Mag een werkgever verbieden dat je ze noemt op sociale media zoals Linkedin?

Mijn werkgever heeft meerdere BV’s gestart ipv de 2 die er nu zijn, zo begon een recente Redditpost op de JuridischAdvies reddit. Het personeel moet nu ineens een nieuw arbeidscontract tekenen in verband met deze overgang, en er staan toch wat gekke dingen in dat contract die de juridische wenkbrauwen doen fronzen. De vakbond is al ingeschakeld lees ik, en er komt zelfs het advies voorbij snel nog een ondernemingsraad op te richten (150 medewerkers en er is geen OR, huh) maar mij trof vooral artikel 14 over social media:

Indien Werknemer privé gebruikmaakt van sociale media, waaronder doch niet uitsluitend begrepen Facebook, Twitter en LinkedIn, dient ieder gebruik van of verwijzing naar de naam van Werkgever evenals iedere andere uiting in verband met Werkgever of het werk te worden vermeden. Werknemer dient zich te allen tijde te onthouden van uitingen in de ruimste zin van het woord die Werkgever en/of medewerkers van Werkgever in diskrediet kunnen brengen dan wel de goede naam van Werkgever kunnen schaden.

Dit is een standaardbeding in diverse op internet rondzwervende modellen. Voor zover ik weet, is het nooit getest bij de rechter maar dat zegt natuurlijk weinig. Strekking is vrij duidelijk: de werkgever wil voorkomen dat zij wordt aangesproken op rare dingen die werknemers online doen. Want tegenwoordig is het niet ongebruikelijk dat werkgevers dan belletjes krijgen van derden (“Weet je wel wat jullie werknemer zegt over Zwarte Piet”), naast dat het gewoon ouderwets vervelend is dat je werknemer in het openbaar iets zegt dat tegen bedrijfsstandpunten ingaat.

Is het rechtsgeldig, zo’n afspraak? Tot op zekere hoogte wel. Als werknemer moet je rekening houden met de belangen van je werkgever, en dat kan ook betekenen dat je in het openbaar niet zomaar dingen zegt die nadelig uit kunnen pakken voor die werkgever. Wel moet er dan een redelijk belang zijn voor de werkgever om iets te mogen zeggen over wat werknemers twitteren of Facebooken. Dit belang moet te herleiden zijn tot het werk: werknemers kunnen bedrijfsgeheimen onthullen door bijvoorbeeld een voorgenomen fusie op Facebook te melden, of arbeidsconflicten veroorzaken door te twitteren dat een collega onfris ruikt. Maar ook het vragen beantwoorden over producten of diensten kan het bedrijfsbelang raken: dergelijke communicatie wordt toegerekend aan het bedrijf, en kan het bedrijf dus binden aan bijvoorbeeld een toegezegde schadevergoeding of vervangend product.

Een in zulke algemene termen geformuleerd beding als hier geciteerd gaat echter dat doel vér te buiten. Die eerste zin verbiedt immers ook het op LinkedIn vermelden dat je ergens werkt, wat de normaalste zaak van de wereld is. Bovendien heeft de werkgever nul last van zo’n vermelding (oké als je bij de AIVD werkt of infiltrant bij de politie dan wel, maar ten eerste heb je dan geen arbeidscontract dat zomaar wijzigt en ten tweede kom nou) dus kan zij moeilijk een bedrijfsbelang inroepen dat deze inperking van de uitingsvrijheid van de werknemer rechtvaardigt.

De tweede zin gaat over het schaden van de goede naam van de onderneming. Dat is op zich iets eerder te rechtvaardigen, zij het dat dat ‘kunnen’ het natuurlijk lekker speculatief en breed maakt. In combinatie met een boetebeding (dat in die internetmodellen staat, maar ik niet zie in het geciteerde contract) zou dat wat mij betreft toch net even de grens over gaan.

Het probleem is natuurlijk dat je als werknemer weinig onderhandelingsruimte hebt. Zeker omdat het lastig onderbouwen is wat je dan wilt gaan doen. “Ja misschien twitter ik eens wat dat mogelijk jullie schaadt en daar wil ik niet op aangesproken worden” is geen handig openingsbod als je een arbeidscontract wil.

Gelukkig is dat specifiek voor deze werknemers geen issue: zij hoeven helemaal niet te tekenen, want bij een overgang van onderneming verandert er niets aan je contract.

Arnoud