De politie heeft onlangs een 38-jarige Amersfoortse man opgepakt omdat hij een deepfakeporno zou hebben gemaakt van de NPO-presentatrice Welmoed Sijtsma. Dat meldde Tweakers vorige week. De journalist en presentatrice van Goedemorgen Nederland en Op1 maakte er voor omroep WNL een vierdelige docuserie van, Welmoed en de seksfakes. Tijdens het maken van de docuserie is ook de maker van haar nep-filmpje opgespoord, die na verhoor weer is vrijgelaten. Dat roept de vraag op of en hoe deze man strafbaar is.
Een deepfake is een techniek voor het samenstellen van videobeelden met machine learning, meer specifiek een generatief antagonistennetwerk of generative adversarial network (GAN). Heel simpel uitgelegd bestaat een GAN uit twee AI systemen, de een genereert plaatjes en de ander probeert te zien of die gegenereerd zijn. Pas als die laatste ze niet herkent, zijn ze af. Maar los van de technische details, de omschrijving uit het AD “Mijn hoofd is op het lichaam van een pornoactrice gemonteerd.” laat prima zien waar het om gaat. Er zijn immers genoeg andere manieren om dit resultaat te bereiken, ze zijn alleen duurder of arbeidsintensiever dan een GAN.
Is dat strafbaar? Ja. Sinds een paar jaar hebben we een nieuw wetsartikel over onvrijwillige porno, namelijk art. 139h Strafrecht:
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft: a.hij die opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een afbeelding van seksuele aard vervaardigt; b. hij die de beschikking heeft over een afbeelding als bedoeld onder a terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze door of als gevolg van een onder a strafbaar gestelde handeling is verkregen.Dit artikel is ingevoerd vanuit de wens om ‘wraakporno’ te bestrijden, zeg maar stiekem je partner filmen tijdens seks en dat publiceren om haar (het is vrijwel altijd een haar) pijn te doen of te vernederen. Maar ik zie geen reden waarom een GAN-gegenereerd beeld hier niet onder zou vallen.
De discussie gaat dan namelijk over de vraag of het een ‘afbeelding’ is. Dat lijkt mij wel: die persoon is herkenbaar in beeld, dat is het hele punt van de deepfake. Dat er geen beeldbewerking is gebruikt en dat je het portret wellicht niet zelf hebt gemaakt, is dan geen argument.
Ditzelfde woord ‘afbeelding’ staat namelijk in het wetsartikel dat kindermisbruikafbeeldingen (csam) strafbaar stelt. Daarbij is door de minister gezegd:
Voorts is sprake van vervaardigen van kinderporno als bijvoorbeeld een verdachte foto’s van kinderhoofdjes op pornografische foto’s van volwassenen plakt, realistische tekeningen of computeranimaties maakt, maar ook als (heimelijk) beeldmateriaal gemaakt wordt van (naakt) spelende kinderen, met een kenbaar seksuele strekking.In het strafrecht betekenen dezelfde woorden dezelfde dingen. Als dus ‘afbeelding’ in 139h staat, dan geldt die uitleg van de minister ook voor artikel 139h. Dus is een “realistische tekening of computeranimatie” een vorm van “afbeelding”, en je kunt van een deepfake veel zeggen maar “tekening of animatie” dekt de lading prima. En dat de afbeelding een tekening is, is geen bezwaar om het een portret van iemand te noemen, zie het strafbareportretrecht (art. 31 Auteurswet). Ik zie dus het probleem niet.
Werkte ik bij de politie dan was ik een minderheid, want in NRC schrijft onderzoeker Marthe Goudsmit:
De huidige wettekst biedt wel ruimte voor een interpretatie waarbij deepfakes ook strafbaar zijn, maar is daar niet duidelijk over. Daardoor komt een slachtoffer dat aangifte wil doen in een soort lekkende pijpleiding terecht: allereerst zal de politie moeten inschatten dat pornografische deepfakes onder de huidige strafwet vallen. Als de politie denkt van niet, kan geen aangifte worden gedaan. Als de politie de aangifte echter wel opneemt, is voor vervolging nodig dat er een officier van justitie is die er brood in ziet. Als dat dan ook het geval is, zal uiteindelijk de rechter moeten bepalen of in art. 139h Sr met ‘beeldmateriaal’ ook nepfoto’s bedoeld worden. In het beste geval zegt de rechter ‘ja’. Maar de rechter kan ook ‘nee’ zeggen, en dan heeft Nederland geen wet die pornografische deepfakes strafbaar stelt.De huidige richtlijnen van het OM gaan inderdaad niet in op het aspect “is een foto van werkelijk gebeurde seks” versus “een hoofd is op andermans lijf geplakt”. Ik vermoed omdat de aandacht twee jaar geleden vooral ging over dat eerste, deepfakes bestonden wel maar waren nog geen maatschappelijk fenomeen. Dat is wel een héél frustrerende opstelling.
Persoonlijk zou ik bij zo’n onduidelijkheid juist zeggen, forceer een uitspraak. Hoe dan ook is duidelijkheid beter dan gedraai en “mja wie weet”, toch?
Arnoud
vziw kan de politie niet weigeren een aangifte op te nemen, zelfs als deze nergens op gebaseerd is. Mocht er dan niet vervolgd gaan worden zou dat weer via een artikel 12 procedure afgedwongen kunnen worden, al moet de dader dan wel al bekend zijn gok ik. Kan een rechter dan ook in die artikel 12 procedure al oordelen of deepfake porno strafbaar is? Of moet dat in een echte strafzaak?
Uiteraard een heel karwei, moet je ook maar willen.
Het toetsen of deepfakeporno strafbaar is, is ‘gewoon’ deel van de tenlastenlegging en beoordeling. Er is geen aparte voorvraag “is dit soort porno strafbaar”, het komt direct bij de verdachte terecht: die tekening, die GAN-rendering, dat schilderij, is dat strafbaar onder 139h. En daarna: is de verdachte strafbaar.
Waar in de wet staat nu toch dat de politie moet inschatten of iets strafbaar is voordat zij besluiten een aangifte op te nemen? Dat vind ik (als niet-jurist) zo’n gekke uitleg van 161 en 163 Sv. De toetsing van strafbaarheid ligt bij de rechter. Het bepleiten van de strafbaarheid bij OvJ. Het vormen van het dossier bij rechter-commissaris en politie. Het aannemen van de aangifte bij politie. Het “kennis hebben van een strafbaar feit” bij de aangever.
De politie creëert zo minder aangiftes en meer rechtsonzekerheid doordat de inschatting van een lokale politieagent leidend wordt. Die agent zegt dan: “beste aangever, supermooi jouw bevoegdheid tot het doen van aangifte, maar er is geen strafbaar feit”. Dat is toch aan de rest van de keten, niet die ene agent?
Helemaal juist. Tegelijk weet ik dat vrijwel alle agenten zeker bereid zijn om ook een kansloze aangifte op te nemen, al is het maar omdat dat helpt in het verwerkingsproces, of omdat een stapel aangiftes de vervolgingsmogelijkheden verhoogt (denk aan oplichting). Waar men huiverig voor is, is als mensen een aangifte willen terwijl men zo kan zien dat dat alleen nadelig gaat uitpakken voor de aangever. En dat is vaak een probleem bij zedenzaken.
“Dat is toch aan de rest van de keten, niet die ene agent?”
Dat hangt denk ik van het feit af. Als jij aangifte komt doen tegen iemand die op straat uit het niks tegen jou zei “ik vind je lief”, dan kan ik me voorstellen dat de agent in kwestie meteen al aangeeft dat het niet strafbaar is.
“Dit artikel is ingevoerd vanuit de wens om ‘wraakporno’ te verspreiden, zeg maar stiekem je partner filmen tijdens seks en dat publiceren om haar (het is vrijwel altijd een haar) pijn te doen of te vernederen.” Ik vermoed dat je bestrijden in plaats van verspreiden bedoelt.
-edit Arnoud: Argh inderdaad. Aangepast.-
En zou je subsidiair nog gaan voor laster?
Daar zijn diverse precedenten voor: Hof Amsterdam 2017 en Hof Den Haag 2018. Anders Rb Rotterdam 2017 omdat enkel naakt niets ‘zegt’ over het slachtoffer, geen feit ten laste legt. Wel een terecht punt; welk feit verwijt je iemand in de zin van smaad, dat iemand onzedig is door naakt te zijn? Want goede naam aanraden is niet genoeg, je moet aanranden door ze iets te verwijten: jij bent een oplichter, zij gaat vreemd, hij heeft zijn baas omgekocht, hij slaat zijn man.
We zijn het er allemaal overeens dat het onwenselijk is als er een deep-fake van je gemaakt wordt, porno of anderszins (bijv een speech van een bekende persoon)
Het verwijt zit hem erin dat je in die deep-fake dingen doet/zegt die voor veel mensen aanstootgevend, en die gewoon niet kloppen met de werkelijkheid.
Het verwijt door die deep-fake is: jij bent een leugenaar-viezerik-etc want, zie mijn mooie fimpje, je bent anders dan je je voordoet. Het verwijt dat door een deepfake gemaakt wordt is dus eigenlijk ‘onbetrouwbaar zijn’
Goeie analyse. Maar hoe zie je dat bij porno? Ben ik onbetrouwbaar omdat ik seks heb, wat is het verwijt bij specifiek een seksfilm?
Dat je probeert de persoon te beschamen en zo weg te krijgen, tuurlijk. Maar wat is de smadelijke ondertoon? Ik kom niet verder dan, “jij bent geen zedige vrouw en dus moet je weg”.
Dat lijkt mij ook de essentie. We hebben een dubbele seksuele moraal en die eist van vrouwen dat zij hun kuisheid beschermen tegen de boze buitenwereld. Slagen ze daar niet in dan is dat de fout van de vrouw en niet van de boze buitenwereld. Die buitenwereld is nu eenmaal boos, dat weet iedereen en daar valt niets aan te doen.
Volgens die moraal is het dan aan de vrouw te wijten dat ze zich heeft laten filmen, of het karakter van die man heeft misschat of een te kort rokje droeg, of ’s avonds alleen over straat ging, of die man aan keek, of …
(even heel kort door de bocht en niet mijn mening)
Goed punt. Ik denk dat er anders gereageerd wordt als er een deepfake gemaakt wordt met het hoofd van Jort Kelder op Ron Jeremy..
Ik wil niet in het verschillende-normen-voor-mannen-en-vrouwen-verhaal van jeroen en jorg meegaan. Misschien hebben ze een punt, maar volgens mij niet van toepassing op deze issue.
Het smadelijke is de implicatie (als we even bij het voorbeeld van Welmoed Sijtsma blijven) door middel van het uitbrengen van de deepfake film dat zij geen serieuze journalist/presentatrice is, maar een pornoactrice, en dat, totdat dit filmpje kwam, zij dat geheim hield. Het smadelijke aspect zit er niet in dat zij een pornoactrice zou zijn, maar dat zij NIET is wat zij beweerde te zijn, en daar ook nog eens stiekem over deed (want anders waren er al honderden fimpjes van haar). Het deep-fake filmpje maakt dus eigenlijk het smadelijke statement: ‘Welmoed Sijtsma is geen echte journalist/presentatrice en ze heeft daarover ook nog eens gelogen’.
En als we het dan toch over de inhoud hebben: Daar zit natuurlijk ook wel wat smadelijks in. Het smadelijke is niet dat ze seks heeft, en zelfs niet dat ze dat zou filmen, maar het smadelijke is de bewering dat ze seks zou hebben gehad met de persoon (personen?) en op de wijze en in de omstandigheden zoals in dat filmpje getoond, terwijl dat niet zo is.
Het verspreiden van een echt seksfilmpje is smaad. Het verspreiden van een niet-echt, maar voor een leek niet van echt te onderscheiden, seksfilmpje dan natuurlijk nog meer. Dat is niet eens ‘normaal’ heimelijk gefilmd, dat is extreem in de overtreffende trap heimelijk gefilmd
Rb Rotterdam dacht daar in 2017 anders over (zie de link van Arnoud hierboven): “het zichtbaar zijn van een persoon op beeldmateriaal met ontbloot (boven)lichaam en tijdens het verrichten van seksuele handelingen (…) kan in het huidige tijdsgewricht niet (langer) als zonder meer strijdig met de positieve moraal worden beschouwd.”
Het filmen van seks met je partner is wat de zedelijke moraal betreft van een andere orde als jezelf laten inhuren voor een pornofilm. Ik denk dat je de uitspraak van Rb Rotterdam zo moet plaatsen dat je wel smaad/laster pleegt als je beweert dat iemand een pornoactrice is (met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, etc).
Ik vraag me wel af of je een bner ervan beschuldigt een pornoactrice te zijn als je een deepfake verspreidt. Met andere woorden, wek je de indruk dat de bner een pornoactrice is, of gaat het om het bevredigen van seksuele behoeftes en nieuwsgierigheid terwijl iedereen wel weet dat de bner niet daadwerkelijk in de film heeft gefigureerd?
Ja, Rb Rotterdam wel, maar Hof Den Haag en Amsterdam niet. Laten we zeggen dat het een randgeval is, dat een seksfilmpje openbaar maken niet direct per se automatisch smaad is, maar zodra er ook maar iets bijkomt (negatieve commentaren bijvoorbeeld, implicatie van een losse sexuele moraal) gaat het wel naar smaad.
De smaad zit hem bovendien niet in het beeld van de seksuele handeling zelf, maar in het feit dat het een seksuele handeling (partner, type van handeling, locatie, toestemming voor de vervaardiging van beeldmateriaal daarvan) betreft die nooit heeft plaatsgevonden. Dat is anders dan in de case bij Rb Rotterdam. Doordat de handeling niet echt heeft plaatsgevonden, wordt er al automatisch een vervalst beeld van de sexuele moraal van de betreffende persoon geschetst.
‘ of gaat het om het bevredigen van seksuele behoeftes en nieuwsgierigheid’ Dat is mogelijk, maar dat kan ook net zo goed zonder het filmpje breed te verspreiden.
Voor smaad maakt het niet uit of iets waar is. Het gaat om het aantasten van iemands eer of goede naam door tenlastelegging van een bepaald feit met het doel om daaraan ruchtbaarheid te geven. Rb Rotterdam ging in op het bestanddeel ‘aantasten van iemands eer of goede naam’. Bij iemand die enkel ‘gewone’ seks heeft kun je daarover twisten.
Hier loopt het denk ik stuk op de rest van de delictsomschrijving. Welk feit wordt de bner ten laste gelegd? Je zou de context moeten zien, maar wat ik met Google kan vinden is de video geplaatst op een website die deepfakes publiceert. Ik denk niet dat de maker van deze deepfake wil stellen of bij het beoogde publiek zelfs maar de suggestie opwekt dat de bner daadwerkelijk een pornoactrice is. Dat zou anders worden als iemand het filmpje op een website plaatst met een tekst als ‘bner verdient wat bij’.
Beoogde publiek… Ja, als dat inderdaad de groep van deep-fake liefhebbers is die willen kijken waar de limieten van de techniek liggen. Zodra het breder komt dan dat is die bedoeling van de maker niet meer relevant, maar de betekenis die mensen er aan toekennen. Zelfs als niemand gelooft dat de betreffende BNer een pornoactrice is, is de presentatie van haar hoofd op het lichaam van een pornoactrice nog steeds wel schadelijk voor iemands eer en goede naam.
Ik denk niet dat ik ooit de suggestie heb gewekt dat waar of niet waar een overweging is. Er moet een ‘feit’ verweten worden. Dat feit is: onconventionele sexuele moraal want pornoactrice.
Het is helaas een feit dat werkgevers online searches doen op kandidaten voor vacatures en als ze je dan op een porno site terugvinden doen ze echt geen onderzoek of dat een deep fake is, tenzij er echt geen andere geschikte kandidaten zijn.
Is dat eerlijk, mag dat? nee en nee, maar feit is dat het niet gaat om het seks hebben, maar om het schijnbaar filmen en publiceren daarvan en dat maakt dat je niet past bij de organisatie. En omdat het bij deepfakes niet waar is, is het m.i. zeker wel smaad.
Bij revenge porn ligt dat wellicht wat anders omdat de beelden weergeven wat er echt gebeurd is, het was alleen nooit de bedoeling dat het openbaar werd. Dus als die precedenten over echte filmpjes gaan ipv deepfakes dan zijn die m.i. virrelevant want heel andere situatie.
Goed punt. Dus dan is het verweten feit dat je zo onverstandig bent dat je seksfilms van jezelf maakt die je openbaar laat worden?
Toch mooi hoe je in 1 zin kan schrijven waar ik minstens 4 keer zoveel tekst voor nodig had.
De vraag is of het “onverstandig” is. Anne Franks dagboek was ook niet voor publicatie bedoeld, dus als zij daar iets in had geschreven dat ze niet wilde delen, dan hadden we dat nu wel geweten, maar dat was uiteraard niet haar bedoeling. Was het dan “onverstandig” om dat dagboek bij te houden?
Dit begrijp ik niet. De vraag was, wat verwijt je iemand door een seksfilm van die iemand te publiceren. Ik denk dat dat is “jij bent onverstandig door die seksfilm te maken”. Ik denk namelijk dat veel mensen dat zullen denken als ze de film zien. Wat objectief gezien “onverstandig” is, is dan toch niet relevant?
Overigens zijn er zeker delen uit het dagboek van Frank die zij niet voor publicatie bestemd had.
Eh, álles wat Frank schreef was niet voor publicatie bedoeld. Een dagboek is per definitie privé.
Of het onverstandig is om een seksfilm te maken is maar net hoe je het bekijkt; daarom ook dat ik Anne Frank er bijhaalde. Net zoals haar dagboek niet geschreven was met het oog op publicatie, is zo’n seksfilm uit eigen gelederen ook niet gemaakt met het oog op publicatie.
Frank had in 1944 het plan opgevat haar dagboek tot roman om te werken. De term ‘dagboek’ was dus vanaf toen wat misleidend, omdat het de werktitel van die roman werd. Na haar dood heeft haar oom Otto Frank het boek uitgegeven, waarbij hij overigens privépassages wegliet.
En nogmaals, de vraag is niet “is het onverstandig seksfilms te maken en zo ja/nee afhankelijk waarvan”. De vraag is: als je zegt dat publicatie van een seksfilm smaad is, dan verwijt je de acteur daarin iets, maar wat dan? Wat leg je die persoon ten laste? Je bent onverstandig, je bent seksueel zedeloos, je lichaam is lelijk, je bent hypocriet, iets anders?
Oké, goed punt wat betreft Franks dagboek. Laten we er dan gewoon een dagboek van maken, dus van ieder ander. De meeste mensen hebben niet als doel het te publiceren.
“De vraag is: als je zegt dat publicatie van een seksfilm smaad is, dan verwijt je de acteur daarin iets, maar wat dan?”
Dat je iets uit de privésfeer openbaart want niet geopenbaard hád mogen worden, dus je verwijt degene die de publicatie doet dat je goede naam wordt aangetast.
Dat is geen verwijt. Een verwijt is een apart element uit de wet, los van het element van de goede naam. Je moet concreet iets zeggen of suggereren dat vervolgens de goede naam aantast, een specifiek feit. “Wim is een oplichter want hij levert nooit de telefoons die hij via Marktplaats verkoopt”, dat is smaad. “Wim is lelijk” is geen smaad, ik verwijt Wim dan niets. (Het is wel eenvoudige belediging.)
Zou ik jouw gezicht op een gay escort advertentie fotoshoppen en dat publiceren, dan zie ik de smaadclaim wel ontstaan. De meeste mannen willen geen gay escort genoemd worden, ik wek de indruk van wel, dus ik verwijt jou dat te zijn en dat tast jouw goede naam dus aan.
Eenzelfde verwijt zie ik bij pornovideo’s, bij vrouwen dan: kijk, deze vrouw is seksueel bandeloos, luister niet naar haar.
Ik denk dat de schade er in zit, dat een heel intiem onderdeel van het leven aan de buitenwereld getoond wordt, iets waarvan verwacht mag worden, dat het in de privérelatie bewaard wordt. Als mens is het een heel elementaire behoefte, dat er een plek is, een relatie is, waarbij we die diepe kant van onszelf kunnen laten zien, en daarin gekend en geaccepteerd worden. In een normale, gezonde seksuele relatie is de band tussen twee mensen diep, en kunnen de grenzen die in het normale sociale verkeer gelden, vervallen, het vertrouwen dat dit niet beschaamd zal worden is er.
Een pornoacteur weet dat hij/zij gefilmd wordt en is aan het werk, en gaat ermee akkoord dat hij gefilmd wordt. Maar hij zal er misschien niet mee akkoord gaan, dat zijn eigen liefdesbrieven van toen hij 16 jaar oud was, voorgelezen worden.
Ik zou het ook als kwetsend ervaren, als mijn liefdesbrieven gepubliceerd worden zonder mijn toestemming, ook al staat daar niets illegaals in, en kun je je op dezelfde gronden afvragen wat daar mis mee is (even los van het auteursrecht). En als er filmpjes gemaakt zou worden van hoe ik mijn kind voorlees uit een kinderboek, en zonder mijn toestemming openbaargemaakt, dan zou ik dat om dezelfde redenen vervelend vinden: je mag er van uitgaan, dat sommige dingen privé blijven. En als er dus nagemaakte liefdesbrieven worden geschreven, of gedeepfaked opnames van het voorlezen van mijn kind, of van het stefbed van mijn oma, dan geldt dat daar ook voor. Het belangrijkste verschil is denk ik, dat niemand gedesinteresseerd is in mijn liefdesbrieven, beelden van het voorlezen van kinderen, of het sterf dan wel ziektebed van mijn grootouders, terwijl porno altijd wel belangstelling trekt.
Een deepfake waarbij een hoofd op een lichaam is geshopt, ’telt’ dus blijkbaar als een pornografische afbeelding van de persoon tot wie het hoofd toebehoort. Althans, in de zaak die nu in de media wordt besproken. Wat nu als ik een lichaam van Alice, met het hoofd van Bob er op geshopt zou afbeelden, waarbij Bob toestemming heeft gegeven maar Alice niet? En andersom? De afgebeelde pixels zijn niet meer één persoon, maar bestaan uit delen van (beelden van) twee personen. Waar ligt nu de grens? Kunnen beide personen aangifte doen?
En hoe ver gaat dit? Als ik de kleine teen van Alice op een verder totaal ongerelateerde Bob fotoshop? Nee, dan is Alice niet herkenbaar. Maar stel nu dat ze een tamelijk unieke tatoeage op haar kleine teen heeft, en dit dus onmiskenbaar de kleine teen van Alice is? Het is overduidelijk dat de rest van het afgebeelde lichaam aan Bob toebehoort, maar dus ook duidelijk dat de beelden nep zijn.
Diezelfde redenering kun je doortrekken naar de casus in de openingspost. Ik heb (tot mijn spijt) de video gegoogeld, en kwam tot de conclusie dat dit een overduidelijke fake is. Het is het hoofd van Welmoed, maar gezien de setting van de video, duidelijk het lichaam van een ander persoon. Ik vind het lastig om te bepalen waar dan de grens ligt, hoeveel mensen moeten nog het onderscheid kunnen maken? Welk deel van het lichaam mag nog de ‘originele’ video zijn, en welk deel moet geshopt zijn om er strafbare deepfake porno van te maken? Ik weet het niet…
Dit onderscheid snap ik niet. Zowel Alice als Bob zijn afgebeeld in een pornografische context. Het is toch irrelevant welk percentage van iemands lijf je afbeeldt? Bob kan ook geen toestemming geven voor het afbeelden van Alice (of andersom). Dus welke grens zie jij hier?
De grens is voor mij: als Alice herkenbaar is. Die grens is al ouder en kennen we uit het portretrecht. Een karakteristieke houding (silhouet van Charlie Chaplin bijvoorbeeld) of gezien de context duidelijke herkenbaarheid (dikke bos krullen + gouden gids = Katja Schuurman) is al genoeg. Dus ja een breed bekende tatoeage is zeker genoeg om Alice herkenbaar te maken. Wie er dan verder op staat, en welk percentage van de pixels tot Alice herkenbaar is, doet er niet toe. Als je te weinig pixels hebt om de persoon te herkennen, dan is de persoon onherkenbaar en dan is het daarmee geen portret meer.
Ik heb ook genoeg vragen bij de kwalificatie van deze specifieke video, maar niet op het punt “is bedoeld Welmoed in een porno-context af te beelden”. Dat is zeker zo. Ik zit er meer mee of bij een overduidelijke fake je wel kunt spreken van iemand “een bepaald feit ten laste leggen”. Bij een realistische pornofake kun je zeggen, je beweert hier dat Welmoed een bijbaan als porno-actrice heeft. Dan zie ik de smaad wel. Maar als ik met Paint het gezicht van Johnny de Mol plak op een foto van Ron Jeremy, dan is zó duidelijk dat dit nep is, dat je moeilijk kunt beweren dat ik hier De Mol als porno-acteur neerzet. Tenzij je zegt, dit is beeldtaal, je kunt ook in woorden zeggen “De Mol is stiekem porno-acteur”. Maar dat voelt minder waarschijnlijk.