Monsterboard’s tell-a-friend: zo moet het dus niet

monsterboard-thumb1.pngMarc Drees mocht naar New York. Dacht hij. Want op de site hadden ze niet alleen irritante muziek, maar ook algemene voorwaarden, en toen bleek het toch allemaal iets anders te liggen. Het ging om een wedstrijd waarbij je je naam en persoonsgegevens moest opgeven, plus nog wat anders:

Maar dan moet ik ineens ook persoonsgegevens van mijn vrienden invullen. Wacht even? Ik heb toch alleen toestemming gegeven tot het verzamelen en beschikbaar stellen van mijn eigen persoonsgegevens?

En ik zit nu de persoonsgegevens van anderen in te vullen die daar helemaal geen toestemming voor hebben gegeven. Maar dat is nu mijn probleem geworden? Netjes van Monsterboard.

Een perfect voorbeeld van hoe een tell-a-friend systeem niet moet. Zulke systemen zijn alleen onder voorwaarden legaal. Er zijn vier eisen:

  1. De communicatie gebeurt volledig op eigen initiatief van de internetgebruiker (of afzender), de website stelt hier geen (kans op) beloning tegenover voor afzender of ontvanger.
  2. Voor de ontvanger moet het duidelijk zijn wie de initiatiefnemer van de e-mail is, zodat hij diegene kan aanspreken als hij niet gediend is van dergelijke mails.
  3. De afzender moet volledige inzage hebben in het bericht dat namens hem wordt verzonden, zodat hij de verantwoordelijkheid kan nemen voor de persoonlijke inhoud van het bericht.
  4. De website in kwestie mag de e-mailadressen en andere persoonsgegevens niet gebruiken of bewaren voor andere doeleinden dan het eenmalig verzenden van een bericht namens de afzender. Daarnaast dient de website het systeem te beveiligen tegen misbruik, zoals het geautomatiseerd verzenden van spam.

Een reisje naar New York lijkt me toch wel een (kans op) beloning voor de afzender of ontvanger.

Het doel van Monsterboard bij het verzamelen van de adressen is om deze mensen vacatures te kunnen sturen. Je mag namelijk geen vrienden opgeven als er geen voor die vrienden passende vacatures bij Monsterboard bekend zijn! Je kunt dus maar beter een puntlasser in je vriendenkring hebben dan een lerares Frans geloof ik.

Hoe zouden jullie het vinden als je zo aan Monsterboard gegeven werd door een vriend?

Arnoud

De journalistieke verwerking onder de WBP

sms-belasting-telefoon.pngDe belastingtelefooon maar dan anders. Dat was het idee achter een SMS-dienst van het Finse bedrijf Satamedia: voor 2 euro kun je per SMS de gegevens uit ieders belastingaangifte opvragen. Geheel legaal, want in Finland zijn belastingaangiftes openbaar beschikbaar(!). Maar er is toch wel een verschil tussen een document inzien bij de belastingdienst of diezelfde gegevens laagdrempelig ontsluiten via een SMS, vond de Finse privacywaakhond. Zij stapte naar de rechter, en die verwees door naar het Europese Hof van Justitie.

In haar arrest (gevonden via SOLV Advocaten) bepaalt dat Hof nu dat publicatie van openbare gegevens, ook als het persoonlijke informatie is, in principe onder de uitzondering voor journalistieke verwerkingen valt. Daarmee is het kranten en andere media toegestaan om zulke publieke bronnen te verzamelen en tot artikelen te verwerken. En zoals ik het lees, valt ook een zoekmachine onder de definitie van “journalistiek”.

In Finland zijn belastingaangiftes kennelijk openbaar. Het bedrijf Markkinapörssi zag daar een leuke scoop in en publiceerde elk jaar een serie uittreksels in de krant Veropörssi. Een soort van Quote 500 maar dan groter zeg maar. De informatie in die publicaties omvat de voor” en achternaam van ongeveer 1,2 miljoen natuurlijke personen met een inkomen boven een bepaald bedrag, alsmede op 100 EUR nauwkeurig de hoogte van hun inkomen uit kapitaal en arbeid en gegevens over hun vermogensbelasting. Deze informatie wordt meegedeeld in de vorm van een alfabetische lijst per gemeente en per inkomenscategorie.

Zusterbedrijf Satamedia bood de informatie uit de krant weer als SMS-dienst aan. En dat vonden de Tietosuojavaltuutettu en de Tietosuojalautakunta, de Finse privacywaakhonden met toch wel hele leuke namen, toch net iets te ver gaan. Zij spanden een rechtszaak aan, en dit leidde tot vragen aan het Europese Hof van Justitie, omdat het hier ging over de uitleg van de journalistieke exceptie op de (Finse) Wet Bescherming Persoonsgegevens.

Voor het Hof was het duidelijk dat de gegevens in kwestie persoonsgegevens zijn. En het op een rijtje zetten van belastinginformatie is een ‘verwerking’ in de zin van de wet, ook als je alles uit openbare bronnen haalt. Logisch, die termen zijn zeer breed bedoeld en je moet je best doen om gegevens te gebruiken zonder dat dat juridisch gezien een verwerking is. Maar mag het?

Het Hof loopt keurig de uitzonderingen (persoonlijk gebruik, openbare veiligheid, opsporing etcetera) langs en constateert dat die niet opgaan als een bedrijf die gegevens te koop aanbiedt. En dan komen we bij de hamvraag: is dit een journalistieke verwerking?

Het commerciële karakter doet niet ter zake, aldus het Hof, want een nieuwsmedium kan best (mede) commerciële motieven hebben. Je bent in ieder geval journalistiek bezig wanneer je

de bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën tot doel hebt, ongeacht het overdrachtsmedium. Deze activiteiten zijn niet voorbehouden aan mediaondernemingen en kunnen een winstoogmerk hebben.

En dat is een breed criterium, waar je al snel aan voldoet. Dat wil niet zeggen dat je dus alles maar mag publiceren, want ook journalisten zijn gebonden aan de WBP. Maar journalisten staan nu wel sterker wanneer iemand een publicatie middels een beroep op de WBP zou willen tegenhouden.

Wat me trof aan deze definitie, is dat een zoekmachine er ook onder lijkt te vallen. Die heeft immers ook tot doel om het publiek bepaalde informatie beschikbaar te stellen. Is Google daarmee nu een journalistiek medium geworden? Dat zou nogal wat zijn: Google zou dan geen plicht meer hebben om informatie uit haar index te verwijderen wegens privacyschending, omdat die plicht immers niet geldt voor journalistieke publicaties.

Zouden jullie je belastingaangifte in de krant willen eigenlijk? Ik vind het nogal een inbreuk op de privacy eigenlijk. Waarom zouden de Finnen hiervoor gekozen hebben?

Arnoud

Domeinnaam met merknaam voeren mag als wederverkoper

Goed nieuws voor alle zoekmachineoptimaliseerders. Wie merkproducten verkoopt, mag daarbij de merknaam als domeinnaam gebruiken. Als de merkhouder die niet zelf tijdig vastlegt, dan heeft hij pech. Zo werkt dat nu eenmaal bij domeinnamen, bepaalde het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch in een uitgebreid arrest. Tenzij je gekke dingen doet, want dit is wel rechtspraak en dus zijn er uitzonderingen en voorbehouden.

Merkgebruik in domeinnamen is een lastige kwestie. In het verleden is er veel over te doen geweest, met name dankzij de vele snelle jongens die hun kans schoon zagen en namen als mcdonalds.com inpikten voordat de merkhouders doorhadden wat dat “internet” nou voor iets was. Het extreemste voorbeeld in Nederland was het bedrijf Namespace dat meer dan 27.000 domeinnamen had geregistreerd. Na een aantal processen met in één geval meer dan twintig merkhouders als eisers kwamen die domeinnamen vrij. De rekening van een half miljoen euro voor registratie van al die namen droeg daar overigens ook aan bij.

Een bijeffect van al dat domeingekaap was wel dat de rechtspraak vrij botte regels ontwikkelde, en dat er een arbitrageprocedure voor domeinnamen kwam die ook bepaald niet gebalanceerd was. De hoofdregel leek lange tijd te zijn dat de merkhouder normaal het grootste belang heeft bij de domeinnaam met het merk erin. Een domeinnaam met een merk erin opeisen was in het verleden dan ook zelden of nooit een probleem.

In deze zaak was echter geen sprake van domeinkaping van welke vorm dan ook. Belgro was een legitieme wederverkoper van Yonex-badmintonartikelen, en bood die aan via Yonexbadminton.nl. Terecht oordeelt het Hof dan ook dat de merkhouder niet zomaar hiertegen kan optreden.

Yonexbadminton.nl was via een redirect gekoppeld aan de Yonex-sectie van de webwinkel van Belgro. Daarmee is volgens het Hof duidelijk genoeg dat het hier gaat om een winkel met (onder andere) merkproducten. Belgro verkoopt natuurlijk ook nog andere merken, maar dat heb je een een fysieke wereld ook en daar kan de merkhouder ook niets aan doen.

Ook belangrijk was dat door niets de indruk werd gewekt dat Belgro op een of andere manier geaffilieerd was aan Yonex. Het gebruik van het merk in de domeinnaam was daar in ieder geval niet genoeg voor.

Verder is het enkele feit dat het gebruik van de domeinnaam Belgro mogelijk voordeel oplevert doordat belangstellenden in Yonex producten door de gehanteerde domeinnaam eerder de weg naar haar webshop vinden, niet voldoende voor een beroep op [het merkenrecht]. Voor het overige levert de verwijzing die in de domeinnaam is opgesloten niets op dat niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, namelijk een webpagina met originele Yonex artikelen.

Naast het merkenrecht had Yonex ook de onrechtmatige daad uit de kast gehaald: het was niet netjes van Belgro om die naam te registreren, want nu kon Yonex daar zelf geen site meer bouwen. En als merkhouder had ze toch het grootste belang bij domeinnamen met haar merk erin. Maar nee:

Doordat Belgro de domeinnaam yonexbadminton.nl heeft doen registreren, heeft Yonex niet meer de mogelijkheid om dat zelf te doen. Op zich is dat juist, maar dat wil nog niet zeggen dat Belgro daardoor jegens Yonex onrechtmatig handelt. Yonex beschikt over domeinnamen, zoals yonex.nl, die de indruk wekken te verwijzen naar de officiële website van Yonex. Wanneer Yonex een groter aantal registraties had willen verwerven, had zij daartoe de gelegenheid tot het moment dat een ander een bepaalde domeinnaam registreert. Wat de domeinnaam yonexbadminton.nl betreft had Yonex dit kunnen doen voordat Belgro dit deed, daarna niet meer. Zo werkt dat nu eenmaal bij domeinnamen.

Pas als er bijzondere omstandigheden zouden zijn, zou dat anders kunnen worden. Daarbij zou je kunnen denken aan het te koop aanbieden van de domeinnaam.

Alles bij elkaar een mooi vonnis voor merkgebruikers en wederverkopers.

Alleen, wat ik me toch steeds afvraag bij dit soort dingen: levert het nou werkelijk iets op om een domeinnaam met keywords te hebben als je die alleen maar redirect naar je gewone site?

Via SOLV.

Arnoud

Rus claimt merk op ;-), Merkenbureau zegt :P

rusphone-trademark-smiley.pngHet is wat vroeg voor 1 april, maar toch: een Rus claimt een merkrecht op 😉 verkregen te hebben van het Russisch Octrooi- en Merkenbureau. De Telegraaf, dat het abusievelijk over een copyright heeft, legt uit dat de man van plan is bedrijven geld te gaan vragen voor het gebruik van 😉.

Onzin natuurlijk, maar niet vanwege het feit dat 😉 al langer bestaat. Op zich is het namelijk toegestaan om bestaande woorden of tekens als merk te deponeren. Denk aan Sparta en Ajax, bestaande namen die toch echt merken voor fietsen en schoonmaakmiddel zijn. En toevallig ook nog eens voetbalclubs. Uitgever Boom heeft ook een keurig merkrecht.

Wel is vereist dat je dat woord gebruikt in een andere betekenis dan die van het woord zelf. Een groenteboer zal met Apple niet ver komen, maar de computerboer wel. Je moet dus op een of andere manier dat woord zo gaan gebruiken dat het met jouw bedrijf of product geassocieerd gaat worden. En dat zal met 😉 niet meevallen – dat is zo’n bekend algemeen symbool dat een bedrijf dat niet meer kan claimen.

Ondertussen is al bekend geworden dat Ruspatent het merk ingetrokken heeft omdat het geen onderscheidend vermogen heeft. “😉 niet in staat om de fabrikant en kan niet functioneren als een handelsmerk” aldus Google Translate.

Wie weet de origineelste smiley?

Arnoud

Bob Sijthoff blijft in Wikipedia, althans voorlopig

wikipedia-bob-sijthoff.pngWat een leuk verjaardagskadootje! Bob Sijthoff mag in Wikipedia blijven staan, vonniste de rechtbank Utrecht gisteren. Eind november spande de zakenman een rechtszaak aan tegen de Nederlandse Wikimedia vereniging en stichting met als eis dat zijn vermeend onrechtmatige lemma uit de vrije encyclopedie verwijderd zou worden.

Sijthoff legde de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van Wikipedia bij Wikimedia Nederland, omdat “zij immers een platform biedt” en de moderatoren zou benoemen. De auteur, ene Jacob H., zou bekend zijn bij Wikimedia omdat kort na zijn klacht bij de vereniging Jacob het lemma aanpaste. Maar de vereniging en stichting wijzen er terecht op dat alle juridische verantwoordelijkheid bij de Wikimedia Foundation in de VS liggen. Sijthoff krijgt dan ook nul op het rekest:

Uit vorenomschrevene volgt dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat Wikimedia Nederland c.s. zelfstandig tot verwijdering van het artikel in staat is danwel invloed kan uitoefenen op verwijdering van het artikel door Wikimedia Foundation of een ander verantwoordelijke zodat dit gedeelte van de vordering zal worden afgewezen.

Ook de eis tot afgifte van de persoonsgegevens van Jacob H. wordt afgewezen, omdat Wikimedia Nederland die simpelweg niet heeft. Sijthoff wordt vervolgens in de proceskosten veroordeeld. Wat me brengt op het punt dat de advocaten van Wikimedia, Struik en Briët van CMS Derks Star Busmann deze zaak pro bono hebben gedaan, wat wel een complimentje waard is.

Wel jammer is dat de rechter nu niet aan de inhoudelijke vraag toekomt of het lemma nu wel of niet door de beugel kon. Ik ben benieuwd of Sijthoff nog door gaat pakken richting de club die hij eigenlijk vanaf dag 1 had moeten hebben, maar ik vermoed van niet. Zijn actie tegen de Nederlandse clubs heeft al genoeg stof doen opwaaien binnen de Nederlandstalige pers en blogosfeer. Een actie tegen de Amerikaanse stichting voegt daar alleen maar een hoop Engelstalige publicaties aan toe, en het is de vraag of Sijthoff daarop zit te wachten.

Arnoud

Europese ministers wijzen anti-’three strikes’ amendement af

De Europese telecomministers hebben het amendement van het Europese Parlement tegen de voorgestelde ’three strikes, you’re out’-regels afgewezen, meldde Tweakers gisteren. Over een verder nogal saai pakket regels voor de telecomsector woedt al een tijdje een verhitte discussie. Europa zou hiermee stiekem een “three strikes”-beleid willen invoeren, waarbij internetproviders hun klanten moeten afsluiten na drie vermeende schendingen van auteursrecht. Dat bleek niet waar, maar het Europees Parlement nam toch maar voor de zekerheid een amendement aan waarin zulk beleid nog eens expliciet werd verboden. En daar hadden de telecomministers dus weer geen zin in.

Frankrijk werkt al een tijd aan regels die internetproviders moeten verplichten om klanten af te sluiten wanneer deze tot drie maal toe auteursrechten zou schenden. Het kwalijke aan deze regels is dat het afsluiten zou moeten gebeuren zonder rechterlijke tussenkomst. Drie meldingen van rechthebbenden zouden genoeg moeten zijn.

In Europees verband heeft Frankrijk zich juist tegen auteursrechtbepalingen in dit telecompakket gekeerd. Uit principe, of omdat men bang was dat de verkeerde amendementen in de richtlijn terecht zouden komen?

Bij Tweakers wordt nog gezegd dat “Dit betekent dat providers abonnees niet kunnen afsluiten zonder tussenkomst van de rechter” wat natuurlijk onzin is. Providers mogen op iedere redelijke grond abonnees afsluiten, mits dat maar in de algemene voorwaarden opgenomen staat. Schending van auteursrechten door de abonnee staat in vrijwel alle algemene voorwaarden genoemd als grond om af te sluiten.

De interessante vraag is daarmee of het redelijk is om zo’n schending als grond voor afsluiting aan te merken. Het gaat mij nogal ver. Op grond van de algemene notice en takedown verplichting is een provider alleen verplicht om doorgifte van inbreukmakend materiaal te staken. Niet om de doorgever af te sluiten van internet als geheel. Pas wanneer de provider zelf overlast krijgt door die doorgifte, zou hij tot afsluiting kunnen overgaan.

Helemaal onredelijk wordt het als internettoegang nu eindelijk eens als universele dienst wordt aangemerkt. Internet is tenslotte een basisvoorziening van de informatiemaatschappij. Daarmee zouden providers de plicht krijgen om de toegang tot internet (althans de meestgebruikte diensten) tegen een redelijke prijs te garanderen voor iedereen.

Wat vinden jullie? Mogen providers op eigen houtje mensen afsluiten wegens geconstateerde schendingen van auteursrechten?

Arnoud

Bob Sijthoff wil niet in Wikipedia, begint rechtszaak

wikipedia-bob-sijthoff.pngBob Sijthoff wil niet in Wikipedia, meldde DAG gisteren. Zijn lemma vermeldt onder andere dat hij in het nieuws verscheen over mishandeling, afpersing en andere strafbare feiten die hij begaan zou hebben. Sijthoff neemt geen genoegen met het standaardverhaal “dan pas je dat toch aan” maar stapt naar de rechter, die op 10 december uitspraak zal doen. Kan ik er op mijn verjaardag mooi over bloggen, dus dat is wel weer aardig van hem.

Volgens de discussie in de Wikpedia-Kroeg zijn de Nederlandse poten van de vrije encyclopedie, namelijk Vereniging Wikimedia Nederland en Stichting Wikimedia Nederland, aangeklaagd. Dat is juridisch interessant, omdat de hosting van Wikipedia vanuit de VS gebeurt en onder controle van de Amerikaanse Wikimedia Foundation staat. De Nederlandse vereniging en stichting hebben formeel niets te zeggen over wat er op Wikipedia gebeurt. In de praktijk natuurlijk wel, want iedereen kan de encyclopedie wijzigen. Maar de bedoeling is natuurlijk om de pagina te wijzigen en gewijzigd te houden zodat de vermeend smadelijke teksten niet meer online staan.

Gaat dit Sijthoff lukken? Het zou een novum zijn, want er is nog niet eerder een gerechtelijke uitspraak geweest over dit geval. We hadden natuurlijk Patricia Remak die eerder met dezelfde eis kwam, maar zij zette niet door. En in september werd bekend dat de site Kleintje Muurkrant een artikel moest verwijderen, waarbij de rechter behoorlijk ver ging in de beoordeling of sprake was van journalistiek.

Nu is een encyclopedie niet hetzelfde als een krant, dus je kunt je afvragen of de rechter dezelfde criteria zou moeten aanleggen. Een nieuwsfeit moet je in de context van de periode zien. Een bericht kan journalistiek gerechtvaardigd zijn afgaande op de feiten van de dag van publicatie. Maar een lemma in een encyclopedie moet op elk moment correct zijn. Een nieuwsfeit kan achterhaald zijn of zelfs onjuist blijken, en dan hoort het niet in een encyclopedie thuis. Het nieuwsfeit moet, in Wikipedia-termen, relevantie voor een encyclopedie hebben. Maar hoe beslis je dat? Zijn daar criteria over? Zelfs Wikipedia zelf is het daar lang niet altijd over eens.

Als het goed is, komt de rechter trouwens niet toe aan deze discussie omdat de Vereniging noch de Stichting bevoegd is om de gevraagde wijzigingen/blokkades door te voeren. Wat dat betreft is het wel slordig van de advocaat van Sijthoff om niet het Amerikaanse Wikimedia te dagen. Zou hij niet opgelet hebben? Of is dit een kwestie van “laat ze het maar onderling uitzoeken nadat ik mijn vonnis heb”?

Arnoud

Uitverkoop op afstand

sale-afgeprijsd-uitverkoop.pngEen lezer mailde me:

Bij verschillende internetwinkels zie ik staan dat de retour-mogelijkheid niet geldt voor sales/uitverkoop, maar in jouw lijstje uitzonderingen zie ik dat niet staan. Is het dan terecht? Valleen uitverkoop-artikelen soms onder ‘bederfelijke waar’, ook als dat soms kleding of zo betreft?

De Wet Koop op Afstand zegt dat je gekochte producten binnen 7 werkdagen kunt ruilen, en kent geen uitzondering voor afgeprijsde producten. Ruilen is hier een wettelijk recht en geen coulance zoals bij fysieke winkels.

De uitzonderingen staan in art. 7:46d BW. ‘Uitverkoop’ staat daar niet bij. En nee, kleding is niet bederfelijk ook al gaat de mode soms behoorlijk snel.

Ik zie wel meer van dit soort rare constructies van winkeliers. Is dat nou opzet of onkunde?

Arnoud

Mag een webwinkel met vakantie?

webshop-closed-gesloten-geschlossen.pngEen lezer mailde me:

Ik vond op een webshop het product wat ik zocht tegen een leuke prijs. Maar nadat ik het formulier had ingevuld, kreeg ik een automatische bevestigingsmail maar verder geen reactie. Pas enkele weken later mailde de winkelier me: hij was met vakantie en had dus geen tijd gehad om de webwinkel bij te houden. Kan gebeuren, maar vervolgens schreef hij dat hij de bestelling had geannuleerd omdat hij die vanwege zijn vakantie niet had kunnen verwerken. En nu waren de prijzen gestegen bij zijn leverancier. Dat kan toch niet zomaar?

De algemene regel is, wie een aanbod doet, moet leveren als dat wordt aanvaard. Het maakt niet uit of je een webwinkel hebt of op de hoek van de straat gaat staan. Uniek is wel dat een webwinkel ook blijft werken als je zelf op vakantie gaat, en je kraampje op de straathoek niet.

Ik zou dus zeggen dat je bij het bestelformulier op een webwinkel even moet aangeven dat je langer zult doen over de reactie, of gewoon dat je met vakantie bent en dus even geen orders accepteert. Maar als je geen orders wilt accepteren, zul je dat er expliciet bij moeten zetten. Doe je dat niet, dan mogen mensen verwachten dat de order geaccepteerd is en dan moet je als webwinkel leveren ook.

Die prijsverhoging van de leverancier komt normaal voor risico van de winkelier. Een winkelier mag de prijs alleen verhogen als dat in de algemene voorwaarden genoemd staat, en hij daarbij de klant het recht geeft om in dat geval de bestelling te annuleren.

Arnoud