrecht is dat iets alleen strafbaar is als het expliciet in de wet staat. Dit heet “lex certa” oftewel rechtszekerheid; je moet kunnen opzoeken of iets verboden is.

Natuurlijk is het strafbaar om een vliegtuig neer te laten storten. Maar niet elke laserstraal leidt tot een neergestort vliegtuig. En zelfs als je het gooit op “poging tot laten neerstorten” zul je moeten bewijzen dat de dader die intentie had. Met een apart wetsartikel specifiek over laseren is de bewijslast een stuk eenvoudiger. Om diezelfde reden is er een expliciet artikel dat het vasthebben van een mobiele telefoon in de auto strafbaar stelt, hoewel er al een algemeen artikel is dat zegt dat je het verkeer niet in gevaar mag brengen.

Afhankelijk van de formulering zou dit wel eens als bijeffect kunnen hebben dat piloten niet meer mee mogen doen aan lasergame-wedstrijden. 🙂

Arnoud