Met zeer, zeer grote regelmaat krijg ik vragen van mensen die hun idee willen beschermen, hun app willen vastleggen of op andere wijze bescherming willen voor een stuk software. Nu zegt de Auteurswet dat je automatisch bescherming krijgt als je een werk maakt (dus ook een app) en dat registratie, depot of wat dan ook niet nodig is. Maar hoe bewijs je dan dat het jouw app is?
In een recent vonnis stond die vraag centraal. De eiser had een app ontwikkeld voor de gedaagde, maar die claimde op zeker moment daar zélf auteursrechthebbende van te zijn. Nu had de gedaagde een redelijk argument: zijn naam stond vermeld bij de apps, preciezer gezegd in de appstore-publicatie daarvan.
De Auteurswet zegt dat je dan ‘vermoed’ wordt de rechthebbende te zijn. Het was dus aan de eiser om te bewijzen dat hij werkelijk het werk gemaakt had.
De broncodes van de app bevatten copyright-vermeldingen in de naam van de eiser. Ook die van een derde, maar die had verklaard de rechten af te hebben gestaan aan de eisende partij.
Wel zaten er ook “zogenoemde open source componenten” in de software. U voorziet nu wellicht gillende FUD over virale effecten en kwijtraken van eigen rechten, maar dat valt reuze mee. De rechter wijdt er eigenlijk maar één zin aan:
Naar het oordeel van de kantonrechter ondersteunen deze omstandigheden het standpunt van [eiser] dat hij de broncodes van de apps naar eigen inzicht en eigen ontwerp tot stand heeft gebracht (al dan niet met hulp van medewerkers van Sveak). Dit wordt niet anders, doordat [eiser], zoals hij ook erkent, bij het schrijven van de broncodes op bepaalde onderdelen (‘open source’) programmatuur van derden heeft gebruikt, aangezien de wijze waarop hij die programmatuur heeft gerangschikt (telkens) een nieuw werk oplevert.
Oftewel, ook al gebruik je software van derden en ook al gebruik je open source, je hebt de auteursrechten op het eindresultaat als je creatief programmeerde of zelfs maar dingen aan elkaar knoopte.
(Het zou kunnen dat de opensourcelicenties van die componenten vereisen dat de eiser de app open source maakt als hij die wil distribueren. Dat komt niet aan de orde want dat is irrelevant bij de vraag wie de maker van de app was. Dat is immers hooguit een geschil tussen de opensourceauteur en zijn afnemer.)
Als laatste argument blijkt de app data te sturen naar een server van de eiser en niet van de gedaagde. Ook dat is natuurlijk best wel een aanwijzing dat die eiser gewerkt heeft aan de app. Alles bij elkaar is daarmee het bewijs geleverd.
Bewijs leveren van makerschap mag dus op elke manier, zolang het totaalplaatje maar de rechter overtuigt dat de app jouw werk was. Een depot of registratie was hier niet nodig, en zelfs het feit dat de naam van een ander bij de app stond, bleek niet onoverkomelijk.
Punt is en blijft alleen: dit helpt enkel tegen mensen die er met jouw broncode vandoor gaan of jouw app letterlijk kopiëren (oké, eventueel met aanpassingen). Wie het achterliggende idee opnieuw implementeert, mag dat doen ondanks het auteursrecht. Ook al deponeer je het honderd keer en zet je er duizend copyright-tekens op.
Maar omdat die uitkomst té frustrerend is voor mensen, zal die vraag “hoe bescherm ik mijn idee” nog héél vaak langs blijven komen.
Arnoud<br/> PS oh en natuurlijk nog de beste wensen voor 2015!