De kosten die achterafbetaaldienst Klarna in rekening brengt wanneer iemand te laat is met betalen, maken deel uit van het verdienmodel van het bedrijf. Dat meldde de NOS onlangs. En dat is een juridisch probleem: dan is er sprake van een consumentenkrediet dat op ongeldige manier tot stand kwam.
De zaak begon zoals zo vele. Een consument kocht wat bij een webwinkel en koos voor uitgestelde betaling via Klarna, maar betaalde vervolgens niet. Naar de rechter dus, en omdat het hier gaat om consumentenrecht moet de kantonrechter dan de zaak ambtshalve onderzoeken – dus ook als de consument zich niet verzet en zelfs als die niets laat horen (verstek).
Dat gebeurde in een tussenvonnis, waarin de rechter constateert dat achteraf betalen een vorm van consumentenkrediet is. Dat is belangrijk, want dan gaan extra beschermende regels gelden zoals een kredietwaardigheidstoets en een serie informatieplichten. Er is echter een uitzondering: een kredietovereenkomst waarbij het krediet binnen drie maanden moet worden terugbetaald en waarvoor slechts onbetekenende kosten kunnen worden aangerekend.
Het Hof van Justitie had eind 2024 geoordeeld dat bij achterafbetaling zoals hier je in principe in die uitzondering valt. Echter, zoals de kantonrechter het hier formuleert:
Dit kan anders zijn als de kredietverstrekker er, teneinde een economisch voordeel te verkrijgen, vanaf de sluiting van de kredietovereenkomst op anticipeert dat de consument de betalingsverplichting niet zal nakomen.De bedoeling van de wetgever was om een uitzondering te creëren voor simpele koop-nu-betaal-later-met-toeslag situaties. Maar partijen als Klarna (en Riverty, uit het HvJ arrest) maken er een verdienmodel van door met rente en andere kosten significant meer te verdienen dan enkel dat beetje toeslag. En dat mag maar dan ben je gewoon een kredietverstrekker, en moet je je aan de regels daarvan houden.
De kantonrechter wijst er in dit verband op dat in het rapport van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), waarnaar in het tussenvonnis is verwezen, met zoveel woorden is vermeld dat het verdienmodel van zogenoemde ‘buy now pay later’-aanbieders (waartoe ook de kredietverstrekker in deze procedure behoort) verschilt, maar dat een aantal aanbieders een substantieel deel van hun inkomsten verdient met het in rekening brengen van kosten aan consumenten die te laat betalen. Volgens de AFM zijn die kosten meer dan kostendekkend voor de werkzaamheden die deze aanbieders daar tegenover stellen, zijn ze voor die aanbieders zelfs winstgevend en vormen ze een wezenlijk deel van hun verdienmodel.Vanwege deze constatering kan de kredietverstrekker zich dus niet op de uitzondering beroepen. En omdat er bij de achterafbetaalkeuze niet aan de informatieplichten en kredietwaardigheidstoets is voldaan, wordt de kredietovereenkomst vernietigd. Oftewel: geen rente, incassokosten en dergelijke verschuldigd.
De hoofdsom wel, want uiteindelijk hád de consument iets gekocht en dan moet je betalen. Maar ook dan onderzoekt de rechter ambtshalve of het allemaal wel goed gegaan is. Quod non, zoals juristen dan zeggen:
- Op de bevestigingspagina stond niet de naam van de shop (Shein) maar de naam Zoetop Business Co Limited, wie dat ook moge wezen. En als je onderaan de Shein-pagina het colofon opent, gaat het ineens over Infinite Styles Ecommerce Co Ltd. Onduidelijkheid over de identiteit van de koper is een essentieel probleem.
- De bij de dagvaarding gevoegde algemene voorwaarden waren recenter dan de dag van aankoop, zodat niet na te gaan is onder welke voorwaarden is gecontracteerd.
- Volgens de dagvaarding vermeldt de bestelknop “Bestelling plaatsen”, maar screenprints zeggen “Plaats bestelling”. En geen van beide is duidelijk genoeg om aan te geven dat er een betalingsverplichting ontstaat bij het plaatsen van de bestelling. in de’, waarmee volgens de eisende partij voldoende duidelijk zou zijn gemaakt dat met het klikken op die knop een betalingsverplichting is aangegaan.
- Oh ja, en ná die plaats-knop kwamen er nog knoppen “afrekenen” en “kopen”, waardoor het extra verwarrend wordt wanneer je nou precies de overeenkomst sluit en wanneer je de betalingsverplichting aangaat.
- Onduidelijk is hoe de wettelijk verplichte bestelbevestiging eruit ziet, waarin zaken moeten staan als de naam van de verkoper, een specificatie van de gekochte producten, de koopprijs, eventuele verzendkosten, informatie over de wijze van levering en de leveringstermijn, een pdf met daarin informatie over het herroepingsrecht en linkjes naar online hulp.
Niet vermeld is hoe veel de kwijtgescholden achterafbetaalkosten waren. En dat is jammer en wrang, want de consument wordt met deze betalingsverplichting alsnog in het ongelijk gesteld en moet dan € 303,54 proceskosten betalen.
Arnoud
Verkoper, denk ik.
Die lijst met onduidelijkheden is echt tergend lang en zulke onzorgvuldigheid moet natuurlijk gecorrigeerd worden, dus terecht dat de webwinkel/kredietverstrekker hiervoor moet dokken. Maar dat het ‘wrang’ is dat de koper toch de proceskosten moet betalen ga ik niet in mee. De koper heeft een product in huis waarvoor die niet betaald heeft. Daarvan weet iedereen in Nederland dat dit ‘fout’ is.
Er blijkt nergens uit dat de koper moeite heeft gedaan om te betalen of om het product te retourneren of om op te dagen bij de rechtbank. Zonder nadere informatie vind ik het dus ook te ver gaan om te concluderen dat deze koper zuiver een ‘slachtoffer’ is.
De “koper” is niet verschenen in deze procedure. Desondanks heeft de rechter de vordering aanzienlijk verminderd. (Waarom gedaagde niet verschenen is: geen idee, het kan zijn dat de dagvaarding uitgebracht is voor een niet-bestaand persoon.)
Als onduidelijk is dat er een betaalverplichting aangegaan werd (middels de tekst in de button), was voor de koper toch juist niet zo helder dat er betaald moest worden?
Als de koper vervolgens wel het product zonder meer in bezit houdt, denk ik niet dat die te goeder trouw nog kan beweren dat die “niet wist” dat er een betalingsverplichting is simpelweg vanwege de tekst op de knop.
Ik snap de theorie wel, en de wens om op te treden tegen webwinkels die hier de kantjes er vanaf lopen, maar dat betekent niet dat dat wat mij betreft iemand die iets bestelt, ontvangt en ultimo daar niet voor betaalt niet ook sowieso moet weten dat die fout zit.
Voor mij begint het bij dat de wetgever heeft gezegd “zonder knop met die tekst mag betaling niet worden geëist”. Ik vergelijk dat met “ongevraagde toezendingen mogen gratis behouden ongeacht wat er bij staat” (art. 7:7 BW). Iedereen weet dat je niet zomaar een gratis encyclopedie deel A-Ar krijgt toegezonden, maar of je dan te goeder trouw handelt door ‘m te houden vind ik niet relevant.
Er zit nog wel een duidelijk verschil tussen de ongevraagde encyclopedie, namelijk dat hier wel degelijk de consument actieve handelingen heeft verricht en er niet uit het niets op zijn deurmat belandt.
Mij doet het denken aan die discussie over webshops die veel te goedkope tv’s aanbieden. Daarin wordt ook de consument wel geacht te weten dat iets ‘niet kan kloppen’.
Ja, als ik op een knop “Bestel” klik bij een fietsenwebshop, vervolgens er vanaf wil zien en toch die fiets geleverd krijg, vind ik dat ik in mijn recht sta om te zeggen, ik hoefde die toch niet, kom maar weer ophalen (wist niet dat er al betalingsverplichting was). Ik vind echter dat ik niet in mijn recht sta om als ik die eerste fiets ontvang, een specifieke betaalmethode al afspreek (Klarna), EN daar dan lekker dagelijks mijn ritjes op te gaan maken zonder iets te betalen, ik dan nog kan zeggen, “omdat de knop zo onduidelijk was had ik niet door dat dit niet de bedoeling is”. Mijn handelen is niet meer alleen toe te rekenen aan het ontbreken van de knoptekst.
Inderdaad, en de consument kan daarom de overeenkomst vernietigen en zo onder de betaalverplichting uitkomen. Dit blogartikel gaat over een verstekvonnis. De rechter heeft de consument niet kunnen horen en weet dus niet of de consument het product wil houden. De rechter heeft de overeenkomst daarom niet ambtshalve (uit eigen beweging) vernietigd. Als de consument tegen het verstekvonnis in verzet gaat en aangeeft dat hij de overeenkomst wil vernietigen, denk ik dat dat de proceskosten alsnog voor de verkoper zijn. Zie ECLI:NL:HR:2024:1366:
Had de vordering dan niet afgewezen moeten worden? Het is aan de eiser om te bewijzen dat hij een vordering heeft.
De kop mag beter: “Achterafbetaaldienst Klarna verdient aan incassokosten, oordeelt rechter, en dat maakt ze ongeldig (de incassokosten, niet Klarna)”
Als de bewering is dat winst maken verboden is dan is elke activiteit voor handel en werk verboden. Er zijn religies die deze stelling van dat het verboden is om winst te maken als onbetwiste waarheid verkondigen. Die is met de historische ontwikkelingen handel en industry achterhaald. We zouden ons moeten voorbereiden op het informatietijdperk.
De bewering “winst maken is verboden” is niet gedaan. Gesteld is dat een achterafbetaaldienst met winstoogmerk kwalificeert als een consumentenkrediet, en dat is dan nietig omdat niet aan de wettelijke eisen daarvan is voldaan.