Het boetebeding bij auteursrecht-claims

Gisteren verscheen in De Nieuwe Reporter ‘Bloggers moeten niet zeuren over blafbrieven’, een mooi overzichtsartikel over de recente perikelen rond bloggers en claims van journalisten en anderen wier werk onterecht zou zijn overgenomen. Ik werd geïnterviewd als “advocaat van de blogger-community”, wat nogal veel eer is (en bovendien ben ik geen advocaat).

Hier wilde ik nog even dieper ingaan op één quote van mij uit het artikel:

“Ik ben geen fan van de manier waarop bedrijfjes als Cozzmoss en Swordstone, maar tot op zekere hoogte ook de NVJ, te werk gaan”, zegt Engelfriet. “Lang niet iedereen is goed op de hoogte van de wettelijke regels. Dat is natuurlijk geen excuus, maar wel een reden om rekening mee te houden als je als rechthebbende iemand aanspreekt. Een blogger die te goeder trouw is en meent een heel artikel als citaat te mogen overnemen, behoort geen sommatie van duizenden euro’s, inclusief een verhoging van driehonderd procent conform de NVJ-tarieven, opgelegd te krijgen in een brief.”

Die 300% verhoging staat in de algemene voorwaarden van de NVJ (en de Fotografenfederatie) als vergoeding die verschuldigd zou zijn bij ongeautoriseerd gebruik. Veel claimers roepen dat dit normaal is en in de jurisprudentie erkend zou zijn. Dat steekt me behoorlijk, want het is simpelweg niet waar.

De rechtspraak staat namelijk juist in overwegende mate afwijzend tegenover constructies als deze, waar een claim wordt gelegd met het karakter van een boete. Ik citeer uit een aantal relevante vonnissen. Update zie ook mijn artikel met samenvatting van meer dan 50 uitspraken Vaststellen van schade bij online auteursrechtinbreuk dat in AMI verscheen in 2012.

In Rb. Maastricht 8 februari 2006, zaaknr. 103834/HA ZA 05-836 (LJN AV2506) oordeelde de rechtbank in r.o. 3.5:

Voor ophoging van [het schadebedrag] met een opslag van 200 %, zoals door Magnovit c.s. met verwijzing naar de algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie bepleit, ziet de rechtbank geen grond. Een dergelijke opslag draagt naar het oordeel van de rechtbank het karakter van een boete, waarvoor in het onderhavige geval een contractuele noch een wettelijke grondslag bestaat. Bovendien is niet gebleken van bijzondere omstandigheden – wat de plaatsing zonder toestemming betreft – die aanleiding zouden kunnen geven tot een hogere schadebegroting.

Rechtbank ’s-Hertogenbosch 11 januari 2006, zaaknr. 126357 HA ZA 05-1099 (LJN AU9504):

5.12. Voor toekenning van de door [eiser] gevorderde additionele vergoeding van 200% van de gebruikelijke vergoeding overeenkomstig artikel 15 van de Algemene Voorwaarden van de Fotografenfederatie, bestaat geen ruimte. Toepasselijkheid van die voorwaarden is immers niet tussen [eiser] en [gedaagde] overeengekomen en er bestaat evenmin een wettelijke grondslag voor het opleggen van een dergelijke verhoging, die naar het oordeel van de rechtbank het karakter van een boete heeft.

En in het standaardwerk Auteursrecht (Kluwer Recht en Praktijk 42) van Spoor/Verkade/Visser staat op pagina 498-499:

Gebruikelijke tarieven of percentages kunnen menigmaal een reëel aanknopingspunt vormen [voor een schatting van de schade]. Zulke tarieven zijn echter weer niet zonder meer gelijk te stellen met eventuele door de eiser gehanteerde tarieflijsten. … Een beroep op deze variant gaat o.i. niet op, voor zover de tarievenlijsten (soms zeer aanzienlijke) verhogingen inhouden voor het geval men het niet vooraf eens geworden was. Het gaat dan immers juist niét om gebruikelijke overeengekomen of overeen te komen tarieven, maar om eenzijdig geproclameerde boetes. Een grondslag voor het hanteren van evenbedoelde “boetes” voor berekening van schadevergoeding treffen wij niet aan in de artikelen 6:96 en 6:97, noch elders in de wet. [cursivering in origineel.]

Als iemand meer bronnen heeft, hoor ik dat graag!

Ook gepubliceerde jurisprudentie waarin deze claims wel overeind bleven, is welkom.

Update (19 juli 2011): Rb. Den Haag over luchtfoto’s:

4.27. Voor toekenning van de door Aerodata gevorderde additionele vergoeding van 300% van haar gebruikelijke vergoeding voor het publiceren zonder toestemming en zonder naamsvermelding zoals volgens haar in de fotografie branche gebruikelijk is, bestaat geen ruimte. Dat een dergelijke richtlijn in de fotografie branche wordt toegepast heeft Aerodata onvoldoende nader onderbouwd en er bestaat evenmin een wettelijke grondslag voor het opleggen van een dergelijke verhoging, die naar het oordeel van de rechtbank het karakter van een boete heeft.

En zie ook de Sapph-zaak uit januari van dit jaar.

Update (21 juli 2011): Rb. Dordrecht in een Cozzmoss-zaak:

4.19. De rechtbank neemt voor de begroting van de schade als uitgangspunt dat de kranten tenminste aanspraak hebben op voldoening door BVFP van een redelijke gebruiksvergoeding. … [Echter,] De rechtbank begrijpt uit de stellingen van Cozzmoss dat het gevorderde freelance tarief het tarief is dat de NRC betaalt aan een auteur voor het schrijven van een artikel. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit tarief niet zonder nadere toelichting worden gehanteerd als maatstaf voor de begroting van een redelijke hergebruik vergoeding.
Van Cozzmoss mag worden verwacht dat zij voldoende stelt om aan te kunnen nemen dat sprake is van een hogere schade dan de gederfde gebruiksvergoeding. Anders komt de verdubbeling neer op een boete, in plaats van schadevergoeding. Voor toewijzing van een boete is binnen het kader van artikel 27a Auteurswet geen plaats. … Het enkele feit dat het auteursrecht is geschonden/aangetast is onvoldoende. De daardoor veroorzaakte schade wordt in een geval als dit – waarin de rechthebbenden toestemming voor hergebruik tegen betaling plegen te geven – immers volledig gecompenseerd door de redelijke gebruiksvergoeding.

Update (12 september 2011) Rb. Utrecht in een Cozzmoss-zaak:

Uit de stellingen van Cozzmoss kan echter onvoldoende worden afgeleid dat Trouw, de Volkskrant en ND een hogere schade lijden dan de gederfde gebruiksvergoeding. Het gestelde dat het auteursrecht is geschonden/aangetast en dat sprake is van verlies van exclusiviteit van de auteursrechten en vermindering van exploitatiemogelijkheden is onvoldoende om als schadevergoeding meer dan een redelijke gebruiksvergoeding toe te wijzen …

Voor zover uit het betoog van Cozzmoss is af te leiden dat de verdubbeling dient ter preventie tegen toekomstige inbreuken op het auteursrecht, leidt dit ook niet tot toewijzing van een hoger bedrag dan een redelijke gebruiksvergoeding. Voor toewijzing van een boete is binnen het kader van artikel 27a Auteurswet immers geen plaats.

Update (16 februari 2012) Rb. Haarlem:

De rechtbank zal deze 100%-opslag afwijzen, nu zonder nadere motivering – die ontbreekt – niet valt in te zien waarom een (vaste) extra opslag boven de gederfde licentie-inkomsten in verband met het feit dat men achteraf voor de afbeeldingen betaalt, moet worden aangemerkt als schade die Masterfile Corporation heeft geleden.

Update (20 maart 2013) Gerechtshof Arnhem:

… het bedrag van de schadevergoeding worden afgeleid uit elementen als het bedrag aan royalty’s of vergoedingen dat verschuldigd zou zijn geweest indien de inbreukmaker toestemming had gevraagd om het intellectuele eigendomsrecht te gebruiken. Daarbij dient tevens rekening worden gehouden met de kosten van de rechthebbende, zoals voor opsporing en onderzoek.
Schade wordt berekend als 1,25 maal de gebruikelijke licentievergoeding per woord. Zie ook mijn latere blog hierover.

Update (20 maart 2013) Rb. Midden-Nederland:

Voor zover [Eiser] betoogt dat de verhoging op zijn plaats is ter preventie tegen toekomstige inbreuken op het auteursrecht, gaat de kantonrechter daaraan voorbij. Dit zou neerkomen op een boete in plaats van schadevergoeding en voor toewijzing van een boete is binnen het kader van artikel 27a Aw geen plaats.

Update (24 maart 2013) Rb. Midden-Nederland:

Verhoging van het schadebedrag met de factor 1,25 wordt afgewezen, nu onvoldoende is gebleken dat Trouw een hogere schade lijdt dan de gederfde gebruiksvergoeding en verhoging ter preventie tegen toekomstige auteursrechtinbreuk zou neerkomen op een boete, waarvoor binnen het kader van artikel 27 Aw geen plaats is.

Arnoud

Hosten van onrechtmatige torrentsites ook onrechtmatig

Helemaal vergeten te melden, sorry. Twee weken terug werd provider Leaseweb in een arrest in hoger beroep veroordeeld wegens het hosten van de site Everlasting, waar torrentbestanden naar illegaal aangeboden films, muziek, software en dergelijke te vinden waren. In eerste instantie werd Leaseweb verplicht de site te sluiten en de NAW-gegevens van de klant aan Brein af te geven. Dat vonnis is nu bekrachtigd.

We weten al dat het hosten van verwijzingen naar inbreukmakend aanbod verboden is, als dat grootschalig en op commerciele basis gebeurt. Zie bijvoorbeeld Brein/KPN. En dat werd ook in dit vonnis bevestigd:

Dit een en ander leidt naar het voorlopige oordeel van het hof tot de conclusie dat Everlasting welbewust een faciliterende rol speelde bij het op grote schaal inbreuk maken op de auteursrechten en/of naburige rechten – naar moet worden aangenomen – (mede) van diegenen voor de bescherming van wier belangen Brein in dit geding opkomt. Daarmee handelt zij onmiskenbaar onrechtmatig jegens diegenen.

Maar hier gaat het nog iets verder: niet de aanbieders van de torrentsite werden gedaagd, maar hun provider, Leaseweb. Want:

Nu het handelen van Everlasting onmiskenbaar onrechtmatig was, dit handelen plaats vond op de door Leaseweb ge-‘hoste’ website en Brein Leaseweb daar voldoende adequaat op had geattendeerd, handelde Leaseweb op haar beurt onrechtmatig door de website niet te verwijderen.

Brein is natuurlijk blij met de uitspraak. Maar ook Leaseweb is tevreden: er is nu helderheid over wat wel en niet mag, en Leaseweb voelt zich nu gesterkt in haar besluit om alle torrentsites te weren als klant. Bij ISPam de reactie van Leaseweb:

We zijn blij met de uitslag van ons hoger beroep tegen stichting Brein. Het is een winst voor LeaseWeb en voor de hostingmarkt. Wij hebben absoluut bereikt wat we wilden bereiken. Eindelijk is er in Nederland juridische duidelijkheid over de status van Bittorrent in Nederland. Door de rechtszaak die we gevoerd hebben, is het pas nu voor iedereen helder dat Bittorrent in Nederland illegaal is.

Die laatste zin is dan wel weer jammer: Bittorrent is niet illegaal, Bittorrent sites zijn niet illegaal, maar Bittorrentsites die verwijzen naar illegaal aanbod zijn illegaal. Maar dat zal wel te genuanceerd zijn geweest.

Arnoud

Stichting Copyright & Nieuwe Media

Ik sta in statuten! Op 7 juli 2008 vond de oprichting en openingsbijeenkomst van de Stichting Copyright & Nieuwe Media plaats, met mij als secretaris. Doel van de stichting is het zich sterk maken voor de belangen van een ieder die op internet publiceert. Steeds meer bloggers en andere actieve internetters lopen tegen juridische problemen of zelfs claims en rechtszaken aan. Hoe ga je daarmee om, wat moet je daarmee doen en waarom is er niemand die tegengas geeft aan clubs als de Buma, BREIN of de Fotografenfederatie en NVJ? Daar is deze stichting dus voor.

De stichting is nog jong, en de website is dus nog vrij leeg. Dat is dus meteen het eerste actiepunt (en nee, daar gaan we niet eindeloos over vergaderen).

Eén van de dingen die de stichting wil doen, is een meldpunt/helpdesk bieden voor mensen die tegen claims of rechtszaken aanlopen. Denk aan bloggers die een plaatje van 150×150 pixels overnemen en een claim van 1578 euro (“inclusief verhoging van 300% conform standaardvoorwaarden NVJ”) in hun mailbox krijgen. Om daar goede hulp bij te bieden, is medewerking van juristen en advocaten nodig die bereid zijn de nodige bijstand te leveren. Meelezende kantoren: ik hoor graag van u.

Een andere nieuwe activiteit is inderdaad ordinair lobbyen voor nieuwe of herziene wetgeving. Bij veel overleg over auteurswetgeving zitten alleen de bekende, gevestigde partijen aan tafel. En dat is niet goed, als je wetgeving wilt maken die goed aansluit bij internet, blogs en webforums. Vandaar dat de stichting een ander geluid wil laten horen tijdens consultatierondes over wetgeving en aanverwante initiatieven. Een uitgebreider citaatrecht, of misschien wel een compleet fair use systeem zoals in de VS, zou best een goed idee zijn.

Arnoud

‘Europees wetsvoorstel maakt van isp’s politieagenten’

three-strikes.jpgHelp, de EU gaat een three-strikes beleid invoeren: wie drie keer een auteursrecht schendt op internet, raakt zijn of haar internettoegang kwijt. En dit terwijl dat beleid in april nog afgekeurd was. Die enigszins paniekerige boodschap was de aanleiding voor een uitgebreide PR-campagne (die me doet terugdenken aan het begin van het het software-patentendebat, maar dat terzijde).

Maar waar staat dat? In een voorstel tot hervorming van telecomwetgeving stond één ietwat bevoogdende maar verder relatief onschuldige bepaling:

De lidstaten zien erop toe dat wanneer contracten worden gesloten tussen abonnees en aanbieders van elektronische-communicatiediensten en/of -netwerken, bedoelde abonnees alvorens een contract wordt gesloten en op gezette tijden daarna duidelijk worden geïnformeerd over hun verplichting auteursrechten en verwante rechten in acht te nemen. Onverlet het bepaalde in Richtlijn 2000/31/EG betreffende elektronische handel, omvat dit de verplichting om de abonnees te informeren over de meest gebruikelijke inbreuken en de juridische gevolgen daarvan.

In een voorgesteld amendement wordt dit artikel uitgebreid naar een verplichting voor ISP’s om “distribute public interest information to existing and new subscribers when appropriate”. Waarbij “infringement of copyright and related rights” een onderdeel is van “public interest information.” Ik haal daar nog steeds niet meer uit dan voorlichting, maar je zou het ook kunnen lezen als een verplichting om blafbrieven te sturen bij een gedetecteerde vermeende inbreuk door een klant.

Frankrijk is bezig met een wetsvoorstel voor een three strikes-beleid: bij gedetecteerde inbreuk eerst twee waarschuwingen van je ISP, en daarna afsluiting van je internettoegang gedurende een jaar. Het is niet duidelijk of ISP’s daarbij verplicht zullen worden om actief te monitoren (iets dat niet mag onder de huidige Europese wetgeving) of slechts brieven van instanties als BREIN door moeten geven aan klanten.

Inderdaad, dit voorstel kun je lezen als de eerste van die drie stappen. Maar als het de bedoeling zou zijn om iets dergelijks op Europees niveau te introduceren, zou het dan niet handig zijn als de andere twee stappen er ook in staan?

Update (8 juli): bij Nu.nl maakt Toine Manders zich boos over het mailbombardement door mensen die tegen dit voorstel waren. Manders legt uit:

De verzenders menen dat het parlement een voorstel aanneemt waarbij een provider hen afsluit als ze illegale muziek of een film downloaden. “Klopt niet”, zegt Manders. “Het rapport is er juist op gericht consumenten méér rechten en bescherming te geven, zoals het recht op meer informatie over tarieven en leveringsvoorwaarden.”

Via EDRI.

Arnoud

Blogruzies en weghalen van blogberichten

Een collegablogger vroeg me:

Onlangs is er bij een weblog waar ik ook voor schrijf een van de medebloggers weggegaan. Hij heeft echter bij zijn vertrek zonder overleg al zijn (meer dan 100) posts verwijderd van de weblog. Ik heb ze teruggezet omdat ik het zonde vond, en nu mailt hij dat ik zijn auteursrecht schend. Maar dat auteursrecht ligt toch bij ons als hij op onze blog publiceert?

Een blogger heeft zelf het auteursrecht op wat hij schrijft. Ook als hij dat op andermans blog doet. Door publicatie draagt hij het auteursrecht niet over maar geeft hij alleen toestemming, een licentie om dit werk te publiceren op een blog. Voor overdracht is een ondertekend document nodig waarin dat expliciet opgeschreven is. Dat mag elektronisch (mail met digitale handtekening) maar een publicatie op een website is nog lang geen overdracht.

Deze licentie werd gegeven zonder vooraf afgesproken einddatum. De vraag is dan of het redelijk is dat de auteur deze zomaar in kan trekken. Voor opzegging van een langlopende overeenkomst geldt dat het er vanaf hangt:

Of in een concreet geval opzegging mogelijk is, moet volgens de rechtspraak van de Hoge Raad beantwoord worden aan de hand van de redelijkheid en billijkheid in verband met de omstandigheden van het geval. Ten aanzien van duurovereenkomsten die voor onbepaalde tijd zijn aangegaan, neemt de (lagere) rechtspraak in kwantitatief de meeste gevallen aan dat opzegging zonder meer mogelijk is, mits een redelijke opzegtermijn in acht worden genomen. (Hijma et al., “Rechtshandeling en Overeenkomst”, nr. 297)

Maar ja, wat is een redelijke opzegtermijn bij een publicatie op internet?

Je zou hier goed kunnen betogen dat je als blogger weet dat publicatie “voor de eeuwigheid” is, en dat je daarom je eenmaal gegeven niet meer kunt intrekken. Of er moet iets heel bijzonders aan de hand zijn. Bijvoorbeeld een blog dat ineens “commercieel gaat” en deze auteur is het daar volstrekt niet mee eens. Dan kan hij de licentie intrekken omdat hij geen medewerking hoeft te verlenen aan een zodanig anders geworden blog.

Wie heeft hier wel eens mee te maken gehad?

Arnoud

Vraag aan Europees Hof: wanneer zijn Adwords legaal?

Verkopen van “genuine replica” merkproducten is een populaire bezigheid. Je moet natuurlijk wel kunnen adverteren, en onlangs maakte Google het met haar nieuwe Adwords-policy bedrijven een stuk gemakkelijker. In de EU is het nu toegestaan om advertenties te kopen op andermans merknaam. Daar maken verkopers van “echte replicaproducten” handig gebruik van. In Frankrijk werd Louis Vuitton daar erg boos om. Zij stapte naar de rechter, en deze heeft nu vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over hoe het Europese merkenrecht moet worden geinterpreteerd als het gaat om gesponsorde koppelingen.

Het Hof stelt drie vragen, die ik niet letterlijk ga overnemen (lees ze bij Legalis in het Frans of probeer de Google Vertaling eens).

1. Is het verkopen van gesponsorde koppelingen naar imitatie- of replicasites een vorm van merkinbreuk?<br/> Dit is natuurlijk de hamvraag. Het verkopen van replica- of imitatiemerkproducten is meestal merkinbreuk, zelfs als je erbij zet “replica vuitton”. Maar Google verkoopt de producten niet zelf. Zij verwijzen alleen naar sites die dat wel doen. Die sites maken ook reclame met behulp van de merknaam, en dat is al snel merkinbreuk. Uit uitspraak C-228/03 van het Hof van Justitie (Gilette/ La Laboratories) blijkt dat dat bijvoorbeeld het geval is als het aangeboden product wordt voorgesteld als een imitatie of namaak van het merkproduct.

Alleen, wie publiceert nu eigenlijk de reclame? Google of de adverteerder?

2. Kan de houder van een beroemd merk optreden omdat door dit gebruik ongerechtvaardigd voordeel getrokken wordt van het merk?<br/> Louis Vuitton is een zogeheten “beroemd merk” (art. 6bis van het Unieverdrag van Parijs) en heeft daarom recht op extra bescherming van haar merk tegen allerlei vormen van misbruik. Niet alleen mag je zulke merken niet gebruiken voor dezelfde of vergelijkbare producten, maar je mag ze ook niet op andere manieren gebruiken als je daardoor zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het merk. Deze vraag komt dus neer op: zijn Google’s advertentieinkomsten uit advertenties naar sites met namaakproducten “ongerechtvaardigd voordeel” dat Google verkrijgt uit het merk?

In Nederland werd Google in 2007 nog vrijgesproken van merkinbreuk op het merkrecht van Farmdate. Daar speelde wel mee dat “Farm date” niet bepaald een sterk merk is voor daten met boeren.

3. Zou je Google als “provider” (dienstverlener) kunnen aanmerken zodat zij aansprakelijk wordt op het moment dat ze op de hoogte is gesteld door de eigenaar van het handelsmerk van het illegale gebruik?<br/> Google slaat advertentieteksten op haar servers op, en toont die wanneer mensen bepaalde zoekwoorden intypen. Daarmee is Google vergelijkbaar met een provider die webpagina’s opslaat en op verzoek opstuurt. Providers, in mooi juridisch “dienstverleners van de informatiemaatschappij” zijn pas aansprakelijk als ze op de hoogte zijn gesteld en dan niet ingrijpen. Deze constructie wordt bij auteursrecht veel gebruikt, maar je zou het bij merkinbreuk ook kunnen toepassen.

In 2006 speelde in Nederland iets dergelijks bij een zaak van merkhouder Stokke tegen Marktplaats. Deze probeerde te verhinderen dat mensen op Marktplaats namaakkinderstoelen verkochten met het merk “Tripp Trapp”. De rechtbank vond het echter niet nodig dat Marktplaats een preventief filter voor zulke advertenties zou moeten invoeren. Controle achteraf hoefde ook niet – Marktplaats had een notice and takedown systeem (“Melding van Inbreuk Programma”) waarmee merkhouders klachten konden indienen:

Met het ontwikkelen en in bedrijf houden van een programma met behulp waarvan inbreukmakende advertenties kunnen worden gemeld en verwijderd, voldoet Marktplaats aan hetgeen van haar op grond van de voor haar geldende zorgvuldigheidsplicht kan worden verlangd.

Google zou dus bij Adwords een vergelijkbare dienst kunnen invoeren. Merkhouders kunnen dan klagen over advertenties van namaakproducten op hun merknaam, en Google kan dan net als andere providers een notice en takedown procedure voeren.

Zou dat kunnen werken? Het lijkt me erg kwetsbaar voor misbruik en onderling gepest.

Arnoud

Moet een koop op afstand in originele staat retour?

Wie iets koopt bij een webwinkel, mag dit binnen zeven werkdagen terugdraaien. De winkelier moet het artikel dan terugnemen, en natuurlijk het geld teruggeven. Dat staat in de Wet Koop op Afstand, art. 7:46d BW. Het idee is dat je het product kunt uitproberen in die zeven werkdagen, om zo te besluiten of het bevalt of niet. Maar daarbij bestaat de kans dat het product (of de verpakking) beschadigd raakt. Mag je het dan nog terugsturen? En zo ja, mag de winkelier dan een deel van het geld houden als vergoeding voor die schade?

De juridische constructie achter dit recht is “ontbinding”. Dat wil zeggen, het contract was geldig maar wordt bij deze opgeheven, en de partijen moeten nu de eerder verrichte prestaties ongedaan maken (art. 6:271 BW). Daaruit volgt, zo bleek tijdens de invoering (26861, nr. 5, p. 24) van dit wetsartikel:

Hij zal het door hem ontvangen product derhalve in de staat waarin hij het heeft ontvangen moeten retourneren aan de verkoper. Is dit niet mogelijk, dan is de consument gehouden tot schadevergoeding voor zover de tekortkoming aan hem kan worden toegerekend (artikelen 6:74 e.v. jo. 6:273 e.v. BW).

Het criterium daarbij is dat je vanaf het tijdstip dat je redelijkerwijze met een ontbinding rekening moest houden, verplicht bent zorgvuldig om te gaan met het product. De vraag is natuurlijk wanneer dat tijdstip ingaat. Ik zou denken dat dat vanaf de ontvangst van het product is, omdat je bij het product geïnformeerd wordt over de zevendagentermijn waarbinnen je mag ontbinden. Zolang je dus nog aarzelt of je het product wilt houden, moet je netjes omgaan met het product en de verpakking.

Doe je dat niet, dan heb je weliswaar nog steeds recht om het terug te sturen, maar zul je wel een vergoeding moeten betalen voor de schade aan de verpakking of het product zelf.

Wie is hier wel eens tegenaan gelopen? En werd de retour toch geaccepteerd?

Arnoud

Meningsuiting op internet ook grondwettelijk beschermd

Grondrechten gelden ook gewoon op internet. Dat lijkt logisch, maar het is toch goed om te zien dat dat principe ook in de rechtspraak gevolgd wordt. In een recent vonnis van de Europese strafkamer van de rechtbank Amsterdam wordt een uitlating op internet als “minder openbaar” aangemerkt dan bijvoorbeeld radio of televisie. Daarom zal er bij uitlatingen op internet minder snel sprake zijn van strafbare belediging of discriminatie.

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is het belangrijkste verdrag voor grondrechten in Europa. Het recht op vrije meningsuiting wordt in dit verdrag gegarandeerd. Een inbreuk daarop mag alleen als dat bij wet geregeld is, de inbreuk noodzakelijk is om de goede naam of rechten van anderen te beschermen, en de maatregel ook nog eens de best passende (minst erge) remedie is om die anderen te beschermen.

Belediging, smaad, laster, haatzaaien en dergelijke zijn in het Wetboek van Strafrecht verboden. Een strafrechtelijke vervolging mag dus in principe, maar de staat moet hier wel heel terughoudend mee zijn. Het is tenslotte een zeer zwaar middel. In veel gevallen kun je het beter overlaten aan de beledigde of besmade persoon zelf om bij de rechter actie te ondernemen (of niet natuurlijk). En de vervolging moet ook nog eens noodzakelijk zijn om die anderen te beschermen. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens legt dit strikt uit: er moet een “dringende maatschappelijke noodzaak” zijn, een dringend algemeen belang, om op te treden tegen een meningsuiting. Dat zal er niet snel zijn – zeker als het gaat om politieke discussie mag je erg veel zeggen.

In deze zaak vond de rechtbank dat de uitlatingen wel degelijk beledigend bedoeld waren. Het waren vooral grove woorden zonder dat daar nu enige bijdrage aan een debat uit op te maken was. Maar: deze werden geuit op een forum, en voor strafbare belediging moet je in het openbaar gesproken of gepubliceerd hebben. En dat was hier niet het geval. De rechtbank vroeg zich af

of de groepen in kwestie redelijkerwijs tegen de beledigende uitlatingen konden aanlopen, en dus ongevraagd met de uitlatingen geconfronteerd konden worden, zonder zich daartegen te kunnen beschermen. Als verdachte de uitlatingen in zodanige openbaarheid had gedaan dat mensen er onverhoeds tegenaan zouden lopen, zou het opzet op de openbaarheid zonder meer zijn komen vast te staan. Aannemelijk is echter dat verdachte juist door de keuze voor het forum [naam forum] in de veronderstelling verkeerde – en ook de bedoeling had – dat zijn uitlatingen slechts door een klein groepje gelijkgestemden zouden worden gelezen. Zijn opzet was derhalve gericht op een beperkte mate van openbaarheid.

Je moest met andere woorden echt actief op zoek naar deze uitlating. Het was zelfs nodig om je te registreren op het forum voordat je het kon lezen. Je kon er niet onverhoeds tegenaan lopen, aldus de rechtbank. Daarmee vindt de rechtbank deze uitlating wezenlijk anders dan een mededeling op radio of televisie, waar je zomaar onverhoeds tijdens het zappen tegenaan kunt lopen.

Deze Europese strafkamer heeft nog meer uitspraken waarin aan het EVRM werd getoetst, gedaan. En dat is ook precies het doel van deze afdeling van de rechtbank: in het verleden werd niet altijd even expliciet nagegaan of een inbreuk op een grondrecht eigenlijk wel mocht gezien het EVRM. Vandaar dit samenwerkingsverband tussen de afdelingen strafrecht van de rechtbanken van Amsterdam, Alkmaar en Haarlem.

(Bedankt, Piter!)

Arnoud

Productfoto’s en -tekst overnemen van je concurrent, mag dat?

Stel je wilt een webwinkel beginnen. Dan zijn foto’s en teksten van je producten natuurlijk een must. Dat kun je wel zelf gaan schrijven en fotograferen, maar niet iedereen heeft daar zin in. Wat doe je dan? Dan kopieer je dat van de concurrent. En wat doet die dan? Die begint een rechtszaak wegens inbreuk op het auteursrecht.

Webwinkel De Roode Roos had teksten en foto’s van “orthomoleculaire voedingssupplementen” (wie weet wat dat zijn, mag het zeggen) online. Concurrent De Rooij bleek dezelfde foto’s en teksten te hebben, inclusief spelfouten. Inbreuk op het auteursrecht, volgens De Roode Roos. Welnee, volgens De Rooij. Die teksten kwamen uit het Vademecum Integrale Geneeswijzen, en die foto’s waren helemaal niet auteursrechtelijk beschermd.

Pardon? Natuurlijk, als er geen creativiteit bij een foto komt kijken, zit daar geen auteursrecht op. Denk aan een pasfoto uit zo’n fotohokje, of de opnames van een vast opgehangen beveiligingscamera. Maar er is meestal maar bar weinig creativiteit nodig. Een productfoto vereist toch enig nadenken over hoek, belichting, kleurstelling en dergelijke om het product goed uit de hoek te laten komen. Maar De Roode Roos had toch iets meer moeten doen:

Het product maakt het hoofdbestanddeel uit van de foto, daaromheen is slechts een klein wit kader te zien. Kennelijk stond bij het maken van de foto’s een zo objectief mogelijke weergave van het product, van hoge kwaliteit en met goede zichtbaarheid van het etiket, centraal. … Hoewel de voorzieningenrechter niet ontkent dat ook binnen dit kader nog marginale variaties mogelijk zijn, zijn deze in dit geval van ondergeschikt belang aan de zo natuurgetrouw en correct mogelijke weergave van het te fotograferen product.

Daarmee waren deze productfoto’s niet auteursrechtelijk beschermd. Het enige creatieve was het watermerk met het logo van De Roode Roos, en juist dat had De Rooij er afgesloopt voordat ze de foto overnamen.

Ook op de teksten zat geen auteursrecht. De Roode Roos had niet letterlijk overgetypt, maar zich wel zwaar gebaseerd op dat Vademecum, en op de etiketten van de producten. Bovendien beschreven de teksten alleen kort en zakelijk objectieve informatie over de producten. En een opsomming van eigenschappen en ingrediënten van een product is niet auteursrechtelijk beschermd.

Toch kwam De Rooij niet zomaar weg met het overnemen van al die teksten en foto’s. Zo veel materiaal van je concurrent overnemen is maatschappij onzorgvuldig (“niet netjes”) en daarom toch onrechtmatig. In plaats van alles bij je concurrent te halen, had je ook zelf wat foto’s en teksten kunnen maken. Profiteren van het werk van je concurrent is niet de bedoeling.

Via Volledig bericht, pardon Boek 9.

Arnoud

Virtueel centen oprapen loont?

Toen ik een hele tijd geleden een Google Adsense account opende, maakte Google 79 cent naar me over om te verifiëren of mijn bankrekeningnummer klopte. Toch leuk als eerste inkomsten. Er zijn meer diensten die dat doen, onder andere Schwab en E*Trade. Kun je rijk worden van die centjes? Ene Michael Largent (sic) heeft het geprobeerd, las ik op NU.nl. De truc:

Largent schreef een computerscript dat hem automatisch vele malen aanmeldde. Zo opende hij zo’n 58 duizend beleggingsrekeningen, waarop de kleine bedragen binnenkwamen. Ook van Googles betaaldienst Checkout wist hij op vergelijkbare wijze ruim achtduizend dollar los te peuteren.

Op zich is dat legaal. Alleen, die bedrijven houden natuurlijk bij wie er een account opent, dus je zult heel veel bedrijven moeten vinden om hier rijk mee te worden. Of je neemt natuurlijk een valse naam aan met een eveneens vals rekeningnummer. En dat heet fraude.

Wie weet er legale trucs om rijk te worden met Adsense of andere internetdiensten?

Arnoud