Europese ministers wijzen anti-’three strikes’ amendement af

De Europese telecomministers hebben het amendement van het Europese Parlement tegen de voorgestelde ’three strikes, you’re out’-regels afgewezen, meldde Tweakers gisteren. Over een verder nogal saai pakket regels voor de telecomsector woedt al een tijdje een verhitte discussie. Europa zou hiermee stiekem een “three strikes”-beleid willen invoeren, waarbij internetproviders hun klanten moeten afsluiten na drie vermeende schendingen van auteursrecht. Dat bleek niet waar, maar het Europees Parlement nam toch maar voor de zekerheid een amendement aan waarin zulk beleid nog eens expliciet werd verboden. En daar hadden de telecomministers dus weer geen zin in.

Frankrijk werkt al een tijd aan regels die internetproviders moeten verplichten om klanten af te sluiten wanneer deze tot drie maal toe auteursrechten zou schenden. Het kwalijke aan deze regels is dat het afsluiten zou moeten gebeuren zonder rechterlijke tussenkomst. Drie meldingen van rechthebbenden zouden genoeg moeten zijn.

In Europees verband heeft Frankrijk zich juist tegen auteursrechtbepalingen in dit telecompakket gekeerd. Uit principe, of omdat men bang was dat de verkeerde amendementen in de richtlijn terecht zouden komen?

Bij Tweakers wordt nog gezegd dat “Dit betekent dat providers abonnees niet kunnen afsluiten zonder tussenkomst van de rechter” wat natuurlijk onzin is. Providers mogen op iedere redelijke grond abonnees afsluiten, mits dat maar in de algemene voorwaarden opgenomen staat. Schending van auteursrechten door de abonnee staat in vrijwel alle algemene voorwaarden genoemd als grond om af te sluiten.

De interessante vraag is daarmee of het redelijk is om zo’n schending als grond voor afsluiting aan te merken. Het gaat mij nogal ver. Op grond van de algemene notice en takedown verplichting is een provider alleen verplicht om doorgifte van inbreukmakend materiaal te staken. Niet om de doorgever af te sluiten van internet als geheel. Pas wanneer de provider zelf overlast krijgt door die doorgifte, zou hij tot afsluiting kunnen overgaan.

Helemaal onredelijk wordt het als internettoegang nu eindelijk eens als universele dienst wordt aangemerkt. Internet is tenslotte een basisvoorziening van de informatiemaatschappij. Daarmee zouden providers de plicht krijgen om de toegang tot internet (althans de meestgebruikte diensten) tegen een redelijke prijs te garanderen voor iedereen.

Wat vinden jullie? Mogen providers op eigen houtje mensen afsluiten wegens geconstateerde schendingen van auteursrechten?

Arnoud

Bob Sijthoff wil niet in Wikipedia, begint rechtszaak

wikipedia-bob-sijthoff.pngBob Sijthoff wil niet in Wikipedia, meldde DAG gisteren. Zijn lemma vermeldt onder andere dat hij in het nieuws verscheen over mishandeling, afpersing en andere strafbare feiten die hij begaan zou hebben. Sijthoff neemt geen genoegen met het standaardverhaal “dan pas je dat toch aan” maar stapt naar de rechter, die op 10 december uitspraak zal doen. Kan ik er op mijn verjaardag mooi over bloggen, dus dat is wel weer aardig van hem.

Volgens de discussie in de Wikpedia-Kroeg zijn de Nederlandse poten van de vrije encyclopedie, namelijk Vereniging Wikimedia Nederland en Stichting Wikimedia Nederland, aangeklaagd. Dat is juridisch interessant, omdat de hosting van Wikipedia vanuit de VS gebeurt en onder controle van de Amerikaanse Wikimedia Foundation staat. De Nederlandse vereniging en stichting hebben formeel niets te zeggen over wat er op Wikipedia gebeurt. In de praktijk natuurlijk wel, want iedereen kan de encyclopedie wijzigen. Maar de bedoeling is natuurlijk om de pagina te wijzigen en gewijzigd te houden zodat de vermeend smadelijke teksten niet meer online staan.

Gaat dit Sijthoff lukken? Het zou een novum zijn, want er is nog niet eerder een gerechtelijke uitspraak geweest over dit geval. We hadden natuurlijk Patricia Remak die eerder met dezelfde eis kwam, maar zij zette niet door. En in september werd bekend dat de site Kleintje Muurkrant een artikel moest verwijderen, waarbij de rechter behoorlijk ver ging in de beoordeling of sprake was van journalistiek.

Nu is een encyclopedie niet hetzelfde als een krant, dus je kunt je afvragen of de rechter dezelfde criteria zou moeten aanleggen. Een nieuwsfeit moet je in de context van de periode zien. Een bericht kan journalistiek gerechtvaardigd zijn afgaande op de feiten van de dag van publicatie. Maar een lemma in een encyclopedie moet op elk moment correct zijn. Een nieuwsfeit kan achterhaald zijn of zelfs onjuist blijken, en dan hoort het niet in een encyclopedie thuis. Het nieuwsfeit moet, in Wikipedia-termen, relevantie voor een encyclopedie hebben. Maar hoe beslis je dat? Zijn daar criteria over? Zelfs Wikipedia zelf is het daar lang niet altijd over eens.

Als het goed is, komt de rechter trouwens niet toe aan deze discussie omdat de Vereniging noch de Stichting bevoegd is om de gevraagde wijzigingen/blokkades door te voeren. Wat dat betreft is het wel slordig van de advocaat van Sijthoff om niet het Amerikaanse Wikimedia te dagen. Zou hij niet opgelet hebben? Of is dit een kwestie van “laat ze het maar onderling uitzoeken nadat ik mijn vonnis heb”?

Arnoud

Uitverkoop op afstand

sale-afgeprijsd-uitverkoop.pngEen lezer mailde me:

Bij verschillende internetwinkels zie ik staan dat de retour-mogelijkheid niet geldt voor sales/uitverkoop, maar in jouw lijstje uitzonderingen zie ik dat niet staan. Is het dan terecht? Valleen uitverkoop-artikelen soms onder ‘bederfelijke waar’, ook als dat soms kleding of zo betreft?

De Wet Koop op Afstand zegt dat je gekochte producten binnen 7 werkdagen kunt ruilen, en kent geen uitzondering voor afgeprijsde producten. Ruilen is hier een wettelijk recht en geen coulance zoals bij fysieke winkels.

De uitzonderingen staan in art. 7:46d BW. ‘Uitverkoop’ staat daar niet bij. En nee, kleding is niet bederfelijk ook al gaat de mode soms behoorlijk snel.

Ik zie wel meer van dit soort rare constructies van winkeliers. Is dat nou opzet of onkunde?

Arnoud

Mag een webwinkel met vakantie?

webshop-closed-gesloten-geschlossen.pngEen lezer mailde me:

Ik vond op een webshop het product wat ik zocht tegen een leuke prijs. Maar nadat ik het formulier had ingevuld, kreeg ik een automatische bevestigingsmail maar verder geen reactie. Pas enkele weken later mailde de winkelier me: hij was met vakantie en had dus geen tijd gehad om de webwinkel bij te houden. Kan gebeuren, maar vervolgens schreef hij dat hij de bestelling had geannuleerd omdat hij die vanwege zijn vakantie niet had kunnen verwerken. En nu waren de prijzen gestegen bij zijn leverancier. Dat kan toch niet zomaar?

De algemene regel is, wie een aanbod doet, moet leveren als dat wordt aanvaard. Het maakt niet uit of je een webwinkel hebt of op de hoek van de straat gaat staan. Uniek is wel dat een webwinkel ook blijft werken als je zelf op vakantie gaat, en je kraampje op de straathoek niet.

Ik zou dus zeggen dat je bij het bestelformulier op een webwinkel even moet aangeven dat je langer zult doen over de reactie, of gewoon dat je met vakantie bent en dus even geen orders accepteert. Maar als je geen orders wilt accepteren, zul je dat er expliciet bij moeten zetten. Doe je dat niet, dan mogen mensen verwachten dat de order geaccepteerd is en dan moet je als webwinkel leveren ook.

Die prijsverhoging van de leverancier komt normaal voor risico van de winkelier. Een winkelier mag de prijs alleen verhogen als dat in de algemene voorwaarden genoemd staat, en hij daarbij de klant het recht geeft om in dat geval de bestelling te annuleren.

Arnoud

Recht van retour bij laptops via internet

laptop-vista-installatie.pngEen lezer kocht een notebook:

Bij het aanzetten van de notebook ging de Vista installatie automatisch van start. Ik heb de installatie voltooid en de notebook een tijdje uit geprobeerd om erachter te komen hoe lang de accu meegaat, hoe de kwaliteit van het scherm is en hoe snel de processor etc. Echter, meerdere punten vielen tegen, oa. slechte inkijkhoek van het scherm en erg meeverend toetsenbord. Ik stuurde het notebook dus snel terug (binnen de 7 werkdagen), maar de winkel weigert het terug te nemen omdat ik de notebook uitgepakt heb en vooral omdat ik Vista al geïnstalleerd heb.

Op zich is het verboden om een retour te weigeren enkel en alleen omdat de consument het product uitgepakt en getest heeft. De Wet Koop op Afstand is bedoeld om de koper het product te kunnen laten uitproberen. Zie bijvoorbeeld wat ConsuWijzer zegt over retouren. Je kunt een product niet uitproberen als je het niet uit de verpakking mag halen. Uitgebreid gebruiken mag dan weer niet. Als er bv. schade of slijtage op het product zit, mag je het niet meer terugsturen ook al zit je nog binnen de zeven dagen.

Het lastige hier is dat er software bij de laptop zat die nu al geïnstalleerd is. Het verbreken van de verzegeling van software geldt als een uitzondering: als dat is gebeurd, mag het product niet meer worden geruild. Dit met de gedachte dat je anders snel een kopietje van de software maakt en dan het product terugbrengt.

Hier zit een twijfelgeval: de lezer heeft geen software uit de verpakking gehaald maar een automatische installatie in werking gezet. Ik zou denken dat dit nog terug te draaien moet zijn. Ongetwijfeld heeft men een OEM DVD waarmee de notebook teruggebracht kan worden naar de oorspronkelijke toestand. Zou de lezer de installatie hebben afgerond inclusief registratie bij Microsoft, dan ligt dat anders want dan is die Vista-licentie niet meer herbruikbaar.

Update (11 december 2011) nog steeds geen rechtspraak bekend. De Geschillencommissie Thuiswinkel lijkt wél te neigen naar het behoud van het recht van retour.

  • Geschillencommissie Thuiswinkel 23 januari 2004, uitspraak 03.0082: “De zichttermijn stelt namelijk niet als voorwaarde, dat de laptop niet mag zijn gebruikt.”
  • <li>Geschillencommissie Thuiswinkel (datum onbekend), <a href="https://loket.degeschillencommissie.nl/Web/Site/default.aspx?m=uitspraken&a=uitcat&vt=2414&ca=d&guid=1838CE9B-7D68-4BED-93D6-153E17170018&cguid=99fd33a5-85e9-44de-85b9-6d9f73c72ac5&cvt=2413">uitspraak 07.0033</a>: “dat een consument die zich enigszins op de hoogte wil stellen of een pc biedt wat hem voor ogen stond deze toch tenminste in werking zal willen zien. De consument heeft hierbij niet meer gedaan dan noodzakelijk om te kunnen beoordelen of hij het product wil behouden.”</li>
    
    <li>Geschillencommissie Thuiswinkel 27 juli 2004, <A HREF="https://loket.degeschillencommissie.nl/Web/Site/default.aspx?m=uitspraken&a=uitcat&vt=2414&ca=d&guid=352C889B-3034-41EF-B077-BC615DE660C2&cguid=99fd33a5-85e9-44de-85b9-6d9f73c72ac5&cvt=2413">uitspraak 03.0105</A>: "Dat de consument de laptop heeft gestart, althans heeft willen starten, is onvoldoende om te oordelen dat de consument die grenzen in dit geval heeft overschreden."</li>
    

Arnoud

Op tijd ontbonden maar te laat teruggestuurd, wat nu?

Een lezer mailde me:

Ik kocht een grote plasmatelevisie bij een webwinkel. Na een paar dagen besloot ik dat hij toch niet goed paste in mijn interieur, dus ik mailde de winkel dat ik er vanaf wilde, en of ze me wilden vertellen waar ik het ding naar terug moest sturen. Ik kreeg geen antwoord, dus na een week heb ik met bellen en mailen nogmaals contact geprobeerd te krijgen. Dat wilde maar niet lukken, tot ik een aangetekende brief stuurde naar het hoofdkantoor. Ik kreeg toen van hun juridische afdeling te horen dat ik te laat was met opzeggen omdat ik de televisie niet op tijd had teruggestuurd! Maar hoe had ik dat nu moeten doen?

Dit is een interessante kwestie, die ik nog niet eerder ben tegengekomen. De Wet Koop op Afstand geeft je het recht om een koop via internet binnen zeven werkdagen te ontbinden. Dat wil zeggen dat je het product moet terugsturen en de winkelier het geld moet terugbetalen. De bedrijfsjurist van deze winkel zegt nu dat het terugzenden zelf ook binnen die zeven werkdagen moet gebeuren, maar het punt is dat nu net dat niet in de wet staat.

Consuwijzer zegt bv. ook alleen maar dat je binnen die zeven werkdagen moet beslissen of je er vanaf wilt. Maar goed, Consuwijzer is geen wetboek. Het wetboek zelf zegt dat je moet “ontbinden” binnen zeven werkdagen (7:46d BW). Ontbinding is een rechtshandeling waarmee je een overeenkomst beëindigt door een schriftelijke verklaring (die ook per e-mail mag). Je moet dus de brief binnen zeven werkdagen bij de winkel afgeleverd hebben.

Na ontbinding bepaalt de wet (6:271 BW) dat je verplicht bent over en weer je verplichtingen uit de overeenkomst ongedaan te maken. Daarom moet het product en het geld terug naar hun oorspronkelijke eigenaars. Maar wanneer? Dat staat niet in de wet, dus dat komt dan neer op “binnen een redelijke termijn”. Dat hoeft dus niet diezelfde zeven werkdagen te zijn!

In dit geval speelt er trouwens nog iets: de winkelier heeft niet gemeld waar het artikel heengestuurd moet worden. Zo maakt de winkelier het onmogelijk voor de consument om zijn verplichting tot terugsturen na te komen. Dat staat bekend als schuldeisersverzuim (6:58 BW), en dat betekent dat de schuldenaar niet hoeft na te komen totdat de schuldeiser aan zijn kant van de verplichting heeft voldaan. De schuldenaar (de consument in dit geval) kan dan zelfs van de verbintenis af als hij het de rechter netjes vraagt (6:60 BW).

Dat niet melden is trouwens ook een schending van de informatieplicht die de winkelier heeft. Hij moet bij de aflevering schriftelijk melden hoe je kunt ontbinden en waar het product dan heen moet (7:46c lid 2). Doet hij dat niet, dan wordt die periode van zeven werkdagen verlengd tot 3 maanden.

Zit je daar nog in op het moment dat je van die bedrijfsjurist de brief krijgt, dan wordt het dus een stuk eenvoudiger. Stuur hem gewoon per kerende post de koelkastplasmatelevisie en stop daar een kopie van je brief bij waarin je de overeenkomst ontbindt. Een kopie van deze blogpost mag ook.

Arnoud

Aansprakelijk voor out-of-office bericht?

Misschien dat disclaimers bij e-mails toch niet zo onverstandig zijn. Wat nu als mensen je out-of-office mededeling als antwoord op hun offerte of vraag beschouwen? Je zou denken dat dat niet voor zou moeten komen, maar de praktijk is anders. Wat te denken van dit bord:

bordje-engels-welsh-out-of-office.jpg<br/> (bron: BBC news)

Het Engels is prima leesbaar, maar de Welsh tekst betekent “Ik ben niet op kantoor, maar mail uw vertaalwerk gerust.” Pijnlijk.

Als je nu als Welshtalige vrachtwagenchauffeur toch linksaf gaat, en je krijgt een boete, zou je daar dan vanaf kunnen komen met dit bordje?

En gebeurt dit in Friesland ook wel eens?

Arnoud

Tot aan het Europese Hof over een telefoonnummer

telegraaf.jpgInternetbedrijven moeten, naast hun vestigingsadres en een e-mailadres, nog minstens één ander communicatiemiddel op hun site vermelden. Dat mag een telefoonnummer zijn, maar dat hoeft niet. Dat besliste het Europese Hof van Justitie afgelopen donderdag. Ja, er is echt een procedure gevoerd tot aan dit allerhoogste Europese Hof over de vraag of er een telefoonnummer op een website moet staan. En nee, van het antwoord begrijp ik ook al weinig.

In de wet (art. 3:15d BW) staat dat een elektronische dienstverlener, zoals een hostingprovider of webwinkel, zijn identiteit en adres van vestiging moet melden plus “gegevens die een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met hem mogelijk maken, met inbegrip van zijn elektronische postadres”. En omdat er staat “met inbegrip”, moet er dus nog minstens één ander gegeven zijn waarmee dat snelle contact gelegd kan worden. Ok, ik geef toe, leuk discussievoer voor juristen maar een procedure tot aan het Europese Hof van Justitie? Allemachtig.

Maar goed, het arrest ligt er en we zullen het ermee moeten doen. Een kennis van me is echter doof, en ziet er weinig in om een telefoonnummer op zijn website te zetten. Ik neem tenminste niet aan dat het genoeg is om een bandje in te laten spreken met “Deze winkelier kan u niet horen, mailt u toch alstublieft”. Gelukkig heeft het Hof daaraan gedacht: een telefoonnummer is niet verplicht, maar als je het niet doet, moet je iets bieden dat vrijwel net zo’n snel medium is als de telefoon: “a communication is to be regarded as effective if it permits adequate information to be obtained within a period compatible with the needs or legitimate expectations of the recipient.”

Wat betekent dat? Nou, een contactformulier bijvoorbeeld zou prima zijn:

[A]n electronic enquiry template may be regarded as offering a direct and effective means of communication within the meaning of Article 5(1)(c) of the Directive, where, as is clear in the case in the main proceedings from evidence in the file, the service provider answers questions sent by consumers within a period of 30 to 60 minutes.

Ik weet niet hoe dat bij u gaat, maar bij mij maakt dat contactformulier stiekem een mailtje van wat mensen intypen. Dus de meerwaarde van dit arrest ontgaat me volledig. Het arrest opent wel de weg om te twitteren met je klant, want dat is ook een “direct and effective means of communication”.

Hoe snel reageren jullie op mails van klanten? En hebben jullie contactformulieren die niet met mail in de backend werken?

Arnoud

Showbiznewz-site aansprakelijk voor foto’s van gebruikers

angelina-jolie-stockfoto-website.jpgProfiterend van de populariteit van de tepels van Angelina Jolie bericht Boek 9 over een recent vonnis over stockfoto’s op internet. De site Showbiznewz.nl publiceert showbiznieuws. Daar bleken foto’s bij gebruikt te zijn waar Bruno Press de rechten op had, en die had daar geen toestemming voor gegeven. Bruno Press eiste dan ook verwijdering en schadevergoeding.

Het verweer van Showbiznewz kwam neer op wat ook in de disclaimer staat:

Foto- en videomateriaal te vinden op ShowbiZnewZ.nl is in principe geüpload (audio)visueel materiaal door onze lezers.

Ik kon niet ontdekken hoe dat uploaden in zijn werk zou moeten gaan. Er is geen registratiesysteem voor lezers of een uploadformulier waarmee je je foto’s kunt publiceren. Wel is er een contactpagina met de mogelijkheid om tips, nieuws en opmerkingen te mailen naar de redactie. Ik neem aan dat die de tips en het nieuws dan plaatsen.

Dat ligt juridisch gevoelig: weliswaar zijn websitebeheerders in principe niet aansprakelijk voor wat gebruikers plaatsen, maar daarvoor moeten de gebruikers zelf het materiaal publiceren zonder voorafgaande controle van de beheerders. Als ze dan ook nog eens na een klacht het materiaal weghalen, zijn ze verder niet tot schadevergoeding verplicht.

Bij Showbiznewz ging deze constructie niet op, vanwege de redactie die er tussen zat:

Zij neemt aldus het initiatief tot het doorgeven van informatie door haar bezoekers. Door de indeling van haar website maken de door haar bezoekers daarop geplaatste foto’s deel uit van het geheel van die website.

Bovendien moet een professionele partij als Showbiznewz weten dat er auteursrechten rusten op foto’s als deze. Zij heeft dan een onderzoeksplicht, en mag niet volstaan met een paar zinnen in een disclaimer dat mensen een klacht kunnen indienen.

De rechter geeft nog wel een vuistregel voor andere sites die op deze manier te werk gaan:

Het is aan IMT om haar bedrijf zodanig in te richten dat zij maatregelen treft ter voorkoming van inbreukmakende handelingen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de mogelijkheid degene die een foto als hier bedoeld op de site van IMT plaatst na een toelichting vooraf te laten verklaren dat hij of zij de rechthebbende op die foto is. De in de voorwaarden van IMT opgenomen disclaimer is daartoe in ieder geval niet voldoende.

Of dat in de praktijk zou gaan werken, vraag ik me af. Een aanvinkvakje “Ik heb deze foto zelf genomen” is snel toegevoegd bij een uploadformulier, maar de kans is natuurlijk groot dat mensen gewoon liegen bij het aanvinken van zo’n vakje. En dan? Heel veel voegt dit dus niet toe. Misschien als je het koppelt aan een adresregistratie van gebruikers, zodat je die naar voren kunt schuiven als er een rechthebbende langskomt.

Arnoud

Notice and takedown gedragscode ingevoerd

printer-aangeklaagd-dmca.jpgAfgelopen donderdag is de ‘Notice-and-takedown’-gedragscode na meer dan een jaar steggelen afgekomen en uitgereikt aan staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken. In deze gedragscode staan procedures uitgewerkt voor webhosters en andere internetdienstverleners over hoe om te gaan met klachten en claims over materiaal dat hun klanten aanbieden. Internetbedrijven zijn aansprakelijk voor wat hun klanten aanbieden, als ze dit niet na een terechte klacht weghalen. Dat staat in de wet (art. 6:196c BW). Maar hoe een dienstverlener moet bepalen of een klacht terecht is, en welke stappen je het beste kunt nemen bij de afhandeling, was altijd onduidelijk. De gedragscode helpt daarbij.

Heel in het kort zou de procedure als volgt moeten gaan:

  1. Een provider publiceert details over zijn procedure, inclusief contactgegevens en beleid over bepaalde soorten inhoud. Bijvoorbeeld wat er wel en niet mag in e-mail, op websites of via andere diensten.
  2. Een klager dient via dat contactadres een klacht in, en verschaft daarbij in ieder geval zijn contactgegevens, de URL of andere vindplaats van het materiaal en een motivatie waarom dit materiaal in strijd is met de wet of het beleid van de provider. De provider kan een vrijwaring eisen dat de klager een terechte klacht indient – en opdraait voor de schade als dat niet zo is.
  3. De provider controleert de klacht en maakt een inschatting of de klacht onmiskenbaar juist is. Als hij dat zonder problemen kan, meldt hij zijn bevindingen aan de klager en sluit hij bij een juiste klacht het materiaal af.
  4. Als de provider niet kan inschatten of de klacht onmiskenbaar juist is (bv. bij klachten over smaad), geeft hij de klacht door aan de klant met het verzoek het materiaal weg te halen of met de klager in contact te treden om het samen op te lossen.
  5. Lukt dat laatste niet, en haalt de klant het materiaal ook niet weg, dan “moet de melder bij voorkeur in staat worden gesteld zijn geschil met de [klant] voor de rechter te brengen.”

Een belangrijk gemis in de NTD gedragscode is hoe om te gaan met afgifte van persoonsgegevens van klanten. De wet zegt hier niets over. In de jurisprudentie (vooral het Lycos/Pessers-arrest) is uitgemaakt dat een provider onder omstandigheden verplicht kan zijn deze gegevens toch af te geven. Het moet voldoende duidelijk zijn dat de klant onrechtmatig bezig is, de eiser moet een reëel belang hebben en er mag geen geen minder ingrijpende mogelijkheid zijn om aan de NAW-gegevens van de klant te komen. Helaas zegt de gedragscode alleen maar dat “de tussenpersoon [kan] overgaan tot het verstrekken van NAW-gegevens”.

In de praktijk blijkt die afgifte redelijk makkelijk te gaan, zeker als het gaat om inbreuken op auteursrecht. De criteria uit de jurisprudentie zijn echter niet eenduidig. Schreef Lycos/Pessers (van de Hoge Raad) nog een vierstappentoets voor, bij de Brein/UPC en Brein/KPN zaken werd heel wat makkelijker geoordeeld dat deze gegevens moesten worden overgedragen. Bij Webwereld laat stichting Brein dan ook weten

“Wij kunnen en zullen echter niet aanvaarden dat er op een melding van Brein geen NAW wordt afgegeven”, aldus een strijdbare Kuik. “Er is geen plaats voor anoniem zaken doen op Internet. Dat is niet anders dan offline. Wat offline geldt moet ook online gelden. Dat is de regel die de overheid heeft gesteld en die moet gelding krijgen.”

Dat laatste is natuurlijk kletspraat – anoniem zakendoen gebeurt elke dag offline, en dient dus ook online te kunnen gebeuren. Los daarvan is het een veel te conservatief principe dat “wat offline geldt, ook online moet gelden” want online kunnen er dingen die offline niet mogelijk zijn, en wat moet daar dan voor gelden?

Het is jammer dat de gedragscode niet uitwerkt hoe deze afgifte in zijn werk zou moeten gaan. Er zijn diverse voorstellen gedaan hoe een klager toch kan discussiëren met een anonieme klant en hem zelfs anoniem voor de rechter kan slepen. Een dergelijke procedure zou een wezenlijke verbetering zijn ten opzichte van de huidige situatie. En daarmee zou de gedragscode een hele stap vooruit geweest zijn, in plaats van de formalisatie van de wet die ze nu is.

Arnoud<br/> (PS: check die schoenen!)