Mag de internetprovider van mijn werknemer zomaar remote desktop verkeer tegenhouden?

manfredrichter / Pixabay

Een lezer vroeg me:

Vorige week gaf een van onze thuiswerkers aan niet meer in te kunnen loggen in ons ERP systeem dat we bij een derde afnemen. Het werkt op basis van remote app, oftewel bij activatie wordt op de achtergrond een remote desktop gestart. Na veel testen bleek de internetprovider van deze werknemer remote desktop categorisch tegen te houden. Zo kan zij niet werken! Staat de provider in zijn recht om dit zo te doen, zonder het zelfs maar te overleggen?
Hoofdregel uit de wet is dat een internetprovider geen inkomend of uitgaand netwerkverkeer van haar klanten mag blokkeren. Dat volgt uit het beginsel van netneutraliteit en is in Europa in de wet verankerd (Verordening 2015/2120). Artikel 3 hiervan bepaalt:
1. Eindgebruikers hebben het recht om toegang te krijgen tot informatie en inhoud en deze te delen, toepassingen en diensten te gebruiken en aan te bieden, en gebruik te maken van de eindapparatuur van hun keuze, ongeacht de locatie van de eindgebruiker of de aanbieder, en ongeacht de locatie, herkomst of bestemming van de informatie, inhoud, toepassing of dienst, via hun internettoegangsdienst.
Het gebruik van een remote desktop dienst om een systeem op afstand af te nemen valt hier onder, ook als je dit voor je werk doet terwijl het een consumentenabonnement is.

Dat wil echter niet zeggen dat een provider nooit ook maar enige byte tegen mag houden. De wet noemt een aantal uitzonderingen:

  • Handelen op basis van een wettelijk verbod of gerechtelijk bevel
  • Beschermen van de integriteit en de veiligheid van het netwerk
  • Netwerkcongestie voorkomen of beperken
Op deze gronden mag een provider filteren of blokkeren, mits dat strikt noodzakelijk en onvermijdelijk is om een van deze doelen te dienen. Een standaardvoorbeeld zou het in quarantaine plaatsen van een consumentencomputer zijn omdat deze malware verspreidt. Dat dient de veiligheid van het netwerk, en heel veel andere opties heb je niet (als je de consument niet te pakken krijgt).

Ik vermoed dat deze provider door heeft dat het remote desktop protocol misbruikt wordt, onder meer door DDoS aanvallen te versterken of door bij onoplettende gebruikers van slecht geconfigureerde computers binnen te dringen. Omdat er (in ieder geval tot het begin van het coronathuiswerken) weinig mensen waren die op een consumentenlijn via RDP werken, is het dan logisch om deze poort dicht te zetten vanuit veiligheidsoverwegingen.

Nu is de situatie natuurlijk iets anders, hoewel het me wel verbaast dat de vraagsteller er nu pas achter komt. Mogelijk is de provider recent tot filteren overgegaan omdat ze een aanval te verduren hebben gehad. De juridische discussie of de poort dan weer open moet, en welke maatregelen de werknemer moet nemen, lijkt me dan een hele lastige. Ik zou dus eerder kijken of je de RDP toegang over een VPN kunt faciliteren, dat lijkt me sowieso een veiliger idee.

Arnoud

Bedrijven, hotels en instellingen mogen internet wél filteren

wifi-hotel.png Oh en dat is wel een verrassing: in die beleidsregel van gisteren is tevens bepaald dat netneutraliteit alleen geldt voor openbare aanbieders van internet, niet voor private aanbieders zoals bedrijven (gastennetwerken), hotels en instellingen die hun bezoekers op internet laten. (Ik loop een beetje achter geloof ik, laatst ook al de datalekmeldplicht en beveiligingsboetes gemist.)

In de wet (art. 7.4a Telecommunicatiewet) staat dat netneutraliteit geldt voor

Aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken waarover internettoegangsdiensten worden geleverd en aanbieders van internettoegangsdiensten

Bij die tweede categorie aanbieders mist het woordje ‘openbaar’. Maar het “ligt in de rede” dat je dat er wel in moet lezen, aldus de minister:

De internettoegangsdienst, bedoeld in artikel 7.4a van de Telecommunicatiewet is een openbare elektronische communicatiedienst als bedoeld in artikel 1.1. onder g van de Telecommunicatiewet. Van een internettoegangsdienst is geen sprake als deze niet voor het publiek beschikbaar is.

Opmerkelijk genoeg gaat dit in tegen het standpunt van de Minister toen destijds kamervragen werden gesteld over het blokkeren van Bittorrent door de Rijksuniversiteit Groningen. In antwoord daarop legde hij uit:

Het begrip ‘aanbieder van internettoegangsdiensten’ in artikel 7.4a lijkt zowel te zien op aanbieders van openbare internettoegang als op aanbieders van niet-openbare internettoegang. Dit betekent dat ook wanneer, zoals hier het geval is, een aanbieder slechts aan een gesloten groep internettoegang aanbiedt, hij in het kader van artikel 7.4a gezien moet worden als een aanbieder van internettoegangsdiensten.

Daarmee zou de RUG als provider voor studenten op de campus óók onderworpen zijn aan netneutraliteit, aldus de minister toen. Maar eh voortschrijdend inzicht leert anders: de wet geldt alleen voor openbare aanbieders van internet, want:

Een andere uitleg zou ertoe leiden dat bijvoorbeeld ook alle bedrijven en instellingen die via een Wi-Fi netwerk internet aan hun klanten en bezoekers aanbieden aan de netneutraliteitsregels zouden moeten voldoen.

Waarom deze andere uitleg echter in strijd zou zijn met de wet, wordt verder niet gemotiveerd. Ja, “netneutraliteitsregels zijn immers bedoeld om netneutraliteit in het openbare domein te waarborgen” maar wifi vanuit hotels, cafés en dergelijke is toch ook deel van het openbare domein?

Arnoud

Nee, netneutraliteit geldt niet voor websites (maar zou dat moeten?)

marketingfacts-netneutraal-dmsaIn het DMSA-model is de toegang tot de mobiele versie van de website exclusief voorbehouden aan de gebruikers van merken mobiele telefoons en tablets die daarvoor een overeenkomst hebben afgesloten met Marketingfacts, meldde Marketingfacts vorige week. Het bleek een stunt vanwege hun vernieuwde site, maar het riep bij veel mensen wel vragen op over netneutraliteit. Want eh, waarom mag UPC niet de toegang tot Netflix beperken maar zou Marketingfacts wél bezoeken mogen beperken?

Formeel is er weinig tegenin te brengen als een website bezoekers weigert op basis van gebruikte apparatuur. De regels over netneutraliteit gelden namelijk alleen voor partijen die “internettoegangsdiensten” leveren (art. 7.4a Telecomwet) en een website is per definitie geen “internettoegangsdienst”. En een regel als deze analoog inroepen kan eigenlijk niet: er staan boetes op het overtreden van deze regel, en dan wordt de wet strikt uitgelegd, oftewel alleen als je er letterlijk onder valt dan moet je doen wat er staat. Rechtszekerheid.

Meer algemeen bepaalde de Hoge Raad in het Ab.fab arrest alweer enige tijd geleden dat de eigenaar van een server bepaalt wie daar toegang toe krijgt en onder welke voorwaarden. Als XS4All een spammer mag weren, en Elsevier linkschmensen, waarom Marketingfacts dan niet een iPhonegebruiker?

Het achterliggende idee is dat er vrije concurrentie is: als M! zo dom is om alleen gebruikers van bepaalde apparaten toegang te verlenen, dan zitten de lezers zo bij de concurrent en dus lost het probleem zich vanzelf op. Maar ja, dat dachten we bij internettoegang ook en daar blijkt het niet echt te werken. Bovendien, ís er wel concurrentie? Kun je zeggen dat bijvoorbeeld Frankwatching een concurrent voor Marketingfacts is, en gaan Nu.nl-lezers zo naar de Volkskrant of Telegraaf als hun laptop buiten de gesponsorde deal valt?

De wet aanpassen is op zich eenvoudig: “Dit artikel geldt ook voor dienstverleners van de informatiemaatschappij” in art. 7.4a Telecomwet, en niemand mag meer bezoekers weigeren behalve als ze overlast veroorzaken of spammen, of als congestie of een gerechtelijk bevel dit vereisen. Dat zou de DMSA-deal onmogelijk maken. Maar eh, gaat dat niet érg ver, iedereen op je site moeten laten?

Arnoud

Hoogste EU Hof verbiedt p2p-filterplicht voor isp’s, maar hoe ver gaat dit?

scarlet-laat-je-niet-filteren.pngHet Europees Hof van Justitie bepaalde gisteren dat een copyrightfilterplicht voor providers in strijd is met de Europese e-commerce wetgeving en de grondrechten. Het arrest verklaart dat het generieke filter op al het peer-to-peer verkeer dat Scarlet moest toepassen van de Sabam (de Belgische Buma) niet legaal is. Maar wat betekent dit nu voor andere zaken, zoals de BREIN/XS4All/Ziggo rechtszaak?

In de Belgische zaak had Sabam geëist dat Scarlet een auteursrechtenfilter zou implementeren dat moest voorkomen dat haar klanten nog beschermde werken illegaal kon uitwisselen. De rechter in eerste instantie wees de eis toe, maar Scarlet tekende hoger beroep aan met (naast het feit dat het filter niet werkend te krijgen was) de stelling dat het filter in strijd was met de grondrechten en Europese wetgeving. Daar geeft het Europese Hof ze nu gelijk in: generieke filters blokkeren ook legitieme inhoud, houden geen rekening met auteursrechtelijke uitzonderingen (zoals parodie of citeren) en vereisen structureel meelezen met alle communicatie, wat een inbreuk op de privacy oplevert.

Maar is daarmee iedere mogelijkheid voor een auteursrechtenfilter van de baan? Nee, want het Hof zegt niet dat filteren nooit en te nimmer mag. Het Hof zegt dat een generiek filter dat preventief alle klanten filtert, geen beperking in de tijd heeft én door de provider betaald moet worden niet mag. Dit omdat met zo’n lomp filter niet is voldaan aan

het vereiste dat een juist evenwicht wordt verzekerd tussen enerzijds het intellectuele-eigendomsrecht en anderzijds de vrijheid van ondernemerschap, het recht op bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid om informatie te ontvangen of te verstrekken.

Daarmee blijft wel degelijk de deur open voor een meer fijnbesnaard filter dat wél dit juiste evenwicht weet te bereiken. Bij Webwereld meldt BREIN-advocaat Joris van Manen dan ook meteen dat

Brein niet [vraagt] om een algemene filtermaatregel van al het in en uitgaande P2P verkeer, maar om een blokkade van één specifieke, evident illegale website, die in Nederland al drie keer veroordeeld [waarvan twee keer bij verstek, tss, AE] is en aan die verboden geen gehoor geeft.

Eerder had dit hof in de L’Oréal/eBay-zaak al bepaald dat eBay verplicht moet filteren op advertenties waarvan gebleken is dat ze inbreukmakend zijn. Dus niet generiek “blokkeer alle L’Oréalproductadvertenties” maar “blokkeer specifiek deze advertentie, ook voor de toekomst”:

[de rechter kan] gelasten om maatregelen te treffen die niet alleen bijdragen tot het doen eindigen van de door de gebruikers van die marktplaats gepleegde inbreuken op die rechten, maar ook tot het voorkomen van nieuwe inbreuken van die aard. Deze bevelen moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en mogen geen belemmeringen voor het legitiem handelsverkeer scheppen.

Er lijkt me dus wel degelijk (enige) ruimte om een P2P filter te verzinnen dat niet tegen het verbod van het Hof aanloopt. Veel niet; de bezwaren waar het Hof de beslissing op baseert zijn fundamenteel. Hoge kosten, ieders verkeer monitoren en ongenuanceerd álle auteursrechteninbreuken najagen, dat kun je niet vragen. Maar lage kosten, gericht monitoren en alleen specifiek bij reeds vastgestelde inbreuken in actie komen: denkbaar.

Kortom, het is afwachten wat de rechtbank in BREIN/XS4All/Ziggo zegt, daarna wat het Gerechtshof in diezelfde zaak gaat zeggen (want hoe dan ook komt er hoger beroep in die zaak) en dáárna (hopelijk) wat het Europese Hof gaat zeggen over het door BREIN bepleite antipiratebayfilter.

Arnoud

Mijn werkgever verbiedt me te Twitteren, mag dat?

access-blocked.pngEen lezer vroeg me:

Op mijn werk blijkt de toegang tot Twitter te zijn geblokkeerd. Navraag leerde dat de directie bang was voor imagoschade als werknemers gingen twitteren. Daarom had men Twitteren categorisch verboden in het arbeidsreglement. Ik mag dus niet op het werk Twitteren maar óók niet thuis op mijn eigen computer! Kan dat zomaar?

Dat kan, maar niet zomaar. Een internetprotocol wordt meestal ingevoerd om oneigenlijk of ongewenst gebruik van de bedrijfsmiddelen te reguleren, maar men kan langs deze weg ook regels stellen over het gebruik van sociale media, zoals Twitter, Facebook of Google+.

Wel moet er dan een redelijk belang zijn voor de werkgever om iets te mogen zeggen over wat werknemers twitteren of Facebooken. Dit belang moet te herleiden zijn tot het werk: werknemers kunnen bedrijfsgeheimen onthullen door bijvoorbeeld een voorgenomen fusie op Facebook te melden, of arbeidsconflicten veroorzaken door te twitteren dat een collega onfris ruikt. Maar ook het vragen beantwoorden over producten of diensten kan het bedrijfsbelang raken: dergelijke communicatie wordt toegerekend aan het bedrijf, en kan het bedrijf dus binden aan bijvoorbeeld een toegezegde schadevergoeding of vervangend product.

Voor sommige bedrijven zijn de negatieve consequenties zó zorgelijk dat ze keihard beleid hanteren: verboden de bedrijfsnaam te noemen op je Linkedinpagina, alle tweets schriftelijk voorleggen aan de afdeling Communicatie en op de Hyves- of Facebookpagina mag niets over het werk vermeld worden. Dergelijke regels zijn echter volstrekt onhaalbaar: mensen zijn zó gewend om over zichzelf te hyven, facebooken, twitteren of googleplussen dat ze deze regels niet serieus kunnen nemen.

De meeste medewerkers begrijpen echter prima de belangen van de werkgever, mits deze zich maar redelijk opstelt (wat overigens ook een wettelijke eis is voor werkgevers). De werkgever hééft soms gewoon redelijke bedrijfsbelangen. En het in acht nemen van het bedrijfsbelang kan soms betekenen dat de werkgever zich anders moet uitdrukken of even niet moet reageren of ingaan op een discussie.

Natuurlijk, dergelijke regels leveren een beperking van de vrije meningsuiting van de werknemer op, maar dat is legaal. De werknemer kiest er zelf voor wanneer hij in dienst treedt bij dat bedrijf. Maar de werkgever mag niet verder gaan dan het bedrijfsbelang vergt. Zo kan een werkgever een werknemer niet verbieden zijn mening over zijn favoriete voetbalclub te uiten, behalve wellicht wanneer hij bij een concurrerende club werkt. Een werknemer bij een bank mag niet zomaar zeer negatieve artikelen over het bankwezen publiceren. Ook niet als hij dat doet op persoonlijke titel maar wel met de bedrijfsnaam erbij.

Arnoud

Mogen websites blokkeren van advertenties verbieden?

Toch weer even terugkomen op een oude vraag, want hij komt vaak binnen de laatste tijd:

Mogen websites verbieden in de voorwaarden, dat jij advertenties blokkeert? En als ze zien dat je dat verbod overtreedt, mogen ze je dan van de site verbannen?

Ik ben er nog steeds niet uit waar een site de eis op kan baseren dat je geen advertentieblokker mag gebruiken. Je manipuleert de presentatie van een webpagina alleen voor je eigen gebruik. Daar kan auteursrechtelijk weinig mis mee zijn, en een ander absoluut recht ken ik niet.

Het is niet verboden om te weigeren naar advertenties te kijken. Net zo goed als ik mag wegzappen als ik commercials op televisie zie, mag ik advertenties wegfilteren op websites.

Dat neemt niet weg dat een sitebeheerder regels kan stellen aan wat er wel en niet op zijn site mag. Een absoluut recht is daarvoor niet nodig. Als ik niet wil dat in reacties het woord “bloemkool” wordt gebruikt, dan mag ik dat verbieden en dan hebben jullie je daaraan te houden. Het zou een raar verbod zijn, en waarschijnlijk verlies ik dan een hoop reageerders, maar als ik rare dingen wil op mijn blog dan is er niemand die me tegenhoudt.

Update (26 mei) in de comments wijst Arno Lodder terecht op het XS4All/Ab.Fab arrest dat dit standpunt onderstreept.

Regels moeten -zeker naar consumenten toe- niet onredelijk bezwarend zijn, want zulke regels zijn algemene voorwaarden in de zin van de wet. Er staat niets in de wet over deze specifieke regel. Wil je deze regel dus aanvechten, dan moet je zelf verzinnen waarom het onredelijk is dat een site die op advertenties drijft, je verbiedt advertenties te blokkeren. Ik kan daar niet echt een argument voor bedenken. Het blokkeren tast hun inkomstenbron aan. Waarom zouden ze dat aantasten niet langs technische weg mogen verhinderen?

Ik denk dus dat het wel toegestaan is als een site detecteert of je adblocking-software gebruikt, en zo ja je de toegang ontzegt tot de site. Het staat bezoekers vervolgens vrij om dan die site niet te gebruiken. Dat is dus de afweging die de site moet maken.

Arnoud

Verslag themamiddag netneutraliteit bij Economische Zaken

Afgelopen donderdag was ik dus bij die themamiddag netneutraliteit bij Economische Zaken in Den Haag. Zoals beloofd hierbij mijn verslag van de middag. Ik hoop dat jullie vragen hierin beantwoord worden 🙂

De wetenschappelijke achtergrond kwam van Rudi Bekkers (Dialogic en TU/e). Hij beschreef zijn onderzoek van begin 2009 onder 20 belanghebbenden (6 ISP’s, 6 contentproviders, 3 vertegenwoordigers van end users, 5 technische experts). Als werkdefinitie werd aangehouden: de mate waarin het verschillend behandelen van internetverkeer toelaatbaar wordt geacht. Het rapport bespreekt motieven om dit te doen, gedragingen waarmee dit gebeurt en effecten die dit heeft.

Er zijn kortweg vier categorieën van motieven:

  1. beveiliging,
  2. schaarste,
  3. business,
  4. morele principes
Blokkeren van bv. DoS-aanvallen die via jouw systemen lopen, is een beperking van netneutraliteit, maar een dergelijke wordt algemeen gezien als een acceptabele. Bij ingrijpen op grond van schaarste (bv. bij mobiel internet) wordt het al iets discutabeler: mag KPN bij mijn HSDPA-abonnement het streamen van video beperken als blijkt dat de accesspoints regelmatig verstopt raken door video?

De echte discussie gaat over de businessmotieven, en dan met name prijsdifferentiatie. Een provider zou kunnen besluiten dat VoIP-diensten alleen tegen meerprijs beschikbaar komen.

Vervolgens beschreef staatssecretaris Van Heemskerk de Nederlandse (en Europese) insteek dat beperkingen en keuzes op diensten in ieder geval transparant en duidelijk moeten zijn. Bovendien moeten gebruikers makkelijk kunnen switchen van dienstverlener. Het telecomspackage (met inderdaad dat amendement 138) zou hier juridische handvatten moeten geven die van pas zullen komen als blijkt dat de marktwerking onvoldoende is.

Michel van Eeten (TU Delft) sprak over de problemen bij de bescherming van publieke belangen zoals innovatie, concurrentie, keuzevrijheid en vrije meningsuiting. Hij kwam met drie prikkelende stellingen:

  1. het debat gaat niet over voor of tegen bepaalde waarden; het gaat om de afweging van die waarden
  2. het gaat niet over bedrijven versus consumenten; voor beiden zijn er risico’s
  3. welke opvatting uiteindelijk in de wet terecht komt, de kans is reëel dat deze contraproductief blijkt te werken.

Daarna nam Taylor Reynolds (OECD) het woord. Het OECD rapport over netneutraliteit kostte ruim twee jaar om te maken – men had consensus van meer dan dertig landen nodig namelijk. Belangrijk punt uit deze consensus is dat ’traffic shaping’ op zichzelf een goed iets kan zijn, mits het maark consumentenrechten beschermt en innovatie dient. Het debat is dus niet langer over óf er gefilterd/gecontroleerd/geknepen mag worden maar wanneer.

Reynolds’ lezing gaf een overzicht van hoe cappen van dataverkeer op diverse plaatsen ter wereld werkt. Marktwerking blijkt belangrijk, zo zijn afsluitkosten in Korea verdwenen nadat een aantal providers reclame maakten met “wij betalen uw afsluitkosten als u overstapt naar ons”. (In NL zijn afsluitkosten gewoon verboden, ook een manier.)

Bijzondere aandacht verdienen de mobiele markten. Daar blijkt veel vaker gefilterd of afgeknepen te worden dan in de ‘vaste’ markten. Hier is de eis van transparantie en makkelijk kunnen switchen dus nog veel belangrijker. In de afsluiting pleitte Reynolds nog voor duidelijke regels vooraf door instanties als NMa of OPTA.

Het laatste deel van de middag was een paneldebat. Frode Sorenson pleitte in zijn vijf minuten inleiding voor het bewaren van het open Internet: “Traffic should not be discriminated”. De gebruiker moet beslissen wat er mag met de internetverbinding, niet de provider. In Noorwegen is om dit te bereiken met “zachte regulering” gewerkt. Overleg tussen de toezichthouder en de providers heeft geleid tot een vrijwillige overeenkomst waarin “geen degradatie, geen blokkades en niet afknijpen” centraal staan. Deze zaken mogen alleen in specifieke uitzonderingsgevallen (bv. bij dreigende schade op het netwerk of wanneer dit technisch noodzakelijk is voor een goede werking van netwerk of applciaties).

Alex Blowers van de Engelse toezichthouder OFCOM sprak over de problemen van switchen in het Verenigd Koninkrijk. Kunnen switchen is een belangrijk onderdeel van netneutraliteit, want met een beetje gelukt zorgt de vrije marktwerking er dan voor dat het aanbod neutraler en consumentvriendelijker wordt.

Als laatste nam Martijn van Dam het woord. Hij stelt consumentenvrijheid voorop. Het gaat immers om burgerrechten, betoogt hij, want mensen moeten de vrijheid hebben om te communiceren zoals zij willen. Providers horen “ons burgers” niet te blokkeren daarbij. Blokkeren van communicatie mag nooit – providers moeten alleen doorgeefluik zijn. En de overheid moet hierbij regels stellen om te zorgen dat dit werkelijkheid wordt.

Vervolgens vroeg Michel van Eeten waarom Van Dam dan een iPhone had gekocht. (Niet helemaal eerlijk, maar wel grappig.)

Na een verder wel aardige maar niet heel opvallende discussie was het in de toch wel erg hete zaal tijd voor een borrel.

Arnoud

Blokkeren van VoIP door je ISP

poort-gate-port-blokkade-blokkeren-voip.pngEen lezer wilde graag via Voice-over-IP (VoIP) bellen, maar hij kreeg het maar niet aan de praat. Na een hoop gedoe en geprobeer bleek er niets mis te zijn met zijn PC: zijn provider had simpelweg de benodigde poorten geblokkeerd, zodat het VoIP-verkeer het internet nooit bereikte. U voelt hem al aankomen: mag dat zomaar?

Er zijn geen specifieke wetten of regels over het mogen blokkeren van poorten voor internetverkeer, of over het mogen blokkeren van bepaalde internetapplicaties. Dan moet je dus terugvallen op de algemene wettelijke regels. In dit geval wordt dat het contractenrecht, aangezien dit blokkeren in feite neerkomt op een beperking van het gebruik van je contractueel afgenomen toegang tot internet.

De juridische vraag is dus: kan de leverancier eenzijdig besluiten dat een bepaalde poort of bepaalde dienst niet geleverd hoeft te worden?

Als het in het aanbod gemeld is, dan mag het natuurlijk. Als je kunt weten dat je niet kunt VoIP-bellen bij een bepaaldeprovider, en je meldt je toch aan, dan zit je aan die beperking vast. Maar ik ken maar weinig providers die expliciet vooraf melden dat bepaalde zaken gefilterd zullen worden (eigenlijk alleen de christelijke provider Solcon, waar het ook nog eens optioneel is). In Europees verband wordt gewerkt aan een pakket regels over telecommunicatie, waar mogelijk ook regels over dit onderwerp in komen. Het zal nog wel even duren voordat dit erdoor is echter.

Als er niets over gemeld is, dan is er een lacune in het contract. Was dit nu afgesproken of niet? In zo’n situatie hebben we sinds 1981 de zogeheten Haviltex-norm. In het Haviltex-arrest bepaalde de Hoge Raad dat het bij een lacune in het contract aankomt

op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

Oftewel: is het redelijk dat je mocht verwachten dat je kon VoIP-bellen? Zo ja, dan mag de provider het niet zomaar blokkeren want dat is dan wanprestatie. Maar als de provider geen rekening hoefde te houden met VoIP-ende klanten, dan is er niets mis mee als hij het blokkeert.

Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe je die verwachting in het algemeen zou kunnen bepalen. Het enige wat in me opkomt, is dat als een provider zelf al “bellen via internet” als betaalde dienst aanbiedt, het niet redelijk is om te verwachten dat je via de gewone internetverbinding ook nog eens kunt VoIP-bellen. Maar dat komt in feite neer op: een provider hoeft concurrerende diensten niet toe te laten op zijn netwerk. En dat staat weer op nogal gespannen voet met netwerkneutraliteit. Of, als het om grote providers gaat, met de regels over vrije mededinging, want concurrentje pesten is dan niet toegestaan.

Arnoud

Het duimenfilter versus het auteursrecht

duim-omhoog-thumbs-up-vote-oordeel-positief.jpgDe discussie over censuur ken ik, maar deze variant nog niet: is het ‘wegminnen’ van berichten op een forum, site of blog een vorm van auteursrechteninbreuk? Toevallig kwam ik terecht op het stamboomforum, waar de beheerder een “duim omhoog/omlaag”-knop had ingevoerd. Berichten met veel duimpjes omlaag worden onzichtbaar gemaakt, maar ze zijn wel aan te klikken voor wie het echt wil lezen.

Een gebruiker wees de beheerder echter op artikel 25 Auteursrecht, dat de auteur te allen tijde het recht geeft om verminking en andere aantastingen van het werk te verbieden als daardoor zijn eer of goede naam in gevaar komt. Want:

Als je een oordeel wilt geven doe je dat met een authentiek geschrift dat onafhankelijk staat van het oorspronkelijke werk. In het geval van het duimenfilter voorzie je het authentieke artikel van een oormerk. Dat mag dus niet.

(Ik vermoed dat hij met “authentiek” bedoelt “apart nieuw”.) De redenering is dus: door een bericht weg te minnen, wordt het bericht voorzien van een aanduiding, iets als “Dit bericht is het lezen niet waard”. Die aanduidingen hebben hun weerslag op de auteur, die nu immers te kijk staat als schrijver van iets dat het lezen niet waard is. En dat zou je met enige goede wil kunnen zien als een aantasting van zijn goede naam.

Maar wordt het werk zelf wel aangetast? Ik denk het niet. Dat werk staat er nog steeds, en wie wil kan het lezen. Er is een extra drempel, maar die zit niet in het werk zelf.

Een vergelijking met de fysieke wereld is altijd gevaarlijk, maar het lijkt me toch gepast hier: als de bibliotheek een boek van de plank neemt en alleen op verzoek uit het magazijn haalt, wordt de auteur ook als “niet echt lezenswaardig” gekarakteriseerd. Maar is het werk, het boek zelf, aangetast? Dat lijkt me toch niet.

Arnoud

“Het is niet toegestaan banners, statistieken scripts of andere scripts te blokkeren”

Een lezer tipte me over een zeer opvallende algemene voorwaarde van spelsite Jijbent:

Het is niet toegestaan banners, statistieken scripts of andere scripts te blokkeren.

Lang geleden schreef ik al eens, waar zou je deze eis als site-eigenaar op kunnen baseren? Ik zou het echt niet weten. Inbreuk op auteursrecht of zo is het niet, want dit soort filteren en blokkeren doe je alleen voor eigen gebruik.

Maar behalve inbreuk op bv. auteursrechten heb je ook nog de algemene normen uit het recht. Het zou bijvoorbeeld “maatschappelijk onzorgvuldig” kunnen zijn om opzettelijk andermans advertenties of bezoekerstellers te onderdrukken, omdat je daarmee wel profiteert van zijn inspanning (de spelletjessite) maar zijn verdienmodel verhindert. Aan de andere kant, je moet als site-eigenaar weten dat mensen die tools gebruiken omdat ze advertenties hinderlijk vinden of bang zijn voor virussen en dergelijke die zich via advertenties verspreiden. Ik ben er nog niet uit.

Deze voorwaarden vond ik ook wel erg aardig (maar natuurlijk onredelijk bezwarend):

Het opnemen van vakantie langer dan 30 dagen achter elkaar (zonder toestemming van Jijbent.nl) is niet toegestaan. Er moet dan minimaal ergens een week tussen zitten.

Zouden ze dit doen om te kijken of iemand het leest? Die voorwaarden zijn één gigantische blok tekst namelijk.

Update (9:37) Jijbent.nl legt hieronder in de comments uit dat het om in-game “vakantie” gaat. Die status mag je niet langer dan 30 dagen achtereen aanhouden.

Ik ben trouwens sinds een tijdje verslaafd aan Warzone Tower Defense, als jullie nog alternatieve spelletjes weten dan hoor ik dat graag.

Arnoud