Oh help, nu gaan robots ook al patent aanvragen bij het Europees Octrooibureau

Help, de robot-uitvinders komen eraan. Maar gelukkig staat het EPO pal (via) : wie octrooi wil aanvragen op een uitvinding, moet daarbij de mens(en) noemen die de uitvinding hebben gedaan. Het noemen van “a type of connectionist artificial intelligence” getiteld DABUS in het veld voor ‘uitvinder’ voldoet niet aan de formele eisen en maakt de octrooiaanvraag dus ongeldig. Helaas komen we er vooralsnog niet achter hoe het EPO inhoudelijk om zou gaan met zulke octrooiaanvragen.

Het idee dat robots uitvindingen doen, is op zich al een vrij oude. Robots (machine larning systemen) kunnen zoeken naar combinaties van maatregelen die mensen nooit bedacht hadden, en kunnen dat ook nog eens veel sneller en systematischer. Daar zullen dus best dingen uitkomen die wij mensen als inventief oftewel octrooiwaardig zouden kwalificeren.

Het systeem Dabus is ontworpen voor precies dit soort toepassingen. In 2018 kwam het aanzetten met een drankhouder met fractaal profiel waardoor ze bij elkaar gehouden worden zonder dat je ze apart in een verpakking moet wikkelen. Oké, leuk ideetje en ik zie daar wellicht wel de grens van octrooibaarheid in verschijnen. Alleen: dit was dus geen mens die zat te doodelen met een ontwerp maar een machine:

The applicant explained that the invention had been made by a machine and that the machine “identified the novelty of its own idea before a natural person did”. He argued that the machine should be recognised as the inventor and that the applicant, as the owner of the machine, was an assignee of any intellectual property rights created by this machine. This is in line with the purpose of the patent system which is to incentivise disclosure of information, commercialisation and development of inventions. The applicant further argued that acknowledging machines as inventors would facilitate the protection of the moral rights of human inventors and allow for recognising the work of the machine’s creators.

En dat is toch niet echt waar het octrooisysteem voor bedoeld is, aldus het EPO. Daarom wijst men de octrooiaanvraag af, op de principiële grond dat er geen menselijke uitvinder was (en het juridisch trucje dat deze dan op het aanvraagformulier vermeld had moeten worden). De aanvragende mens is er even zo principieel in dat niet hij als maker van de software ook de uitvinder is, en dan houdt het dus formeel op. (Hoewel hoger beroep ingesteld is.) Had hij zelf gedaan of hij de uitvinder was, dan was er niemand achter gekomen denk ik.*

Maar algemeen: verdient een machine een octrooi? Ik zou zeggen van niet. Mensen hebben de stimulans (kennelijk) nodig om geld te verdienen als ze een patentwaardige uitvinding doen. Machines hebben dat niet. Naast die motivatie wordt vaak ook genoemd dat je de investering in R&D wilt kunnen terugverdienen, en je zou kunnen zeggen dat ook zo’n uitvindingsmachine duur is en terugverdiend moet kunnen worden door geld uit het octrooi. Maar het voelt mij net even achterstevoren geredeneerd dat omdat je een dure octrooigenerator hebt gemaakt, je dus recht hebt op octrooi.

Arnoud
*Ik moet dan altijd aan de Great Automatic Grammatizator van Roald Dahl denken, waarin onder meer de truc om de naam van bekende auteurs te ‘kopen’ om zo de automatisch gegenereerde verhalen duur aan de man te kunnen brengen.

8 reacties

  1. N.a.v. “Helaas komen we er vooralsnog niet achter hoe het EPO inhoudelijk om zou gaan met zulke octrooiaanvragen.”: dat weten we wel, omdat er voor beide aanvragen al een inhoudelijk onderzoek is gedaan (EESR). Volgens de rapporten zou op de 1e aanvraag octrooi verleend kunnen worden nadat de aanvraag ingeperkt is tot claim 13 (al zal dat niet gebeuren omdat de aanvraag inmiddels is afgewezen om formele redenen), en kan in de 2e aanvraag geen octrooieerbare materie gevonden worden.

  2. Hadden ze niet een octrooi op die machine kunnen bemachtigen, die zich daarmee dan uitstrekt tot alle uitvindingen die door die machine gedaan (hadden kunnen) worden. Lijkt me de hele octrooiwereld behoorlijk op zijn kop te zetten, zeker als dit soort machines gemeenplaats gaan worden.

  3. Maar algemeen: verdient een machine een octrooi? Ik zou zeggen van niet. Mensen hebben de stimulans (kennelijk) nodig om geld te verdienen als ze een patentwaardige uitvinding doen. Machines hebben dat niet. Naast die motivatie wordt vaak ook genoemd dat je de investering in R&D wilt kunnen terugverdienen, en je zou kunnen zeggen dat ook zo’n uitvindingsmachine duur is en terugverdiend moet kunnen worden door geld uit het octrooi. Maar het voelt mij net even achterstevoren geredeneerd dat omdat je een dure octrooigenerator hebt gemaakt, je dus recht hebt op octrooi.

    Ik denk dat je hier kip en ei/doel en middel door elkaar haalt.

    Doel: Het octrooisysteem is er omdat ’the powers that be’ vinden dat als technologische kennis breed gedeeld wordt (ipv geheim gehouden), dit de technologische ontwikkeling van de mensheid zal versnellen, en dat dat goed is. (je kunt het eens zijn met ’the powers that be’ of niet, maar dat is in deze discussie niet relevant)

    Middel: octrooibescherming geven in ruil voor openbaarmaking zodat de kans dat er goed aan verdiend kan worden toeneemt.

    Het octrooisysteem dient niet de individuele mens die een financiele stimulans krijgt, maar de samenleving. De financiele stimulans is een middel.

    Het maakt dan niet uit waar de uitvinding vandaan komt, van een mens, of een machine, of een marsmannetje, dat pas allemaaal even goed in het grotere doel. De uitvinder heeft recht op een octrooi omdat hij zijn uitvinding openbaar maakt. Of hij daar geld mee wil verdienen en kan verdienen is aan hem.

    Het is net zoals een subsidie voor cultuur. De acteur krijgt de subsidie niet omdat hij anders niet zou kunnen leven (dan wordt hij maar metselaar), maar omdat wat hij doet verrijkend wordt geacht voor de samenleving, en dus verdient om in stand gehouden te worden. De acteur is slechts het middel om datgene wat verrijkend is voor de samenleving te verkrijgen, net zoals de uitvinder dat is.

  4. Nog steeds is er verwarring over het doel van octrooien. Het EOV zegt daar niets over. De Amerikaanse Constitution lijkt erop te wijzen dat innovatie meer een doel is dan beloning. Waarom zijn geniale wetenschapelijke doorbraken op zich niet voor octrooi vatbaar, hoe kostbaar ook, terwijl je wel octrooi kunt krijgen op toevallige uitvindingen die niets gekost hebben? De Engelsen begrepen al in 1623 dat octrooien vooral het doel hebben concurrentie te beperken, en vaardigden toem het Statute of Monopolies uit om daar paal en perk aan te stellen. Octrooirecht gaat over “bescherming” maar die past eigenlijk slecht in een vrijemarkteconomie. Maar als een kunstmatige uitvinding onmiddellijk kapotgeconcurreerd zou worden kan octrooibescherming wel op haar plaats zijn. Gelukkig overleven de meeste bedrijven de concurrentiestrijd ook op eigen kracht, zonder octrooibescherming.

    1. Het zou eigenlijk een grondwettelijke verplichting moeten zijn dat elke wet de doelstelling in een preambule plaatst, en dat rechters daar aan mogen toetsen als blijkt dat de feitelijke uitwerking van de wet juist tegen dat doel ingaat. (Daarmee is vrijwel zeker de hele octrooiwetgeving niet verenigbaar met de doelstelling die cg aangeeft, en mogelijk ook een groot deel van de auteurswet, met name waar het de absurde lengte van termijnen en de beperkingen op afgeleide werken aangaat).

      Als algemene regel moeten we ervan uit gaan dat alle wetgeving het algemeen belang dient, en niet om bepaalde partijen een voordeeltje te bieden. Vanuit dat standpunt ondersteun ik de doelstelling die cg hierboven schetst, en zie ik de huidige octrooi- en auteurswetgeving en praktijk als corrupt en illegitiem.

  5. Het lastige is dat er geen eensgezindheid bestaat wat het doel is van octrooien. De econoom Machlup heeft ooit heel geestig de vier gangbare rechtvaardigingstheorieën voor octrooien afgekraakt (zie http://c4sif.org/wp-content/uploads/2010/09/Machlup-Penrose-The-Patent-Controversy-in-the-Nineteenth-Century-1950-b.pdf – gaat over veel meer dan de titel suggereert). De Amerikaanse grondwet geeft de federale bevoegdheid “To promote the Progress of Science and useful Arts, by securing for limited Times to Authors and Inventors the exclusive Right to their respective Writings and Discoveries;” Hieruit blijkt dat het maatschappelijk nut voorop staat. Er is Amerikaanse jurisprudentie over octrooihouders die klaagden te weinig aan hun octrooien te verdienen, maar de rechter gaat er kennelijk van uit dat geld verdienen slechts een middel is tot voornoemd maatschappelijk doel. Het Europees Octrooiverdrag heeft slechts een bescheiden doel: de verlening van octrooien vergemakkelijken. Tegenwoordig bepalen Europese octrooiwetten dat octrooien worden verleend “op alle gebieden van de techniek”, maar het is fout daaruit te concluderen dat alléén octrooi wordt verleend, want dat zegt de tekst letterlijk niet, en dat was ook niet de bedoeling van art. 27 van het TRIPS Agreement waar deze regel uit is overgenomen. Voor Duitsers staat al meer dan een eeuw vast dat alleen octrooi wordt verleend op techniek, een regel die een Engelse rechter kwalificeerde als “restatement of the problem in more imprecise terminology”. Als juridische definitie van “techniek” wordt wel gezegd dat dat datgene is wat voor octrooi vatbaar is, waarmee de cirkel rond is. In het kader van deze discussie rijst de vraag of en hoe een beperking tot de techniek een scheiding aanbrengt tussen nuttige en onnutte octrooien. Voor het antwoord op die vraag verwijs ik graag naar mijn proefschrift, ISBN 9789058508621

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.