Internetfilters versus grondrechten, volgens Raad van Europa

Het gebruik van internetfilters kan een schending van de mensenrechten zijn. Dat blijkt uit een rapport van de Raad van Europa dat eind maart uitkwam. De Raad van Europa is onder andere verantwoordelijk voor het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat de belangrijkste grondrechten binnen Europa vastlegt. De Europese Unie heeft zich verplicht (in het EU-verdrag) deze grondrechten te respecteren. De opinie van het Comité van Ministers, het hoogste orgaan in deze Raad, is daarom dus erg belangrijk bij het beleid van de Europese Unie.

Eén van de Europese grondrechten is de vrijheid van meningsuiting, of liever gezegd de vrijheid om informatie te verzamelen en te verspreiden. Dit grondrecht (artikel 10 EVRM) komt in gevaar wanneer overheden en private partijen filters installeren om bepaalde informatie te weren. Ook het grondrecht op privacy (artikel 8 EVRM) kan in gevaar komen, bijvoorbeeld wanneer filters profielen over gebruikers opbouwen of doorgeven wie ‘verboden’ informatie opvraagt.

In haar verklaring van 26 maart verklaren de ministers dat filters alleen gebruikt mogen worden binnen het kader van het EVRM. De overheid mag alleen informatie blokkeren die door een onafhankelijke rechter illegaal is verklaard. Bovendien moet het filteren van de informatie de enige redelijke manier zijn om te zorgen dat de verboden informatie geblokkeerd wordt (“must be necessary in a democratic society”, noemt het EVRM dat).

Private partijen mogen verder gaan, maar men moet dan wel duidelijke uitleg geven over wat er gefilterd wordt, op welke manier (witte lijst, zwarte lijst, trefwoorden, URLs, meldingen van anderen) en hoe je kunt protesteren tegen een onterechte blokkade door een filter.

Ook worden de Europese landen opgeroepen om bedrijven en instellingen die filtersoftware bouwen, te wijzen op hun morele en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zij moeten beseffen hoe belangrijk privacy, meningsuiting, politieke participatie en andere grondrechten zijn, en daarmee rekening houden bij het ontwerp van hun filters. Nu wordt nog te vaak alleen maar geredeneerd vanuit het belang van de filterende instantie.

Het beschermen van kinderen ziet de Raad expliciet als een legitiem doel van filters. Maar ook daar moet rekening worden gehouden met de vrijheid van informatieverzameling en het belang van toegang tot kennis, ook -juist- voor kinderen. Filters mogen dus niet de enige maatregel zijn. Ook educatie en het opstellen van werkbare labels (zoals de Kijkwijzer voor televisie) voor inhoud moeten onderdeel van zo’n strategie zijn om de grondrechten van kinderen niet te schenden.

Met wat voor soort filters zouden jullie kunnen leven?

Via Ars Technica.

Arnoud

Sesamstaat en Pokemom als misleidende reclame

Jaren geleden zag ik op het Jeugdjournaal een item waarin een geschokt meisje uit groep 8 research op internet had gedaan voor een werkstuk over haar kat. De site poesjes.nl bleek niet te bevatten wat zij verwachtte, en erger nog de floepvensters bleken niet weg te klikken. (Leraar: “Ach, dat gebeurt mij ook zo vaak”).

Pijnlijk, maar te vermijden door niet zomaar namen in te typen. Gebruik een zoekmachine of typ alleen de namen in van bekende sites, zoals Pokemom.nl of Sesamstaat.nl. Eh, ik bedoel Pokemon.nl en Sesamstraat.nl natuurlijk. Want die twee typefoutdomeinen wijzen naar content die niet bepaald geschikt is voor kinderen (of uw werk, behalve bij Bram dan).

De stichting Mijn Kind Online had dit gesignaleerd in haar rapport Gratis (maar niet heus), en dat was aanleiding tot Kamervragen van het CDA waar we nu het antwoord op hebben. Een beetje teleurstellend is dat antwoord wel:

3. Uit het rapport blijkt dat via tikfout-domeinen, zoals www.pokemom.nl en www.sesamstaat.nl kinderen vaak ongepaste reclame, zoals advertenties voor porno-websites, tegenkomen. Wat vindt u hiervan?
Het is onwenselijk dat kinderen door een tikfout onbewust en ongewild op een internetsite komen die niet voor hen is bedoeld. De partij die de oorspronkelijke domeinnaam bezit, kan hiertegen optreden. Er kan sprake zijn van inbreuk op het merkenrecht. (…) Er is ook jurisprudentie waarbij een partij die een tikfout-domein beheerde, deze moest afstaan aan de merkrechthouder.

Inderdaad is er jurisprudentie over typefoutdomeinnamen. Maar in die zaken speelden rivaliserende commerciele belangen. Zo kon Startpagina.nl verbieden dat Online Recreational Services domeinnamen mocht voeren die identiek waren aan die van Startpagina-dochters, alleen dan zonder punt (juridischestartpagina.nl bijvoorbeeld). Dit vanwege de verwarring bij bezoekers.

Nu is er hier natuurlijk ook sprake van verwarring, maar uit dit antwoord leid ik af dat de minister het uitsluitend de taak van de sitehouders vindt om op te treden tegen typefoutdomeinen. Ook wanneer ze misleidende reclame en voor kinderen ongeschikte inhoud bevatten.

Het lijkt mij dat de Consumentenautoriteit hier eenvoudigweg kan ingrijpen: dit is misleidende reclame, want men adverteert met iets dat verwarrend veel lijkt op andermans merk. En zeker nu we de Richtlijn Oneerlijke handelspraktijken hebben, zou de CA of zelfs iedere ouder iets moeten kunnen doen aan zulke sites.

Via Volledig bericht, pardon Boek 9.

Arnoud

Leesvoer voor de zondagmiddag

Een briljant stukje proza over internetbutler Google:

Whimsley Hall is now strewn, like Miss Haversham’s house, with cobwebs and dust. Most visitors no longer come in by the front door to take a tour. Instead, Mr. Google (a travel agent who doubles as our butler) directs them straight down to the basement where the family archives are kept and tells them to look at one particular historical document called The Netflix Prize: 300 Days Later. They read this and then they walk right out.

Lees verder in Mr. Google’s Guidebook, onder andere om te leren wat het verband is tussen Google en een oude Vikingkoning in York.

Via Rough Type: Nicholas Carr.

Arnoud

Reacties op “Gelieve niet op deze mail te reageren”

Veel bedrijven hebben de irritante gewoonte om je mails te sturen en onderaan te zetten dat je geen antwoord per mail mag sturen. Daarvoor moet je bellen of een vaag formulier op de site gebruiken. Om nu te voorkomen dat mensen toch gaan mailen, gebruikt men dan een ongeldig e-mailadres als afzender. Een populaire is het gebruik van “donotreply.com”. Ietwat pijnlijk alleen is dat dit domein al jaren gewoon bestaat, en dat de beheerder in zijn gebruiksvoorwaarden heeft staan dat hij alle ontvangen mails op zijn site publiceert.

De site ontvangt wekelijks miljoenen bounces en foutmeldingen, maar ook reacties van consumenten en zakelijke klanten op mails die met een donotreply.com-adres zijn verzonden. En die reacties variëren van scheldpartijen tot gedetailleerde financiële rapporten of lijsten met wachtwoorden of pincodes.

Security.NL vertelt:

Als [eigenaar Chet Faliszek] de bedrijven inlicht reageren die vaak vol verbazing en hij wordt regelmatig met rechtszaken bedreigd door bedrijven die niet snappen waarom hij de e-mail inclusief vertrouwelijke bijlagen ontvangt. “Mensen schreeuwen soms tegen me dat de e-mails privé zijn en ik ze niet moet lezen. Ze raken helemaal in paniek, met name als je met niet technische mensen binnen die bedrijven praat,” zo laat Faliszek weten, die zijn avonturen in dit blog bijhoudt.

Die rechtszaken zullen weinig kans maken. Als de afzender zelf zo slordig is met het invullen van het e-mailadres, dan aanvaardt hij de kans dat mensen toch gaan reageren. Je kunt dan moeilijk die ontvanger aanspreken voor de schade die je daardoor lijdt.

Faliszek is wel zo netjes om persoonsgegevens te anonimiseren voordat hij de mails publiceert.

Arnoud

Bescherming van een handelsnaam op internet

Dat een merknaam beschermd is, weten de meeste mensen wel. Maar ook de handelsnaam, de naam waaronder iemand zijn onderneming drijft, is beschermd. Zo’n handelsnaamrecht is een bijzondere eend in de intellectuele eigendomsbijt: er zijn geen eisen dat de handelsnaam uniek, nieuw of onderscheidend is. Het feit dat je jezelf “Slagerij Piet” noemt, is genoeg om bescherming voor de handelsnaam “Slagerij Piet” te krijgen. Als er dan het risico op verwarring bestaat bij klanten, moet die andere Piet ophouden zijn slagerij ook “Slagerij Piet” te noemen.

Slager Piet hoeft daar niets voor te doen. Registratie van de naam is niet verplicht voor deze vorm van bescherming. Wel is de handelsnaam geografisch beperkt. Slager Piet in Eindhoven kan niets doen tegen slager Piet in Amsterdam (of omgekeerd).

Toevallig vroeg iemand me vorige week hoe dat nu uitpakte met handelsnamen voor webwinkels, en nu is er een vonnis waarin precies zo’n handelsnaamgeschil speelde. In principe zijn webwinkels niet beperkt tot een specifiek geografisch gebied, dus kan slagerpiet.nl dan optreden tegen slagerijpiet.nl?

In deze zaak ging het om de bedrijven Netline en Netlin, die allebei IT-gerelateerde producten verkochten via een webshop. De namen leken dusdanig veel dat er verwarring bij het publiek te verwachten was. In het vonnis werd geen aandacht besteed aan de vraag in welk geografisch gebied de bedrijven opereerden; kennelijk veronderstelde de rechter dat dat voor beide bedrijven heel Nederland was. Netlin moest dus het gebruik van die naam staken en bovendien de domeinnaam netlin.nl afstaan aan Netline.

Nou zou je nog kunnen zeggen dat “Netline” een redelijk unieke naam is voor een bedrijf, en dat Netlin dus beter had moeten opletten in het handelsnaamregister. Maar een handelsnaam hoeft niet uniek te zijn. In januari van dit jaar won Thuisbezorgd.nl bijvoorbeeld een zaak tegen Thuisbezorgen.nl. “Thuisbezorgd” is een volstrekt beschrijvende naam voor een bedrijf dat thuisbezorgt natuurlijk. Toch moest Thuisbezorgen ophouden met haar gebruik van die domeinnaam, omdat die verwarring stichtte met haar handelsnaam. Thuisbezorgen mocht de domeinnaam wel houden, maar alleen voor activiteiten gebruiken die anders waren dan die van Thuisbezorgen.nl.Thuisbezorgd.nl.

Arnoud

Google verliest merkrecht op Gmail vanwege ouder Duits merk

Google mag de naam Gmail in de gehele Europese Unie niet meer gebruiken voor zijn gratis webmaildienst, meldde Tweakers. Dat klopt niet helemaal: Google is haar merkrecht op “GMAIL” kwijtgeraakt, wat iets anders is dan dat Google het teken “GMAIL” niet meer zou mogen voeren. De beslissing komt van de Kamer van Beroep van de Europese merkeninstantie met de meest onwaarschijnlijke naam ooit -de Harmoniseringsdienst voor de Interne Markt. Het woordmerk zou verwarring kunnen stichten met het oudere beeldmerk van de Duitser Daniel Giersch.

Dit lijkt wat provinciaal. Google gebruikt het merk wereldwijd, terwijl Giersch zijn dienst alleen in Duitsland aanbiedt. Ook Giersch’ merk was alleen in Duitsland gedeponeerd. Google wilde het Europese merkrecht op “GMAIL”. En juist daarom is de beslissing terecht: wie een Europees merk wil, moet zorgen dat hij in de hele EU recht heeft op dat merk.

Zowel Giersch’s Duitse beeldmerk 30025697 als Google’s woordmerk 003753621 betroffen elektronische post en telecommunicatiediensten. En voor zo’n categorie diensten kan er maar eentje een bepaalde naam hebben natuurlijk. Bij merken geldt dan wie het eerst komt, die het eerst maalt. In het geval van (Europese) Gemeenschapsmerken is die regel nog strenger: elk merk uit een EU-land kan worden ingezet tegen een identiek later EU-merk.

Google betoogde nog dat het bij het beeldmerk van Giersch vooral om de kleurstelling en layout ging, en dat bovendien die slogan “und die Post geht richting ab” een wezenlijk onderdeel van het logo was. Google gebruikte andere kleuren en geen slogan (“beta” is geen slogan immers), dus zou het Duitse publiek bij haar Gmail dienst niet aan Giersch’ Gmail dienst kunnen denken. Maar daar ging de Kamer van Beroep niet in mee. Het beeldmerk had de letters “GMAIL” centraal, en elk gebruik van het woord GMAIL voor elektronische post zou bij het publiek een associatie met Giersch’ dienst op kunnen roepen.

Google heeft nu twee problemen: ze is haar merkrecht kwijt, en als ze desondanks hun dienst “GMAIL” blijven noemen in Duitsland, kan Giersch met zijn beeldmerk daar tegen optreden. In 2005 verloor Google al een vergelijkbaar dispuut in Groot-Brittannië. Google zal nu dus waarschijnlijk in de hele EU de dienst “Google Mail” gaan noemen. De domeinnaam ‘gmail.com’ zal het bedrijf wel blijven gebruiken. De kans dat Giersch via domeinnaamarbitrage deze over kan nemen, lijkt me klein.

Google en Giersch liggen al jaren overhoop over GMAIL. In 2006 had Google nog geprobeerd om het merk voor $250,000 te kopen van Giersch, maar die is absoluut niet van plan de naam te verkopen.

Arnoud

Kroes keurt overname Doubleclick door Google goed

De Europese Commissie heeft Google dinsdag toestemming gegeven voor de overname van het online advertentiebedrijf Doubleclick, meldt nu.nl. De grootste advertentieboer en zoekmachine ter wereld kan daarmee haar aankoop van die andere grote advertentieboer afronden.

Uit onderzoek van de Commissie bleek namelijk dat er geen kans was op een beperking van de concurrentie, iets waar de Commissie altijd erg fel op is. De reden is vrij eenvoudig: de twee bedrijven opereren niet in dezelfde markt.

Zoals Emerce schrijft:

Google brengt adverteerders via een zelf ontwikkeld bemiddelingssysteem in contact met gebruikers van zijn zoekmachine en geaffilieerde sites. DoubleClick is een bedrijf dat technologie exploiteert om beeldreclame (banners) uit te serveren.
DoubleClick is met andere woorden niet actief in de markt waar Google groot in is. Door DoubleClick te kopen, verandert er dus niets aan Google’s positie op die markt. En daarom is er geen juridisch bezwaar tegen de overname.

Maar het privacyprobleem daarmee dan? Tsja. Dat behoort niet tot het onderzoeksgebied van de Europese Commissie. Daar moeten andere instanties een uitspraak over doen, maar dat kan pas als blijkt dat Googleclick zich niet aan de strenge Europese wetgeving over privacy houdt.

Poll: wie heeft Doubleclick nog niet in zijn of haar Adblock lijst dan wel /etc/hosts staan? en zo ja waarom niet?

Arnoud

In eigen tijd gemaakte software kan toch van uw baas zijn

Een oud gezegde luidt: als je van je hobby je werk maakt, heb je geen hobby’s meer. En je bent ook nog het auteursrecht op je hobbywerk kwijt, zou ik daar aan willen toevoegen. Veel mensen denken, als je iets in privétijd maakt met je eigen materiaal, dan heeft je baas daar niets over te zeggen. Maar dat is niet waar.

In een recent vonnis (update 2/7: LJN BD5822) las ik over een werkgever (het ministerie van Binnenlandse Zaken) die werd verrast door een aantal copyright notices, aangebracht door een ontevreden werknemer in de uitvoer (HTML-pagina’s) van een aantal webapplicaties. Die werknemer was namelijk van mening dat de rechten op een deel van de applicatie bij hem lagen, omdat hij gebruik maakte van in eigen tijd ontwikkelde software en bovendien niet schriftelijk opgedragen was dergelijke software te maken. Hij gaf daarbij aan dat

het door hem vermelden van “copyright 2006 X” in de bronvermelding van bovengenoemde producten en het niet beschikbaar stellen van de broncode mede het gevolg is van het feit dat hij, ondanks veelvuldig aandringen, de werkzaamheden waarvan hij vindt dat ze niet binnen de functie vallen, niet als opgedragen taken schriftelijk bevestigd kan krijgen.

Met andere woorden, hij erkende zelf dat hij de opdracht had gekregen. En als je iets maakt in opdracht, ligt het auteursrecht bij je werkgever. Ook als het totaal niet tot je werkzaamheden behoort om het te maken. Je zou de opdracht kunnen weigeren omdat het niet tot je werk behoort, maar als je de opdracht aanvaardt, dan is het deel van je werk en dan liggen de rechten bij je werkgever. Je kunt niet een opdracht van je werkgever aanvaarden en dan auteursrecht op delen van het resultaat claimen.

Zoals de rechter het motiveert in het vonnis:

Het is innerlijk tegenstrijdig om enerzijds te erkennen dat hem (programmeer- en ontwikkel)taken zijn opgedragen als gespecificeerd in zijn eigen e-mail van 13 maart 2006, maar bij uitblijven van de verlangde schriftelijke bevestiging daarvan door zijn werkgever (…) opeens te stellen dat het geen opgedragen taken betrof. Alleen omdat hij meende dat deze taken zijn functie te buiten gingen, heeft hij in dit aldus escalerende arbeidsconflict naderhand opeens gesteld deze als niet langer opgedragen te beschouwen en is hij zich vervolgens op eigen auteursrechten van de applicaties gaan beroepen.

Artikel 7 van de Auteurswet zegt dat de werkgever het auteursrecht toekomt op alles wat je maakt dat past binnen je functieomschrijving. Of dat nu thuis is of op het werk, op je eigen PC of de laptop van de zaak is niet relevant. Wil je dat niet, dan moet je daar goede afspraken over maken met je werkgever.

Zie voor meer informatie mijn Spoedcursus auteursrecht: Eigendom van een beschermd werk.

Je kunt natuurlijk ook een hobby kiezen die niets met je werk te maken heeft. 🙂

Update (23 februari 2011) in hoger beroep bevestigd:

De door [X] verrichte werkzaamheden pasten binnen de genoemde brede opdracht. Met het doorontwikkelen en aanpassen van de software zijn immers applicaties gemaakt die er uiteindelijk toe hebben geleid dat in eigen beheer Handelingen via internet kon worden ontsloten. Met het uitvoeren van deze werkzaamheden zonder enig voorbehoud heeft [X] de opdracht ook aanvaard. Aldus heeft CAS met toestemming van [X] van diens diensten gebruik gemaakt, waarmee is voldaan aan de voorwaarde voor toepasselijkheid van artikel 7 Aw dat de vervaardiging van het werk door de werknemer heeft gestrekt ter vervulling van de dienstbetrekking. Een specifiek op de ontwikkeling van (deze) softwareapplicaties toegespitste opdracht was daartoe niet vereist.

Het werk viel dus met andere woorden binnen de taakomschrijving (“brede opdracht”) en het maakte niet uit dat specifiek deze software was besteld of dat hij zelf ermee was begonnen.

Update (11 november 2013) In een rechtszaak uit september (ander bedrijf & andere werknemer) bepaalt de rechter dat software van een werknemer zijn eigendom is. Dit met name omdat het meeste werk vóór indiensttreding is gedaan en hij als werknemer te weinig heeft veranderd.

Zijn jullie hier wel eens tegenaan gelopen? Of wat voor afspraken heb je met je werkgever over dingen die je maakt en die in de buurt komen van het werk?

Arnoud

Is ontslag nemen per e-mail rechtsgeldig?

Een lezer wilde per e-mail ontslag nemen, maar diens werkgever weigerde dat te accepteren omdat “e-mail geen rechtsgeldig medium is”. Oh?

Opzeggen mag in principe op elke manier, ook mondeling of per e-mail. Het kan zijn dat er bij CAO of in de arbeidsovereenkomst andere afspraken zijn gemaakt. Dan moet opzegging volgens die afspraken gebeuren.

Vaak staat er in een CAO dat opzegging “schriftelijk” moet. Je kunt je afvragen of met een e-mail daaraan voldaan is. Onlangs werd e-mail als “schriftelijk” gezien bij een ingebrekestelling. De redenering daarbij zou ook op kunnen gaan voor opzegging van arbeidsovereenkomsten, maar persoonlijk zou ik het daar niet op willen laten aankomen.

Het probleem bij opzeggen per e-mail is dat de opzegger moet bewijzen dat de e-mail is aangekomen, en de wederpartij alleen maar hoeft te ontkennen deze gehad te hebben. Het is dus niet verstandig om op te zeggen per mail. Net zo goed als mondeling ontslag nemen niet verstandig is.

Bij een bedrijfsnetwerk is er vaak een (redelijk) betrouwbare optie om een ontvangstbevestiging te vragen. Dat zou kunnen helpen als bewijs. Maar vaak toont zo’n ontvangstbevestiging niet aan wat de inhoud van de mail was.

Op Flexmarkt het volgende advies:

De opzegging is pas geldig als het bericht van opzegging de andere partij heeft bereikt. De werkgever moet bij geschillen de bezorgdatum en het adres van de brief kunnen aantonen. Bewaar een kopie van de opzegbrief. Er is geen opzegging als blijkt dat de brief op het verkeerde adres is bezorgd. Daarom is een aangetekende brief het aangewezen middel. Want zelfs als de aangetekende brief niet wordt afgehaald bij het postkantoor, is de opzegging geldig. De geadresseerde draagt in dat geval het risico dat de brief hem of haar niet heeft bereikt. Dat geldt ook als de werknemer is verhuisd en geen adreswijziging heeft doorgegeven aan de werkgever. Vaak bevat een cao nadere regels.

Zie ook Arbeidsrechter.nl dat ook sterk afraadt om per e-mail ontslag te nemen.

Arnoud

SEO op andermans merknaam (bij Netters)

Bij webbouwergemeenschap Netters schreef ik een column over search engine optimization met behulp van andermans merknamen:

Merknamen zijn geliefd voer voor SEO campagnes. Iedereen kent die namen, ze worden veel ingetypt dus als je daar wat traffic van mee kunt nemen, is dat altijd leuk. Zeker als je ook nog eens gerelateerde producten verkoopt.

Merkhouders stellen het alleen, zacht gezegd, niet op prijs als andere mensen van de reputatie van hun merk profiteren. Ze hebben soms miljoenen geïnvesteerd om die reputatie op te bouwen, en ze willen daar graag controle over houden. Over merkinbreuk bij online reclame en SEO wordt dan ook regelmatig geprocedeerd.

Lees verder in SEO op andermans merknaam bij Netters.nl.

UPDATE (12:43) Of lees de recentie bij Marketingfacts!

Arnoud