Wanneer heeft een kunstmatige intelligentie auteursrecht op een filmscript?

Een kunstmatige intelligentie (AI) schrijft alle tekst voor David Hasselhoff in een nieuwe korte scifi-film, las ik bij Tweakers. De AI heeft een grote databank met filmteksten, en componeert daarmee nieuwe combinaties (via een LSTM) die acteur David Hasselhoff dan uitspreekt. Wat de vraag oproept, van wie zijn die teksten eigenlijk?

Hoofdregel uit de auteurswet is dat de partij die een creatief werk maakt, daar het auteursrecht op heeft. Het gaat dan om de natuurlijk persoon die het werk maakt, of in voorkomende gevallen zijn werkgever. Een opdrachtnemer zoals een ingehuurde programmeur, fotograaf of tekstschrijver heeft dus zélf het auteursrecht en niet zijn opdrachtgever.

Daar hebben we alleen niet heel veel aan in dit geval, want een AI is geen natuurlijk persoon. De wet erkent robots en software niet als personen.

Een eerste gedachte is dan, dan zal de programmeur van Benjamin wel de rechten hebben. De robot is dan zeg maar een heel slim toetsenbord met automatisch aanvullen of zelf scherpstellende camera met volgsysteem of iets dergelijks, daarvan vinden we ook niet dat die zelf auteursrechten hebben.

Ergens voelt dat alleen een beetje té makkelijk. Er zit ergens een fundamenteel verschil tussen afmaken wat een mens in gang zetten of een geautomatiseerde standaardhandeling enerzijds en een onverwachte creatieve uiting van een geavanceerd neuraal netwerk? Want niet te ontkennen valt dat die Benjamin érg creatieve uitingen doet, waar die programmeur vooraf totaal geen uitspraken over had kunnen doen. Als een werk zó onvoorspelbaar tot stand komt, is het dan nog wel logisch dat de rechten op dat werk bij de schepper van de software komen te liggen?

(De techniek komt er heel kort gezegd op neer dat het netwerk leert welke woorden typisch volgen op een bepaald woord, en dan vervolgens los gaat op een startzin of -woord. Ongeveer zoals een vrije-associatieoefening bij brainstormen. Je kunt je dus zelfs afvragen óf er wel creativiteit in het werk zit, als het alleen maar is “na ‘de’ komt meestal ‘hond'”.)

Arnoud