Het Eindhovens Dagblad mag een artikel over een ontslagen vrouw gewoon online laten staan, meldde Webwereld gisteren. Dit omdat (zoals Henk Blanken het formuleert) het geheugen van kranten, hun digitale archief, belangrijker is dan de privacy van personen. De rechter vindt de publicatie niet onrechtmatig, en vindt dat de schadelijke gevolgen voor de vrouw dan ook voor haar eigen rekening moeten komen.
De persoon om wie het ging, was op non-actief gesteld met de cryptische mededeling “vanwege een gevoelige personele kwestie” in het gewraakte krantenartikel. Zo’n tekst, plus de mededeling dat men niet nader op de zaak in wilde gaan, suggereert dat er wel iets goed mis met de betrokkene zal zijn. De vrouw had dan ook aardig last van deze publicatie, zeker nadat het Eindhovens Dagblad haar zoekfunctie had verbeterden je eindelijk iets kon vindenen Google het artikel in haar archief opnam.
De eis tot weghalen dan wel afschermen van het archief was gebaseerd op de stelling dat sprake zou zijn van onzorgvuldige journalistiek: geen hoor en wederhoor, een schadelijke wijze van weergeven van de zaak en het na elf maanden nog steeds via Google toegankelijk houden. Daarbij werd geschermd met het Zwartepoorte-vonnis, waarin de site-eigenaar informatie moest afschermen omdat Google deze verkeerd samenvatte. Het argument daar was dat de aanpassing een kleine moeite zou zijn en de overlast groot, precies wat ook hier het geval was.
De rechter gaat hier niet in mee. Het artikel is niet onrechtmatig, en de overlast vanwege de Googleresultaten op mevrouws naam is dan ook geen reden om het artikel te moeten blokkeren. En bovendien werd meer geëist dan alleen een kleine pagina-aanpassing: het artikel moest onvindbaar worden. (Er werd geen anonimisering geëist voor zover ik kan zien in het vonnis.) Dat is onaanvaardbaar. Mevrouw had een aanvulling of rectificatie bij het artikel moeten vragen, dat had meer kans gehad.
Jammer genoeg kwam de advocaat niet met de Wet Bescherming Persoonsgegevens aanzetten, afgezien van een tussenneusenlippendoorvermelding dat de verwerking “op juiste en nauwkeurige wijze [had] dienen plaats te vinden”. Als hij had betoogd dat vermelding van de naam van mevrouw geen toestemming en aantoonbare noodzaak had, hadden we eindelijk eens een principiële uitspraak gehad over de WBP versus de uitingsvrijheid. Anders gezegd: dan hadden we geweten of het blijven noemen van iemands naam in een gearchiveerd nieuwsbericht mag (persvrijheid) of niet (privacy).
Volgens de richtsnoeren van het CBP had het archief trouwens gewoon op slot gemoeten, precies vanwege deze problemen. En de WBP geldt ook voor krantenarchieven.
Arnoud
Ik begrijp niet waarom die naam in eerste instantie in het artikel moest. Tenzij het een heel erg prominente figuur is interesseert de niet nader omschreven reden mij veel meer als de identiteit van de persoon in kwestie. Het eerste geeft inzicht in de achterliggende redenen van het geval, het laatste alleen maar onnodige persoonlijke hinder bij eventuele nieuwe sollicitaties.
Kan een rechter niet alsnog de anonimisering opleggen ook als dat niet direct/letterlijk in de eis verwoord was?
Bovendien maakt het anonimiseren het artikel toch effectief onvindbaar bij zoekopdrachten naar de naam van de persoon.
Hij mag geen maatregel opleggen die niet gevorderd was. Hij zou dan de dagvaarding zo moeten lezen dat “weghalen” hetzelfde zou moeten betekenen als “mijn naam eruit”. Ik denk niet dat dat in het algemeen mag.
Het vervelende van een rechtszaak verliezen is dat je niet alleen de uitspraak tegen je hebt maar dat je daar boven op ook nodig de proceskosten mag betalen. Als ik het zo lees, en ik weet ook wel dat ik hier nog geen 10% van alle relevante informatie heb gezien, dan lijkt het me dat de advocaat van deze dame haar niet echt een dienst heeft bewezen door niet de juiste maatregelen te eisen en door niet de juiste wetten aan te halen. Om een lag verhaal kort te maken. Is een advocaat aansprakelijk voor wanprestatie?
Belachelijke eis ook lijkt me. Welke idioot gelooft iets wazigs dat op het internet staat, wat ook nog eens niets verteld over de zaak in kwestie (???vanwege een gevoelige personele kwestie???)? Beetje dezelfde kwestie als het vinden van oude foto’s uit iemands studententijd waarop hij uitgebreid staat te zuipen, daar ga je iemand toch ook niet op afwijzen? Of ben ik nou zo na?ef? Ten eerste zo ik bij een dergelijke kortzichtige werkgever niet willen werken (toegegeven, als ik langdurig zonder zou zitten denk ik daar waarschijnlijk anders over), ten tweede zou deze dame tijdens een sollicitatiegesprek de kwestie uit kunnen leggen. Als deze dame echt iets op haar kerfstok heeft, dan zal ze de baan niet krijgen, volgens de redenering die net zo terecht is als het feit dat iemand een strafblad heeft. Als er onwaarheden in het artikel staan zou de krant uiteraard een rectificatie moeten plaatsen. Echter, je kan moeilijk rectificeren als je geen onwaarheden gepubliceerd hebt.
@Rens: Ik kan me wel voorstellen dat een sollicitatiecommissie vragen stelt naar aanleiding van die nieuwsberichten in archieven van kranten, universiteitsbladen en de regionale omroep. Zeker als ze zou solliciteren naar een representatieve functie (wat voor de hand ligt gezien haar arbeidsverleden).
Wat me trouwens opviel: op de site van Omroep Brabant lijkt een artikel met dezelfde strekking wél verwijderd te zijn. Een zoekactie binnen de site levert wel een verwijzing op naar het artikel, maar het openen lukt niet.
@Rens :
Dan zal ze toch eerst op sollicitatiegesprek uitgenodigd dienen te worden. Ik denk niet dat ze de enige zal zijn, waar men uit kan kiezen tegenwoordig. 3 maal raden wie ze ze bij de 1e schifting al afwijzen na het lezen van zulk soort berichten?
Doorgetrokken naar de ‘oude’ analoge wereld. Als een krant eenmaal verspreid is hoeft deze toch ook niet te worden teruggehaald (uit alle archieven)? Dat iemand dan een archief bijhoudt, een goed zoeksysteem ontwikkelt, openbaar maakt, en toevallig ook nog even online zet, maakt weinig verschil?
Freeaqingme, laten we even vergelijken:
Je ziet weinig verschil? Niet iets relevants, of zo? Kijk nog eens?
(Gebruik je in het caf? ook een schuilnaam?)
Arnoud schreef: ‘Volgens de richtsnoeren van het CBP had het archief trouwens gewoon op slot gemoeten, precies vanwege deze problemen. En de WBP geldt ook voor krantenarchieven.’
Waarschijnlijk bedoel je dat het bewuste artikel volgens het CBP op slot had gemoeten, niet het hele archief? Zijn de CBP-richtsnoeren trouwens wel van kracht, voor kranten geldt toch de journalistieke exceptie?
Nee, het gehele archief had voor Google verboden terrein moeten worden.
En ook bij de journalistieke exceptie geldt dat er toestemming of aantoonbare noodzaak moet zijn voordat je iemands naam noemt. Artikel 3 Wbp (journalistieke exceptie) zegt namelijk dat artikel 8 gewoon van kracht blijft bij journalistieke verwerkingen.
Ik citeer uit de richtsnoeren (p. 33):
Akkoord, “grote risico’s” en “kan zijn” maar de strekking lijkt me “gewoon afschermen”.Dat zou betekenen dat kranten hun archief op internet zouden moeten afschermen, omdat er altijd wel artikelen in zitten met dergelijke risico’s van privacy-schending?
Inderdaad, Kees. Ik ben er nog niet uit of dat een goed idee is, maar ik zie met deze interpretatie juridisch even geen andere optie.
dank voor je reactie Arnoud. Ben inderdaad benieuwd wanneer de rechter zich over de WBP gaat uitspreken.
Je gaat hier een afweging maken van vrijheid van pers en gegevensgaring tegenover de privacy van een persoon.
Wat is deze specifieke zaak belangrijker, een individu die er bewust voor heeft gekozen om een “hoge boom” te zijn die veel wind vangt, of het algemeen belang om zonder beperkingen zelf te kunnen zoeken en te bepalen welke informatie ze willen inzien? Toegegeven, de pers is vaak niet erg terughoudend of florissant in het weergeven van feiten in haar berichtgeving.
Ik ben het er mee eens dat de pers terughoudend moet zijn in het geven van namen en andere persoonsgegevens, maar de aard van het beestje homo sapiens is nou eenmaal dat een reputatie vaak belangrijk is bij het verkrijgen van een baan. Als je niet wilt dat je reputatie naar de haaien gaat, zal je daar rekening mee moeten houden in al je handelen, anders betaal je daar later wellicht de prijs voor. Mensen komen er vaak toch wel achter, ook al staat zoiets niet (meer) in de krant. Netwerken en roddelen doet iedereen.
Zoals Arnoud het neerzet heeft de advocaat van de eiseres een aantal mogelijkheden niet voldoende benut. Het lijkt voor de hand liggend dat de rechter een ander oordeel zou kunnen hebben gehad als die mogelijkheden wel benut waren. Ik ben alleen benieuwd wat de belangenafweging zou zijn geweest en of die niet alsnog zodanig geweest was, dat mevrouw zelf gekozen heeft voor de functie daardoor geaccepteerd heeft dat ze in meer of mindere mate een publiek figuur was.
Arnoud, ik ben het met je eens dat het interessant ware geweest als de advocaat de WBP erbij had gehaald. Het ontbreekt inderdaad aan een eerste interpretatie van de WBP op het punt van krantenarchieven. Dat blijkt ook uit jouw reactie hierboven in de comments: je bent in je post stelliger dan in die reactie. Er is immers sprake van “kan onrechtmatig zijn”.
De WBP is niet eenduidig. Wat mij bij de vraag oproept naar de status van de richtsnoeren. Die hebben geen kracht van wet, lijkt me, maar wat zijn ze wel, in juridische zin, bedoel ik. Ik vraag je dat ook omdat ik denk te zien dat die richtsnoeren worden geactualiseerd als daar reden voor bestaat.
Is dat niet merkwaardig? Toen ik ze de eerste keer las, meteen na eerste verschijnen, wezen ze minder in de richting die jij nu schetst – afscherming van krantenarchieven – dan ze nu doen. Of vergis ik me?
De richtsnoeren zijn een soort richtlijnen van de CBP, maar geen “echte” richtlijnen waarin een bestuursorgaan invulling geeft aan zijn beleidsvrijheid, maar interpretatieve richtlijnen waarin het CBP aangeeft hoe het de Wbp interpreteert.
Ik denk dat je als burger aan deze richtsnoeren in die zin vertrouwen kunt ontlenen dat het CBP je geen boete kan opleggen wanneer je je aan de richtsnoeren hebt gehouden, maar wat echt telt is de Wbp zelf (en de interpretatie door het HvJ EG van de richtlijn waarop de Wbp is gebaseerd). De rechter is bij de interpretatie van de Wbp op geen enkele manier gebonden aan de richtsnoeren.
Het lijkt mij dat zodra je onder de journalistieke exceptie valt, er al snel sprake zal zijn van een rechtvaardiging in de zin van art. 8 sub f Wbp. Misschien kun je stellen dat de gegevensverwerking dan per definitie noodzakelijk is voor de behartiging van een gerechtvaardigd belang (nl. het journalistieke belang), zodat alleen nog hoeft te worden getoetst aan de “tenzij”-clausule van art. 8 sub f: prevaleert het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer?
Mee eens, Piet. De vraag wordt dan: is het journalistiek verantwoord om iemands naam te noemen in een nieuwsartikel? Henk, zijn daar uberhaupt journalistieke afwegingen over? Ik weet dat verdachten meestal met initialen worden genoemd, maar waarom niet ontslagen bestuurders?
Arnoud, je vraagt naar de grondbeginselen van journalistieke ethiek. Die beginnen onder andere met de norm dat journalisten “de waarheid” dienen en “fair” handelen ten opzichte van bronnen, lezers en betrokkenen in het nieuws. Anders gezegd: journalisten zijn er om het nieuws te brengen, niet om feiten weg te laten. Op basis van deze stelling publiceert bijvoorbeeld Elsevier geregeld namen van verdachten en veroordeelden.
Dat neemt niet weg dat de norm van fair handelen er ook toe leidt dat de journalistiek rekening wil houden met de privacy van “mensen in het nieuws”. Wie een leven in het openbaar leidt, BN’ers of politici bijvoorbeeld, moet wat meer tegen een stootje kunnen, zegt de Raad voor de Journalistiek.
Specifiek bij verdachten en veroordeelden zien we al decennia een langzaam verschuiven van de norm. Dertig jaren geleden vermeldden de meeste kranten alleen initialen. Voornamen werden meestal weggelaten als die stigmatiserend zouden kunnen zijn voor een bevolkingsgroep, dat wil zeggen: voor allochtonen.
Inmiddels is de overdreven politieke correctheid wel verdwenen. Onder invloed van internet gaan journalisten zelfs steeds verder met het noemen van namen.
De norm is – van Raad en Genootschap van Hoofdredacteuren – dat journalisten rekening houden met de privacy van verdachten en veroordeelden. Dat betekent dat ze geen namen noemen, tenzij de betrokkene een algemene bekendheid geniet en het anonimiseren dus geen doel dient.
Die algemene bekendheid is best een lastig criterium. Want een verdachte kan in zijn eigen woonplaats algemeen bekend zijn, maar een provincie verder volstrekt anoniem. Of in zijn beroepsgroep – van bijvoorbeeld advocaten – zeer bekend zijn, maar daarbuiten nauwelijks.
Internet zorgt er bovendien voor dat “bekendheid” minder statisch is. Hypes ontstaan sneller, kunnen heftiger zijn en korter duren, kunnen zich beperken tot een sociale groep of een medium, en zich onttrekken aan de algemene pers. Begin dan maar eens opnieuw met het defini?ren van algemene bekendheid.
Tenslotte het grensoverschrijdende aspect. De ethische norm die we in Nederland hanteren, wordt met name in Engeland en de VS niet gevolgd. Daar is het noemen van namen de norm, naming and shaming dus. Sinds internet zijn die publicaties ook bij ons te lezen, waardoor er ook weer langs een omweg sprake kan zijn van algemene bekendheid.
Op dit moment buigt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich over eenzelfde soort zaak waarin wel een uitgebreid beroep is gedaan op de Wbp.