Europees Octrooibureau vindt regels over business methods duidelijk

De IPKat en eerder al Axel Horns melden dat het Europees Octrooibureau een nieuwe beslissing heeft genomen over de behandeling van zogeheten “business method” octrooien. Het Europees Octrooiverdrag verbiedt octrooien op “werkwijzen voor het zakendoen als zodanig”, maar de jurisprudentie van het Europees Octrooibureau legt dit verbod erg beperkt uit.

Een probleem hierbij was dat deze jurisprudentie niet altijd dezelfde lijn aanhield. Tot 2002 werd gekeken naar de strekking, het doel van de uitvinding. Als dat primair een zakelijke activiteit was, werd de aanvraag afgewezen. Dit was voor velen onbevredigend omdat je best een stuk techniek ter ondersteuning van een zakelijke activiteit zou kunnen maken (bijvoorbeeld een kassa). Het zou dan afhangen van hoe de uitvinding werd opgeschreven of er dan octrooi op verleend zou worden of niet.

In de COMVIK beslissing (bevestigd in de Hitachi beslissing) werd gekozen voor een aanpak waarbij de uitvinding slechts een implementatie-probleem mocht zijn. De zakelijke aspecten werden bekend verondersteld, en alleen als vervolgens het implementeren van die aspecten inventief zou zijn, kon er octrooi worden verleend. Dit wijkt duidelijk af van de oude aanpak.

In december vorig jaar werd in een Engels arrest (Aerotel vs. Macrossan) deze aanpak grondig geanalyseerd, met als conclusie dat het toch wel tijd werd om een knoop door te hakken en één aanpak te kiezen:

The decisions of the EPO Boards of Appeal are mutually contradictory. To say that is not to criticise anyone. On the contrary the Boards of Appeal have each done what they think is right in law – as befits tribunals exercising a judicial function. But surely the time has come for matters to be clarified by an Enlarged Board of Appeal. Under Art.112(1)(b) of the EPC the President of the EPO has the power to refer a point of law to an Enlarged Board where two Boards of Appeal have given different decisions on that question. That is now clearly the position. There are indeed at least four differing points of view.

In deze nieuwe beslissing T 154/04 zet het Europees Octrooibureau alles nog eens goed op een rijtje en concludeert dat toch het allemaal volkomen duidelijk, helder en consistent is:

In summary, the practice and case law of the Board referred to in the questions 1, 2, 3(b), and 5(a) and (b) have a sound legal basis in the Convention and are consistent with the case law of the boards of appeal and the Enlarged Board of Appeal. To decide on the present appeal, an answer of the Enlarged Board of Appeal to any of these questions is thus not required, and hence the request of referring these questions must be refused.

Arnoud

Eén reactie

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.