De onderhoudsovereenkomst als vrijbrief om prutswerk te leveren

Een lezer vroeg me:

Als ik producten inkoop, dan mag ik verwachten dat die voldoen aan de gestelde eisen. Doen ze dat niet, dan gaan ze retour en dan krijg ik vervanging of herstel. Volkomen logisch lijkt me; je koopt iets en dan moet je dat ook krijgen. Maar bij software lijkt dat allemaal anders te liggen. Je vraagt om bepaalde functionaliteit, je krijgt iets dat er een beetje op lijkt maar vol zit met fouten – maar als je die hersteld wilt hebben dan moet je een onderhoudscontract afnemen, oftewel elke maand betalen in de hoop dat je op zeker moment krijgt wat je zoekt. Waarom kan dat zomaar, juridisch?

Dat kan vooral omdat iedereen het accepteert.

Hoofdregel is dat je bij elke overeenkomst recht hebt op nakoming op de manier die je mocht verwachten. Of het nu gaat om levering van een product of van een dienst (zoals ontwikkelen van software), er zijn afspraken en de leverancier moet die nakomen. Doet hij dat niet, dan is het wanprestatie.

Bij software-ontwikkeling is het zeer gebruikelijk om af te spreken (via niet-onderhandelbare clausules in algemene voorwaarden van leveranciers) dat de software zonder garantie komt en dat je maar moet hopen dat het werkt. Een wederpartij die dat accepteert, zit daar aan vast. En ja dat mag, een bedrijf is vrij om af te spreken dat ze veel geld betaalt zonder kwaliteit te hoeven verwachten. (Dit geldt óók voor producten trouwens, je mag als bedrijf je aanspraak op garantie of conformiteit ‘wegtekenen’ als je dat wilt.)

Vorig jaar oordeelde het Gerechtshof dat standaardsoftware als ‘zaak’ aangemerkt kan worden, waarmee je in principe langs dezelfde weg als bij producten kunt eisen dat fouten hersteld of vervangen worden. De Europese Commissie wil een dergelijke aanpak wettelijk vastleggen. Maar dat zal dan alleen voor consumenten gelden, voor bedrijven zal het mogelijk blijven om hiervan af te wijken.

Natuurlijk kun je als bedrijf prima eisen dat je wél kwaliteit krijgt, bijvoorbeeld via een uitgebreide acceptatietest of gratis onderhoud op alle fouten die je binnen $X maanden na levering ontdekt. Ook dat is onderdeel van dat vrije mogen afspreken. Wat er uiteindelijk wordt besloten, hangt dus af van hoe stevig de partijen kunnen onderhandelen.

Dit voorjaar kwam de Hoge Raad met een arrest over melkmachines, dat ook voor ICT-dienstverlening relevant kan zijn. (Met dank aan ITenRecht.) Er waren melkrobots geleverd, maar de robots bleken niet goed te werken. De storingen (“voortdurende stroom van klachten”) bleken zo erg dat de klanten gingen klagen, en op zeker moment zelfs kortingen gingen opleggen vanwege de slechte kwaliteit van de melk. Ook liep een aantal koeien uierontsteking op, wat het bedrijf weet aan de slechte kwaliteit van de machines.

Er was een onderhoudsovereenkomst: 24/7 beschikbaarheid van een storingsmonteur voor ” 5.000 per jaar plus kosten per bezoek. En die monteur kwam ook wel, maar een definitieve oplossing bleek niet te kunnen worden gevonden. Het bedrijf ontbond op zeker moment de overeenkomst wegens wanprestatie, waar de leverancier bezwaar tegen maakte. Er was toch een onderhoudsovereenkomst? Daarmee was elke fout gedekt.

De Hoge Raad gaat daar niet in mee, omdat

het systeem ten gevolge van de herhaalde storingen telkens een of meer uren, oplopend tot een of meerdere dagdelen, plat ligt, hetgeen een aanzienlijk negatieve invloed op de bedrijfsvoering (welzijn van de koeien en kwaliteit van de melk) heeft, hetgeen [verweerder] niet behoefde te verwachten.

Het moest daarmee de leverancier duidelijk zijn dat er iets serieus mis was met het systeem. En dat de klant dan op zeker moment er genoeg van heeft, had hij ook moeten begrijpen.

Dat partijen tevens een onderhoudsovereenkomst hadden gesloten op grond waarvan [eiser] verplicht was tot herstel over te gaan, staat aan dat oordeel niet in de weg.

De klant mocht dus de overeenkomst opzeggen wegens wanprestatie, ondanks de onderhoudsovereenkomst en de daarbij behorende afspraken over herstel van fouten. Volkomen terecht, lijkt me.

Arnoud