Hoe strafbaar is het om met nepnieuws de verkiezingen te beïnvloeden?

Uit onderzoek van het KRO-NCRV-programma Brandpunt blijkt dat Facebook Nederlandse advertenties goedkeurt die onjuiste informatie over de Provinciale Statenverkiezingen verspreiden. Dat meldde Tweakers vorige week. De advertenties bevatten onjuiste informatie, variërend van een schreeuwerige kop dat CDA-voorman Buma uit eigen gewin de huizenprijzen zou hebben opgedreven tot een zakelijk klinkende mededeling dat de stembussen ‘vandaag’ eerder sluiten vanwege overlast voor de deur. Het journalistieke punt was dat Facebook dit niet controleert, en zo toelaat dat onze verkiezingen gemanipuleerd kunnen worden. Maar als jurist ga ik me dan afvragen, is dat op een gegeven moment toch niet stiekem strafbaar, zo verkiezingen beïnvloeden?

In het algemeen is nepnieuws niet strafbaar. Probeer maar eens een definitie te geven van het fenomeen. (Wie Trump citeert, is af.) Vaak komt het neer op een variant op “er staat onware informatie in”, maar in het algemeen is het erg moeilijk om de (on-)waarheid van een bericht vast te stellen. Auteurs hebben bovendien een arsenaal aan trucjes, van het aloude vraagteken achter de meest onware koppen tot “Disclaimer: dit is satire hahaha” onderaan de site. En op de achtergrond speelt dan ook nog eens de dreiging dat de overheid een strafbaarstelling van nepnieuws zou aangrijpen om onwelgevallig nieuws offline te krijgen.

Specifiek bij de verkiezingen voelt het echter iets urgenter dat er ingegrepen kan worden wanneer foutieve informatie opduikt. Ik kan geen harde grens trekken, maar die ga je wel voorbij met een bericht “De verkiezingen zijn verzet naar morgen” aan tienduizenden mensen aanbieden. Politiek gemotiveerde leugens (“Buma dreef huizenmarkt op” / “Gert-Jan Segers bekeerde zich stiekem tot de islam”) zijn voor mij van een iets andere categorie.

Er zijn een aantal zogeheten kiesrechtdelicten (wat is recht soms een heerlijk talig vakgebied). De meesten gaan over het stemmen zelf, meestal gefocust op het ronselen van machtigingen of het namaken van stembiljetten. Maar er is er ook eentje die kan slaan op die categorie nepnieuws, artikel 127 Strafrecht:

Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, enige bedrieglijke handeling pleegt waardoor een stem van onwaarde wordt of een ander dan de bij het uitbrengen van de stem bedoelde persoon wordt aangewezen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

Kort gezegd: er voor zorgen dat de kiezer wordt misleid waardoor hij niet de door hem gewenste stem uitbrengt. Dit gaat primair over misleiding en bedrog rondom het stemhokje, mensen bijvoorbeeld vals uitleggen waar ze moeten stemmen of zeggen dat ze alle niet-gewenste vakjes moeten doorstrepen zodat de stem ongeldig wordt. Met enige fantasie kun je dit ook lezen als dat het strafbaar is om mensen met valse informatie weg te houden bij het stemhokje. Maar “met enige fantasie” is in het strafrecht geen compliment, dus ik denk dat je er hiermee niet snel komt.

Een andere mogelijkheid is valsheid in geschrifte – een document maken dat pretendeert echt te zijn, en een elektronische tekst valt daar ook onder. Dan zeg je dus, die advertentie met “u moet morgen stemmen” pretendeert een overheidsmededeling te zijn, maar is dat niet, en is dus een valselijk opgemaakt document. Ik zou daar alleen wat in zien als er expliciet iets in staat van het logo van de Rijksoverheid of gemeente, of iets anders waar je uit moet halen dat dit een overheidsmededeling is. En dat is er meestal niet. Het lijkt me een hele toer om te zeggen, de tekst klínkt officieel dus is hij officieel bedoeld.

Arnoud