Het nieuwste hot issue voor juristen: #legaltech

Legal tech, wat een prachtige term. Hip en technologie-georiënteerd, en gericht op een sector die de afgelopen tien jaar veel aanzien heeft gewonnen. Harvey Specter meets Mission Impossible. De term legal tech verwijst eigenlijk naar alle technologie, met name ICT-technologie, die het werk van de juridische dienstverlener raakt. De recente opkomst van big data en kunstmatige intelligentie hebben legal tech op de kaart gezet, maar de technologie is natuurlijk al ouder.

De eerste stap naar legal tech betrof het automatiseren van de randzaken rond het juridisch werk. Tijdschrijven, dossierbeheer en opmaken van documenten bijvoorbeeld. Dit leverde een forse efficiencyslag op, maar veranderde niet fundamenteel de manier van werken van de juridische professional zelf. Een mooi recent voorbeeld van dit laatste is het juridisch toetsenbord: allerlei voor juristen relevante typografische functies met één knop beschikbaar. Zo is het paragraaf-teken en het copyrightsymbool direct beschikbaar, en kan een document ook met één knop direct van enkele naar anderhalve of dubbele regelafstand worden gezet. Zelfs het invoegen van voetnoten is direct mogelijk.

Het praktisch nut zie ik, maar het voelt een tikje overdreven. Ook zonder juridisch toetsenbord is het heel goed mogelijk om dit soort dingen eenvoudiger te maken. Het vergt een kleine tijdsinvestering in Word, meer niet. En die investering is het zeker waard als je werk bestaat uit het produceren van teksten.

De tweede stap kwam al dichter in de buurt: het automatisch kunnen opzoeken van referenties en jurisprudentie. Online databases maakten het achterhalen van bronnen en het zoeken naar onderbouwingen een stuk eenvoudiger. Modelcontracten gaven inspiratie bij het schrijven van overeenkomsten. Nog steeds was het werk zelf ongeveer hetzelfde, maar wederom een forse efficiencyslag.

De derde stap in legal tech raakt het juridisch werk zelf. Het analyseren van zaken met big data bijvoorbeeld: welke strategieën zijn handig, wat weten we van deze rechter gezien eerdere uitspraken of wat hebben we bij andere klanten geleerd van deze wederpartij. Het doorspitten van dossiers op red flags of aantrekkelijke bestanden. Of het door een kunstmatige intelligentie laten analyseren van een brief van een wederpartij: zit hier iets bijzonders in, kunnen we het met standaardargumenten afdoen of hoeven we niet te reageren?

Deze derde stap maakt juristen natuurlijk nog steeds niet overbodig. Maar de focus in hun werk verschuift zo wel sterk. Dit is het verschil met de eerste stappen, die alleen efficiencyslagen gaven en geen fundamentele wijzigingen. Deze derde stap is wel fundamenteel: we gaan vertrouwen op big data analyses en kunstmatige intelligentie in plaats van alles zelf te controleren en na te vragen.

Legal tech kan dus toegevoegde waarde bieden als ze op een van die gebieden de jurist kan ondersteunen, bijvoorbeeld door efficiënter te werken, sneller informatie te laten binnenhalen of zaken te laten verifiëren. Een voorbeeld is een contractengenerator: per vakgebied zijn sjablonen beschikbaar, waar de jurist middels vragen een document op maat mee maakt dat hij als startpunt gebruikt voor het échte werk.

Welke problemen komt men zoal tegen? Tijd is de belangrijkste. Contracten moeten altijd snel, liever gisteren dan vandaag. Tijd besparen bij het opstellen van een contract is dus een aantrekkelijk selling point. Overzicht is een daarvan afgeleid probleem: weet je over drie jaar nog wat er ook weer exact in artikel 18.3 staat? Welke partijen waren dit ook weer, deden hun Belgische zustermaatschappijen ook mee en mocht het contract nu wel of niet worden verkocht? Metadata, denkt de ICT-er nu, en inderdaad liggen daar grote kansen.

Maar waarom nu pas? De ICT en haar innovaties kennen we al twintig jaar, waarom is het nu pas een hashtag waard dat juristen ook gaan automatiseren?

De juridische sector heeft een imago van weinig veranderingen. Ergens is dat logisch: het werk is fundamenteel niet anders dan zeg vierhonderd jaar geleden. Ook toen waren er conflicten die met juridische argumenten bevochten moesten worden, of afspraken die op papier gezet moesten worden. De onderwerpen waren natuurlijk anders en de rechtsregels ook, maar dat doet er uiteindelijk minder toe.

Tegelijk is het ook gek. De meeste juristen staan zeer open voor nieuwe ontwikkelingen, van de laatste gadgets tot grote maatschappelijke innovaties. En ook dat is logisch, dat is ook deel van je werk. Als je niet weet hoe faxen werken, dan kun je geen rechtsvragen over de rechtsgeldigheid van een faxbericht beantwoorden, om eens wat te noemen. Noviteiten horen bij het werk. Dus waarom bleef het juridisch werk dan zo lang hetzelfde?

Vele verklaringen zijn voorgesteld. Het declarabele-urensysteem met name zou innovatie hinderen: wie efficiënter werkt, kan minder uren declareren. En als je dan ook nog een systeem hebt waarbij de partners een percentage krijgen van elk uur van hun medewerkers, dan is er wel een heel sterke prikkel op veel uren draaien. Maar dat kan niet genoeg zijn: wie efficiënter werkt, draait weliswaar minder uren aan een klus, maar kan dan toch zeker de rest aan andere klanten besteden?

Voor mij zit het hem eerder in het simpele motto “Don’t change a winning team”. Kantoren die goed draaien, hebben het druk. In een drukke omgeving even een stevige verandering doorvoeren is niet wenselijk. Dat kost tijd en concentratie, en beiden heeft men al te weinig. Dus dat komt volgend jaar wel. En pas nu zijn we zo ver dat iedereen het écht te druk heeft, zodat we nu dan in vredesnaam maar over moeten naar die nieuwe systemen. Denk ik.

Arnoud

5 reacties

    1. Big data analyses” kan in een Nederlandse tekst goed gespeld zijn, als complete uit het Engels ontleende uitdrukking. Bigdata-analyses kan ook, dan is ze (de uitdrukking) kennelijk ingeburgerd en wordt ze op z’n (haar? 🙂 ) Nederlands gespeld.

  1. ICT kan ook een enorme onzingenerator worden. Copy-pasten en geautomatiseerd genereren van documenten is heel makkelijk geworden. Als geautomatiseerd analyseren mogelijk wordt, dan is er zowel bij schrijvende als bij lezende kant geen rem meer op de complexiteit van de communicatie (wetten, contracten, jurisprudentie en dergelijke).

    Wat is het probleem daarmee? Eenvoudige systemen zijn vaak robuuster. Ze voldoen ook beter aan de menselijke maat: je kunt als mens zelf (zonder hulp van advocaat of kunstmatige intelligentie) het systeem overzien en alle consequenties begrijpen. Misschien hebben we wel complexere juridische systemen nodig omdat de maatschappij ingewikkelder is geworden, maar zouden oorzaak en gevolg ook andersom kunnen liggen? Misschien is de maatschappij wel complexer geworden doordat ICT ons in staat stelt de rem op complexiteit los te laten.

    Ik zie ook wel voordelen in complexiteit: het creëert vaak vrijheid voor mensen die een beetje creatief het systeem verkennen, bijvoorbeeld via allerlei loopholes en unintended consequences. Probleem is wel dat mensen vaak (nog) een mentaliteit hebben van “het is legaal dus het is moreel”, waardoor er geen morele rem op die vrijheid zit. En vrijheid door complexiteit maakt geen onderscheid tussen morele en immorele vrijheden. Ik denk dat de ICT dat ook niet voor ons gaat oplossen; dat is echt mensenwerk.

    1. Bij de rechterlijke macht wordt er hard aan het digitaliseren van het rechtbankproces gewerkt. Bij steeds meer rechtbanken en gerechtshoven is het digitaal aanmelden van zaken en indienen van stukken mogelijk; voor sommige zaken zelfs verplicht.

      Maar ik verwacht dat het uiteindelijke kernproces waar een mens of een groep mensen bepaalt wie van de partijen het meest overtuigend is en wie de wet aan zijn kant heeft gehandhaafd zal blijven. De “klanten” willen niet anders.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.