De belseconde moet terug!

OPTA wijst telefonieproviders erop dat ze per 1 januari ten minste één abonnement moeten aanbieden met bellen per seconde in plaats van per minuut, en zonder starttarief, las ik bij Webwereld. Naast de netneutraliteitswet (en de omgekeerde bewijslast bij de cookiewet) treedt dan ook de belsecondewet in werking. Of nou ja, ik noem het maar belsecondewet maar net als netneutraliteit en cookies gaat het in feite om één artikel uit de Telecommunicatiewet. Maar “artikel 7.2a lid 4 Telecommunicatiewet” bekt zo slecht.

Toen ik nog een klein nerdje was, moest ik online met een tikkenteller (zie foto) die per zo veel seconde een tik registreerde, waarna ik het bijbehorende tarief bij m’n ouders afrekende. Dat werd op zeker moment bellen per seconde, en in 2010 gingen alle providers ineens volstrekt toevallig tegelijkertijd naar het afrekenen per minuut. Ook was er het starttarief (maar dat was dacht ik er ook al in mijn tikkentellertijd?) waardoor met name korte gesprekken ineens relatief duur werden.

Per 1 januari wordt het dus verplicht om ten minste één mogelijkheid te bieden om per seconde te bellen en zónder starttarief. En omdat telecomjongens héél handig zijn in creatieve interpretatie van zulke regels (“nu slechts 75 euro per seconde!”), moet die mogelijkheid “vergelijkbaar” zijn met de andere door de aanbieder aangeboden abonnementen.

Maar wat is “vergelijkbaar”? Daar zou zelfs Wim ten Brink even over moeten nadenken, maar de OPTA heeft onlangs een toelichting op artikel 7.2 lid 4 gepubliceerd waarin zij een poging doet. Als algemeen criterium hanteert OPTA dat de perseconde-dienst “een volwaardig en serieus alternatief [moet] zijn” voor de andere diensten.

Voor de bijdehante telecomjongens nog een keertje uitleg van wat “per seconde” inhoudt:

[Bellen per seconde] geldt dus meteen vanaf de eerste seconde en derhalve is het bij de voorgeschreven overeenkomst niet toegestaan de eerste minuut af te ronden. De gespreksduur in seconden in rekening brengen betekent naar het oordeel van het college dat de consument moet betalen voor wat hij feitelijk belt

Dus per seconde en niet “na de eerste minuut betaalt u per seconde” of “u betaalt per seconde, berekenend in blokken van 60” of dergelijke bijdehante kleine letters.

Of het aanbod vergelijkbaar is, kan afhangen van alle factoren die consumenten meenemen in hun abonnementskeuze. De duur, de maandkosten, houdbaarheid van belminuten, wel of niet een gratis dan wel leasetoestel, en ga zo maar door. U kunt uitgaan van het gemiddelde belprofiel van afnemers van uw meest afgesloten overeenkomst, suggereert de OPTA heel behulpzaam. Maar de OPTA doet géén uitspraken vooraf of een bepaald abonnement (of juist een prepaidopzet) voldoet aan de regels. Op basis van klachten bij Consuwijzer kan men beboetend optreden.

De uitdaging van vandaag: verzin een abonnement of prepaidaanbieding waarbij per seconde wordt afgerekend die lijkt te voldoen aan het “vergelijkbaar”-criterium en tóch een volslagen flop gaat worden.

Arnoud