Je mag dus toch wél testen met productiepersoonsgegevens, mits je ze maar daarna weggooit

mohamedhassan / Pixabay

Goh, die zag ik dus niet helemaal aankomen: het Hof van Justitie oordeelt dat je wél je software mag testen met persoonsgegevens uit de productiedatabase. Mits je alles maar weggooit zodra je tests zijn afgerond. Dat bepaalde men onlangs (arrest C-77/21) in een zaak waarin een Hongaarse ISP (Digi) op de vingers werd getikt door de toezichthouder vanwege testdata laten slingeren, wat een datalek had gegeven.

Het is uiteraard een goed idee om software te testen alvorens je deze gebruikt, zeker wanneer die software persoonsgegevens gaat verwerken. Dergelijke software moet immers veilig zijn en voldoen aan de beginselen van privacy by design en privacy by default. Dat vereist een goede set aan testdata, maar die is vaak lastig te krijgen. Helemaal als je ook met de hele wereld rekening gaat houden (zie de bekende “Falsehoods about names“, welke verraste jullie het meeste?) omdat het enorm moeilijk is die variëteit zelf te verzinnen.

De Autoriteit Persoonsgegevens zegt echter dat het niet wenselijk is om dan gewoon een kopie van je productiedatabase te nemen en daarmee te gaan lopen testen:

Dat is niet aan te raden. Testen is een complex proces, waarvoor zorgvuldigheid en meerdere gescheiden omgevingen nodig zijn. Het testen met persoonsgegevens brengt namelijk risico’s met zich mee. … De mensen van wie u persoonsgegevens verwerkt, verwachten niet dat u hun gegevens ook voor testdoeleinden gaat gebruiken. Dat betekent onder meer dat u voor het testen een aparte grondslag moet hebben.
Dat eerste is zeg maar een “kijk nou uit” argument, wat juridisch te herleiden is tot de AVG-eis van adequate beveiliging (art. 32) en meer algemeen adequate processen om zorgvuldig met persoonsgegevens om te gaan (art. 24). Een risico is bijvoorbeeld dat je testsysteem dan mails gaat sturen naar de klanten in de database, wat die mensen opvatten als een echte mededeling. Of heel simpel dat er een Excel-bestand met de productiedatabase rondslingert op de desktop van de tester, die het vergeet te verwijderen. Of dat Excel-bestand komt ergens in een gedeelde map die dan onbeveiligd bij Amazon terecht komt. Niet handig, mag niet gebeuren, dus doe dat nou gewoon even niet. Fair enough.

Dat tweede is een juridisch argument. Dat mensen niet verwachten dat hun gegevens ook voor X worden gebruikt, is de vertaling van “doel X is niet verenigbaar met het oorspronkelijke doel” (art. 6 lid 4 AVG). En dat is een probleem, want dan is aparte toestemming (althans, een aparte grondslag) nodig en die is er eigenlijk niet.

Het Hof van Justitie zegt nu dat dat laatste iets te snel is:

[Het] beginsel van doelbinding [verzet] zich er niet tegen dat de verwerkingsverantwoordelijke in een voor het uitvoeren van tests en herstellen van fouten opgezette databank persoonsgegevens vastlegt en opslaat die eerder in een andere databank zijn verzameld en bewaard, wanneer die verdere verwerking verenigbaar is met de specifieke doeleinden waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld, hetgeen moet worden bepaald aan de hand van de in artikel 6, lid 4, van die verordening genoemde criteria en van alle omstandigheden van het geval.
Dat komt neer op “het zou kunnen maar je moet goed nadenken”, waar we dus weinig aan hebben. Maar het Hof gaat verder:

Wat ten derde deze beoordeling betreft, moet worden opgemerkt dat het uitvoeren van tests en het herstellen van fouten in het abonneebestand concreet verband houden met de uitvoering van abonnementsovereenkomsten van particuliere klanten, aangezien dergelijke fouten negatieve gevolgen kunnen hebben ten aanzien van de contractueel overeengekomen dienst waarvoor de gegevens aanvankelijk zijn verzameld. Zoals de advocaat-generaal in punt 60 van zijn conclusie heeft opgemerkt, wijkt een dergelijke verwerking immers niet af van de legitieme verwachtingen van deze klanten wat het latere gebruik van hun persoonsgegevens betreft. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt overigens niet dat deze gegevens of een deel daarvan gevoelig zouden zijn geweest of dat de aan de orde zijnde verdere verwerking ervan als zodanig schadelijke gevolgen voor de abonnees zou hebben gehad of niet gepaard ging met passende waarborgen. Het is hoe dan ook aan de verwijzende rechter om dit na te gaan.

Als het dus gaat om testen ten behoeve van verbeteren van de dienst waarvoor je de gegevens hebt verkregen, dan is het dus in principe wél gewoon verenigbaar om te testen met de productiegegevens. Mensen verwachten dat er af en toe geknutseld en verbouwd wordt aan hun dienst, en moeten snappen dat er dan soms getest wordt. Natuurlijk ontslaat dat je niet van je verantwoordelijkheid de test netjes en veilig uit te voeren, wat dus betekent dat er géén mailtjes mogen ontsnappen of dingen gebeuren die toch effect hebben op de productie-omgeving.

De reden voor de ingreep van de Hongaarse AP was een datalek, veroorzaakt omdat een test-database was blijven staan op een slecht beveiligde server waar een ethisch hacker deze aantrof. Dat mag natuurlijk niet gebeuren, en het Hof trekt daar een grens vanuit de opslagbeperking: zodra het testen klaar is, moet de testdata weg. (Natuurlijk, het kán dat je maandelijks test in plaats van eenmalig. Dan mag je dus de testdata blijven bewaren, mits je er natuurlijk voor zorgt dat deze niet voor andere doeleinden wordt gebruikt of op een openbare AWS blob komt.)

Arnoud