Netkwesties maakt de balans op over de ondermijning van privacy door nieuwe opsporingstechnieken en overheidsdatabases. De belangrijkste conclusie lijkt te zijn dat het debat nauwelijks op gang komt. Een klein groepje mensen is zeer actief, maar de overgrote meerderheid lijkt het niets uit te maken.
Maar is dat wel zo? Matt Poelmans wordt geciteerd met deze zeer rake opmerking:
Verder wordt nogal makkelijk beweerd dat het de mensen blijkbaar niets uitmaakt. Men wijst dan op afgenomen betekenis die men hecht aan privacy of aan het gemak waarmee met name de jeugd te koop loopt met persoonlijke informatie. Dat die onnadenkendheid is gebaseerd op gemakzucht of onwetendheid over wat er met gegevens wordt gedaan wordt er niet bij gezegd.
Dat roept wel de vraag op hoe mensen dan op een makkelijke manier geïnformeerd kunnen worden over de negatieve dingen die met al die gegevens gedaan kunnen worden. De positieve dingen zijn namelijk makkelijk zichtbaar: nooit meer wachtwoorden intypen, websites weten precies wat jij leuk vindt, en advertenties gaan alleen maar over dingen die je graag wilt hebben. Dat je wellicht ergens op een zwarte lijst staat, of afgewezen wordt voor sollicitaties bij de overheid vanwege een foute koppeling bij de AIVD, zul je niet snel merken.
Arnoud