Publiek debat over internetcensuur

adsl-filter-internet-censuur.pngHet schiften van internetverkeer is niet langer iets van landen met een dictatoriaal regime, maar komt ook in Europa op. Nu.nl schrijft over het artikel in het Tijdschrift voor Internetrecht van emeritus professor Dommering (IViR), waarin deze zich terecht boos maakt over de trend om steeds meer dingen op internet preventief te gaan filteren. Hij hoopt hiermee een publiek debat over nut en noodzaak van filteren op te zetten.

Waarom deugt filtering niet? Dommering ziet vier redenen waarom dat zo is:

  1. Filtering is preventieve controle op openbare informatiestromen. Dat valt onder het kopje “censuur” en dat is verboden onder onze Grondwet.
  2. Filteren is disproportioneel. Het is zowel ineffectief als te breed: er is te makkelijk omheen te gaan, terwijl er ook te veel legitieme informatie geblokkeerd wordt door zo’n filter.
  3. Het ontbreekt aan transparatie. Zwarte lijsten zijn meestal geheim en daarmee oncontroleerbaar.
  4. De gefilterden hebben geen eerlijk proces. Gebruikers die de toegang geweigerd worden via een filter, hebben meestal geen mogelijkheid om daartegen te protesteren. En belangrijker: mensen wiens site op de zwarte lijst gezet wordt, hebben die mogelijkheid niet.

Hij wijt de wens om toch te filteren aan de risicomaatschappij: er kunnen nadelige dingen te vinden zijn op internet, dus moeten we dat risico inperken door te gaan filteren. Ook merken de meeste mensen niet snel dat er een filter is, zodat er “niets aan de hand is”. Zwartgemaakte artikelen in de krant vallen iedereen op, en als een tijdschrift een week niet verschijnt wegens een verbod door de censor, merken alle abonnees dat meteen. Maar een willekeurige website?

Een loffelijk streven van Dommering dus, maar ik vraag me om precies die redenen wel af of dat debat er gaat komen. Er zijn namelijk hele nare dingen op internet te vinden, en tot nu toe is er weinig te merken van filters. Dus waarom zou de burger dan iets tegen filters moeten hebben?

(Excuses, deze was in de conceptmodus blijven hangen.)

Arnoud

“Providers moeten gaan optreden tegen inbreuk”

De tijd van graduated response tegen inbreuk op auteursrecht is gekomen, zo citeert Ars Technica de IFPI. Graduated response, in de VS ook wel bekend als three-strikes beleid, is een aanpak waarbij een provider bij gemelde inbreuk op rechten zelfstandig optreedt tegen de verantwoordelijke klant. Eerst met een waarschuwing, dan met een sommatie en dan met afsluiting van (een deel van) de internetdienstverlening. Zo’n systeem van waarschuwingen is in juli in Engeland ingevoerd.

Nu zie ik niet zo veel problemen met de klanten verplicht waarschuwen. Dat maakt de provider een doorgeefluik tussen klager en klant. In plaats van persoonsgegevens te moeten afgeven (met alle privacyimplicaties en -risico’s van dien) stuurt de provider langs de bekende weg de berichten door. De klant kan er dan zelf voor kiezen om direct te reageren. In de door Remy Chavannes voorgestelde Nomen Nescio-procedure zou de provider uiteindelijk ook de dagvaarding door moeten sturen, waarna de klant zelf gedaagd wordt.

Wat me wel zorgen baart, is het vervolg op “three strikes”, namelijk “you’re OUT”. Afsluiten van internet, of zelfs maar een deel daarvan, is een ingrijpende maatregel die alleen na een gerechtelijk vonnis opgelegd zou mogen worden. Recht op toegang is tenslotte een grondrecht, en daarin zijn inbreuken alleen toegelaten als die bij wet geregeld zijn. Ik zou zelfs zeggen in de strafwet, zodat je als internetter de hoogstemogelijke bescherming krijgt.

Arnoud

‘Europees wetsvoorstel maakt van isp’s politieagenten’

three-strikes.jpgHelp, de EU gaat een three-strikes beleid invoeren: wie drie keer een auteursrecht schendt op internet, raakt zijn of haar internettoegang kwijt. En dit terwijl dat beleid in april nog afgekeurd was. Die enigszins paniekerige boodschap was de aanleiding voor een uitgebreide PR-campagne (die me doet terugdenken aan het begin van het het software-patentendebat, maar dat terzijde).

Maar waar staat dat? In een voorstel tot hervorming van telecomwetgeving stond één ietwat bevoogdende maar verder relatief onschuldige bepaling:

De lidstaten zien erop toe dat wanneer contracten worden gesloten tussen abonnees en aanbieders van elektronische-communicatiediensten en/of -netwerken, bedoelde abonnees alvorens een contract wordt gesloten en op gezette tijden daarna duidelijk worden geïnformeerd over hun verplichting auteursrechten en verwante rechten in acht te nemen. Onverlet het bepaalde in Richtlijn 2000/31/EG betreffende elektronische handel, omvat dit de verplichting om de abonnees te informeren over de meest gebruikelijke inbreuken en de juridische gevolgen daarvan.

In een voorgesteld amendement wordt dit artikel uitgebreid naar een verplichting voor ISP’s om “distribute public interest information to existing and new subscribers when appropriate”. Waarbij “infringement of copyright and related rights” een onderdeel is van “public interest information.” Ik haal daar nog steeds niet meer uit dan voorlichting, maar je zou het ook kunnen lezen als een verplichting om blafbrieven te sturen bij een gedetecteerde vermeende inbreuk door een klant.

Frankrijk is bezig met een wetsvoorstel voor een three strikes-beleid: bij gedetecteerde inbreuk eerst twee waarschuwingen van je ISP, en daarna afsluiting van je internettoegang gedurende een jaar. Het is niet duidelijk of ISP’s daarbij verplicht zullen worden om actief te monitoren (iets dat niet mag onder de huidige Europese wetgeving) of slechts brieven van instanties als BREIN door moeten geven aan klanten.

Inderdaad, dit voorstel kun je lezen als de eerste van die drie stappen. Maar als het de bedoeling zou zijn om iets dergelijks op Europees niveau te introduceren, zou het dan niet handig zijn als de andere twee stappen er ook in staan?

Update (8 juli): bij Nu.nl maakt Toine Manders zich boos over het mailbombardement door mensen die tegen dit voorstel waren. Manders legt uit:

De verzenders menen dat het parlement een voorstel aanneemt waarbij een provider hen afsluit als ze illegale muziek of een film downloaden. “Klopt niet”, zegt Manders. “Het rapport is er juist op gericht consumenten méér rechten en bescherming te geven, zoals het recht op meer informatie over tarieven en leveringsvoorwaarden.”

Via EDRI.

Arnoud

Dierenbescherming bij filteren van filesharing

Dolfijnen zijn populair in het circus, en worden ook wel gebruikt bij het opsporen van zeemijnen. En de Electronic Frontier Foundation gebruikt ze nu ook om te pleiten voor verantwoord filteren van P2P en filmpjessites zoals Youtube.

Half oktober publiceerde een consortium van bedrijven en rechthebbenden een set principes voor user-generated content zoals wordt geplaatst op Flickr of Youtube. Deze principes kwamen voor een groot deel neer op filteren van filesharing en user-generated content. Hier kwam de nodige kritiek op, omdat er te weinig aandacht besteed zou zijn aan fair use. Het is tenslotte mogelijk dat mensen een werk legitiem hergebruiken, bijvoorbeeld in de context van een citaat bij kritiek of bespreking van het werk, of wat dan bij ons heet een “incidentele verwerking van ondergeschikte betekenis” (art. 18a Auteurswet).

De EFF heeft nu haar eigen set principes gepubliceerd, die een betere balans zouden bereiken. Filteren mag worden gebruikt als hulpmiddel om mogelijke inbreuk te signaleren. Maar een filter mag niet preventief alle verdachte handelingen blokkeren. Er moet aan drie eisen worden voldaan:

  1. De video is ontleend uit een beschermd werk.
  2. De audio uit het bestand moet uit hetzelfde beschermde werk komen.
  3. Het beschermde werk beslaat meer dan 90% van het bestand.
Aan deze drie eisen is natuurlijk vrijwel altijd voldaan wanneer iemand gewoon een film uploadt. Zelfs wanneer hij de titels of de eerste paar minuten er af knipt. Maar op het moment dat iemand een kort stukje ontleend materiaal gebruikt, mag dat niet leiden leidt tot blokkeren of verwijderen van een heel bestand. En mixen van audio en video uit verschillende bronnen hoort ook niet automatisch tot blokkeren te leiden.

Als een inbreukmakend werk volgens deze criteria wordt gedetecteerd, mag verspreiding tijdelijk worden geblokkeerd. Wel moet de uploader dan onmiddellijk op de hoogte worden gesteld, zodat hij een kans krijgt te reageren op de claim. Dit is nu al zo geregeld in de Amerikaanse DMCA.

In een mooie beeldspraak pleit de EFF als laatste nog voor een contactmogelijkheid met de rechthebbende, zodat de uploader in discussie kan gaan over de blokkade:

Every system makes mistakes, and when fair use “dolphins” are caught in a net intended for infringing “tuna,” an escape mechanism must be available to them. Accordingly, content owners should create a mechanism by which the user who posted the allegedly infringing content can easily and informally request reconsideration of the content owner’s decision to issue a DMCA takedown notice and explain why the user believes the takedown was improper.

De EFF heeft filmpjes op Youtube verzameld die in ieder geval niet door zo’n filter geblokkeerd zouden mogen worden. Eéntje daarvan wil ik u niet onthouden: het bedrijfslied van advocatenkantoor Nixon Peabody.


DRM Watcher Bill Rosenblatt is verrassend positief (gezien zijn eerdere negatieve uitlatingen over de EFF):

Thus the above statement is a welcome retreat from the EFF’s more typical stance on this issue, which has seemed to rely on fair use as a means of keeping digital copyright policy disputation within the domain of the traditional legal system, and has shown an inherent distrust of technological solutions — a stance that we have found to be both counterproductive and slightly hypocritical given the EFF’s overriding belief in the power of technology.

Arnoud

Filteren van filesharing: verplichting om de wet te schenden?

Ja, mooie timing. Heb ik net het vonnis gevonden, gaan ze in hoger beroep. Internetprovider Scarlet vindt het dit voorjaar opgelegde vonnis, waarin ze verplicht alle P2P verkeer moeten filteren, niet alleen buiten proportie en technisch onuitvoerbaar maar ook een verplichting om de wet te schenden. ISPam.nl citeert:

1. Scarlet stelt dat in België de telefoontapwet, privacywet en e-commercewet verbiedt dat ISP’s hun netwerkverkeer proactief te screenen, tenzij dat bijvoorbeeld gebeurt in het kader van een gerechtelijkonderzoek en dan enkel voor specifieke abonnees en gedurende een beperkte periode.
2. Scarlet stelt dat het onherroepelijk ook de rechten van abonnees die P2P voor legale doeleinden gebruiken zal moeten schenden. Het filter moet ‘illegale’ P2P activiteiten blokkeren, maar de ervaring van Scarlet is dat zulke filters ook per ongeluk zullen leiden tot het blokkeren van legale P2P doeleinden.

Inderdaad kan het gebeuren dat het filter ten onrechte verspreidingen blokkeert. Dit zal vooral spelen wanneer delen van een beschermd werk rechtmatig worden hergebruikt. Het fragment kan bijvoorbeeld een citaat (art. 15a Auteurswet) zijn, een opname in een podcast-reportage (art. 16a), een parodie (art. 18b) of een incidentele verwerking van ondergeschikte aard (art. 18a) in een ander werk. Maar door het filter zo af te stellen dat alleen bij detectie van een geheel werk de blokkade actief wordt, voorkom je dat probleem wel.

Die “e-commercewet” is de Richtlijn Elektronische Handel, en dat is m.i. het sterkste argument.

Een access provider is in beginsel een doorgeefluik, een mere conduit. Bestanden die haar klanten via P2P verspreiden, zijn afkomstig van de systemen van klanten en passeren slechts de provider op weg naar hun bestemming elders. De bestanden worden niet opgeslagen (gecached) bij de provider. Artikel 12 lid 1 van de Richtlijn elektronische handel bepaalt dat de provider dan niet aansprakelijk is, mits het initiatief voor de doorgifte niet bij de provider ligt, hij de ontvanger niet selecteert en met name hij de doorgegeven informatie niet selecteert of wijzigt.

Door een geautomatiseerd filter te implementeren, komt de provider echter in een positie waarin hij juist wel de doorgegeven informatie selecteert. Het doorgeefluik wordt nu een portier: bepaalde werken worden tegengehouden vanwege een vermoeden van inbreuk op rechten van derden.

Daarmee begeeft de provider zich buiten de veilige haven van artikel 12 Richtlijn en 6:196c BW en kan hij aansprakelijk gehouden worden voor alle werken die zijn klanten toch nog succesvol blijken te verspreiden. En dat is in strijd met het uitgangspunt van de Richtlijn. Een dienstverlener komt voor de vrijstelling voor “mere conduit” in aanmerking wanneer hij op geen enkele wijze betrokken is bij de doorgegeven informatie, zo bepaalt overweging 43. Dat er destijds geen werkbare filters beschikbaar waren, doet daar niet aan af. Er is immers geen voorbehoud gemaakt voor het geval zulke technologie beschikbaar komt.

Men zou nog kunnen stellen dat een filtermaatregel als deze niet te zien is als een ‘selectie’ in de zin van Artikel 12 lid 1 sub c Richtlijn, maar slechts als een maatregel om een inbreuk te beëindigen of voorkomen (artikel 12 lid 5). De provider blijft dan binnen de veilige haven van lid 1. Echter, hij heeft echter nog steeds een probleem. Als het filter niet adequaat blijkt, is dat op zichzelf een grond voor schadeclaims. Daarmee is de provider formeel gesproken wellicht niet aansprakelijk, maar in de praktijk natuurlijk wel.

Een verplichting om een filter als dit in te voeren is verder in strijd met artikel 15 lid 1 van de Richtlijn. Deze verbiedt immers het opleggen van een algemene verplichting tot toezien op informatie of actief zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden. En actief zoeken naar feiten is nu juist wat een filter als dit doet.

Richtlijn 2000/31 biedt alleen ruimte voor een verbod of andere maatregel achteraf, wanneer blijkt dat bepaald materiaal onrechtmatig verspreid wordt (overweging 45). Denk aan het afsluiten van een inbreukmaker of het verstrekken van diens adresgegevens aan de rechthebbende.

Dit geldt ook wanneer het, zoals hier, gaat om een verbod wegens inbreuk op het auteursrecht. Artikel 8 lid 3 van de Auteursrecht-Richtlijn biedt de mogelijkheid om een provider een verbod op te leggen. Echter, een dergelijk verbod kan, zoals blijkt uit overweging 16, geen afbreuk doen aan de aansprakelijkheid zoals geregeld in de E-handel Richtlijn. Een maatregel opgelegd aan een access provider mag dus alleen strekken tot het beëindigen van inbreuk en voorkoming van verdere schade. De verplichting om een filter zoals hierboven beschreven in te voeren, is een preventieve maatregel en zou alleen al daarom niet opgelegd moeten kunnen worden.

Arnoud

Vonnis inzake Sabam vs. Scarlet over filteren door provider

Dit is ongetwijfeld Belgische logica. Met dank aan Edwin Jacobs vond ik dan eindelijk het vonnis inzake de Scarlet-zaak. In dat vonnis werd deze Belgische provider verplicht om inhoudsfilters te installeren, zodat materiaal waarvan de rechthebbenden de verspreiding hebben verboden, niet doorgegeven wordt.

Het opmerkelijke aan dit vonnis was dat het ingaat tegen de wettelijke regeling rond aansprakelijkheid van providers. Die bepaalt immers dat een provider die als “doorgeefluik” werkt, niet aansprakelijk is als hij de informatie niet filtert. Sterker nog, er staat expliciet in artikel 15:

Met betrekking tot de levering van [internet-]diensten leggen de lidstaten de dienstverleners geen algemene verplichting op om toe te zien op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch om actief te zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden.

Nu zou ik zeggen dat een filter moeten installeren een verplichting is. Dat filter controleert alle informatie door te kijken of ze op een grote lijst met verboden bestanden staan. Toezien op de informatie die doorgegeven wordt, lijkt mij. En zo’n filter is behoorlijk actief, je moet er uit jezelf mee aan de slag in plaats van te wachten tot de Buma belt.

Dus hoe kun je dan zeggen dat die verplichting mag van artikel 15? Nou, als volgt:

Que les solutions identifiées par l’expert sont des « instruments techniques » qui se limitent à bloquer ou à filtrer certaines informations qui sont transmises sur le réseau de Scarlet ; qu’elles ne sont pas constitutives d’une obligation générale de surveiller le réseau ;

Een filter is slechts een “technische maatregel” die bepaalde informatie blokkeert of filtert, en dus is een filter moeten installeren geen algemene verplichting tot toezicht of controle. Nee, ik begrijp hem ook niet.

Of wat dacht u van dit juweeltje:

Attendu enfin que les logiciels de filtrage et de blocage ne traitent en tant que tels aucune donnée à caractère personnel ; qu’à l’instar des logiciels anti-virus ou anti-spam, ils sont de simples instruments techniques qui comme tels ne réalisent pas d’activités impliquant l’identification d’internautes

Zo’n auteursrecht-filter is in principe hetzelfde als een virusscanner of spamfilter, en omdat providers die allemaal hanteren, moeten ze niet zeuren als er nog een filter bijkomt.

Maar goed dat Belgisch bier van betere kwaliteit is.

Arnoud

“Advertenties niet bekijken is inbreuk en diefstal”

Speciaal voor Branko: Dit is Adblock PlusIk bekijk geen advertenties, mag dat? Veel Firefox gebruikers installeren de AdBlock Plus plugin, die automatisch advertenties en popups wegfiltert uit webpagina’s. Dat bladert een stuk rustiger, maar sitebeheerders zien hun advertentie-inkomsten natuurlijk wel omlaag gaan. Eén sitebeheerder is daar zo boos over geworden dat hij de site Why FireFox is Blocked is begonnen. Daarop fulmineert hij:

Software that blocks all advertisement is an infringement of the rights of web site owners and developers. Numerous web sites exist in order to provide quality content in exchange for displaying ads. Accessing the content while blocking the ads, therefore would be no less than stealing. Millions of hard working people are being robbed of their time and effort by this type of software.

Inbreuk van welke rechten, vraag ik me dan af. Het recht om geld te verdienen? Niemand is verplicht om advertenties te bekijken, laat staan er op te klikken. Het verschil tussen een advertentie waar ik overheen lees, en eentje die ik niet eens opmerk, zie ik niet.

Het auteursrecht dan? Het weghalen van een stuk van een webpagina is tenslotte een bewerking van een beschermd werk, en dat mag niet zonder toestemming. Zo is bijvoorbeeld een dienst die andermans webpagina’s naar WAP of andere formaten omzet, niet zomaar toegestaan. Maar daarbij is cruciaal dat de dienst de gewijzigde werken aanbiedt. Dat is openbaarmaking, doorgifte, en dat mag eenvoudigweg niet.

Een privépersoon die op zijn eigen PC een werk bewerkt, heeft veel meer auteursrechtelijke ruimte. De belangrijkste ruimte krijgt hij -alweer- door de thuiskopie:

de verveelvoudiging welke beperkt blijft tot enkele exemplaren en welke uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van de natuurlijke persoon die zonder direct of indirect commercieel oogmerk de verveelvoudiging vervaardigt

Nu is advertenties filteren niet zomaar een kopie maken, maar een kopie in gewijzigde vorm. Echter, ook dat valt onder de thuiskopie. Want:

Onder de verveelvoudiging van een werk … wordt mede verstaan … iedere geheele of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigden vorm, welke niet als een nieuw, oorspronkelijk werk moet worden aangemerkt. (artikel 13 Auteurswet)

Waar dus “verveelvoudiging” staat, mag je ook lezen “iedere bewerking die geen nieuw werk oplevert”. En alleen de advertenties ergens uitknippen, levert geen nieuw werk op.

Via Security.nl, dat mogelijkheden voor misbruik signaleert: Internet Explorer is zo lek als een mandje qua beveiliging, dus je kunt nu onder het mom van broodroof mensen overhalen zich kwetsbaar op te stellen.

Arnoud

Aansprakelijkheid en netwerkneutraliteit versus deep packet inspection

Als een provider alles van zijn klanten kan controleren, moet hij dat dan ook gaan doen? Uitgebreid artikel op Ars Technica over Deep packet inspection en de implicaties voor netwerkneutraliteit.

The “deep” in deep packet inspection refers to the fact that these boxes don’t simply look at the header information as packets pass through them. Rather, they move beyond the IP and TCP header information to look at the payload of the packet. The goal is to identify the applications being used on the network, but some of these devices can go much further; those from a company like Narus, for instance, can look inside all traffic from a specific IP address, pick out the HTTP traffic, then drill even further down to capture only traffic headed to and from Gmail, and can even reassemble e-mails as they are typed out by the user.

Met Deep Packet Inspection of DPI wordt het dus mogelijk om op elk niveau te zien wat welke gebruiker uitspookt op internet. Een zorgelijke ontwikkeling, want de belangrijkste reden om Internetproviders niet aansprakelijk te houden voor wat gebruikers doen, was nou juist dat ze dat onmogelijk konden monitoren.

Als providers dat wel kunnen, betekent dat dan dat ze het ook moeten? In dat licht is dat Belgische vonnis over filteren van P2P-verkeer slechts de eerste stap.

Arnoud

Filteren van filesharing verkeer: providers via achterdeur toch aansprakelijk?

In een opmerkelijk Belgisch vonnis is internetprovider Scarlet (Tiscali) veroordeeld om filesharing verkeer van klanten te voorzien van een filter. Dat filter moet materiaal detecteren waarvan de rechthebbenden de verspreiding hebben verboden. Sabam pakt gelijk maar door en eist dat ook alle andere Belgische ISP’s zo’n filter installeren. Scarlet gaat in hoger beroep trouwens.

Dat filteren werkt met zogeheten digitale vingerafdrukken, zoals bijvoorbeeld Audible Magic en Gracenote (dat het kocht van Philips trouwens). Van muziek en film worden dan bepaalde unieke kenmerken gemeten, zoals veranderingen in signaalsterkte binnen bepaalde frequentiebanden. Deze worden, net als echte vingerafdrukken, vergeleken met eerder opgeslagen kenmerken in een database. Staat het werk in die database, dan mag het werk niet verspreid worden. Dat werkt in principe dus betrouwbaarder dan het enkele filteren op bestandsnaam of titel en naam van de artiest (wat bij Napster een totale mislukking werd).

Juridisch gezien is deze beslissing opmerkelijk, omdat hiermee een provider via de achterdeur aansprakelijk gehouden wordt voor inbreukmakende handelingen van klanten. Zoals Christiaan Alberdingk Thijm schrijft:

Je bent misschien niet aansprakelijk voor het uitwisselen van muziek, maar wel voor het nalaten maatregelen daartegen te treffen. Scarlet moet voor de kosten van de maatregelen opdraaien en enorme boetes betalen indien deze inadequaat zijn.

De belangrijkste eis om niet aansprakelijk gehouden te worden is namelijk dat providers niet filteren. Artikel 6:196c BW zegt letterlijk dat een provider “niet aansprakelijk [is] voor de doorgegeven informatie, indien hij: … de doorgegeven informatie niet heeft geselecteerd of gewijzigd.” Filteren is een vorm van selecteren, je laat immers alleen door wat het filter niet tegenhoudt.

Bovendien is er nog een ander probleem. De vingerafdruk wordt genomen van ongeveer 10 seconden van de muziek. Als iemand nu zo’n stukje om legitieme redenen gebruikt (bijvoorbeeld een citaat), zal het werk toch tegengehouden worden. Op deze manier filteren zou dus hooguit toegestaan moeten zijn als vaststaat dat het gehele werk wordt gedeeld zonder toestemming.

Een creatief alternatief is in mei door de Amerikaanse profielensite Myspace ingevoerd: “Take down and stay down“. De vingerafdruk wordt daar pas genomen na de eerste klacht. Vanaf dat moment kan geen enkele gebruiker het werk meer publiceren bij zijn of haar profiel. Dit vind ik een stuk redelijker. Er ligt dan een concrete klacht over een specifiek werk. Dat is reactief in plaats van pro-actief. En het past ook binnen de wet: een provider die materiaal aanbiedt dat inbreukmakend blijkt te zijn, is niet aansprakelijk als hij “prompt de nodige maatregelen neemt om de informatie te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te maken” na een klacht.

Arnoud