De allereerste keer dat een Hof van Beroep zich uitlaat over open source, en het is goed nieuws: open source licenties zijn in principe rechtsgeldig, en belangrijker nog, schending van open source voorwaarden is inbreuk op het auteursrecht en niet alleen maar contractbreuk. Dat onderscheid is van groot belang bij rechtszaken. Voor contractbreuk kun je in de VS in principe alleen schadevergoeding krijgen, terwijl je voor inbreuk op het auteursrecht ook een verbod kunt eisen op verdere verspreiding. De dreiging met zo’n verbod is vaak het enige effectieve wapen dat een open source auteur heeft. Welke (financiële) schade lijd je immers door ongeautoriseerde verspreiding van je open source software?
Het arrest in Jacobsen vs Katzer maakt het vonnis in eerste instantie ongedaan. De zaak was aangespannen door de auteur van het Java Model Railroad Interface project tegen een gebruiker die het werk zonder broncode en zonder bronvermelding had verspreid. In het vonnis werd bepaald dat de Artistic License, de open source licentie in kwestie, onbeperkt in scope was en dat de verplichtingen voor gebruikers alleen maar contractuele verplichtingen waren.
Het Hof concludeert dat de verplichtingen wel degelijk beperkingen op de licentie zelf zijn. Een gebruiker krijgt immers toestemming om de software te bewerken en te verspreiden “provided that” hij de broncode meelevert en vermeldt waar de software vandaan komt. Dit legt het Hof uit als dat alleen bewerkingen en verspreidingen waarbij dit gebeurt, gelicentieerd zijn. Andere vormen van bewerking en verspreiding vallen buiten de licentie en zijn daarmee inbreuk op het auteursrecht.
Opmerkelijk is nog dat het Hof expliciet bevestigt dat het open source licentiemodel legitiem is en dat de Auteurswet dit model moet steunen:
Copyright holders who engage in open source licensing have the right to control the modification and distribution of copyrighted material. … The choice to exact consideration in the form of compliance with the open source requirements of disclosure and explanation of changes, rather than as a dollar-denominated fee, is entitled to no less legal recognition.
En op het einde van het arrest:
The attribution and modification transparency requirements directly serve to drive traffic to the open source incubation page and to inform downstream users of the project, which is a significant economic goal of the copyright holder that the law will enforce.
Een zeer goede ontwikkeling voor open source dus.
Arnoud
Een wat suggestieve weergave, de vraag was niet zozeer of de licentie rechtsgeldig was, maar of de handhaving plaats kon vinden op basis van inbreuk op auteursrecht of op toerekenbare tekortkoming in de uitvoering van een overeenkomst. En de eerste wijze is krachtiger dan de tweede, dat is de grote winst van deze uitspraak.
Het Hof bevestigt expliciet dat de uitgangspunten van open source een goede grondslag voor een licentie kunnen zijn, en dat de wet deze ondersteunt. Ik vind dat toch wel een stukje erkenning van de rechtsgeldigheid.
Eens, alleen stond dat naar mijn beste weten niet of nauwelijks ter discussie.
Ik kan het alleen maar eens zijn met het Hof: een licentie is geen contract 😉
Het Hof maakt een scherp onderscheid tussen licenties en overeenkomsten. Je kunt een licentie geven en daarbinnen een contractuele voorwaarden stellen, maar je kunt ook een voorwaardelijke licentie geven. Als buiten de voorwaarden van de licentie wordt getreden (maar binnen het bereik van het auteursrecht), dan levert dat een inbreuk op het auteursrecht op. Als de voorwaarden van het contract worden overtreden, levert dat wanprestatie op.
“Voor contractbreuk kun je in de VS in principe alleen schadevergoeding krijgen, terwijl je voor inbreuk op het auteursrecht ook een verbod kunt eisen op verdere verspreiding.” Klopt dit wel? Ik weet zo goed als niets van het Amerikaanse contractenrecht (behalve dat het per staat verschilt, dacht ik), maar ik neem aan dat je ook in de VS vaak nakoming van een contract zult kunnen afdwingen (ok, dan noem je het misschien geen contractbreuk meer). Een voorwaarde als “doe je X, dan ben je verplicht de source vrij te geven” zal op grond van het auteursrecht niet zijn af te dwingen (lijkt mij, tenzij misschien als een vorm van alternatieve schadevergoeding…), maar op grond van een contract in principe wel.
Als ik de eerdere uitspraak van het district court goed begrijp draaide het vooral om de vraag of er een vermoeden van “irreparable harm” bestaat, wat alleen het geval is bij een inbreuk op het auteursrecht. In dat geval kan er een preliminary injunction worden toegewezen (een voorlopig verbod, zoals in een kort geding).
Wat wij “nakoming vorderen” noemen, heet in de common law specific performance. Echter: “Under the common law, specific performance was not a remedy, with the rights of a litigant being limited to the collection of damages.”
Lawyers.com zegt: “Specific performance is usually available when the contract involves some kind of unique goods or other unusual benefit to the other party, and ordinary money damages aren’t sufficient.”
En dat zul je ook in andere bronnen terugvinden. Ik vind het ook hoogst eigenaardig, als je maar rijk genoeg bent, kun je zo contracten sluiten zonder ooit iets te hoeven doen behalve de portemonnee trekken.