Vandaag weer even een filosofisch iets, en dat mag want ik ben jarig. Ik las een intrigerend artikel in de NY Times:
Impermium, a Silicon Valley company that helps Web sites deal with unwanted reader comments, has begun marketing technology that identifies “all kinds of harmful content — such as violence, racism, flagrant profanity, and hate speech — and allows site owners to act on it in real-time, before it reaches readers.” Impermium will police the readers — but who will police Impermium?
Steeds meer handhaving van regels en normen gebeurt automatisch. En wanneer je dat wilt doen, moet je harde regels invoeren anders kan de computer er niks mee. Voor IT-ers is het dus doodnormaal dat je normen vertaalt naar criteria en die vervolgens inprogrammeert en handhaaft.
Maar juristerij werkt niet zo. Neem bijvoorbeeld het citaatrecht: je mag “niet meer dan nodig” overnemen. Hoe veel tekens dat is, hangt dus af van wat je overneemt en waarom. Dat is niet te programmeren. Vragen “hoe veel tekens mag je overnemen” is dus een juridisch niet te beantwoorden vraag. Toch komt ‘ie bij mij bijna wekelijks langs, en mensen willen dan graag gewoon horen dat het 200×150 is mits met bronvermelding. Want dan kunnen ze hun botje en plaatjesverkleinscript afronden en de site live zetten.
Een ander voorbeeld dat men noemt is de autocomplete/autosuggest functie van Google. Woorden die rieken naar seks of onwelvoeglijkheid of ongepastheid naar Amerikaanse normen en waarden, worden niet aangevuld. Wie “amateu” intypt, krijgt er geen r bij want dat kan wel eens tot porno leiden. En nou ja dat is vast meestal ook wel zo, maar hoe wéét je dat als algoritme?
Een vergelijkbaar probleem doet zich voor bij de breinbotjes – ik bedoel de auteursrechthandhavingsagents die het internet afschuimen en sites een notice & takedown sturen op basis van automatisch getrokken conclusies. Dat gaat niet per se goed, zie dit artikel waarin een volledig legale livestream van de Hugo awards offline werd gehaald door zo’n automatische actie.
Gaat dat ooit werken, met algoritmes normen handhaven? Ik zie het niet gebeuren.
En zelfs wanneer je het aan mensen overlaat, loopt het niet per se lekker. Neem het plaatje rechtsboven (tekening van Mick Stevens). Gewoon een cartoon zou je zeggen, maar deze cartoon mocht niet op Facebook vanwege aanstootgevend. Hoezo? Nou ja, het afbeelden van ontblote vrouwenborsten is tegen de normen op Facebook. En ja die zwarte stipjes dat zijn blote borsten. (Mannenborsten mogen dan weer wél bloot, kennelijk.)
Hier wringt natuurlijk ook een stuk Amerikaans versus Europees fatsoen. Waar geweld geen enkel probleem is maar naakt des te meer. Bij ons lijkt dat eerder andersom te zijn. Dus wiens normen gebruik je dan als wereldwijde dienstverlener? De grootste gemene deler van alle normen ter wereld is nogal beperkt zeg maar.
Arnoud