Heeft het Hof van Justitie internet in het publiek domein geplaatst?

Het is niemand opgevallen, maar vorig jaar heeft het Hof van Justitie verklaard dat heel internet publiek domein is. Dat concludeert althans Rick Falkvinge op basis van het Svensson-arrest, waar de meeste juristen niet meer uit haalden dan dat je mag hyperlinken en embedden. Mogen we nu werkelijk heel internet kopiëren en herpubliceren?

In het auteursrecht zijn er twee rechten die je als rechthebbende hebt:

  1. Het maken van kopieën van het werk
  2. Het communiceren aan het publiek van het werk

Die tweede noemen wij “openbaarmaking” maar eigenlijk zouden we die term moeten vervangen door “communication to the public” want het Hof vult dat net wat anders in dan wij altijd deden. En het Hof van Justitie heeft uiteindelijk het laatste woord.

Je schendt recht twee als je werken aan het publiek mededeelt, aldus het Hof. Daarvan is sprake als jij het werk beschikbaar laat komen voor een nieuw publiek, oftewel een publiek dat de rechthebbende niet beoogd had. Maar welk publiek is dat, als het gaat om internet? Nou, simpel:

The public targeted by the initial communication consisted of all potential visitors to the site concerned, since, given that access to the works on that site was not subject to any restrictive measures, all Internet users could therefore have free access to them.

Heel internet dus, tenzij je expliciet betaalmuren of andere kijkrestricties inbouwt. (En nee, contractuele afspraken veranderen dat niet, je moet technisch een hindernis opbouwen tegen wereldwijd lezen van je content.)

Als je op internet publiceert, is heel internet je publiek. Een herpublicatie op internet levert dus geen nieuw publiek op, het is immers dezelfde groep van alle internetgebruikers. Daarom is zo’n herpublicatie geen inbreuk op het auteursrecht.

Op zich klopt dat, alleen gaat Falkvinge hier nog net een stapje verder: volgens hem mag je nu het werk herpubliceren op je eigen site, dan bereik je nog steeds geen nieuw publiek. Daarmee is het werk effectief in het publiek domein (althans wat internet betreft maar wat boeit de offline wereld nog).

Dat gaat mij even net te snel. Ik mis met name in de analyse het eerste recht: het maken van kopieën van het werk. Falkvinge opent daar weliswaar mee, maar hij heeft het dan over “physical copies” en hij concludeert volgens mij daardoor dat dit voor internet irrelevant is. Internetkopieën zijn immers niet fysiek. Echter, nergens in de wet of eerdere rechtspraak kan ik vinden dat “the making of copies” alleen het maken van fysieke kopieën zou betreffen. De Auteursrechtrichtlijn spreekt (art. 2) van “reproduction by any means and in any form”, en volgens mij valt een niet-tastbare reproductie daar ook onder.

Maak je echter géén reproductie van het werk, dan is het inderdaad legaal om dit te herpubliceren elders op internet. Dit is waarom embedden en framen legaal is: je maakt dan geen kopie maar verwijst op een handige manier naar het werk. Weliswaar wek je de illusie dat het werk gekopieerd is in je eigen site, maar technisch komt de afbeelding of tekst niet van jou dus reproduceer jij deze niet.

Dus nee, leuk geprobeerd maar zo werkt het niet.

Arnoud